Vorige maand ontstond commotie naar aanleiding van berichten over de gedwongen uitzetting van een 43-jarige Marokkaan die al sinds zijn tweede in Nederland woont. Mag dat? Ja, schrijft Carolus Grütters, maar niet zomaar.
Wie door de strafrechter is veroordeeld tot een gevangenisstraf, wordt enige tijd uit de (vrije) samenleving gehaald en achter slot en grendel geplaatst. Naarmate de misdrijven ernstiger zijn of vaker worden gepleegd, kan die straf – in zeldzame gevallen – oplopen tot levenslang. Als je alleen de Nederlandse nationaliteit hebt, is de gevangenisstraf de enige sanctie die kan worden opgelegd.
Dat is echter anders indien het een ‘vreemdeling’ betreft, iemand die hier verblijft, maar die niet de Nederlandse nationaliteit heeft. In dergelijke gevallen kan als een bijkomende straf de veroordeelde ook het land worden uitgezet. Dat gebeurt niet zomaar en dat andere land moet de bewuste vreemdeling wel willen terugnemen. Dat betekent ook dat de vereiste papieren in orde moeten zijn. Uitgangspunt is echter dat de vreemdeling die zich ernstig misdraagt, zijn verblijfsvergunning verliest. Of hij ook daadwerkelijk wordt uitgezet, is afhankelijk van het land waarnaar men zou willen uitzetten. Doet dat land moeilijk, dan kan het gebeuren dat diegene niet kan worden uitgezet, ook als hij geen verblijfsvergunning (meer) heeft.
de Nederlandse strafwet kent geen minimumstraffen maar wel maximumstraffen
Als het om een vreemdeling gaat die niet ook nog de Nederlandse nationaliteit heeft dan is het eenvoudig. Onder omstandigheden kan diens verblijfsvergunning worden ingetrokken. Nederland hanteert daarbij al sinds jaar en dag de zogenoemde ‘glijdende schaal’. De strekking daarvan is dat je meer rechten opbouwt naarmate je langer in Nederland verblijft (met een verblijfsvergunning). Dat betekent onder meer dat het intrekken van een verblijfsvergunning minder snel kan gebeuren naarmate de vreemdeling langer in Nederland verblijft. Of anders gezegd: hoe langer je in Nederland verblijft, hoe ernstiger het delict moet zijn waarvoor je bent veroordeeld om het risico te lopen om te worden uitgezet.
Als een Amerikaan bijvoorbeeld korter dan drie jaar in Nederland verblijft en hij wordt door de Nederlandse strafrechter veroordeeld tot een gevangenisstraf, dan loopt hij het risico zijn verblijfsrecht te verliezen en uitgezet te worden naar de VS. Hij wordt sowieso uitgezet als hij voor dat misdrijf meer dan twee jaar gevangenisstraf had kunnen krijgen. Dat klinkt ingewikkeld. Dat komt omdat de Nederlandse strafwet geen minimumstraffen kent maar wel maximumstraffen. In de wet staat derhalve wat je maximaal kunt krijgen voor een misdrijf. Wat in een concreet geval wordt opgelegd is echter aan de rechter en die zou onder omstandigheden voor een misdrijf waarop bijvoorbeeld maximaal twaalf jaar staat, kunnen volstaan met een straf van een maand.
Diezelfde Amerikaan, die nog geen drie jaar in Nederland is, die slechts één dag cel krijgt voor een misdrijf waarvoor hij een straf had kunnen krijgen van meer dan twee jaar cel, verliest toch zijn verblijfsvergunning. Stel dat deze Amerikaan al meer dan vijftien jaar verblijft in Nederland, dan verliest hij zijn verblijfsrecht ‘pas’ als hij daadwerkelijk wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van minimaal 65 maanden. Als het misdrijf ernstiger is en een maximumstraf kent van meer dan zes jaar, dan wordt het verblijfsrecht al verloren bij een opgelegde gevangenisstraf van minimaal 48 maanden.
Nog strenger wordt het indien er sprake is van meer dan drie misdrijven: in dat geval is elke veroordeling relevant – ongeacht het misdrijf – en kan bij een opgelegde straf van veertien maanden al de verblijfsvergunning worden ingetrokken.
De situatie van de intrekking van de verblijfsvergunning als bijkomende straf speelt – uiteraard – alleen bij diegenen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben. Indien vreemdelingen na langdurig blijf in Nederland willen naturaliseren tot Nederlander, dan kan dat. Uitgangspunt is dan dat de vreemdeling zijn oude nationaliteit opgeeft en slechts één nationaliteit overhoudt: de Nederlandse.
Het wordt pas ingewikkeld indien de vreemdeling bijvoorbeeld de Turkse of Marokkaanse nationaliteit heeft. Die nationaliteiten kun je niet – althans niet eenvoudig – opgeven. Een eventuele naturalisatie tot Nederlander betekent dan een dubbele nationaliteit. Maar dat betekent ook dat bij een veroordeling wegens zeer ernstige misdrijven de Nederlandse nationaliteit weer kan worden ingetrokken: de vreemdeling met een dubbele nationaliteit houdt dan in ieder geval nog één nationaliteit over. En naar dat land wordt zo iemand dan uitgezet.
Als een vreemdeling om wat voor reden dan ook nooit is genaturaliseerd tot Nederlander en zijn oorspronkelijke nationaliteit nog steeds bezit, dan kan hij makkelijker het land worden uitgezet als hij in Nederland tot een bepaalde gevangenisstraf is veroordeeld. Dat speelde bijvoorbeeld bij de eerdergenoemde Marokkaan van 43 die al sinds zijn tweede in Nederland woont maar wegens meerdere misdrijven was veroordeeld. In die gevallen is uitzetting naar het land van herkomst – ook al heb je er nooit gewoond – een bijkomende straf.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!