12.6 C
Amsterdam

De media werden beïnvloed vanuit onvrije landen, niet Kauthar

Remco van Mulligen
Remco van Mulligen
Journalist, eindredacteur De Kanttekening

Lees meer

Er waren gerichte campagnes om in Europa moslims zwart te maken. Deze zogeheten ‘dark pr’ was gestuurd en gefinancierd door de Verenigde Arabische Emiraten. GroenLinks-politica Kauthar Bouchallikht was een van de gedupeerden. Zij kwam in een ongekende mediastorm terecht. Hoe kwam de hetze rondom haar in 2020 tot stand? Een reconstructie.

Het ging afgelopen week regelmatig over de haat die diverse vrouwelijke politici over zich heen krijgen. Rond het afscheid van D66-leider Sigrid Kaag stond misogynie prominent op de agenda. Terecht liet BIJ1-boegbeeld Sylvana Simons van zich horen, toen velen opmerkten dat geen vrouw zo veel ellende te verduren had gehad als Kaag. Algemeen gezien hebben politici, zeker vrouwen, het tegenwoordig zwaarder. Bedreigingen zijn aan de orde van de dag en steeds vaker is persoonsbeveiliging nodig.

Bij Kauthar Bouchallikht kwam naast vrouwenhaat nog een ander fenomeen om de hoek kijken: islamofobie. Samen vormden ze een explosief mengsel, waardoor Bouchallikht in november 2020 als kersvers gepresenteerd kandidaat-Kamerlid voor GroenLinks veel over zich heen kreeg. Omdat ze niet alleen vrouw is, maar een moslimvrouw die een hoofddoek draagt, kreeg ze van mensen die de islam wantrouwen te horen dat ze een gevaar zou zijn voor de democratie en voor vrouwenrechten. Bovendien zou ze via haar activisme banden hebben met de Moslimbroederschap.

Die laatste ‘beschuldiging’ was gevoed door een campagne van dark pr vanuit de Verenigde Arabische Emiraten. Dat bleek vorige week dankzij speurwerk van NRC. Daarin staat een bedrijf centraal, genaamd Alp, dat gericht campagne voerde, sinds 2018 onder andere om FEMYSO zwart te maken. Deze islamitische politieke jongerenorganisatie werd neergezet als instrument van de Moslimbroederschap. En die beweging en de VAE zijn al lange tijd als water en vuur.

NRC keek na haar publicatie van 7 juli ook kritisch naar haar eigen rol in de hetze. Sommigen, zoals onze columnist Chris Aalberts, boden excuses aan voor wat ze over Bouchallikht hadden geschreven. Aalberts eiste ook reflectie van Nieuwsuur op haar houding van destijds, maar anchor Jeroen Wollaars ging daar niet in mee. Hij vindt de manier waarop hij Jesse Klaver destijds aan de tand voelde ‘journalistiek volstrekt legitiem’. Daar is journalist Marieke Kuypers het mee oneens: zij vindt dat Nieuwsuur en Wollaars zich kwetsbaar hebben gemaakt voor ‘mediamanipulatie’, zoals is gebeurd door bureau Alp en de VAE.

Dat is de discussie van deze zomer. Maar hoe verliep de rel rond Bouchallikht tweeënhalf jaar geleden? Tijd voor een reconstructie.

De presentatie – 9 november 2020

GroenLinks maakte op maandagavond 9 november 2020 haar hele lijst bekend voor de Kamerverkiezingen van vier maanden later. In NRC ging de meeste aandacht naar Jesse Klaver en Corinne Ellemeet. Wie flink naar beneden scrollt, ziet ook aandacht voor ‘debutanten’ als Kauthar Bouchallikht, die als ‘klimaatactivist’ plek 9 op de lijst heeft verdiend. De NOS meldt dat ze voorzitter is van de Stichting Groene Moslims. Het Parool signaleert dat Bouchallikht, als ze gekozen wordt, het eerste Kamerlid zal zijn dat een hoofddoek draagt. Redacteur Ewout Klei wijst er op Twitter vlak na de presentatie van de lijst al op dat de Kanttekening Bouchallikht in 2019 heeft geïnterviewd.

Kauthar Bouchallikht is op 10 en 11 november druk bezig de vele enthousiaste reacties op Twitter te beantwoorden. Onder anderen historica Nadia Bouras, die zegt op haar te gaan stemmen, en Correspondent-boegbeeld Rob Wijnberg reageren verheugd.

Eerste beschuldigingen – 12 november 2020

Drie dagen later keert het tij. Blogger Carel Brendel schrijft dat Bouchallikht vicevoorzitter was van de ‘jeugdorganisatie van de Europese Moslimbroeders’. GeenStijl gaat daar even later overheen en spreekt van een ‘Moslimbroederschap-voorzittersfunctie’.

Wat is het geval? Bouchallikht was vice-voorzitter van FEMYSO, een Europese politieke jongerenorganisatie met een islamitische identiteit. FEMYSO is slechts indirect te linken aan de Moslimbroederschap en daarmee is een eventuele connectie van Bouchallikht met die beweging nog indirecter. Maar vooral het feit dat GroenLinks haar functie bij FEMYSO niet heeft vermeld, vinden Brendel en anderen verdacht.

Het artikel van Brendel is gebaseerd op onderzoekers Steven Merley en Lorenzo Vidino. Merley deed veel onderzoek naar de Moslimbroederschap en waarschuwt dat die beweging samen met salafisme en jihadisme een ‘alliantie tegen het Westen’ vormt. Over Vidino, wellicht de bekendste criticus van de Moslimbroederschap wereldwijd, onthulde NRC deze week dat hij op de loonlijst van Alp en dus de Verenigde Arabische Emiraten stond, in het kader van de dark pr tegen diverse Europese moslims en tegen de Moslimbroederschap.

Het artikel van Brendel argumenteert vrijwel geheel op basis van associaties: Bouchallikht was actief voor FEMYSO, die organisatie kende weer bestuurders en aangesloten organisaties verbonden waren aan de Moslimbroederschap. Die beweging is ‘op de langere termijn mogelijk gevaarlijker voor de democratie’ dan salafisme, meldt Brendel. Ook verzorgde Bouchallikht trainingen voor de volgens Brendel ‘fundamentalistische’ beweging Milli Görüs. De blogger roept daarmee voor de argeloze kiezer het beeld op van een kandidaat-Kamerlid dat zich groen en sociaal voordoet, maar intussen eigenlijk conservatief en fundamentalistisch islamitisch is – en misschien zelfs gevaarlijk.

‘Binnen GroenLinks voelden sommigen zich ongemakkelijk bij de kandidatuur van een belijdend moslima’

Direct zwaait de sfeer op sociale media om. De hele dag wordt het stuk van Brendel aangeprezen, hoofdzakelijk door rechtse critici van GroenLinks. ‘De Moslimbroederschap zit straks via GroenLinks in de Kamer’, twittert de radicaal-rechtse publicist Syp Wynia met een linkje naar Brendels blog. Telegraaf-columnist Marianne Zwagerman vraagt Bouchallikht op de vrouw af of ze nu wel of niet streeft naar ‘herislamisering’ in Europa. Roderik Veelo, een andere columnist van die krant, vindt dat GroenLinks ‘de politieke islam’ de Tweede Kamer binnenhaalt. Voor hem staat vast dat Bouchallikht bij de Moslimbroederschap hoort. Bart Schut, redacteur van het Nieuw Israëlietisch Weekblad, gaat nog een flinke stap verder. Hij twittert dat er ‘een activist van een islamitische, extreem-conservatieve terreurbeweging’ in de Kamer gaat komen.

Er is ook bijval – 12 november 2020

Bouchallikht krijgt nog dezelfde dag ook bijval. Diverse progressieve sympathisanten herkennen de complottheorieën en verdachtmakingen die moslims (en in het bijzonder moslimvrouwen) vaker ten deel vallen. Ook valt het mensen op dat Brendels bewijsvoering sterk leunt op associaties. Ook wijzen mensen erop dat al lang en breed bekend is dat Lorenzo Vidino’s onderzoek grossiert in complottheorieën over de vermeende ondermijnende activiteiten van de Moslimbroederschap in Europa en de Verenigde Staten.

Bouchallikht reageert zelf ook nog diezelfde dag: ‘Ik wist dat dit soort verdachtmakingen zouden gebeuren toen ik me kandideerde voor GroenLinks’, schrijft ze. ‘Elke keer weer diezelfde tactiek: guilty by association.’ Ze voegt in heldere termen toe: ‘Ik hoor niet bij de Moslimbroederschap of wat dan ook. Ik zit bij GroenLinks.’ Ook wijst ze erop dat FEMYSO zelf de beschuldigingen van connecties met de Moslimbroeders al eerder heeft ontkracht. En GroenLinks steunt haar: ‘Wij zijn trots op onze nummer negen.’

De storm komt in de mainstream – 13 november 2020 en later

Een blogger en GeenStijl en een heleboel boze en dreigende tweets. Dat is tegenwoordig business as usual. Maar al snel raakt de associatie van Bouchallikht met de Moslimbroederschap breder verspreid. Ook de grote en kleinere kwaliteitsmedia springen erop in.

‘Groen, links en oerconservatief?’, kopt NRC bijvoorbeeld zelf op 19 november. GroenLinks heeft iets uit te leggen, is de samenvatting. Die toon is mede het gevolg van een zwakke reactie vanuit de partij zelf. Er zijn barsten gekomen in de aanvankelijke ferme steun aan Bouchallikht. Jesse Klaver vindt het nu ‘terecht’ dat er vragen zijn over FEMYSO.

NRC-columnist Aylin Bilic wijst op de volgens haar kwalijke financiële steun die islamitische organisaties in Nederland krijgen vanuit het Midden-Oosten – en noemt Bouchallikht ‘een aardig persoon’. Ook citeert ze Lorenzo Vidino.

Tegen Trouw zegt Bouchallikht op 23 november dat ze niks heeft ‘gemerkt’ van ‘enige verbondenheid’ van die jongerenorganisatie met de Moslimbroederschap. Die voorzichtige formulering laat nadrukkelijk ruimte voor de optie dat die verbondenheid er wel degelijk is. De journalist vraagt daar dan ook op door: ‘Misschien merkt u het niet, maar is het wel degelijk zo.’

De Volkskrant publiceert een artikel waarin dark pr-onderzoeker Lorenzo Vidino uitgebreid aan het woord komt. Hij legt in dat stuk uit hoe de Moslimbroederschap volgens hem op allerlei manieren in Europa actief is. Zo versterkt die krant de indruk dat hij dé expert is, terwijl onder academische deskundigen Vidino juist een veel bekritiseerde stem is.

GroenLinks heeft het zichzelf onnodig moeilijk gemaakt. Daarop wijst het christelijke Nederlands Dagblad op 24 november. Het artikel laat ook zien hoe de vage aantijgingen die hun oorsprong vinden bij Lorenzo Vidino inmiddels zijn genormaliseerd. FEMYSO ‘wordt gelinkt’ aan de Moslimbroederschap, schrijft de krant. En de Moslimbroederschap ‘wordt gelinkt’ aan terrorisme. ‘Sommige deskundigen’ zeggen dat de broederschap in Europa invloed wil uitoefenen via dergelijke organisaties. Even later valt de naam van Vidino zelf en gaat het over het goedpraten van zelfmoordaanslagen.

Journalist Marieke Kuypers uitte deze week scherpe kritiek op Jeroen Wollaars, die volgens haar met vergelijkbare vage, vaak passieve formuleringen komt. Formuleringen als ‘experts beweren’ of ‘wordt gezegd’ duiden erop dat journalisten zich hebben laten meevoeren op stromen van ophef. Het feit dat er in de media ophef is, wordt op die manier een legitimatie voor nog meer journalistieke aandacht – en nog grotere ophef.

In een achtergrondverhaal in het ND staan op 10 december 2020 de ‘pekelzonden’ van Bouchallikht symbool ‘voor het probleem waarmee GroenLinks geregeld te maken heeft’. Namelijk, dat haar politici geregeld een omstreden activistisch verleden blijken te hebben. De acties van Paul Rosenmöller, Wijnand Duyvendak en Sam Pormes komen voorbij. Dan valt Bouchallikht nog mee, is de conclusie. Maar intussen is ze nu ook geassocieerd met extreemlinks activisme en geweld uit de vorige eeuw.

Complottheorie – maart 2021

De ophef ging maandenlang door, met pieken en dalen. Zeker rond de verkiezingen leeft de aandacht voor Bouchallikht weer op. Jeroen Wollaars werpt Jesse Klaver op 8 maart 2021 in Nieuwsuur voor de voeten: “Experts zeggen dat activisten van de Moslimbroederschap juist getraind zijn om uit te leggen dat ze geen onderdeel zijn van de Moslimbroederschap.” Dit is een complottheorie van jewelste – je bent hoe dan ook de sigaar, of je nu ontkent of toegeeft, er is geen goed antwoord mogelijk. Damned if you do, damned if you don’t.

Klaver heeft zichtbaar moeite met de manier waarop Wollaars Bouchallikht associeert met de Moslimbroederschap, maar weerspreekt die associatie niet overtuigend – terwijl dat wel had gekund.

Rond diezelfde tijd komt De Telegraaf met een hoofdredactioneel commentaar, waarin Bouchallikht een ‘wolf in schaapskleren’ wordt genoemd. Wederom een redenatie die bouwt op een complottheorie, met moslims als stiekeme ondermijnende factor, als vijfde colonne. De extreemrechtse anti-islambeweging Pegida kopieerde die terminologie, waarna het linkse opinieblog Joop kopte dat inmiddels voor Bouchallikhts veiligheid gevreesd moest worden.

Joas Wagemakers spreekt – 23 november 2020

Met alle aandacht voor Lorenzo Vidino vergaten de media vaak dat Nederland zelf een groot kenner van de Moslimbroederschap in huis heeft: de Utrechtse islamoloog Joas Wagemakers. Hij sprak zich al snel na het begin van de mediastorm uit in een opiniestuk in het Nederlands Dagblad. Maar er was voor zijn inhoudelijke en onderbouwde boodschap, dat de complottheorieën rond de Moslimbroederschap bij nadere bestudering meestal quatsch zijn, nauwelijks aandacht.

De ideeën die rondgaan over de Moslimbroederschap zijn volgens Wagemakers achterhaald: de beweging heeft bijvoorbeeld al lang en breed geweld en antidemocratische ideeën afgezworen. FEMYSO is volgens Wagemakers weliswaar ontstaan vanuit de broederschap, maar die connectie is intussen zodanig verwaterd, dat het hem niet verbaast dat Bouchallikht er niets van merkte. Wel blijft volgens de islamoloog staan dat de Moslimbroederschap er zeer conservatieve ideeën op nahoudt over vrouwenrechten en de vrijheid om de islam te verlaten en de profeet Mohammed te beledigen. Toch moeten critici zich volgens hem ‘afvragen of een achterhaald beeld van de Moslimbroederschap werkelijk een goede reden is om iemands politieke carrière in de kiem te smoren’.

Islamstress

Intussen zat links Nederland met zichzelf in de knoop. Binnen de achterban van GroenLinks voelden sommigen zich ongemakkelijk bij de kandidatuur van een belijdend moslima, die ook nog eens bij enkele expliciet islamitische organisaties actief was geweest. Maar ‘wie kritiek heeft, wordt meteen in de islamofobe, racistische hoek geduwd’, vertelde rechtenstudent Fabian van Hal in de Kanttekening. Ewout Klei schreef op 29 december 2020 voor ons magazine een artikel waarin die linkse tweestrijd aan bod kwam.

Ook ondergetekende liet zich niet onbetuigd, door op 30 november 2020 in een opiniestuk voor Nieuw Wij de ‘islamstress’ van GroenLinks te bekritiseren. Ontstaan vanuit twee progressieve christelijke partijen (de EVP en de PPR) heeft GroenLinks ‘het in haar DNA een multiculturele en multireligieuze partij te zijn. Zeker de laatste jaren echter, lijkt de partij soms te aarzelen.’

In drie weken tijd was – tot in GroenLinks zelf toe – een realiteit ontstaan waarin Kauthar Bouchallikht zich moest verantwoorden voor ‘mogelijke banden met’ de Moslimbroederschap in het Midden-Oosten. Terwijl nu door NRC onomstotelijk is vastgesteld dat juist een campagne tégen moslims gevoed werd vanuit die regio, via een lastercampagne gefinancierd door de Verenigde Arabische Emiraten. Hadden journalisten hun huiswerk eind 2020 al gedaan, of naar Joas Wagemakers geluisterd, dan hadden ze toen al kunnen weten dat de vork anders in de steel zat.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -