Bij een Soedanese luchtaanval op een markt in Darfur zijn meer dan honderd burgerdoden gevallen. Een veelvoud daarvan is gewond geraakt. Mensenrechtenorganisaties spreken van een ‘flagrante schending van het oorlogsrecht’. Zo meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye.
Op sociale media worden gruwelijke beelden van de aangerichte ravage gedeeld.
Het voortdurende bloedige conflict tussen Soedan en de rebellen van de Rapid Support Forces heeft al duizenden dodelijke slachtoffers geëist. Beide partijen plegen oorlogsmisdaden. Zo worden de rebellen zelfs van ‘genocide’ beticht, gericht tegen zwarte, ‘niet-Arabische volkeren’, met de Masalieten in het bijzonder.
Hiertegenover staan schendingen van het oorlogsrecht door het Soedanese leger, waarbij ook civiele doelwitten lukraak worden gebombardeerd als collectieve afstraffing. Zo zouden er op de markt vijf bommen zijn gedropt. Het Soedanese leger ontkent alle betrokkenheid, terwijl de rebellen niet beschikken over straaljagers. Volgens een woordvoerder zou het leger beschikken over ‘het legitieme recht om het land te verdedigen’ en slechts dat ‘uitvoeren’.
Volgens Sulaiman Baldo, een expert op het gebied van conflictoplossing die Middle East Eye sprak, zouden zulke bombardementen ‘systemisch’ plaatsvinden, maar weinig aandacht krijgen. ‘Het Soedanese leger komt er steeds mee weg, alleen maar omdat de rebellen beter zijn in het vermoorden van burgers.’
De humanitaire catastrofe in Soedan is ongekend. Meer dan 11 miljoen mensen zijn inmiddels gevlucht en meer dan 25 miljoen Soedanezen worden geconfronteerd met acute hongersnood. Niemand weet exact hoeveel doden er zijn gevallen sinds april vorig jaar. Volgens de internationale hulporganisatie Islamic Relief zou dat aantal kunnen oplopen tot 200.000.