The Washington Post concludeert op basis van data over uitgegeven visa dat de ‘travel ban’ door de Amerikaanse president Donald Trump wel degelijk een ‘muslim ban’ was.
Begin 2017 stelde Trump de zogeheten ‘travel ban’ in, een inreisverbod gericht tegen Iran, Jemen, Libië, Somalië, Syrië, Noord-Korea en Venezuela. Inwoners van deze landen mochten vanaf toen Amerika niet meer binnenkomen. Doordat hier vijf islamitische landen bij zitten, beweren tegenstanders dat Trump eigenlijk minder moslims het land in wilde hebben.
Data van The Washington Post lijkt hen gelijk te geven. Tussen maart 2017 en juni 2019 daalde het aantal visa dat werd uitgegeven aan immigranten uit de vijf moslimlanden dramatisch, terwijl het aantal uitgegeven visa aan Noord-Koreanen en Venezolanen stabiel bleef.
In oktober 2017 werden er aan mensen uit de vijf moslimlanden nog 1.419 visa verstrekt. Dit daalde tot 69 via in januari 2018. In diezelfde tijdspanne bleef het aantal visa wat aan mensen uit Noord-Korea en Venezuela werd stabiel, rond de 270.
Sinds de ‘travel ban‘ in werking trad kreeg 98 procent van de mensen uit de vijf moslimlanden nul op het rekest toen ze een visum aanvroegen. 2 procent kreeg een ontheffing. Uit de data van de Amerikaanse overheid wordt echter niet duidelijk hoeveel van die 2 procent uiteindelijk een visum hebben gekregen.
De islamitische burgerrechtenorganisatie Council on American-Islamic Relations (CAIR) stelde vorige week dat er een piek was in anti-moslimincidenten nadat Trump begin 2017 zijn ‘travel ban’ instelde.