Op 1 januari treedt het radicaal-rechtse Ongehoord Nederland toe tot ons omroepbestel. Volgens sommigen hangt er een zweem van racisme en geweld rond deze omroep. Tot hoe ver mag ON straks gaan? Kan de omroep haar uitzendrecht ook zomaar weer verliezen?
ON, dat zich richt op de achterbannen van de PVV en Forum voor Democratie, is controversieel. En niet alleen door het Zwarte Pietenjournaal. Begin november stapte bestuurder Taco Dankers op, nadat bekend werd dat hij in de leiding zit van de Gefira Foundation, een extreemrechtse stichting die antisemitische theorieën verspreidt. Zijn opvolger Gert Jan Mulder is niet veel minder radicaal. Mulder liet zich in het verleden op Twitter bijzonder negatief uit over moslims: zo sprak hij over ‘tiefus moskeeën’, ‘pleinen bevolkt met booslims en tering soepjurken’ en ‘scholen voor laag iq moslimjeugd’.
Volgens journalist Coen van de Ven van de Groene Amsterdammer past ON niet in het Nederlandse omroepbestel. ON koestert de journalistiek en de media als vijanden, waardoor de omroep tegenover alle andere omroepen en het omroepsysteem op zich staat, schrijft hij. Ook hangt er om voorzitter Arnold Karskens een ‘zweem van geweld’, aldus Van der Ven: ‘Zijn achterban bonst tijdens demonstraties steeds agressiever op NOS-busjes, al lange tijd protesteren ze elke week bij het redactiegebouw zelf.’
Aan de Kanttekening vertelt Van de Ven op zich te begrijpen dat ons pluralistische bestel straks ook een omroep voor de PVV- en FvD-stemmer herbergt. ‘Als boos nationalisme grofweg 25 zetels in de Tweede Kamer telt, hebben ze dan niet gewoon recht op een eigen zuiltje bij de publieke omroep?’ Maar omdat ON het systeem wil opblazen, hadden we misschien toch strenger moeten zijn bij het toelaten van de omroep, vindt Van de Ven. Hij wijst op het concept ‘weerbare democratie’ van de Leidse rechtsfilosoof Bastiaan Rijpkema.
‘In zijn proefschrift betoogt Rijpkema dat het zelfreinigend vermogen van de democratie niet aangetast mag worden door partijen die de democratie willen ondermijnen. ON doet precies dat, door de onafhankelijke nieuwsvoorziening van de NOS structureel te diskwalificeren. De Raad van Cultuur, die de omroepaanvraag van ON heeft goedgekeurd, stelde de omroep als eis hiermee te stoppen, maar Karskens gaf aan hier zich niets van aan te zullen trekken. ‘Elke keer als de achterban van ON bonst op de ruiten van NOS-busjes ontstaan er barstjes in de journalistiek’, schreef ik. Het is een gevaarlijk idee om dat te institutionaliseren.’
Maar het intrekken van de omroepstatus is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Alle omroepen in het bestel, zittende en de nieuwe toetreders, hebben zich gecommitteerd aan de Mediawet en bijbehorende codes, te weten de Governance Code Publieke Omroep en de journalistieke code van de NPO. Dat vertelt Annemieke Kooper, mediawoordvoerder van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
‘De Ombudsman ziet erop toe dat omroepen de journalistieke code van de NPO naleven. Het Commissariaat voor de Media controleert of de omroepen zich aan de Mediawet en aan de Governance Code van de NPO houden. Zij zijn hierin volledig onafhankelijk.’
Pas als blijkt dat een omroep de wet herhaaldelijk overtreedt, heeft de minister de bevoegdheid de erkenning weer in te trekken, vertelt Kooper. Dit kan de minister doen als na twee evaluaties van de evaluatiecommissie blijkt dat een omroep zich onvoldoende inzet voor de gezamenlijke publieke media-opdracht. Of wanneer de NPO aangeeft dat een omroep onvoldoende bereid is tot samenwerking. Een andere mogelijkheid: wanneer de NPO twee keer binnen een erkenningsperiode een sanctie heeft opgelegd omdat de betreffende omroep bindende besluiten van de NPO niet opvolgt.
‘De NPO kan als sanctie maximaal 15 procent van het jaarbudget van de omroep inhouden’, aldus Kooper. ‘Ook kan de minister de erkenning van de omroep intrekken als het Commissariaat voor de Media een omroep binnen een jaar tweemaal een sanctie heeft opgelegd. Een sanctie kan een geldboete zijn of last onder dwangsom.’
‘De NPO kan het Zwarte Pietenjournaal niet verbieden, maar je kunt hier als burger of belangengroep wel aangifte tegen doen’
Edgar van de Pas, woordvoerder van het Commissariaat voor de Media, vult aan: ‘We houden toezicht op de naleving van de Mediawet. Daaronder valt de naleving van de verplichting van publieke omroepen om passende maatregelen te nemen om te voorkomen dat media-aanbod aanzet tot geweld of haat tegen een groep of een lid van de groep. Of sprake is van haatzaaien, wordt beoordeeld door het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht.’
De NPO gaat hier dus niet over en kan hiertegen ook niet optreden, zegt mediahistoricus Huub Wijfjes. Hij is als bijzonder hoogleraar Geschiedenis van Radio en Televisie verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. ‘De NPO is een overkoepelende organisatie en heeft enkel zeggenschap over de inhoud. De NPO kan alleen met formele beletselen komen, bijvoorbeeld dat er geen voldoende zendtijd is, of dat het programma op een ander tijdstip moet worden uitgezonden.’
Ook kunnen we volgens Wijfjes met de huidige Mediawet fake news en de frontale aanval van Ongehoord Nederland op het omroepbestel en de onafhankelijke nieuwsvoorziening door de NOS niet tegengaan. ‘Daarvoor zou de wet moeten worden aangepast. Ik ben geen voorstander van een verbod op ON, maar ik vind dat het handvest voor de publieke omroepen moet worden versterkt. Dan kunnen omroepen gedwongen worden zich aan een set basisbeginselen te committeren. Op die manier kun je wellicht voorkomen dat een omroep als ON het bestel van binnenuit ondergraaft. Overigens heeft ON zich in zijn omroepaanvraag gecommitteerd aan artikel 1 van de Grondwet, ontdekte ik toen ik die aanvraag inzag. Je zou ze aan deze belofte kunnen houden.’
Hoe dan ook gaan we met ON spannende tijden tegemoet. ‘De NPO kan het Zwarte Pietenjournaal niet verbieden, maar je kunt hier als burger of belangengroep wel aangifte tegen doen – of tegen een ander programma’, zegt Wijfjes. ‘We zouden, hypothetisch, in een situatie kunnen belanden waarin Omroep Zwart aangifte doet tegen ON vanwege Zwarte Pieten in de uitzending. Dan krijg je een hele rare situatie die ik zeer ongewenst vind vanuit het publieke belang. Ik wens de rechter die zich daarover moet buigen heel veel succes.’
Ongehoord Nederland heeft niet gereageerd op vragen van de Kanttekening.
De Nederlandse overheid heeft eerder van twee omroepen de zendtijd ingetrokken: de Vrijdenkers Radio Omroepvereeniging (VRO) in 1936 en LLiNK in 2010.
‘De in 1928 opgerichte VRO propageerde het atheïsme, wat in de hoogtijdagen van de verzuiling nogal gevoelig lag bij de katholieke en protestantse zuil’, vertelt Huub Wijfjes. ‘De radiocommissie, de voorloper van wat nu het Commissariaat voor de Media heet, erkende het recht van de vrijdenkers om hun ongeloof in God te uiten, maar ze mochten andersdenkenden niet beledigen. Als dat wel gebeurde, zouden uitzendingen deels of helemaal worden geschrapt. Ook het beledigen van een bevriend buitenlands staatshoofd – Adolf Hitler of Benito Mussolini – mocht niet. Katholieke groepen en de NSB pleitten – onafhankelijk van elkaar – voor een verbod op de VRO. In 1936 besloot de minister, vooral vanwege de katholieke druk, om de zendtijd van de VRO in te trekken.’
Sowieso trad de overheid in de jaren dertig veel strenger op tegen omroepen dan nu. Wijfjes: ‘De socialistische VARA mocht van premier Hendrikus Colijn niet het revolutionaire strijdlied de Internationale draaien, omdat deze Antirevolutionaire minister-president er grote moeite mee had. Hij dacht dat het de opkomende fascistische bewegingen zou stimuleren om tot actie over te gaan. Uiteindelijk besloot de VARA, na een hevige interne discussie, water bij de wijn te doen. Anders was de omroep in 1933 verboden geweest.’
Begin 1934 verloor VARA alsnog een dag zendtijd omdat de omroep één minuut stil was voor Marinus van der Lubbe, de communistische activist die de Rijksdag in brand zou hebben gestoken en daarom in nazi-Duitsland werd onthoofd. ‘Door Van der Lubbe te herdenken zou de VARA de rechtsgang in Duitsland en het Duitse staatshoofd – op dat moment nog Paul von Hindenburg – hebben beledigd.’
De in 2005 opgerichte groene omroep LLiNK verloor zijn zendtijd vanwege financiële en organisatorische perikelen. Wijfjes: ‘Het lag niet aan de boodschap van LLiNK. Ze wilden een groene omroep zijn met oog voor het milieu en voor de wereld, het geluid dat ook door GroenLinks en de Partij voor de Dieren wordt gepropageerd.’
Er zijn ook omroepen door intern geruzie ten onder gegaan – denk aan de Nederlandse Moslimomroep in 2010. Weer andere omroepen zijn opgegaan in grotere omroepen. Neem de Joodse Omroep, die gedwongen samenwerkt met de EO, besluit Wijfjes.
‘Er mogen maar acht omroepen zijn, dus kleinere omroepen worden gedwongen om met grotere samen te werken. Het is moeilijk voor kleine omroepen om in die samenwerking de eigen identiteit te behouden. Omroep Zwart werkt nu samen met BNNVARA. Maar het is de vraag welke omroep bereid is om met ON samen te werken, omdat Karksens en co aan Hilversum de oorlog hebben verklaard.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!