Oeigoeren uit China die zijn gevlucht naar Istanbul voelen zich niet langer veilig. China oefent druk uit op Turkije om deze Oeigoeren op te pakken, meldt de Amerikaanse website National Public Radio (NPR).
Veel Oeigoeren beschouwen Turkije als een land dat voor hun rechten opkomt. Oeigoeren spreken ook een Turkse taal en zijn soennitische moslims. Ze worden, net als de Azeri en de Turkmenen, als een Turks broedervolk gezien.
Maar het is de vraag of het vertrouwen van de Oeigoeren in de Turkse overheid terecht is. De afgelopen maanden zijn Oeigoeren opgepakt en naar deportatiecentra gestuurd zonder uitleg, meldt NPR op basis van interviews.
NPR sprak onder andere met Abdurehim Parach, een 44-jarige Oeigoer die vorig jaar in Istanbul werd gearresteerd en gedwongen werd om een bekentenis te ondertekenen.
‘Bij het politiebureau probeerden ze mij een bekentenis te laten ondertekenen, waarin stond dat ik een terrorist was. Ze sloegen mij, maar ik wilde niet tekenen. Daarop stuurden ze mij naar een deportatiecentrum.’
Drie maanden later werd Parach opeens vrijgelaten, zonder opgave van redenen. Hem werd verteld geen kritiek te leveren op China. Volgens Parach zaten tenminste nog twintig andere Oeigoeren opgesloten in dit centrum.
Een andere Oeigoerse activist vertelde NPR dat er tenminste tweehonderd Oeigoeren op deze manier zijn aangepakt door de Turkse regering. Hij vermoedt dat China betrokken is bij de Turkse operaties tegen Oeigoerse vluchtelingen als Parach.
Volgens mensenrechtenorganisaties oefent China druk uit op verschillende islamitische landen om Oeigoerse vluchtelingen aan te pakken. Ook Pakistan, Egypte en Kazachstan zouden door China onder druk zijn gezet.
Hoewel de Turkse publieke opinie de Oeigoeren steunt is de Turkse regering meer geneigd om China tevreden te houden, zegt mensenrechtenorganisatie Amnesty tegen NPR. Dit komt door zijn streven naar sterke economische banden met China, meldde het Turkse medium Ahval eerder.
China houdt naar schatting meer dan een miljoen Oeigoeren vast in ‘heropvoedingskampen’ in de westelijke regio Xinjiang. In deze kampen worden de Oeigoeren onderworpen aan een streng regime. Voormalige gevangenen hebben verteld dat ze gedwongen werden om varkensvlees te eten – een zonde volgens de islam – ‘politieke lessen’ te volgen en communistische liederen te zingen.