Palestijnse kunstenaars zijn bang om aan de wereldkunsttentoonstelling in het Duitse Kassel mee te doen. Dit komt door een recente bekladding in de expositieruimte van een Palestijns kunstcollectief in Kassel, meldt de website Middle East Eye.
Zaterdag begint in Kassel de documenta, ‘s werelds belangrijkste expositie van actuele beeldende kunst die om de vijf jaar plaatsvindt. Deze editie is controversieel omdat het Palestijnse collectief Cultureel Centrum Khalil al-Sakakini (KSCC) is uitgenodigd.
Begin dit jaar klonk al ophef over KSCC. Het Duitse Actieverbond tegen Antisemitisme wees erop dat KSCC is vernoemd naar de Arabische nationalist Khalil al-Sakakini (1878-1953), die sympathiseerde met de nazi’s en ageerde tegen een ‘wereldwijde Joodse samenzwering’. De Joodse gemeenschap in Kassel noemde KSCC ‘problematisch’. Het Indonesische kunstenaarscollectief Ruangrupa, dat de documenta organiseert, verwierp de beschuldigingen.
Eind drongen vandalen de expositieruimte van een Palestijns kunstenaarscollectief in Kassel binnen. Ze sproeiden de code ‘187’ en ‘Peralta’ op tientallen plekken. ‘187’ wordt in de VS gebruikt als bedreiging die verwijst naar het doodstrafartikel in het wetboek van Californië. ‘Peralta’ slaat wellicht op de Spaanse extreemrechtse politica Isabelle Peralta, die onlangs de toegang tot Duitsland werd geweigerd vanwege haar neonazistische opvattingen.
‘Dit was misschien een doodsbedreiging en nu zijn alle [Palestijnse] kunstenaars extreem bang om door te gaan met de tentoonstelling’, zegt de Palestijnse kunstenaar Lara Khalidi, die in het verleden een hoge positie bekleedde bij KSCC.
Khalidi vindt dat de documenta te voorzichtig was in het veroordelen van het vandalisme. Het feit dat de Palestijnse expositieruimte was aangevallen werd wel genoemd, maar niet om een haatmisdaad. ‘Het lijdt echter geen twijfel dat als het een andere groep was, dit zeker een haatmisdaad zou worden genoemd.’
