Oud-minister Sigrid Kaag is somber gestemd over de situatie in Gaza. In een interview met de BBC noemt ze het een ‘grote catastrofe’ en ‘de meest onveilige plek ter wereld om te werken’. ‘De internationale gemeenschap laat de onschuldige burgers in het gebied collectief in de steek’, zegt ze.
Eind augustus werd een deconfliction afgekondigd, een periode waarin minder intensief gevochten wordt om de veiligheid van hulpmissies te waarborgen. Sigrid Kaag, VN-coördinator voor humanitaire actie en wederopbouw in Gaza, geeft echter aan dat deze maatregel niet effectief is. ‘Het werkt niet, of onvoldoende, om de operaties haalbaar te maken’, zegt ze.
De VN is in Gaza om onder andere voedselhulp te bieden, maar deze hulp bereikt niet altijd de mensen die het nodig hebben. Vorige week werd een VN-konvooi nog geblokkeerd door het Israëlische leger. ‘De wetteloosheid en criminele activiteiten in Gaza zorgen ervoor dat de goederen niet op de juiste manier worden ontvangen, zelfs als de vrachtwagens Gaza binnenkomen’, beschreef Kaag de situatie eind augustus.
In het meest recente rapport van de UNRWA wordt deze situatie toegeschreven aan verslechterende openbare orde, oorlog en onveiligheid, beschadigde infrastructuur, brandstoftekorten en toegangsbeperkingen.
Voedselhulp
Voedselhulp is momenteel cruciaal in het Palestijnse bezette gebied. De meerderheid van de bevolking heeft geen garantie op voldoende voeding, en regelmatig worden ondervoede kinderen en baby’s in de ziekenhuizen opgenomen, aldus de Nederlandse VN-gezant.
Om betere voedselhulp te kunnen garanderen, zit Kaag regelmatig aan tafel met Israëlische beleidsmakers, waaronder Benjamin Netanyahu, vertelt ze. Ze noemt deze gesprekken constructief: ‘Verzoeken vanuit de VN worden ingewilligd.’ Echter, voordat de resultaten van deze toezeggingen zichtbaar en tastbaar zijn, is er vaak al te veel tijd verstreken, zegt ze in het interview met de BBC.
Het conflict heeft diepe trauma’s veroorzaakt, zowel bij de Palestijnen als bij de Israëlische gegijzelden, concludeert ze. ‘Als we te langzaam, te weinig of te laat handelen en als ze het gevoel hebben dat we hen in de steek hebben gelaten, kunnen we alleen nog harder werken.’