De Turkse president Erdogan heeft de verkiezingen in zijn land vervroegd naar 14 mei. Dat meldt de Turkse nieuwssite Duvar. De parlementaire en presidentiële verkiezingen in Turkije zouden in eerste instantie in juni plaatsvinden.
Erdogan dient in juni zijn tweede termijn als president uit en lijkt nog een termijn te ambiëren. De vraag is of dat mag. De Turkse grondwet kent een limiet van twee presidentiële termijnen. Een derde termijn zou ongrondwettig zijn, aldus critici. Zij noemen vervroegde verkiezingen een ‘truc’ omdat eventuele goedkeuring van de derde periode binnen zijn ambtstermijn plaatsvindt. Erdogan-gezinde media zeggen dat de president sowieso nog één termijn heeft, omdat het presidentiële systeem pas in 2017 is ingevoerd.
De vervroegde verkiezingen zetten de verdeelde oppositie verder onder druk. De verkiezingen zijn al over vier maanden, maar er is nog steeds geen consensus over de kandidaat. Zo is de populaire burgemeester van Istanbul Ekrem Imamoglu in een rechtszaak verwikkeld wegens opruiing. De leider van de seculiere partij (CHP) Kilicdaroglu heeft niet de steun van de gehele ‘Tafel van Zes’ – de verenigde oppositiepartijen met uitzondering van de pro-Koerdische HDP – en de Koerden willen met een eigen kandidaat komen.
Erdogan probeert met de nieuwe datum 14 mei de verkiezingen naar zijn hand te zetten. Voor islamisten heeft deze dag een symbolische betekenis. Op 14 mei 1950 won Adnan Menders, leider van de Democratische Partij van de seculiere CHP.