Een tiental Rotterdamse dichters, verzameld onder de naam ‘Dichters voor de Vrede’, protesteerde gisteren bij het standbeeld van tsaar Peter de Grote. Wat hen betreft wordt het beeld teruggestuurd naar Rusland.
‘Dichters voor de Vrede’ is deels een initiatief van de SP. De SP Rotterdam laat dan ook weten: ‘Veel Rotterdammers zitten (…) met dit ‘geschenk’ van Rusland in hun maag en zouden het liefst zien dat het teruggestuurd wordt naar de afzender, en wel als gebaar om onze verontwaardiging uit te spreken en om onze solidariteit met het verzet van Oekraïne te benadrukken’.’
Het standbeeld werd in 1997 aan de gemeente Rotterdam geschonken door Rusland, op initiatief van en betaald door de Russische SBS Agrobank. Deze bank wordt nu gesanctioneerd, vanwege de Russische invasie van Oekraïne.
In 1997 was het beeld al omstreden: daarom kwam het niet in Amsterdam of Zaandam – de stad waar Peter de Grote een tijdje als scheepsbouwer werkte – terecht, maar in Rotterdam. Eind april werd het beeld beklad met rode verf door onbekende activisten vanwege de oorlog in Oekraïne.
Peter de Grote (1672-1725) was een hervormingsgezinde vorst, die een grote reis door de naties van West-Europa maakte om van hen wat op te steken. In Nederland leerde Peter scheepsbouwen. Hij nam veel Nederlandse scheepsbouwers en marineofficieren mee terug naar Rusland, die aan de basis stonden van de Russische keizerlijke marine.
In Oekraïne is Peter de Grote niet bepaald populair. In 1709 versloeg hij bij de Oekraïense stad Poltava het Zweedse leger. Hij maakte tevens een einde aan de zelfstandigheid van het Kozakken-Hetmanaat, Oekraïense staatje van vrijbuiters, de zogenoemde ‘kozakken’. Rusland beschouwt de leider van de Oekraïense kozakken, hetman Ivan Mazeppa, als verrader omdat hij naar de Zweden was overgelopen. Oekraïne ziet hem juist als een held.