Nederland gebood in het eerste halfjaar van dit jaar zo’n 8.000 nieuwe migranten terug te gaan. Intussen vertrokken in diezelfde periode 1.500 migranten ook daadwerkelijk. Dat blijkt uit cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat.
Al die 1.500 migranten vallen overigens niet per se in die grotere groep van 8.000 migranten. Maar de verschillen tussen het aantal uitwijzingen en het aantal daadwerkelijke vertrekken is groot, dit halfjaar en in andere halfjaren – net als in de rest van de EU.
Dit cijfer van 8.000 ongewenste migranten in het eerste halfjaar van 2022 ligt hoger dan in het tweede halfjaar van 2021, toen dit aantal ruim 7.500 bedroeg. Maar het is weer minder dan in het eerste halfjaar van 2021, doen bijna tienduizend migranten een bevel kregen het land te verlaten.
In heel de EU kregen 180.000 migranten in januari – juni te horen dat ze terug moeten, vijfduizend meer dan in het halfjaar ervoor. Frankrijk (65.000), Duitsland (17.000) en Griekenland (15.000, pushbacks niet meegerekend) voeren de lijst aan. Het aantal migranten in de EU dat in deze periode daadwerkelijk terugkeerde was 43.000.
Kijkend naar enkel het kwartaal april – juni van dit jaar, staan Algerijnen bovenaan de lijst van volkeren dat de meeste uitzettingsbevelen aan te verstaan kreeg, met ruim 8.000 gevallen. Zij worden gevolgd door Marokkanen (7.000), Albanezen (6.600), Pakistanen (6.300), Tunesiërs (5.600), Bengalezen (4.000), Georgiërs (3.700) en Turken (3.420).
Migranten die niet kunnen aantonen vluchteling te zijn, worden vaak aangemerkt als ‘veiligelanders’. Maar het is niet altijd makkelijk om zulke migranten weer terug te laten gaan, zoals Nederland ondervindt. Velen belanden in de illegaliteit. Wel werd onlangs bekend dat Marokko, na jaren van weigering, alsnog uitgeprocedeerde Marokkanen wil terugnemen.
