De K7, een samenwerkingsverband van moskeeën, heeft een ‘toolkit tegen Koranschennis’ ontwikkeld. Burgemeesters worden hiermee aangespoord op te treden tegen extremisten die de koran verbranden of verscheuren.
De toolkit is nu gedeeld met het ministerie van Justitie en Veiligheid, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het genootschap van burgemeesters, schrijft de Rotterdamse moskeekoepel SPIOR in een persbericht.
Burgemeesters moeten niet alleen het recht van betogingsvrijheid eerbiedigen, maar ook het recht van godsdienstvrijheid, vindt de K7. Volgens een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens worden uitingen die een aanval inhouden op een voorwerp van religieuze verering, zoals de Koran, niet beschermd door de vrijheid van meningsuiting. De burgemeester moet zulke aanvallen ook verbieden, vindt de K7, om zo de ‘religieuze vrede’ te beschermen.
‘Uitingen die aanzetten tot haat en religieuze intolerantie (denk aan het verbranden van de koran) zijn niet toegestaan. Dit staat manifestaties zelf, het betogen – eventueel met borden en/of spandoeken – verder niet in de weg. Aan dit recht wordt zo dan ook niet getornd’, aldus de K7.
Begin dit haar ontstond wereldwijd onder moslims onrust toen een extreemrechtse politicus in Zweden besloot om voor de Turkse ambassade in Stockholm een koran te verbranden. Edwin Wagensveld van de extreemrechtse islamofobe beweging Pegida verscheurde daarop een exemplaar van de koran tijdens een demonstratie in Nederland.