5.9 C
Amsterdam

Het ‘cancellen’ van ‘foute’ mensen en meningen: goed idee?

Arnout Maat
Arnout Maat
Eindredacteur.
Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

Had Jort Kelder nu wel of niet plaats moeten maken als presentator van het NPO-racismedebat? Hoe dan ook: de recente rel rond Kelder was geen noviteit. Media- en opiniemakers betichten elkaar steeds meer van het willen weren van ‘foute’ meningen.

150 schrijvers, journalisten en academici – waaronder J.K. Rowling en Salman Rushdie – baarden vorige week opzien met een open brief tegen ‘de cancel culture’. Door ‘deplatforming’ – het ontnemen van iemands (virtuele) podium, bijvoorbeeld bij bepaalde (social) media – van ‘foute’ meningen zou het vrije woord worden beknot.

‘Cancel culture’ wordt in een recente studie van mediaprofessor Richard Rogers (Universiteit van Amsterdam) gedefinieerd als een ‘eigentijdse term die het grotere fenomeen van het publiekelijk belasteren (van mensen, red.) vanwege aanstootgevende spraak of actie beschrijft, grotendeels in sociale media, maar ook via andere vormen van deplatforming, zoals het annuleren van een lezing’.

In hetzelfde artikel betoogt de hoogleraar dat deplatforming effectief is om mainstream social media te verschonen van haat. Rogers vond in zijn onderzoek ook dat alt-rechtse internetberoemdheden als Alex Jones en Milo Yiannopoulos – beiden verbannen van de conventionele social media – op alternatieve social media niet alleen minder volgers hebben, maar ook minder radicaal van toon zijn.

Maar de cancel culture zou zich breder manifesteren in de samenleving dan het weren van discriminerende meningen en het boycotten van radicaal-rechtse figuren, zo schrijven de 150 prominenten. Ze waarschuwen ook voor ‘onverdraagzaamheid voor tegengestelde opvattingen, het modieus maken van public shaming en het verketteren van mensen, en de neiging om complexe beleidskwesties op te lossen met morele oogkleppen op’.

Niet alleen in de Angelsaksische wereld betichten media- en opiniemakers elkaar steeds meer van deplatforming en het opzetten van een cancel culture. Zo waren er in Nederland de recente oproepen aan de NPO om een debat over racisme niet te laten leiden door Jort Kelder, omdat hij racisme niet serieus zou nemen en zou sympathiseren met Forum voor Democratie. Toen duidelijk werd dat de NPO met Kelder in zee bleef gaan, volgde er op social media een massale oproep om het programma te boycotten. Een keur aan antiracisten besloot een ‘eigen’ racismeavond te houden in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam.

Ook was er het besluit van verschillende adverteerders om voetbalpraatprogramma Veronica Inside te boycotten, vanwege de beruchte Pieten-‘grap’ van Johan Derksen over rapper Akwasi. Nadien betichtte Op1-presentatrice Fidan Ekiz tv-presentator Arie Boomsma, die op Twitter had opgeroepen tot deze boycot, van ‘NSB-gedrag’. Meer dan honderd twitteraars eisten vervolgens excuses van Ekiz, of anders: ontslag.

Ondertussen besloten ruim driehonderd journalisten en opiniemakers, waaronder velen met een biculturele achtergrond, een manifest tegen racisme en discriminatie te ondertekenen en een ‘Meldpunt Media Racisme & Discriminatie’ in het leven te roepen. De ondertekenaars willen optreden tegen media die zich hieraan schuldig zouden maken. Ze pleitten in het manifest niet expliciet om journalisten en opiniemakers met ‘foute’ meningen te ontslaan, maar tegenstanders vrezen dat dit erachter zit.

Fidan Ekiz sprak in een reactie over een ‘heksenjacht’ van ‘totalitaire identiteitsdenkers’ die haar de mond zouden willen snoeren. Een vrees die door Trouw-columnist Ephimenco werd gedeeld: ‘Het is vanaf nu goed op je woorden en werkbeslissingen letten: wie weet of je straks niet bij dit nieuwe meldpunt door een anonieme collega wordt aangegeven.’

‘Nu begin ik voor het eerst echt bang te worden’

‘Het is een activistische productie’, reageert Ephimenco via de telefoon. ‘Deze activisten geloven dat Nederland heel racistisch is, maar dat is helemaal niet waar. De beweringen worden bovendien nergens onderbouwd. Nergens wordt de beschuldiging van racisme in de journalistiek concreet gemaakt.’

Beeld: Sylvain Ephimenco

Volgens Ephimenco is de vrijheid van meningsuiting in deze tijden in gevaar. ‘We leven in een overspannen klimaat, waarin rassen tegen elkaar worden opgezet. Bedrijven zijn bang om voor racistisch te worden uitgemaakt en lieten Derksen vallen. Terwijl hij een onschuldig grapje maakte over Akwasi. En Akwasi, die tijdens zijn speech op de Dam opriep tot geweld, wordt overal uitgenodigd. Ik zei laatst tegen mij vrouw: ‘Nu begin ik voor het eerst echt bang te worden.’’

‘Het is vanaf nu goed op je woorden en werkbeslissingen letten’

Ephimenco ergert zich wanneer mensen alles door de bril van raciale tegenstellingen zien. ‘Mijn oudste dochter is in het Rotterdamse uitgaansleven in elkaar geslagen door twee zwarte vrouwen, mijn tweede dochter is bedreigd door een zwarte man met een pistool en mijn vrouw is door een zwarte vrouw in haar buik getrapt, na een ruzie over een parkeerplek. Maar betekent dit dat alle zwarte mensen fout zijn? Nee, natuurlijk niet. Ik maak zulke generalisaties niet. Maar als we de kleuren even omdraaien, dus dat de daders wit waren en ik, mijn dochters en mijn vrouw zwart, dan zat ik nu in elke talkshow en waren deze incidenten het zoveelste bewijs van hoe racistisch Nederland nu wel niet is.’

Filosoof en opiniemaker Sujet Shams is het met Ephimenco eens. ‘Ik heb zelf zoiets meegemaakt. Na een optreden bij WNL, waar ik kritiek had op de wijze waarop we de racismediscussie in Nederland voeren, kreeg ik allemaal haatberichten van een zwarte man die mij privéberichten stuurde. Hij was niet eens anoniem. Ik moest van hem terug naar mijn eigen land (Afghanistan, red.), omdat ik zwarte mensen en de Black Lives Matter-beweging zou belemmeren in hun strijd tegen de vervloekte witte Europeanen. Ook moest ik mijn mond houden, omdat ik de geschiedenis van de slavernij niet ken. En verder was het een heleboel gescheld.’

Beeld: Sujet Shams

Als filosoof maakt Shams zich zorgen over het verstikkende klimaat, waar ‘cancel culture’ volgens haar toe zal leiden. ‘Als je bepaalde woorden en ideeën gaat verbieden, omdat ze ‘fout’ zijn, dan los je uiteindelijk niets op. Omdat je mensen niet kunt verbieden wat ze denken. Dus ze blijven het denken. Veel beter is het om ideeën in de publieke ruimte te bespreken. Ook omdat je dan naar elkaars argumenten kunt kijken, van mening kunt veranderen.’

Het ‘Meldpunt Media Racisme & Discriminatie’ in oprichting is volgens Shams ‘niets meer dan een fanatiek streven naar een morele waarheid’. Ze moest denken aan China, waar mensen tegenwoordig overheidspunten scoren voor ‘moreel aanvaardbaar gedrag’. ‘Het Meldpunt Media lijkt op het Chinese puntensysteem. Dit is een sociaal kredietsysteem dat moreel en politiek gedrag van burgers beloont en bestraft. Dat leidt tot een totalitaire situatie, dat je je baan kan verliezen als gevolg van een ‘foute’ mening.’

‘Foute’ mediamakers ontslaan?

We vroegen enkele ondertekenaars van het antiracismemanifest waarom ze hun handtekening hieronder hebben gezet. Vinden zij daadwerkelijk dat we ‘foute’ mediamakers moeten deplatformen?

Documentairemaker Sinan Can vertelt dat hij het manifest heeft ondertekend, omdat hij tegen elke vorm van uitsluiting is. ‘Dat zie ik heel breed. Ik vind het heel erg als zwarte mensen in Nederland worden gediscrimineerd, maar ik verzet mij bijvoorbeeld ook tegen de discriminatie van Alevieten en andere minderheden in Turkije. Ik ben sowieso tegen elke vorm van discriminatie.’

Beeld: Sinan Can

Can vindt dat redacties een veilige omgeving voor biculturele journalisten moeten zijn. ‘Ik hoor – helaas – te vaak verhalen over biculturele journalisten die slachtoffer zijn van discriminatie. Het kan een grapje zijn dat niet leuk is, maar ook echte nare opmerkingen. En je moet hier wat tegen doen. Het gaat mij niet om een meldpunt in de vorm van een kliklijn, maar dat er een vertrouwenspersoon is in een bedrijf waar je terecht kan.’

De documentairemaker is geen voorstander van het ‘aangeven’ van mensen met een ‘foute’ mening. ‘Dat Ekiz een vergelijking trok met de NSB vond ik te zwaar aangezet, maar ik houd niet van wat ik matennaaierij noem. Dat doe je niet. Ik vind het ook naar als mensen je werkgever opbellen in de hoop dat ze je ontslaan, omdat je iets gezegd hebt wat hen niet zint. Diversiteit is ook diversiteit van opvattingen.’

Historicus en religiejournalist Remco van Mulligen, die voor het christelijke Nederlands Dagblad schrijft, zegt dat hij het manifest ondertekend heeft omdat hij de overweldigende ‘witheid’ van de media problematisch vindt. ‘In het manifest staat dat 5 procent van de journalisten bij de grote kranten een niet-westerse migratieachtergrond heeft. Het ND vormt daarop geen uitzondering. Inmiddels is algemeen bekend dat weinig diversiteit ervoor zorgt dat je makkelijk blinde vlekken hebt. We denken nu als krant na over hoe we dat kunnen verbeteren.’

Beeld: Remco van Mulligen

In het manifest wordt helemaal nergens opgeroepen om mensen te ontslaan, vertelt Van Mulligen. ‘Maar rechtse columnisten voelen zich nu bedreigd.’ Toch vindt hij dat kranten eens kritisch naar hun columnistenbestand moeten gaan kijken. ‘Zowat elke krant heeft tegenwoordig een hele rechtse columnist, die de meest vreselijke dingen roept. Kranten tolereren dit omdat dit geluid ook een stem zou verdienen. Een radicale salafist zal nooit een column krijgen, waarom een rechtsradicaal wel?’

Moeten kranten stoppen met columnisten als Sylvain Ephimenco, Arthur van Amerongen, Elma Drayer en Martin Sommer? Van Mulligen: ‘Het gaat mij niet om namen maar om bewustwording. Niet elk geluid verdient een plek. Trouw is een progressief-christelijke krant. Ik begrijp echt niet waarom Ephimenco daar zit.’

‘Een radicale salafist zal nooit een column krijgen, waarom een rechtsradicaal wel?’

Freelance journalist Sofyan el Bouchtili, die het manifest ook ondertekende, vindt dat we op een andere manier naar deze discussie moeten kijken. ‘Het gaat er niet om of je die of die een podium ontzegt, maar welk beeld je van de maatschappij wilt neerzetten.’ Hij zegt zelf weinig last te hebben gehad van discriminatie, maar vindt wel dat de journalistiek dikwijls tekort schiet. ‘Het gaat om het discours. Media nemen te snel de frames van populisten over.’

Beeld: Sofyan el Bouchtili

Zo sprak Wierd Duk in een radio-uitzending van BNR over de ‘Mocromaffia’, volgens El Bouchtili een ongenuanceerde term die Marokkaanse Nederlanders stigmatiseert. El Bouchtili: ‘Journalisten moeten niet met simpele frames komen maar juist dieper graven, doorvragen, vraagtekens zetten bij hun eigen morele referentiekader. En journalisten van kleur kunnen, door hun andere invalshoeken, het journalistieke vak verrijken.’

‘Intersectionele journalistiek’

Een medium dat eruit springt vanwege het hameren op ‘inclusieve perspectieven’ is het magazine en online medium OneWorld. Dit platform werpt zichzelf expliciet op als de verdediger van ‘journalistiek voor rechtvaardigheid’, bijvoorbeeld tegen racisme en voor diversiteit van seksuele en genderidentiteiten.

Dat OneWorld hierin niet de brede maar de smalle weg bewandelt, ondervond freelance journaliste Armanda Govers tijdens haar werkzaamheden voor het medium. Haar conflict met de redactie van OneWorld illustreert waar de roep tot ‘cancelling’ in het uiterste geval toe kan leiden.

Voor buitenstaanders begon de kwestie eind mei met een serie tweets van OneWorld, waarin wordt uitgelegd waarom de redactie een recent artikel van haar heeft aangepast. Het gaat om een artikel over veganisme, waarvan Govers stelt dat dit bijdraagt aan een gezonde leefstijl.

Volgens enkele lezers miste dit artikel ‘kanttekeningen, nuances en een intersectionele blik’, zo berichtte OneWorld op Twitter.

Beeld: Twitter

Het artikel zou geen intersectionele blik hebben, omdat Govers geen rekening zou hebben gehouden met mensen die niet in staat zouden zijn om te kiezen voor een veganistisch eetpatroon.

Beeld: Armanda Govers

Als we haar bellen, vertelt Govers dat enkele social mediagebruikers haar van alles verweten. Govers was volgens haar critici een fatshamer’ en ‘validist’, ofwel iemand die mensen met een beperking zou discrimineren. Daarnaast zou Govers racistisch zijn en zich schuldig maken aan ‘indigenoushaat’. De oorspronkelijke – indigenious – bevolking van onder andere Indonesië is afhankelijk van dierlijke producten, een kant waar het ‘witte veganisme’ van Govers geen rekening mee zou houden.

Het gewraakte artikel kreeg na deze lezerskritiek een andere kop en een nieuwe intro. Daarmee ging Govers expliciet akkoord, zo blijkt uit de correspondentie tussen Govers en OneWorld.

Maar OneWorld plaatste ook een kader in het artikel, waarin het medium afstand nam van haar eigen freelancer. ‘Onze lezers wezen ons erop dat een intersectionele blik in dit stuk ontbreekt. Wij hadden daar inderdaad voor moeten zorgen. (…) Onze excuses aan de lezers die we teleurgesteld hebben.’

Beeld: OneWorld

Govers was het oneens met dit kader. Ze kreeg het gevoel ‘voor de bus te zijn gegooid’. Ze besloot een filmpje op te nemen, waarin ze kritiek leverde op de gang van zaken en de redactie verweet verbale agressie feitelijk goed te keuren.

In een mail terug aan Govers bekritiseerde OneWorld het filmpje. OneWorld wees Govers erop dat het medium ‘intersectionele journalistiek’ bedrijft en wees de journalist op een visiedocument waar dat in staat. Het medium repte van een vertrouwensbreuk en trok in twijfel of er nog samen te werken valt met Govers.

In het visiedocument spreekt OneWorld over ‘nieuwe invalshoeken, dwarsverbanden of ongehoorde perspectieven’. Naar aanleiding van de op social media veelbesproken zaak-Govers twitterde communicatiestrateeg Kaj Leers hierover: ‘Prima missie. Maar dan. Die ‘nieuwe invalshoeken, dwarsverbanden of ongehoorde perspectieven’ moeten blijkbaar wel passen in een nauw denkraam.’

Uit de correspondentie tussen Govers en OneWorld blijkt dat de journalist grote moeite heeft met het extra ingevoegde kader bij haar artikel, evenals de lezerskritiek waarop dit kader is gebaseerd: ‘Ik vind het gevaarlijk om pleidooien voor gezonde leefstijl af te doen als validisme’, schrijft zij in een van haar mails naar OneWorld. ‘Wat mij betreft is hier sprake van faCtshaming. Maar ik begrijp dat het voor jullie achterban/platform problematisch is.’

‘Wat mij betreft is hier sprake van faCtshaming’

OneWorld benadrukt in een reactie per email aan de Kanttekening het kader niet als onderdeel van het artikel te zien. ‘Het kader dat is toegevoegd, is uitdrukkelijk een tekst van de redactie. Het artikel van de auteur is ongewijzigd gebleven.’

Hoe dan ook, Govers is het niet eens met dit kader. Ze mailt richting OneWorld: ‘Je plaatste de verontschuldigingen en noot zonder een reactie van mij af te wachten. Daardoor is het vertrouwen van mijn kant geschaad. Ik wilde jullie zelfs vragen om het artikel dan maar geheel te verwijderen nu er zo’n opmerking bij staat.’

Op deze mail zegt Govers geen antwoord te hebben gehad. Op een vraag van de Kanttekening aan OneWorld of het medium dit kader inderdaad niet met Govers heeft overlegd, bleven wij het antwoord schuldig.

Hoewel Govers inmiddels weg is als freelancer moet ze, zo vertelt ze aan ons, nog extra boeten voor haar ‘foute’ mening. Op 8 juli verschijnt op OneWorld een column van schrijver Lisa Jansen over fatshaming, waarin Govers als voorbeeld wordt genoemd. OneWorld wil hoe dan ook het morele gelijk hebben, vindt Govers.

Niet alleen linkse mensen beklagen zich ‘foute’ berichtgeving en opinies. Zo zijn er Forum voor Democratie-aanhangers die – tot nu toe tevergeefs – tweeten dat journalist en columnist Chris Aalberts weg moet bij internetmedium ThePostOnline. Aalberts bericht namelijk vaak kritisch over die partij, zo kritisch dat hij er volgens deze critici slechts op uit zou zijn om FvD af te branden. FvD kwam in 2019 bovendien met het ‘Meldpunt linkse indoctrinatie’, waar leerlingen en studenten hun linkse docenten kunnen aangeven.

Volgens journalist Remco van Mulligen komt de échte cancel culture zelfs bij de rechterflank vandaan. ‘Hanina Ajarai werd ontslagen door het Algemeen Dagblad na haar column over de MH17 (in 2017, red.). Dat vond ik schijnheilig, want ze schreef gewoon heel eerlijk wat ze voelde, dat je met de ene persoon meer empathie voelt dan met de andere. Een witte mannelijke columnist die racistische dingen roept kan gewoon blijven.’

Van Mulligen noemt als ander voorbeeld een Twitter-rel die in 2018 speelde rond historica Nadia Bouras (Universiteit Leiden). ‘Toenmalig VVD-Kamerlid Han ten Broeke trok haar academische kwaliteiten in twijfel omdat ze hem bekritiseerde. En hij wilde met de Universiteit Leiden praten over haar positie.’

Voor dat eerste heeft Ten Broeke inmiddels excuus gemaakt, het tweede ontkent hij. Bouras hield echter vol dat Ten Broeke haar wilde ontslaan en verkondigde haar versie van de waarheid later in 2018 in een interview met de Volkskrant, waarop de ruzie opnieuw begon. Het NPO-programma Medialogica schreef over de ruzie een analyse. Ten Broeke verleende zijn medewerking aan dit artikel, Bouras besloot – na een telefoongesprek – haar medewerking in te trekken.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -