Nu de Russische invasie van Oekraïne een feit is, roept mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) op dat Russische oorlogsmisdaden in Syrië niet herhaald mogen worden. HRW-directeur Kenneth Roth wijst op Twitter op het oorlogsrecht.
‘In Syrië heeft HRW aangetoond dat Russische luchtbombardementen gericht waren op ziekenhuizen, scholen, markten en woonwijken. Het is noodzaak dat zulke oorlogsmisdaden niet nogmaals plaatsvinden in Oekraïne’, zegt Roth.
Alle diplomatieke inspanningen van de afgelopen weken ten spijt, heeft Rusland vandaag toch de Rubicon overgestoken en is het een grootschalige oorlog begonnen tegen Oekraïne. Poetin wijst op ‘historische claims’ en dat Oekraïne geen soeverein land is, maar een vooruitgeschoven post van het Westen.
Het internationaal recht zegt wat anders: Russische troepen in Oekraïne zijn een bezettingsmacht, aldus HRW. Hoewel de invasie van een soeverein land een schending is van het internationaal recht, gelden nog steeds de Geneefse Conventies, oftewel het oorlogsrecht, dat Oekraïne en Rusland beiden hebben ondertekend. Strijdende partijen mogen alleen elkaar bestoken. Burgers mogen nooit het doelwit worden van militaire agressie.
Dat is de afgelopen acht jaar, sinds de Russische bezetting van de Krim in 2014, niet het geval geweest. Er zijn al meer dan 16.000 mensen omgekomen in het conflict, waaronder burgers. Meer dan 1,5 miljoen mensen zijn ontheemd geraakt.