Lange tijd functioneerde de Dodenherdenking als een soort van hoogmis, die mensen van diverse achtergronden en geloven bij elkaar bracht. Maar nu zorgt 4 mei voor verdeeldheid.
Elk jaar op 4 mei zijn veel Nederlanders om acht uur ‘s avonds twee minuten stil, om de doden te herdenken. Maar in plaats van cement om de boel bij elkaar te houden is de Dodenherdenking dit jaar een enorme splijtzwam geworden. De een vindt dat we geen Nederlandse militairen meer mogen herdenken die zijn gevallen tijdens de koloniale oorlog tegen de Republiek Indonesië, anderen willen ook de Palestijnen in Gaza herdenken en de vluchtelingen die zijn verdronken in de Middellandse Zee. En weer anderen vinden het een grove schande dat PVV-politicus Martin Bosma als voorzitter van de Tweede Kamer een krans mag leggen bij de Nationale Dodenherdenking op de Dam, terwijl hij de extreemrechtse omvolkingstheorie promoot.
Waardig protest
‘Het is volstrekt krankzinnig dat Bosma die krans gaat leggen’, vertelt activist Frank van der Linde aan de telefoon. ‘Zelfs het CIDI ziet hem als een antisemiet. De omvolkingstheorie heeft een antisemitische kant, want de ‘Joodse elites’ zouden verantwoordelijk zijn voor het vervangen van de witte Europese bevolking door moslims en zwarte mensen uit het Midden-Oosten en Afrika. Maar nu hoor je het CIDI niet klagen over het feit dat Bosma die krans gaat leggen. Dat vind ik onbegrijpelijk en schandalig. Daarom moeten we – op een waardige manier – hier ons ongenoegen over kenbaar maken.’
‘Als republikein wil ik graag de woorden van koning Willem-Alexander citeren’
De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema heeft Van der Linde geen toestemming gegeven om tegen Bosma te protesteren, ook geen stil protest. ‘We wilden met kleine bordjes op de Dam staan en die laten zien als Bosma zijn krans zou leggen. Maar daar heeft Halsema een stokje voor gestoken. De burgemeester beriep zich op de openbare orde. Maar wij wilden in stilte protesteren, niet de orde verstoren. Het enige wat ik kan bedenken is dat ze ons protest verboden heeft, omdat ze bang is dat andere mensen ons zouden aanvallen. Maar daarmee beloont Halsema feitelijk die mensen die agressief tegen ons zijn. Als republikein wil ik daarom graag de woorden van koning Willem-Alexander citeren: ‘Na de Tweede Wereldoorlog hebben we ook de vrijheid teruggekregen om te demonstreren.’ Daarom gaan we op 4 mei naar de Dam en zullen we ons straks demonstratief omdraaien als Bosma die krans legt.’
Van der Linde benadrukt de waardigheid van de Dodenherdenking ook voor hem heel belangrijk is. ‘Maar die waardigheid is nu aangetast. Niet door ons, maar door Martin Bosma en het Comité 4 en 5 mei dat hem heeft uitgenodigd. Het is echt een grote schande voor de doden die we straks weer herdenken, dat een fascist en antisemiet een krans mag leggen.’
Een algemeen, universeel verhaal
Historicus Bas Kromhout pleitte er op dinsdag 30 april in dagblad Trouw voor om de Dodenherdenking te versmallen tot de Tweede Wereldoorlog. De hoofdredacteur van Historisch Nieuwsblad heeft veel gepubliceerd over de Duitse bezetting van Nederland, collaboratie en verzet. ‘In 1961 besloot de Nederlandse regering om de Dodenherdenking te verbreden’, vertelt hij. ‘Niet alleen de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog moesten worden herdacht, maar ook de Nederlanders die sneuvelden in latere oorlogen.’
Kromhout denkt dit achteraf gezien een verkeerde beslissing is geweest. ‘Maar op het moment zelf leek het heel logisch. Aanvankelijk was de Dodenherdenking een herdenking waarin in het Nederlandse verzet tegen de Duitse bezetter centraal stond. Die herdenking had ook een militair randje. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog was het verzet opgegaan in de Binnenlandse Strijdkrachten, een soort van leger dat onder leiding stond van prins Bernhard. En omdat het een nogal militaire herdenking was besloot de Nederlandse regering in 1961 ook andere militairen te herdenken, die vielen in de oorlogen daarna. De Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog natuurlijk, maar ook de Korea-oorlog en de operaties in Bosnië, Afghanistan en Irak.’
Volgens Kromhout had Nederland toen al moeten begrijpen dat deze verbreding geen goed idee was. ‘Naoorlogse conflicten waren heel anders. Met name Indonesië, waar Nederland de rol speelde van koloniale bezetter. Dat stond haaks op de boodschap die steeds meer aan 4 mei werd toegekend: een strijd voor universele waarden, voor vrijheid en democratie, voor mensenrechten, tegen discriminatie en vervolging. Je kunt deze universele waarden niet koppelen aan de oorlog in Indonesië. Dat Nederland – onder druk van actiegroepen als De Grauwe Eeuw en 4 mei niet voor mij – nu besloten heeft ook de Indonesische doden te herdenken op 4 mei is een goede zaak. Maar we zouden de Dodenherdenking beter exclusief over de Tweede Wereldoorlog moeten laten gaan. En over de universele lessen die we uit deze geschiedenis kunnen trekken.’
De historicus is geen voorstander van het openbaar herdenken op 4 mei van de Israëliërs die zijn omgekomen op 7 oktober 2023 tijdens de aanval van Hamas, of de Palestijnen die daarna stierven als gevolg van Israëlisch geweld. ‘Gaza is een gepolitiseerd verhaal. We zouden 4 mei juist moeten depolitiseren, door geen expliciete verwijzingen te maken naar nu. Niet naar Oekraïne, niet naar Gaza, niet naar de vluchtelingen die in de Middellandse Zee verdronken of de Israëlische slachtoffers van Hamas op 7 oktober vorig jaar. Uiteraard mag je hier wel zelf bij stilstaan, tijdens de twee minuten stilte. Je gedachten zijn vrij.’ Maar vanwege al die conflicterende verhalen wordt het gezamenlijk herdenken tegenwoordig wel heel ingewikkeld, beseft Kromhout. ‘We moeten de Dodenherdenking daarom algemeen houden, maar tegelijkertijd wel focussen op de Tweede Wereldoorlog waarin al die universele thema’s samenkomen. Want als je te concreet wordt en allemaal parallellen maakt met nu, dan zaai je alleen maar verdeeldheid omdat mensen nu eenmaal anders over zaken denken. De praktische invulling van de algemene woorden moet je aan de luisteraars zelf overlaten.’
Tante Esther uit Oostenrijk
Oud-journalist Anet Bleich vertelt dat ze 4 mei als kind al altijd intens heeft beleefd. ‘Het is een ontroerend moment waarbij we allen stilstaan, vooral bij degenen die in de Tweede Wereldoorlog slachtoffer van het naziregime zijn geweest.’
Sinds de jaren zestig neemt de Holocaust ook een belangrijke plaats in tijdens de Dodenherdenking. Dat kwam vooral door het werk Ondergang van historicus Jacques Presser over de Jodenvervolging in Nederland en de televisieserie De Bezetting. De Joods-Nederlandse oud-journaliste denkt op 4 mei aan haar grootouders, tantes en ooms die ze nooit heeft gekend, vertelt ze. ‘Mijn moeder overleefde de oorlog, maar twee van haar zussen en hun moeder niet. Een andere zus van mijn moeder, tante Esther, overleefde de oorlog op het nippertje. Mijn moeders familie komt uit Oostenrijk. In maart 1938 vond de Anschluss plaats: Oostenrijk werd bezet door nazi-Duitsland. Mijn moeder vluchtte naar Nederland, maar tante Esther ging naar België, waar zij tijdens de Tweede Wereldoorlog ook in het verzet heeft gezeten. Tante Esther werd opgepakt, maar werd door een rechter onschuldig bevonden. Maar omdat ze Joods was werd ze naar Auschwitz gedeporteerd. Ze heeft deze hel overleefd, maar was daarna wel lichamelijk en geestelijk stuk. Aan mij vertelde Esther heel weinig over de oorlog. Het was te pijnlijk. Wel nam ze mij een keer mee – in Oostenrijk waar ze na de oorlog weer ging wonen – naar een fototentoonstelling over de Holocaust.’
‘Veel Palestina-activisten zijn niet kritisch op Hamas’
Hoewel de Dodenherdenking voor Bleich heel emotioneel is, vindt ze niet dat 4 mei exclusief moet blijven. ‘Je wilt voorkomen dat zulke vreselijke dingen opnieuw gebeuren. Nooit weer, voor niemand. Maar helaas gebeurt het steeds weer. Na de nederlaag van het fascisme vonden er in de wereld nieuwe genocides plaats. De Culturele Revolutie in China, de Killing Fields in Cambodja, de genocide in Rwanda, Srebrenica. Dat doet ontzettend pijn. Je wilt dat wij, de mensheid, iets van de geschiedenis leren.’
Internationaal Gerechtshof
Bleich is ook zeer betrokken bij de oorlog in Gaza. ‘De Israëlische oorlog is onverantwoordelijk en misdadig en moet meteen ophouden, had al lang gestopt moeten worden. Tegelijkertijd moeten we de directe aanleiding van deze oorlog niet uit het oog verliezen: het weerzinwekkende bloedbad van 7 oktober.’ Maar vindt Bleich ook dat Israël zich aan een genocide schuldig maakt? ‘Op dit moment kun je dat nog niet zo stellen. Ik begrijp dat activisten naar een begrip zoeken, maar er vindt nu een onderzoek naar genocide plaats bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Het Hof heeft nog niet vastgesteld of er van genocide daadwerkelijk sprake is.’ Bleich vindt vergelijkingen tussen de Holocaust en Gaza ook ‘geforceerd’, zegt ze. Of het idee dat de Joden van slachtoffers in daders zijn veranderd. ‘Joden buiten Israël hebben geen invloed op wat de Israëlische regering doet. Sterker nog, veel Israëliërs zijn ook tegen het beleid van premier Benjamin Netanyahu.’
De oud-journaliste vreest ‘wel een beetje’ dat de Dodenherdenking dit jaar verstoord zal worden door individuen. ‘Ik ben blij dat verschillende pro-Palestijnse organisaties hebben aangegeven niet te zullen demonstreren tijdens de Dodenherdenking. Maar tegelijkertijd is mede door hun toedoen de sfeer in Nederland zo verhit, dat je beslist niet kunt uitsluiten dat er individuen zijn die op 4 mei iets gaan proberen.’
Er zit haar nog wel iets dwars, bekent Bleich aan het einde van het telefoongesprek. ‘Ik ben ook pro-Palestina. Ik vind dat er een einde moet komen aan de afschuwelijke en vernederende bezetting, en ook aan de verschrikkelijke bombardementen op Gaza en al het andere geweld tegen de Palestijnen. Maar tegelijkertijd vind ik dat Israël als staat mag blijven bestaan. En daar zijn activisten niet voor, en Hamas al helemaal niet. Op 7 oktober maakte Hamas duidelijk dat ze een einde aan Israël wilden maken en lieten ook zien hoe. Maar veel Palestina-activisten zijn niet kritisch op Hamas, distantiëren zich niet van Hamas, laten zich niet over deze terreurorganisatie uit. Dat vind ik zorgelijk.’
Moment van nationale zelfreflectie
‘De Dodenherdenking vind ik in principe een mooi idee, het gedenken van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en de bezetting door de Duitsers’, zegt Bilal Ben Abdelkarim, docent burgerschap op een MBO in Amsterdam. ‘Als moslim kan ik er zeker iets mee, omdat ik als moslim tegen onrecht ben. Alleen mis ik wel een belangrijk aspect: wat hebben we nou van deze geschiedenis geleerd? Leren doe je door de lijn door te trekken naar het heden en te vergelijken met nu.’
De manier waarop we de doden nu herdenken zou zeker inclusiever moeten, vervolgt hij. ‘Je merkt nu dat het een exclusieve happening is geworden, door het herdenken feitelijk te beperken tot de Tweede Wereldoorlog, terwijl je de misdaden van vandaag de dag niet mag benoemen op 4 mei. En eigenlijk is dat een belediging voor alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.’
‘De les van ‘nooit meer’ is nog zeker niet geleerd’
De mbo-docent doelt op Gaza, waar tienduizenden Palestijnen zijn omgekomen als gevolg Israëlische bombardementen. Daar moet je op 4 mei iets over kunnen zeggen. ‘Overigens werd Oekraïne wel genoemd een paar jaar geleden, dus dat zegt veel.’
Voor Bilal Ben Abdelkarim moet de Dodenherdenking ook een moment van nationale zelfreflectie zijn. ‘Als we als Nederland zeggen dat we moeten leren van de geschiedenis en daarom twee minuten stil moeten zijn, dan is het belangrijk om tevens stil te staan bij alle misdaden waar Nederland direct en indirect bij betrokken is geweest. Want de les van ‘nooit meer’ is nog zeker niet geleerd. Denk aan de zogenaamde Politionele Acties in Indonesië, die vlak na de Tweede Wereldoorlog plaatsvonden. En denk aan de huidige politieke, militaire, financiële en morele ondersteuning van de bezetting van Palestina en de uitroeiing van Palestijnen. Als je het enkel bij één groep houdt tijdens een herdenking, dan maak je onderscheid tussen mensenlevens. En juist dat is iets wat we fout vinden.’
De Dodenherdenking is momenteel ‘een hypocriete bedoeling’, concludeert hij. ‘Dat Bosma een krans legt is absurd natuurlijk, maar het geeft wel aan hoe Nederland er vandaag de dag aan toe is. Op 4 mei om acht uur ‘s avond zijn veel mensen twee minuten hypocriet, en daarna gaat ze weer over tot de orde van de dag door moslims, Marokkanen, asielzoekers en Palestijnen te ontmenselijken.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!