Turkije heeft het voorzien op binnenlandse HDP-politici en burgers met kritiek op de Turkse inval in Noord-Syrië. Dat meldt het internationale persbureau Reuters, op basis van gegevens van het Turkse staatspersbureau Anadolu.
Eergisteren viel Turkije Noord-Syrië binnen, nadat de Amerikaanse president Donald Trump aankondigde de Amerikaanse troepen die nog in deze regio waren te zullen terugtrekken. Voor zijn operatie in Noord-Syrië krijgt president Recep Tayyip Erdogan brede steun in Turkije: bijvoorbeeld ook van de seculiere republikeinse volkspartij CHP, die in de oppositie zit.
De pro-Koerdische HDP is echter tegen de operatie en heeft Erdogan opgeroepen het offensief te stoppen. Volgens HDP-covoorzitter Sezai Temelli is ‘Operatie Vredesbron’ een poging van de regering om weer populair te worden bij de Turkse bevolking. Erdogan heeft eerder dit jaar bij lokale verkiezingen in Istanbul een gevoelige politieke nederlaag geleden.
Naar de uitspraken van Temelli en die van de andere covoorzitter van de HDP, Pervin Buldan, is een juridisch onderzoek ingesteld. Temilli en Buldan worden beschuldigd van ‘propaganda voor een terroristische organisatie’ – waarmee gewapende Koerdische strijders worden bedoeld – en openlijk de Turkse regering te beledigen.
De twee HDP-kopstukken zijn echter niet de enigen waartegen de Turkse autoriteiten optreden. Naar de uitspraken van drie andere HDP-politici wordt ook een juridisch onderzoek ingesteld.
Gisteren vonden in de oostelijke provincie Mardin de eerste arrestaties plaats. 121 mensen zijn inmiddels opgepakt omdat zij op sociale media kritisch zijn over het Turkse offensief in Noord-Syrië, aldus de Turkse minister Suleyman Soylu (Binnenlandse Zaken). De verdachten worden ervan beschuldigd de publieke opinie te provoceren ‘met haat en animositeit’ en ‘het verspreiden van propaganda van een terroristische organisatie’.
