Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft Turkije opgeroepen om de zakenman en filantroop Osman Kavala onmiddellijk vrij te laten.
Dit is nieuwe taal van de VS over mensenrechtenkwesties in Turkije. President Joe Biden en zijn Turkse collega Erdogan hebben nog niet met elkaar gesproken, net als hun ministers van Buitenlandse Zaken. Eergisteren nog vroegen ruim vijftig senatoren Biden per brief om actie tegen Turkije vanwege de mensenrechtenschendingen in het land.
Zakenman en mensenrechtenactivist Kavala (foto), die zich inzet voor de dialoog tussen Turken en Armeniërs, werd in november 2017 gearresteerd. Hij zou de Geziparkprotesten van 2013 aan hebben willen grijpen om een staatsgreep te plegen.
Kavala werd begin 2020 onverwacht vrijgesproken in de Gezi-rechtszaak. Maar vijf uur na zijn vrijlating werd Kavala opnieuw gearresteerd vanwege een onderzoek naar de mislukte coup van juli 2016.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft onlangs ook de vrijlating van Kavala geëist. Maar Turkije is tot dusverre doof voor dit soort oproepen geweest.
Ook moet Turkije van de VS een veroordeling van de Amerikaanse professor Henri Barkey terugdraaien. ‘Een Turkse rechter heeft mij onlangs in afwezigheid tot verzwaard levenslang veroordeeld, omdat ik tijdens de mislukte staatsgreep van 2016 in Istanbul was’, vertelde Barkey de Kanttekening vorig jaar.
‘Mijn persoon zou het bewijs zijn van buitenlandse, Westerse inmenging bij de coup. Dat Biden in een interview heeft gezegd dat hij de oppositie in Turkije wil steunen, wordt ook gezien als buitenlandse inmenging, als steun voor een nieuwe coup.’
De Turkse minister Süleyman Soylu (Binnenlandse Zaken) zei vorige week nog dat de VS achter de coup van 2016 zitten. De in Amerika woonachtige Fethullah Gülen en zijn aanhangers in Turkije, dikwijls door Erdogan aangewezen als schuldigen achter de coup, waren slechts marionetten van de VS, aldus Soylu. ‘Ongegrond en onverantwoordelijk’, reageerde het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken op die aantijging.