9.7 C
Amsterdam

Nieuw: handleiding voor docent om aanslagen en cartoons te bespreken

Lees meer

Vier Utrechtse onderzoekers hebben een lesbrief gepubliceerd waarin ze uitleggen hoe docenten gevoelige thema’s kunnen behandelen, meldt het AD Utrecht.

De lesbrief gaat in op thema’s als religie, terrorisme en de vrijheid van meningsuiting en is opgesteld door terrorisme-experts Beatrice de Graaf, Nikki Sterkenburg, Mariëtte de Haan en Björn Wansink. Aanleiding van deze handleiding is de moord op de Franse geschiedenisleraar Samuel Paty, die tijdens zijn lessen burgerschapskunde Mohammed-cartoons liet zien.

In de handleiding staat dat het belangrijk is om te inventariseren wat de gedeelde waarden zijn in een klas en een ‘gemeenschappelijke kennisbasis te creëren’. Daarbij is het ‘ook belangrijk om te benadrukken dat er vanuit de Franse islamitische gemeenschap meteen steun kwam aan de nabestaanden van Paty en een veroordeling van de moord’, aldus de onderzoekers.

‘Het uiten van principes en regels die gebaseerd zijn op je geloof, overtuiging of ideologie zullen altijd de grenzen én vrijheden van de democratische rechtsstaat moeten respecteren’, staat verder te lezen in de lesbrief. ‘Probeer dit principe ook toe te passen in de klas. Voer het gesprek met leerlingen door hen uit te nodigen om hun standpunt met respect voor de ander te verwoorden.’ Hierbij kunnen volgens de onderzoekers de volgende vragen worden besproken:

‘Waarom is het belangrijk dat burgers vrijheid van meningsuiting hebben? Waarom is belediging op grond van religie in een democratische rechtstaat toegestaan? Hoe is het in Nederland geregeld met de positie van geloofsgemeenschappen versus de staat? Hoe moeten we in een democratie omgaan met intolerante meningen?’

Of het raadzaam is voor docenten om tijdens het bespreken van de aanslag op Paty ook de bewuste Mohammed-cartoons te tonen, dat laten de onderzoekers in het midden. Wel is het zaak om kinderen te ‘leren hoe ze met dit soort spotprenten of andersoortige uitingen moeten omgaan die zij als beledigend voor hun religie kunnen
opvatten. Als zij zelf de vrijheid willen houden om te zeggen en te geloven wat ze willen,
moeten ze anderen dit ook gunnen.’

- Advertentie -