Zeven Palestijnse NGO’s zijn vanochtend door het Israëlische leger binnengevallen. Daarbij zijn bezittingen geconfisqueerd en zijn de ingangen afgesloten met stalen platen.
De Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem verklaart zich ‘solidair’ met de Palestijnse mensenrechtenorganisaties en noemt de Israëlische aantijgingen tegen hun ‘vals’. ‘We zullen doorwerken met onze Palestijnse collega’s om het apartheidsregime te ontmantelen’.
Israël zegt dat zes deze groepen banden hebben met het militante Volksfront voor de Bevrijding van Palestina, dat een gewapende vleugel kent die dodelijke aanvallen op Israëliërs heeft uitgevoerd. De zes NGO’s staan nu op de Israëlische terreurlijst. Nederland en acht andere EU-landen hebben de beschuldigingen afgewezen wegens gebrek aan bewijs.
D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma noemt het een ‘nieuw dieptepunt in de Israëlische intimidatie van Palestijnse mensenrechtenorganisaties’. Hij roept de buitenlandminister Wopke Hoekstra op om ‘voor de mensenrechten’ te staan.
Het gaat onder meer om de organisatie Al Haq, waar Hoekstra dit voorjaar nog op bezoek is gegaan. Israëlische troepen ‘kwamen, bliezen de deur op, gingen naar binnen en rommelden met de dossiers’, vertelt de directeur van Al Haq (foto) aan het Amerikaanse persbureau Associated Press.
De Palestijnse kunstenaar Rana Nazzal beziet de bestorming als onderdeel van een ‘bredere Israëlische aanval op mensenrechten’, die is ‘geëscaleerd omdat de internationale gemeenschap gefaald heeft te reageren’.
‘Als de internationale gemeenschap Israël niet verantwoordelijk houdt voor hun misdaden, dan kan ze niet meer claimen waarde te hechten aan mensenrechten’.
