6.9 C
Amsterdam

Koerden en Imazighen samen tegen onderdrukking

Hüseyin Atasever
Hüseyin Atasever
Voormalig journalist en redacteur van de Kanttekening.

Lees meer

Koerden en Imazighen zien veel overeenkomsten in de strijd die ze voeren tegen onderdrukking in Turkije en Marokko.

Een groep Belgische en Nederlandse activisten heeft onlangs een solidariteitsmanifest naar buiten gebracht waarin een oproep wordt gedaan voor samenwerking tussen Koerden en Imazighen (Berbers). In het manifest wordt steun geuit voor de demonstraties van Imazighen voor meer rechten en benadrukt dat er veel overeenkomsten zijn tussen de onderdrukking van de twee bevolkingsgroepen. De Kanttekening sprak daarover een Koerdische een Imazigische Nederlander die het manifest hebben ondertekend, Bedel Bayrak en Mo Achahbar.

‘Er is een verschil in context, maar er zijn heel wat parallellen tussen de manieren waarop Koerden en Imazighen onderdrukt zijn’, staat in het manifest. ‘Wat de Imazighen in Marokko betreft, is er een parallel in het neerkijken op de eigen taal en cultuur. De Imazighen worden bijvoorbeeld net als de Koerden weggezet als ‘mensen van de bergen’, om te insinueren dat ze onderontwikkeld zouden zijn. Deze omschrijving is ook een middel om te doen alsof het om een minderheid in een afgelegen gebied gaat, terwijl Imazighen en Koerden in alle steden van Marokko en Turkije te vinden zijn.’

Volgens Bayrak is de Rif net als het zuidoosten van Turkije een achtergesteld gebied. Ook daar zijn veel problemen rond werkgelegenheid en gezondheidszorg. Hij vond het zijn plicht om zich solidair te tonen met de Imazighen, die al maanden aan het demonstreren zijn voor een betere gezondheidszorg, beter onderwijs en verbetering van de leefomstandigheden. ‘Ik weet als onderdeel van een minderheidsgroep dat mensen niet snel solidair zijn met jou. Je wordt heel snel gezien als een verrader, als iemand die het land schade wil aanbrengen. Je bent in de ogen van de machthebbers een onrustzaaier die aangepakt moet worden. Ik kan me dankzij mijn Koerdische identiteit en alles wat daarmee gepaard gaat precies inleven in de situatie van mensen in de Rif.’

Bayrak, antropologiestudent en één van de initiatiefnemers van een dialoogproject waarbij Koerdische Nederlanders aan tafel zitten en in dialoog gaan met Turkse Nederlanders, zegt dat de Imazighen net als de Koerden een minderheid zijn in hun eigen land. ‘Ze zijn nog geen slachtoffer van hetzelfde geweld dat tegen Koerden in Turkije werd en wordt gebruikt, maar voor de rest zitten ze ongeveer in hetzelfde schuitje. Ik herken heel veel onrecht. De manier waarop mensen worden aangepakt wanneer ze opkomen voor hun rechten is ook bijna identiek.’

De Koerdische strijd voor meer rechten en tegen onderdrukking in Turkije evolueerde in de jaren zeventig deels tot een gewapende strijd door terreurgroep PKK (Koerdische Arbeiderspartij). Daarbij zijn aan beide kanten tienduizenden doden gevallen. De in 2006 begonnen vredesonderhandelingen tussen de Turkse regering en de PKK liep in 2015 uit tot een fiasco, met als resultaat dat het geweld na een relatief rustige periode weer oplaaide. Inmiddels zit ook een belangrijk deel van de democratisch gekozen parlementariërs van de pro-Koerdische HDP (Democratische Partij van Volkeren) in de gevangenis, onder meer op beschuldiging van het hebben van banden met de PKK.

‘Ik zou de Imazighen aanraden om de beweging vooral geweldloos te houden’, zegt Bayrak. ‘Ze worden uitgedaagd om de wapens op te pakken, maar ik geloof dat het daarmee alleen maar moeilijker wordt om je doel te bereiken. Geweld is altijd onwenselijk, het brengt meer geweld met zich mee. Je verliest tevens de kracht van vredig demonstreren.’ Toch denkt hij dat het niet altijd de schuld is van de ‘onderdrukten’, wanneer zelfverdediging uitmondt in geweld. ‘Als je mensen opsluit, martelt of vermoordt, radicaliseren grote groepen. Het is een realiteit dat mensenrechtenschendingen en vernederingen van Koerden in de jaren zeventig en tachtig de gewapende strijd hebben doen ontstaan.’  De martelingen van Koerdische activisten in de gevangenis van Diyarbakir na de coup van 1980 wordt door velen gezien als een breekpunt in het militariseren van het Koerdisch verzet. Honderden Koerden sloten zich na vrijlating aan bij de PKK.

In het manifest wordt er daarom ook niet expliciet afstand genomen van geweld, omdat het de mensen ter plekke zouden zijn die als eerste de gevolgen van de onderdrukking en het geweld voelen en dus ook het eerste recht hebben om te bepalen hoe ze een menswaardig bestaan kunnen afdwingen. ‘We spreken als de Imazighen en Koerden uit Nederland en België daarom ook onze steun en solidariteit uit voor het verzet van de Imazighen in Marokko en Koerden in Turkije, zonder te eisen of te verwachten dat verzet tegen staatsgeweld geweldloos zou moeten zijn.’

Mo Achahbar haalt de laatste woorden van protestleider Nasser Zafzafi voordat hij werd opgepakt in Marokko aan: ‘Ik hoop van harte dat de demonstraties vredig verlopen, maar op het moment dat het regime deze harde lijn voortzet zullen mensen toch mogelijk afwijken naar geweld. Dat is soms onvermijdelijk.’ Over de situatie van Koerden zegt Achahbar dat hij al jaren solidair is met zijn ‘lotgenoten in Turkije’. ‘Al voordat er protesten uitbraken in Marokko, was ik in Nederland heel lang actief en betrokken met de acties voor de rechten van Koerden in Turkije. Het is onmenselijk om je stil te houden terwijl een groep zoveel onrecht wordt aangedaan.’ Dat er aan beide kanten toch heel veel stilte is over elkaars leed, denkt Achahbar, heeft te maken met de propaganda die de Marokkaanse en Turkse overheid voeren. ‘Als Marokkaan lees je in de kranten of schoolboeken niets over de onderdrukking van Koerden, andersom lees je in Turkije niets over de Riffijnse kwestie. Dat is bewust beleid zodat men de eigen situatie niet gaat vergelijken met andere groepen die worden onderdrukt.’

In het manifest wordt die onwetendheid ook gehekeld. ‘We merken dat de geschiedenis van het verzet van de Koerdische beweging voor veel Imazighen onbekend is. Daardoor zijn er Imazighen die geen contradictie zien in hun steun voor de Turkse president Recep Tayyip Erdogan en zijn anti-Koerdische politiek en hun eigen strijd. Ik heb daar gewoon geen woorden voor’, zegt Achahbar, die heel veel jongeren uit de Rif betrapt op sympathie en steun voor Erdogan. ‘Dan vraag ik me af: jouw volk maakt hetzelfde mee in Marokko als de Koerden in Turkije, hoe kan je dan nog iemand als Erdogan steunen en als een held zien? Hypocrisie ten top.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -