2.5 C
Amsterdam

Verslaafd aan dehumanisering van de ‘Ander’

Yarin Eski
Yarin Eski
Criminoloog. Universitair docent aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.

Lees meer

Dehumaniseren van anderen is menselijk. Wees je daar bewust van, waarschuwt Yarin Eski.

Onlangs was ik paintballen met vrienden in de bossen. Er waren andere groepen met wie we samen tot twee hele grote groepen werden gevormd, met allemaal dezelfde soort Ghostbuster-achtige overalls aan. Alleen de ene groep had een rode band om, de andere groep een blauwe. We gingen het vlaggenroofspel doen, een klassieker en moesten koste wat het kost de vlag van de andere groep bemachtigen. Eventueel door tactisch leden van de andere groep uit te schakelen door hen met een verfballetje te raken.

Ik had een blauwe band om. Het viel me op dat ik, bewapend met een paintballgeweer en groen gezichtsbedekkend veiligheidsmasker, heel snel geobsedeerd raakte door het spotten van de andere groep. Zij waren de rode Ander, en wij voor hen de blauwe Ander. De adrenaline gierde door me heen. Ik wilde winnen, die Ander verslaan, hen raken met mijn verf, en uiteindelijk die vlag bemachtigen als groep blauw.

De vlaggenroof was voor mij een leuke manier om even niet te hoeven denken aan het feit dat de wereld in de fik staat. Klimaat, Vladimir Poetin die in de Europese nek hijgt, een niet te vertrouwen rechts kabinet wat aanstaande is, en natuurlijk: Gaza.

Er zouden momenteel meer dan honderd gewapende conflicten tegelijkertijd plaatsvinden, met één duidelijke constante: hokjes. We hebben ze nodig om zo duidelijkheid over groepen te krijgen. Een wij-zij-denken waarbij we onszelf zodanig blindstaren op classificaties van mensen, dat we soms de mens in die Ander niet meer zien. Dat is het moment waarop dehumanisering om de hoek komt kijken, wat kan leiden tot verminking en marteling van Palestijnse gevangenen.

Er is al veel over dehumanisering geschreven, zoals door Hannah Arendt en Edward Said. Dehumaniserend (en uiteindelijk genocidaal) denken en doden heeft altijd bestaan: die Ander deugt niet en moet weg.

Het doden van de eigen soort is niet alleen iets wat wij kunnen doen. Andere soorten moorden ook hun eigen soort uit, zoals stokstaartjes. Sterker nog, de meeste wezens vernietigen hun soortgenoten omwille van het domineren van een bepaalde habitat. Mensen, net als andere diersoorten, doden vanwege schaarste. Het gaat dan om territoriumdrift en eigendom, waarbij angst kan ontstaan voor de Ander die dreigt ons iets af te nemen. Zygmunt Bauman wees met zijn liquide moderniteitsthese op het feit dat mensen die bang zijn om aangetast te worden, bang zijn voor de Ander.

We zijn dus, in zekere zin, slaaf van onze neuronen en neurale netwerken

Echter, naast angst om schaarste, plegen mensen ook (massa)moorden – en in tegenstelling tot andere wezens – uit jaloezie en haat. Dat komt mede doordat wij in vergelijking met andere wezens hogere cognitieve denkvermogens hebben zoals het abstract denken, blijkt uit de neurologie. Doordat wij een abstract denkvermogen hebben, kunnen wij die Ander(e mens) abstraheren tot niet-mens. Wij zijn daarmee, naast de intelligentste soort, tegelijkertijd één van de meest roof- en moordzuchtige. Dit zowel ten aanzien van andere diersoorten als onze eigen soort.

Alleen wanneer we onszelf gedistantieerd hebben van de gelijkenis met de Ander, is die Ander uit te roeien. Genocide ontspringt zodoende uit het verbeeldend dehumaniseren van de Ander. En alleen wij – de mensheid – doen dat. Bizar genoeg is het uniek aan de mens om andere mensen voor te stellen als niet-menselijk. Ontmenselijking is dus inherent menselijk, heb ik al eens eerder gesteld.

Antisemitisch of pro-Palestina? Vreedzaam protesterende studenten of tuig? Ook daarin verschuilt die al te menselijke dehumanisering, zeker in tijden van alom aanwezige onzekerheid en vijandschap overal ter wereld. That’s ‘How We’re Wired’. We zijn dus, in zekere zin, slaaf van onze neuronen en neurale netwerken. En daarmee zijn we altijd, ergens, verslaafd aan hokjesdenken en dehumanisering.

Maar keer op keer blijkt: geen enkele groep is de som der delen, en geen enkel deel staat voor de gehele groep. En dat blijkt ook vandaag de dag weer, wat ook benadrukt moet blijven worden: er zijn Israëliërs die in Israël protesteren tegen Netanyahu. Er zijn Russen in Rusland die anti-Poetin zijn. 2,5 miljoen mensen hebben op Geert Wilders gestemd, maar lang niet alle Nederlanders zijn radicaal-rechts. En zo maken niet alle Nederlanders ‘dreigende bewegingen’ of denkt iedereen die werkzaam is bij de European Broadcasting Union disproportioneel.

Zodra je dus merkt, dat je aan groepsdenken doet: het is de eigen angst voor die Ander die spreekt en je kan overnemen. Dat stemmetje kan leiden tot het dehumaniseren en zelfs vernietigen van die Ander.

Maar de vraag is of we nog zo hoeven te denken. Ik denk zelf van niet. Maar blijven we dat wel doen, kan dat uiteindelijk overslaan naar de diepste, meest wezenlijke angst: Wie is nog wiens vriend of vijand? Wie is die Ander en voor wie ben ik die Ander? Dan bestaat er het risico van een algehele, mondiale oorlog van iedereen tegen iedereen: homo homini lupus, Latijn voor dat de mens een wolf voor zijn medemens is. Dan is niemand meer mens, voor wie dan ook.

De laatste paintbalronde betrof een free-for-all gevecht, van iedereen tegen iedereen. Iedereen was die Ander voor mij, en ik was die Ander voor iedereen, terwijl we tijdens de vlaggenroof nog samen optrokken tegen die Ander. Terwijl ik keihard in mijn rug door zo’n balletje geraakt werd, besefte ik: die Ander bestaat alleen maar in onze verbeelding.

Die Ander is alleen maar ‘echt’ als we het onze verbeelding toelaten.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -