5.9 C
Amsterdam

Hoe een voormalig extreemrechts politicus slachtoffer werd van institutioneel racisme

Marco de Vries
Marco de Vries
Journalist.

Lees meer

Wim Vreeswijk, voormalig politicus van de extreemrechtse Centrumpartij en belastingadviseur, hielp biculturele Nederlanders bij hun belastingaangifte. Ook hij werd slachtoffer van doorgeschoten fraudejacht, net als de toeslagenouders.

Het Utrechtse oud-raadslid voor de Centrumpartij Wim Vreeswijk deed tientallen jaren aangifte Inkomstenbelasting voor duizenden cliënten met een migratieachtergrond. In 2017 kreeg hij veertien maanden cel, omdat sommige aangiftes niet zouden kloppen. Maar na cassatie werd hij eerder dit jaar vrijgesproken. Nu eist hij tonnen schadevergoeding van de staat. De reden is dat hij het slachtoffer van doorgeschoten fraudejacht meent te zijn, zoals de toeslagenouders.

De ironie ontgaat hem dat uitgerekend hij slachtoffer werd van ‘institutioneel racisme’ bij de Belastingdienst. ‘Migratie kost geld, dat vind ik nog steeds.’ Wim Vreeswijk (1950) neemt plaats achter een eikenhouten werktafel met ordners en postzegelalbums. ‘Ik snap best dat arbeidsmigranten hierheen komen’, zegt hij, ‘en werkgevers zijn blij met goedkope arbeidskrachten. Maar de samenleving betaalt de prijs. Woningnood, integratieproblemen. Dat zag de Centrumpartij al in de jaren tachtig en dat is nu nog steeds zo.’

Hij zat vier jaar in de Provinciale Staten en zestien jaar in de gemeenteraad van Utrecht, tot het jaar 2000. De kost verdiende hij ondertussen als makelaar en belastingadviseur voor mensen met een kleine beurs. ‘Ik hielp mensen aan een betaalbaar huisje. In de mindere wijken zoals Utrecht Overvecht waren de prijzen toen nog heel schappelijk. Daarna hielp ik de klant met hypotheekaanvraag, de loonbeschikking en de aangifte Inkomstenbelasting. Ook als belastingadviseur rekende ik een zacht prijsje van 25 euro per aangifte.’

Eind jaren zeventig zag Vreeswijk de wijken en daarmee zijn klantenkring in een rap tempo verkleuren. ‘Als je een keer een allochtoon goed en netjes helpt, dan gaat dat rond onder familie en in de moskee. Iedereen had een huis nodig voor gezinshereniging. Mijn autochtone klanten kwamen er niet meer tussen. Jammer, maar dat was nu eenmaal de markt. Het gaf natuurlijk spanningen in de wijken. De Centrumpartij vroeg daar als eerste aandacht voor. Daarom werd ik in 1980 gelijk lid.’

Namens zijn witte achterban ageerde hij als raadslid tegen de probleemwijken die hij zelf mede veroorzaakte, tegen de migranten waaraan hij als makelaar en belastingadviseur een modale boterham bleef verdienen. ‘Sommige klanten wisten dat ik in de raad zat, anderen niet. Het maakte niet uit, als ik ze maar netjes hielp.’

Belastingmannetje

Ruim tweehonderd belastingadviseurs werden tussen 2013 en 2020 aangepakt door het opgeheven Combiteam Aanpak Facilitators (CAF) van de Belastingdienst, dat ook een grote rol speelde bij het ontstaan van het toeslagenschandaal. Dit algoritme van het CAF speurde naar belastingconsulenten met veel klanten met dubbele nationaliteit, een laag inkomen, giften aan moskeeën en relatief hoge zorgkosten. Adviseurs zoals Vreeswijk werden door het CAF weggezet als incompetente ‘belastingmannetjes’, die laaggeletterde klanten voor een vriendenprijsje hielpen met de aangifte.

De ‘belastingmannetjes’ en hun cliënten werden op basis van risicoprofielen vooringenomen bejegend, zo bleek uit rapporten van de Autoriteit Persoonsgegevens en het internationaal accountants- en belastingadviseursbedrijf PricewaterhouseCoopers (PwC). De cliënten belandden – vaak onschuldig – op de zwarte lijst van de Fraude Signaleringsvoorziening (FSV). Zo’n dertig adviseurs werden strafrechtelijk aangepakt. De meesten kwamen er – door rammelende dossiers en verzachtende omstandigheden – vanaf met een taakstraf.

Maar Vreeswijk werd – met jaarlijks 2.500 cliënten – in 2017 veroordeeld tot veertien maanden cel, waarvan tien onvoorwaardelijk. Hij is ook een van de weinige belastingmannetjes die de veroordeling aanvocht. Na vijf jaar doorprocederen, tot aan de Hoge Raad, werd hij in januari dit jaar definitief vrijgesproken. Een belastingadviseur is hoogstens medeplichtig aan eventuele fouten, vond de cassatierechter, de cliënt blijft zelf verantwoordelijk voor de juistheid van de aangifte.

Nu wil Vreeswijk rehabilitatie en compensatie. 60.000 euro aan advocatenkosten heeft hij al vergoed gekregen. Nu eist hij de rest van zijn schade: inkomensderving door een beroepsverbod van vier jaar, een verwoeste praktijk en smartengeld voor de stress van de jarenlange strijd tegen een machtige tegenstander. Zijn oud-cliënten en een kwart miljoen andere gedupeerden op de zwarte lijst van het FSV moeten het doen met een excuusbrief van de Belastingdienst, zo werd in juni duidelijk. Er komt geen compensatieregeling van de fiscus, tenzij mensen aantoonbare schade hebben geleden door de discriminatie.

‘Die toeslagenaffaire vind ik vreselijk, dat selecteren op naam en nationaliteit. Dat deden ze in de oorlog ook’

Ondanks zijn politieke kleur zegt Vreeswijk tegenstander te zijn van het soort etnisch profileren waaraan de Belastingdienst zich tussen 2013 en 2020 schuldig maakte. ‘Die toeslagenaffaire vind ik vreselijk, dat selecteren op naam en nationaliteit. Dat deden ze in de oorlog ook.’

Vreeswijk hielp iedereen netjes en efficiënt al die jaren, betoogt hij. Vier klanten per uur, tien uur per dag, zeven dagen per week. Zo kon hij elk voorjaar zoveel aangiftes afwerken. Het was een komen en gaan in het verder zo rustige straatje bij het Utrechtse Wilhelminapark.

‘Ik heb er weleens iemand letterlijk moeten uittrappen, die wilde voordringen’, vertelt zijn vrouw Irene. ‘Het was een strakke planning, dus dat gaf wel eens gedoe. Maar de meesten waren stipt en correct.’

Juist dat tempo deed Vreeswijk in 2017 de das om. ‘De clientèle van verdachte bestond uit een kwetsbare doelgroep’, overwoog de rechtbank, ’te weten overwegend allochtonen die de Nederlandse taal niet, dan wel nauwelijks machtig waren en/of niet konden lezen of schrijven. Deze mensen klopten zonder enige kennis van zaken bij verdachte aan om hun belastingaangifte conform de regels in te dienen, hetgeen veelvuldig niet gebeurde, nu verdachte zomaar bedragen invulde of kostenposten opvoerde… (….) Het lijkt erop dat verdachte met zijn diensten vooral zijn eigen financiële belang in het vizier had.’

‘Natuurlijk verdiende ik eraan’, reageert Vreeswijk, ‘maar veel minder dan andere belastingadviseurs. Ik vroeg maar 25 euro en ik vulde nooit zomaar bedragen in. Het was allemaal transparant. De mensen konden meekijken via een dubbel scherm. Ik ging af op de informatie en papieren die zij meebrachten. Als die niet klopten, dan kon ik daar niets aan doen.’

Toen een van hen, een slager uit de Utrechtse wijk Lombok, in de cel belandde, wist Vreeswijk de straf om te zetten naar huisarrest met enkelband. ‘Dat gezin lag in puin, zijn vrouw was analfabeet en sprak geen Nederlands. Met twee telefoontjes had ik hem vrij. Terwijl ik tegen mijn eigen veroordeling zeven jaren heb moeten vechten.’

Wilders

Een deel van zijn cliënten heeft destijds navorderingen gekregen vanwege vermeende fouten. Toch wordt Vreeswijk naar eigen zeggen nog vaak door hen gevraagd. Maar, inmiddels 72, begint hij niet meer aan een doorstart van zijn praktijk. Politiek blijft hij achter de schermen nog wel actief.

Vorig jaar signaleerde onderzoeksgroep Kafka hem nog als spreker op de jaarlijkse, door het ‘volksnationalistische’ Voorpost georganiseerde herdenking van de aanslag bij Kedichem. Daar werd in 1986 een uitgelekte lijmpoging tussen Centrum Partij en de afgesplitste Centrum Democraten verstoord door een brandbom van demonstrerende Antifa’s. Het latere Tweede Kamerlid Wil Schuurman, de partner van Hans Janmaat, verloor bij deze aanslag een been. Ook Vreeswijk zelf raakte gewond, bij de sprong uit het brandende hotel. ‘Sinds die tijd heb ik suikerziekte en slik ik vijftien pillen per dag’.

Dat brak hem een paar jaar later op, toen hij een Nederlandse pendant van het succesvolle Vlaams Blok oprichtte. Filip Dewinter zag electorale potentie in Vreeswijk, totdat die een slechte beurt maakte op een manifestatie met een calorierijk buffet. ‘Mijn suiker knalde omhoog, dus ik zat tijdens Dewinters speech te knikkebollen op de eerste rij’, lacht Vreeswijk, ‘in het oog van de camera’s. Daarna zag hij me niet meer staan.’

Het Nederlands Blok werd geen succes en ook ‘zwarte weduwe’ Florrie Rost van Tonningen (de weduwe van NSB-voorman Meinoud Rost van Tonningen, red.) liet hem vallen, na een intrige over geld. ‘Ik vond het bijzonder om haar te bezoeken’, zegt Vreeswijk, ’ze droeg Duitse klederdracht, had een Duitse herder en een blonde huisknecht. Heel apart, maar ik had er niet gelijk een oordeel over.’ Met Wilders, die zijn politieke carrière in de jaren negentig begon in de Utrechtse gemeenteraad, klikte het ook niet. ‘Die zat toen nog bij de VVD en negeerde mij alsof ik besmet was.’

Volgens Jaap van Beek van onderzoeksgroep Kafka profileerde Vreeswijk zich altijd als het meer gematigde alternatief voor de felle Janmaat. ‘In het publiek uit Vreeswijk geen standpunten die je van hem zou verwachten, als je naar zijn contacten en organisaties kijkt’, reageert hij. ’Vreeswijk laat niet het achterste van zijn tong zien.’ Overigens heeft Kafka Vreeswijk in die veertig jaar nooit zelf gesproken.

Misschien omdat hij nooit op racistische uitlatingen is betrapt, kreeg Vreeswijk als enige extreemrechtse volksvertegenwoordiger een raadspenning voor ‘aan Utrecht bewezen belangrijke diensten’. De afgelopen verkiezingen probeerde hij tevergeefs met de Anti Euro Partij en de Partij Vrij Utrecht een zetel te winnen. In opdracht van een aantal aan de PVV gelieerde raadsfracties maakt hij als fractiemedewerker soms nog analyses van de gemeentebegroting. ‘Dan blijken de misdaadcijfers soms veel slechter dan men doet voorkomen.’

Een verband tussen zijn politieke werk en wat hem zelf is overkomen, ziet hij niet. ‘Ik ben tegen discriminatie’, houdt hij vol, ‘ik behandel iedereen gelijk. Die kopvoddentax van Wilders vond ik destijds smakeloos, en wat de Belastingdienst nu heeft gedaan is misschien nog wel erger.’

Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -