11.7 C
Amsterdam

Essay | Hoe de Israël-lobby de strijd tegen antisemitisme ondermijnt

Chris de Ploeg
Chris de Ploeg
Onderzoeksjournalist, verbonden aan Platform Authentieke Journalistiek. Publiceerde in onder meer Follow the Money, de Groene Amsterdammer en OneWorld. Auteur van 'Oekraïne in het kruisvuur'. Freelance programmamaker. Mede-oprichter van Aralez, een grassroots-organisatie voor dekolonisatie.

Lees meer

Het Joods Historisch Museum opende onlangs de tentoonstelling Zijn Joden Wit?, naar aanleiding van een essay van Gideon Querido van Frank, tevens mede-curator van de tentoonstelling, dat in 2019 door Vrij Nederland werd gepubliceerd. De tentoonstelling en het essay zijn een aanklacht tegen links Nederland en de antiracismebeweging, dat antisemitisme te weinig zou aankaarten en zich er ook nog eens schuldig aan zou maken. Naar aanleiding van de tentoonstelling zijn verschillende recensies en praatprogramma’s verschenen, van de Volkskrant tot de Balie, om deze problematiek aan de kaak te stellen.

Hoewel de tentoonstelling genuanceerder is dan het essay, met ook lovenswaardige bijdragen van verschillende Joodse Nederlanders en antiracismeactivisten, werd ook de Israël-lobby uitgenodigd voor een bijdrage. Tevens staat het essay van Querido van Frank centraal op de website van het Joods Historisch Museum en als conclusie van de tentoonstelling.

Laat ik voorop stellen: het bestrijden van antisemitisme hoort zeker thuis in elke antiracismebeweging. Toch zitten er grote problemen in het essay, waarin antizionisme en antisemitisme structureel door elkaar worden gehaald. Hierdoor wordt het onjuiste beeld geschetst dat antisemitisme in Nederland vooral een probleem van links en van moslims is, in plaats van een grotendeels (extreem)rechts probleem. Deze gebrekkige analyses helpen ons niet verder in de strijd tegen antisemitisme. Ze voeden vooral een rechtse agenda die antiracismebewegingen, linkse bewegingen en moslims zwart probeert te maken.

Zionistische standpunten

De Israël-lobby heeft zowaar een monopolie gekregen op het definiëren en agenderen van antisemitisme in Nederland. De jaarlijkse antisemitismemonitor wordt uitgegeven door het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI). De voorzitter van het Centraal Joods Overleg (hét gespreksorgaan voor de overheid) is Ronny Naftaniel, mede-oprichter en voormalig directeur van het CIDI. De eerste Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding van de overheid is Eddo Verdoner, daarvoor nog vicevoorzitter van het CIDI. Al deze organisaties hanteren de omstreden IHRA-definitie van antisemitisme, dat geen duidelijk onderscheid maakt tussen antisemitisme en antizionisme. Omdat het CIDI de agendering van antisemitisme effectief naar zich toe heeft getrokken nemen veel schrijvers, waaronder Gideon Querido van Frank, bewust of onbewust Israëlische standpunten over.

Laten we beginnen bij de ergste aanklacht tegen links: dat het zelf een groot antisemitismeprobleem zou hebben door een ‘obsessie’ met Israël, zo schrijft Querido van Frank, waarvan ‘het bestaansrecht volledig wordt ontkend’. Een bekend standpunt van de Israël-lobby. Zo stelt het CIDI dat de geweldloze BDS-beweging als doel heeft ‘om het bestaansrecht van Israël te ondermijnen.’ Waarom dan? ‘’De beweging eist terugkeer van alle vluchtelingen en hun nakomelingen naar Israël’, legt het CIDI uit, ‘met volledige burgerrechten’. De Joodse bevolking zou dan geen meerderheid meer vormen in Israël.

Je kunt je afvragen of een Joodse meerderheidsstaat, die bestaat bij de gratie van het schenden van de basisrechten van miljoenen Palestijnen, ‘bestaansrecht’ heeft. Het antwoord lijkt me nee en erg veel Joden zijn dat met me eens. De Joodse wetenschapper Albert Einstein, bijvoorbeeld, was tot zijn laatste adem voor een binationale eenheidsstaat in historisch Palestina. Met hem waren er vele anderen, zoals de Joodse filosoof Hannah Arendt. Om verwarring tussen Israël-kritiek en antisemitisme te voorkomen hebben meer dan tweehonderd veelal Joodse wetenschappers de Jerusalem-declaratie van antisemitisme opgesteld, als correctie op de IRHA-definitie. Daarin wordt ook expliciet gesteld dat het niet antisemitisch is om te pleiten voor een één-staat-oplossing in historisch Palestina.

Focus op Palestina is niet antisemitisch

Ook de beschuldiging van een antisemitische ‘obsessie’ met ‘de enige Joodse staat in de wereld’ is een typisch zionistisch standpunt, dat we ook terug kunnen lezen op de website van het CIDI. Er zijn echter tal van goede redenen te noemen waarom linkse bewegingen veel aandacht hebben voor Israël. Ten eerste, Israël is wellicht het laatste apartheidsregime van de wereld. Ten tweede, het Palestijnse volk is met 8 miljoen vluchtelingen (bijna twee derde van de bevolking) wellicht het meest ontheemde volk ter wereld. Ten derde, Gaza is de grootste openluchtgevangenis van de wereld. Ten vierde, Israël’s militaire bezetting van Gaza en de Westelijke Jordaanoever is de langste uit de moderne geschiedenis. Ten vijfde, Palestijnen zijn door Israël opgesloten en gemarteld op een grotere schaal dan de Amerikaanse Global War on Terror in Irak, Afghanistan, Guantanamo Bay en talloze ‘black sites’, wat terecht over de hele wereld werd veroordeeld.

Er zijn ook genoeg redenen die het Israël-Palestina conflict overstijgen. Ten eerste, de Palestijnen worden gebruikt als proefpersonen voor de wapen- en veiligheidsindustrie. Ten tweede, Israël ondersteunde en ondersteunt dictaturen en repressieve politie- en legermachten over de hele wereld, van apartheid Zuid-Afrika en Latijns-Amerikaanse fascisten toen, tot de Verenigde Staten, Colombia en Chili nu. Ten derde, Israël krijgt zijn wapens primair van de Verenigde Staten en Europa, waardoor deze overheden (en hun burgers) direct verantwoordelijk zijn voor het leed van de Palestijnen. Ten vierde, geen enkel ander land krijgt al decennialang een volledige carte blanche van westerse overheden om oorlogsmisdaden te plegen en VN-resoluties aan de laars te lappen. Sinds het bestaan van Israël zijn er nog nooit westerse sancties gekomen tegen het land.

Querido van Frank somt een reeks onderdrukte volkeren op waar links ‘nagenoeg nooit’ aandacht voor zou hebben, om vervolgens te concluderen dat de Palestijnse zaak een antisemitische obsessie is. Nog even daargelaten dat sommigen van de door Querido van Frank genoemde volkeren, zoals de Koerden, wel degelijk veel steun krijgen van links, zijn er ook onbenoemde bevolkingsgroepen die duidelijk méér aandacht hebben gekregen dan de Palestijnen. Denk bijvoorbeeld aan de anti-Apartheidsbeweging tegen Zuid-Afrika, de protesten tegen de invasie van Irak (2003) en recenter de Black Lives Matter-demonstraties. Soms hebben bewegingen simpelweg een groot momentum voor verandering. Om de aandacht vervolgens af te leiden met andere problemen is een beruchte tactiek van reactionairen. Zo klaagde Eschel Rhoodie, het toenmalige PR-hoofd van Apartheid Zuid-Afrika, destijds ook over ‘een fanatieke obsessie met Zuid-Afrikaanse aangelegenheden met uitsluiting van alle andere onrechtvaardigheden en problemen in de wereld’.

Links is minder antisemitisch

In peiling na peiling, van Europa tot de Verenigde Staten, wordt keer op keer bevestigd: antisemitisme komt (veel) vaker voor bij (extreem)rechts. Zo bleek uit een opiniepeiling uit 2008, nog voor de opkomst van de alt-right-beweging, dat rechtse Europeanen een negatievere mening hadden over Joden dan linkse Europeanen. Tien jaar later peilde hetzelfde bureau dat antisemieten in Europa meestal ook islamofoob zijn, bepaald geen typische beschrijving van links.

Terwijl in Groot-Brittannië de arbeiderspartij onder leiding van de anti-racistische Jeremy Corbyn werd belasterd als antisemitisch – een beschuldiging die Querido van Frank ook en passant herhaalt – werd in meerdere peilingen bevestigd dat linkse Britten, waaronder ook de aanhangers van Corbyn, een stuk minder antisemitisch zijn dan rechtse Britten. De talloze Brits-Joodse stemmen die de lastercampagne tegen Corbyn aankaarten, een groep die buitenproportioneel betrokken is geweest bij de Corbyn-campagne, worden structureel genegeerd en soms zelfs weggezet als ‘zelfhatende’ Joden.

Een uitgebreide studie in de Verenigde Staten bevestigde dat antisemitisme veel meer voorkomt bij rechts. Dit goldt ook ook bij verschillende vragen die kijken of antizionisme doorslaat in antisemitisme, zoals het boycotten van Joodse winkels, de loyaliteit van Joodse burgers betwijfelen, of Joden verantwoordelijk houden voor Israëlische misdaden. In alle gevallen was het percentage op radicaal links rond de tien procent, of zelfs tegen de 0 procent, en loopt het percentage flink op naarmate je verder op het rechtse spectrum komt (rond de 40 procent bij extreemrechts). Ook de data van antisemitische incidenten, bijgehouden door de conservatieve Anti-Defamation League in de Verenigde Staten, laten zien dat extreem rechts deze antisemitismecijfers bijna volledig domineert.

Dat links alsnog als een belangrijke bron van antisemitisme wordt gezien – vaak nog meer dan rechts – komt grotendeels door het succes van de Israël-lobby. In een interview bij Democracy Now zei de voormalige Israëlische minister van Educatie Shulamit Aloni dat antisemitismelaster ‘een truc’ is die de Israël-lobby ‘altijd’ gebruikt. ‘Het is heel makkelijk om mensen die bepaalde daden van de Israëlische regering bekritiseren als antisemitisch af te schilderen.’ Het essay van Querido van Frank past naadloos in deze traditie.

Laster en smaad

Querido van Frank beweert dat radicaal links in Nederland ‘uitblinkt’ in antisemitische incidenten, maar levert daar geen enkel overtuigend bewijs voor. Hij schrijft dat BIJ1 en Denk het Amsterdam Joods Akkoord niet hadden ondertekend, zonder erbij te vermelden dat Een Ander Joods Geluid publiekelijk tegen het akkoord ageerde. Het akkoord was namelijk een initiatief om de IHRA-definitie van antisemitisme te institutionaliseren en zo kritiek op Israël te smoren.

Vervolgens doet Querido van Frank alsof antiracismebewegingen structureel en altijd antisemitisme negeren. ‘Intersectionaliteit lijkt over elke minderheidsgroepering te gaan’, zegt hij. ‘Maar nooit over Joden.’ Werkelijk? Het Comité 21 maart bestaat al decennia en neemt antisemitisme structureel mee in haar rapporten, dat elk jaar door zo’n honderd antiracisme-organisaties wordt ondersteund. Dat is letterlijk de grootste antiracismecoalitie van Nederland, waar volledig aan voorbij wordt gegaan.

‘De zogenaamde traditie van Joden herdenken wordt door links bijna net zo reactionair en politiek incorrect gezien als Zwarte Piet’, beweert Querido van Frank. Nogal een zware beschuldiging, die Querido van Frank baseert op slechts één gênante tweet van BIJ1, waarin zij de Joden vergaten te melden in een WOII-herdenkingslijstje dat zich overduidelijk toespitste op onderbelichte slachtoffers. Querido van Frank weet blijkbaar niet dat de eerste Nederlandse Kristallnachtherdenking in 1993 werd georganiseerd door de linkse antiracisme-organisatie Nederland Bekent Kleur en dat deze herdenking tot 2019 nog jaarlijks werd gehouden.

Joodse Nederlanders verdienen beter

Querido van Frank beweert dat links ‘zijn moslim kiezers – een groot deel van het electoraat – wil beschermen (én behouden) en antisemitisme vrijwel altijd afdoet als Israël Kritiek.’ Wederom, geen voorbeelden. De feiten spreken wat anders uit. Bij de laatste verkiezingen besteedden alle linkse partijen aandacht aan antisemitisme in hun partijprogramma’s, met uitzondering van de Partij voor de Dieren en de Socialistische Partij, die ook geen specifieke aandacht schonken aan moslimhaat en anti-zwart racisme. Groenlinks diende de afgelopen kabinetsperiode meerdere moties in tegen antisemitisme en steunde ook de moties van andere partijen.

Querido van Frank toont in zijn essay een structureel gebrek aan kennis over de linkse beweging in Nederland. Zo stelt hij dat links gelooft in ‘vele samenzweringstheorieën, waarin de Joden het grootkapitaal bezitten en de werkende klasse uitbuiten. Niet voor niets zijn de gele hesjes en de Internationale Socialisten geobsedeerd door de Rothschild-familie’.

Een kwalijk, lasterlijk statement. De Internationale Socialisten publiceren notabene al jaren over het gevaar van samenzweringstheorieën, waaronder ook expliciet over de Rotschild-familie en de moderne variant over George Soros. Slechts maanden voordat Querido van Frank zijn lasterlijke essay publiceerde, gaf de nationale coördinator van de Internationale Socialisten, Ewout van den Berg, nog een speech tegen antisemitische complottheorieën, tijdens een van de grootste antiracismedemonstraties van de afgelopen tien jaar.

Nog bizarder is Querido van Franks referentie naar de Gele Hesjes, waarvan hij blijkbaar niet weet dat het in Nederland een extreemrechtse beweging is. Precies om deze reden begon links Nederland vrijwel direct een tegenbeweging: De Rode Hesjes.

Rechts Nederland wordt ontzien van kritiek

Querido van Frank rept met geen woord over het antisemitisme op rechts in Nederland. Toegegeven, hij erkent wel dat de rechtse ‘solidariteit’ met de Joden opportunistisch is, als een knuppel om moslims mee te slaan. So far so good. Maar vervolgens schetst Querido van Frank exact datzelfde frame: een grootschalige antisemitismecrisis onder moslims die gedoogd en gevoed wordt door links. Het is geen wonder dat een lovende recensie van de tentoonstelling, door Kees Van Amstel op NPO Radio 1, vervolgens wél de sprong maakt om rechts Nederland als de beschermheer van de Joden te bekronen, en Tofik Dibi te lasteren als een antisemiet, omdat hij een groepje zionistische politici (niet eens Joden) de buikgriep had toegewenst.

‘Hoe meer rechts hamert op nationale tradities en roept dat Joodse oorlogsslachtoffers herdenken daar een van is, des te meer wijst links op de andere, ‘vergeten’ slachtoffers en andere oorlogen’, schrijft Frank. Werkelijk? Annabel Nanninga, fractieleider van de FvD-splinter in de Eerste Kamer en medeoprichter van de salonfähige JA21-partij, tweette tussen 2009 en 2016 bijna elk jaar de meest racistische uitingen tijdens de twee minuten stilte.  Denk aan uitspraken als ‘dodenherdenking is mijn lievelingsfeestdag,’ of ‘nu even wat Mein Kampfen kopen. Je kan niet vroeg genoeg beginnen met de kerstcadeaus.’ En Annabel Nanninga is verre van de enige. Terwijl vanuit links wordt gepleit voor een inclusieve 4 mei-herdenking (full disclosure: dat heb ik ook meermaals gedaan), wordt de Holocaust door extreemrechts juist volledig gebagatelliseerd.

Het essay van Querido van Frank is een pijnlijke reflectie van de blindheid van het CIDI en het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW), die het antisemitisme van FvD jarenlang door de vingers zagen. NIW’s adjunct-hoofdredacteur Bart Schut stemde in 2019 zelfs FvD. En hij was echt niet de enige. De achterban van het CIDI verkoos het FvD notabene als de grootste partij, tijdens een schaduwverkiezing bij een verkiezingsavond van het CIDI.

Antisemitisme komt vooral van witte Nederlanders

Net als Querido van Frank ziet de Israël-lobby vooral spoken op links en bij moslims. Esther Voet beweerde in 2014 als toenmalig CIDI-directeur dat twee derde van het antisemitisme van moslims kwam, terwijl de cijfers van het Openbaar Ministerie juist uitwezen dat twee derde van de schuldigen ‘autochtone’ Nederlanders waren. De tweede grootste groep daders was ‘West-Europees’.

Een uitgebreid overheidsonderzoek peilde in 2015 dat 12 procent van de Nederlandse moslimjongeren ‘niet zo positief’ was over Joden. Dat is vergelijkbaar met hun houding tegenover Koerden (12 procent), Nederlanders (10 procent) en zelfs Marokkanen (8 procent). Andersom waren christelijke en niet-gelovige jongeren extreem negatief over moslims (rond de 30 procent) en Marokkanen (rond de 40 procent).

Querido van Frank beweert dat de antiracismebeweging Israël en Joden ‘voortdurend’ door elkaar haalt zonder ook maar één voorbeeld te geven. Hij zwijgt volledig over het feit dat Israël zelf, alsmede de zionistische kleine christelijke partijen ChristenUnie en SGP, de Joodse bevolking continu met Israël associëren. Dat gebeurt zelfs tijdens zijn tentoonstelling, waarin Esther Voet zonder enig besef van ironie beweert dat de antiracismebeweging ’tegen Israël [is], dus tegen Joden.’

Is het dan gek dat sommige mensen deze partijen op hun woord geloven? Een onderzoek van de Anne Frank Stichting wees gelukkig uit dat de meeste moslimjongeren juist wel een onderscheid maken tussen Joden en zionisten. Om de jongeren die wel de fout in gaan te bereiken, heeft het weinig zin om de groep te demoniseren en weg te zetten als antisemieten.

Het belang van solidariteit

Belangrijker nog dan de Israël-lobby zijn de centrumpartijen en extreemrechtse partijen die de zionistische talking points van een megafoon voorzien, omdat het hun agenda bevordert om ‘links van links’ (dixit: Willem Schinkel) zwart te maken en buitenspel te zetten. Dat is de reden dat antisemitisme al jaren structureel meer aandacht krijgt dan alle andere vormen van racisme en discriminatie in de Nederlandse media. Ook de ‘antisemitisme’-hetze tegen Corbyn in Groot-Brittannië werd grotendeels aangevoerd door de rechterflank van zijn partij, die daarvoor weinig van doen had met Israël of met Britse Joden. Voor het veel grotere antisemitisme van Boris Johnson en zijn achterban was tegelijkertijd nauwelijks aandacht. De lastercampagnes tegen BIJ1 en Corbyn zijn voorbodes van wat er in Nederland zal gebeuren als we ooit een serieuze linkse premierskandidaat zouden krijgen.

De lastercampagnes tegen linkse activisten ondermijnen ook cruciale solidariteit tegen de opkomst van extreemrechts, waardoor Joodse burgers in serieus gevaar kunnen komen. De legendarische Joodse schrijver David Graeber beschreef deze dynamiek al in het Verenigd Koninkrijk, tijdens de hetze tegen Corbyn: ‘Het is bizar om loos alarm te slaan terwijl echte wolven voor de deur staan ​​te blaffen. Het is nog kwalijker als degenen om wie je loos alarm slaat exact de mensen zijn die je het meest waarschijnlijk zullen verdedigen tegen deze wolven. De geschiedenis van Cable Street tot Charlottesville leert ons dat wanneer de bruinhemden de straat opgaan, de politie meestal nutteloos of erger blijkt te zijn, en het precies de ‘harde linkerflank’ is die naast ons staat.’

De Frans-Algerijnse dekoloniale denker Houria Bouteldja waarschuwt Europese Joden dat het filosemitisme van de rechtse partijen tijdelijk is, zolang het de witte macht uitkomt. Uiteindelijk hebben alle antiracismebewegingen daarom een gemeenschappelijke agenda tegen de gevestigde macht. Tot zover sluit ik me volledig aan bij de Joodse theatermaker Jelle Zijlstra, die in de tentoonstelling Zijn Joden Wit  waarschuwt: ‘Als de moslims zijn geslagen, komt die stok dan niet keihard terug?’

De tentoonstelling Zijn Joden Wit is dan ook beter dan het essay dat de aanleiding hiervoor vormde, door een meerstemmigheid van verschillende Nederlandse Joden en antiracisme-activisten. Daarbij is een belangrijke dialoog geïnitieerd tussen verschillende minderheidsgroepen. Ik raad iedereen dan ook van harte aan om alsnog naar de tentoonstelling te gaan. Maar om echt een wederkerige solidariteit te bewerkstelligen, moet de zionistische olifant in de kamer worden benoemd. Door het monopolie van de Israël-lobby in de antisemitismebestrijding in Nederland worden analyses enorm vertroebeld en misbruikt. Joodse Nederlanders verdienen beter.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -