19.3 C
Amsterdam

Israël dreigt ‘dictatuur van de meerderheid’ te worden, vrezen Joodse Nederlanders

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

Een groep Joodse Nederlanders keert zich tegen de hervormingsplannen van de Israëlische regering van Benjamin Netanyahu. Die extreemrechtse regering tast volgens hen de rechtsstaat aan. Op zondag 26 maart demonstreerden zij in Amsterdam. Er waren zo’n driehonderd mensen aanwezig.

De Israëlische regering wil de macht van het Hooggerechtshof flink inperken. Nieuwe, ook controversiële wetten moeten gewoon met een parlementaire meerderheid aangenomen kunnen worden. Het Hof mag deze wetten niet meer afwijzen op grond van internationale verdragen of Israëlische wetgeving.

‘Ik maak mij vreselijk veel zorgen over Israël, sinds het aan de macht komen van dit kabinet’, zegt journaliste Anet Bleich, die een van de sprekers was op de demonstratie van 26 maart. De massale demonstraties in Israël richten zich tegen de plannen van de regering om de democratische rechtsstaat uit te hollen, legt ze uit. Het Hooggerechtshof vormt tegen ondemocratische krachten nu nog een tegenmacht. Dat moet zo blijven. Daarom zijn progressieve Joodse Nederlanders solidair met de demonstranten in Israël.

‘Deze regering van extreemrechtsen en racisten heeft mij emotioneel geraakt’, bekent Bleich. ‘Neem minister van Nationale Veiligheid Itamar Ben-Gvir van de religieus-zionistische partij Otsma Jehudit. Hij is een ‘Geert Wilders plus-plus’. Dat deze extremist, die zo tekeergaat tegen Palestijnen en Arabische Israëliërs, minister is, is beangstigend.’

Ronny Naftaniel deelt deze vrees: ‘Als je het Hooggerechtshof tandeloos maakt, krijg je een dictatuur van de meerderheid. Dat is gevaarlijk voor minderheden.’ De 74-jarige Naftaniel was van 1980 tot 2013 directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) en daarmee een zichtbare stem van Joods Nederland. Dat hij met onder anderen Bleich en de geëngageerde sportjournalist Frits Barend demonstreert tegen de Israëlische regering is bijzonder, vindt hij, want zoiets doe je niet zo gauw. ‘Het is niet zo dat de meeste Joodse Nederlanders deze regering steunen, maar de straat op gaan is een ander verhaal. Veel mensen zijn thuisgebleven, omdat ze de vijanden van Israël niet in de kaart willen spelen. Maar we zijn juist heel erg pro-Israël. Daarom waren er op de demonstratie zoveel Israëlische vlaggen te zien.’

Hij vertelt verbaasd te zijn over de brief die PVV-Kamerleden Gidi Markuszower en Geert Wilders schreven op de website NieuwNieuws, waarin ze hem, Bleich en de andere demonstranten veroordeelden als ‘deugneuzen’ die aan ‘eenzijdig links schuldgevoel’ en ‘progressieve zelfhaat’ schuldig zouden maken. ‘Bepaalt Geert Wilders soms wie een vriend is van Israël en wie niet, en wat wij Joodse Nederlanders moeten vinden?’, zegt de voormalige CIDI-directeur hierover. ‘Het is curieus dat een partij die zelf geen interne democratie kent zich met deze affaire bezighoudt. En Benjamin Netanyahu moet zich even goed achter de oren krabben, dat hij steunt krijgt van een partij die geen leden kent, geen partijraad, geen interne verkiezingen.’

‘Als het om de rechten van de Palestijnen gaat, dan blijven de protesten uit’

Naftaniel vindt dat Israël, ondanks alle gebreken, nog steeds een democratie is. ‘Israëliërs kunnen vrijuit demonstreren. In Israëls buurlanden kan dat niet. Daar zitten de gevangenissen vol met politieke tegenstanders. Israël is de enige democratie in het Midden-Oosten.’ Wel vreest hij voor ‘Hongaarse toestanden’ als de rechterlijke macht aan de politiek ondergeschikt wordt gemaakt. ‘We moeten dat koste wat het kost voorkomen. Daarom zijn we ook de straat opgegaan.’

‘Fascistische vlaggen’

De beweringen van Naftaniel worden door pro-Palestina-activisten fel bestreden. Israël is volgens hen geen democratie maar een etnocratie die een apartheidsbeleid tegen de Palestijnen voert. Het feit dat veel demonstranten op 26 maart met Israëlische vlaggen zwaaiden zou hét bewijs zijn dat die hele demonstratie niet deugt. Nederlandse pro-Palestina-activisten richtten hun pijlen op de lokale PvdA-politica Keren Hirsch, die een foto van haarzelf tijdens de demonstratie – met Israëlische vlag – op Twitter had gedeeld. Deze vlag werkte als een rode lap op een stier. ‘Waarom paradeer je die fascistische vlag? Schaam je je niet?’, reageerde een Palestina-activist boos. En een ander schreef: ‘Ga je schamen met je zionistische propaganda. Het hangt ons de keel uit.’

De Joodse Amsterdammer en pro-Palestina-activist Simcha de Vries begrijpt deze boosheid, maar vindt het wel oppervlakkig. ‘Het PvdA-beleid wordt niet door Hirsch bepaald, maar door de Tweede Kamerfractie.’ De Vries is niet naar de demonstratie gegaan, omdat die te zeer pro-Israël is. ‘Ik moet zeggen dat ik het toch wel schrijnend vind om te zien hoe snel en massaal ze zich verzameld hebben als het eigenbelang in geding is. Want als het om de rechten van de Palestijnen gaat, dan blijven de protesten uit. Waar zijn al die rechtsstaatminnende Israëliërs om strafrechtelijke verantwoording te eisen voor kolonistengeweld?’ Het eisenpakket van de demonstranten in Israël vindt hij ook heel mager. ‘Ze willen niet dat de regering opstapt, ofzo.’

Bleich hoopt stiekem wel dat dit gebeurt, biecht ze op, en dat er een progressiever bewind aan de macht komt. ‘Dat is een eerste stap ook naar toenadering tot de Palestijnen.’ Met de kritiek van De Vries is ze het ‘ook wel een beetje eens’, vervolgt ze. ‘Het lijkt er nu op dat Israëliërs pas de straat op gaan, nu hun eigen rechten in het geding komen. Maar het aan banden leggen van de extremisten biedt ook voordelen voor de Arabische minderheid in Israël, die door Ben-Gvir gedemoniseerd wordt. De kwestie van de bezetting is helaas al jaren een blinde vlek. Ik hoop dat dit verandert. Veel progressieve Israëliërs waren jarenlang heel apathisch. Mijn oudere zus ook, die al heel lang in Israël woont. Ik belde haar een keer toen Gaza weer eens werd gebombardeerd. ‘Wij progressieve Israëliërs kunnen hier ook maar weinig aan doen’, was het antwoord.’ Maar nu gaan in Israël honderdduizenden mensen de straat op. Het is het meest hoopvolle moment, sinds het sluiten van de Oslo-akkoorden in 1993, al is de uitkomst meer dan onzeker en zijn de zorgen dus nog lang niet voorbij.’

Ronny Naftaniel tijdens de demonstratie tegen de Israëlische regering. (Beeld: Ronny Naftaniel)

Pogrom

Volgens Naftaniel zijn er nu twee toekomstscenario’s voor Israël mogelijk: ‘Of Netanyahu houdt aan zijn plannen vast, in de hoop dat de protestbeweging haar momentum verliest. Of de regering doet water bij de wijn, zodat het beleid gematigder wordt.’ Naftaniel wijst in dit verband op het Verenigd Thora Front, een orthodoxe, niet-zionistische partij in de oppositie, die Benny Ganz van de centrumpartij Blauw en Wit opgeroepen heeft om met Netanyahu te regeren in een gematigde coalitie. ‘Ganz heeft een hekel aan Netanyahu, maar moet zijn bezwaren opzij zetten, vindt het Thorafront.’

Simcha de Vries hoopt eveneens op een nieuwe regering, die een gematigder beleid voorstaat. Hij is voor een fundamentelere beleidsverandering en dat zijn de ‘gematigde’ Israëlische partijen niet, maar er is volgens hem een groot verschil tussen Blauw en Wit enerzijds en Otsma Jehudit anderzijds: ‘Het is geen lood om oud ijzer en ook voor de Palestijnen maakt het iets uit, ook al denken ze misschien van niet. De pogrom in het Palestijnse dorp Huwwara in februari dit jaar [waarbij Joodse kolonisten huizen en auto’s van de Palestijnse bewoners in de brand staken, talrijke Palestijnen gewond raakten en een werd gedood]  liet zien dat kolonisten nu meer dan ooit het verlengstuk zijn van het leger en de bezetting.’

De Vries maakt zich daarnaast grote zorgen over de plannen voor een Nationale Garde onder Ben-Gvir. Dat zal volgens hem een ‘rechtsextremistische knokploeg’ worden. ‘Het leger vindt de radicale plannen van de regering roekeloos. De regering wil de oude nederzettingen in de Gazastrook weer terug. Dat wil het leger niet, want die nederzettingen zijn bijna onmogelijk om te verdedigen. Daarom trok Ariel Sharon zich toentertijd [begin deze eeuw] ook uit de Gazastrook terug.’

Ten slotte is er nog de extremistische retoriek, besluit De Vries. ‘Ministers zeggen de meest grove dingen, en schamen zich hier ook niet voor. Vorige Israëlische regeringen voerden feitelijk een keihard anti-Palestijns beleid, maar hun woorden waren veel diplomatieker.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -