China onderdrukt de islamitische minderheid in Xinjiang, de meest westelijke regio van China. De Chinese regering beweert dat er alleen tegen separatisme en terrorisme wordt opgetreden, niet tegen de islam. Maar de Britse zender BBC stelt dat China zich schuldig maakt aan ‘culturele uitroeiing’.
In Xinjiang wonen de Oeigoeren, een Turks volk dat de islam is toegedaan. De Chinese regering is bang voor separatisme en islamitisch geïnspireerd terrorisme en heeft daarom besloten de greep op de regio flink te verstevigen.
Tegenover buitenstaanders claimt China dat de maatregelen niet gericht zijn tegen moslims en de islam, maar BBC-journalist John Sudworth toont in een reportage aan dat deze claim vals is. Veel moskeeën zijn met de grond gelijk gemaakt.
En hoewel door de staat aangestelde imams beweren dat moslims in alle vrijheid hun religie kunnen beleven, ontdekte Sudworth een aanplakbiljet waarop stond dat het burgers verboden was om hun baard te laten staan. Het dragen van een baard wordt door China blijkbaar als een symbool van fundamentalisme gezien, aldus Sudworth.
Daarnaast valt het Sudworth op dat de moskeeën die er nog stonden alleen door oude mensen werden bezocht. De rest van de bevolking komt er niet meer.
Ongeveer een miljoen Oeigoeren zijn opgesloten in heropvoedingskampen, met als doel dat ze hun islamitische achtergrond vergeten en in ‘gehoorzame Chinese burgers’ worden veranderd.