7.4 C
Amsterdam

Was profeet Mohammed een antisemiet?

Hüseyin Atasever
Hüseyin Atasever
Voormalig journalist en redacteur van de Kanttekening.

Lees meer

‘De rol die bepaalde imams en predikers spelen in het verspreiden van antisemitisme is groot’, zegt islamwetenschapper Resit Haylamaz. Moslims moeten islamitische bronnen volgens hem met een holistische blik lezen om zich te onthouden van antisemitisme.

Uit onderzoek blijkt dat antisemitisme onder moslims veel voorkomt. Door het Palestijns-Israëlisch conflict en de onderdrukking van de Palestijnen ervaren veel moslims haat en woede tegen de joden, iets wat door het politieke discours in veel islamitische landen gevoed wordt. De Centrale Joodse Raad in Duitsland raadde onlangs af om in grote steden nog langer een keppeltje te dragen op straat. De afgelopen zes jaar zijn in Frankrijk tien mensen vermoord omdat ze joods waren. Telkens had de dader een islamitische achtergrond. Maar wat is nu de positie van de islam ten aanzien van joden en het jodendom? Hoe moeten moslims de teksten in de Koran en de hadith begrijpen die veel critici als antisemitisch bestempelen? De Kanttekening sprak islamwetenschapper Resit Haylamaz, schrijver van meerdere bestsellers over het leven van de profeet Mohammed.

Los van de vraag of het terecht is of niet, vandaag de dag lijken antisemitisme en de islam sterk met elkaar verweven. Wat is volgens u de positie van de islam als het gaat om joden en het jodendom?
‘Om te beginnen vind ik dat één ding heel erg duidelijk moet zijn: de islam is niet vijandig tegenover een groep, volk of land en is dat ook nooit geweest. Het klinkt voor sommigen heel cliché, maar de islam is een religie van vrede en bestaat juist om vrede te bewerkstellen. Het leven van de profeet, de eerste uitvoerder van de regels van de islam, is al eeuwen bekend. Hij heeft geen enkel mens wegens diens stam, stad, staat of religie gemarginaliseerd of als vijand behandeld.’

Wat u vertelt is toch wel tegenstrijdig met het leven van veel moslims en hoe de islam vandaag wordt geïnterpreteerd.
‘Dat er zo wordt gedacht is ook heel begrijpelijk. Ik moet met spijt concluderen dat een enorme groep moslims, die denkt dat ze de regels van de islam volgen en de religie verdedigen, geen holistische kijk hebben op de bronnen waardoor ze op theologisch vlak als het ware doodlopende straten ingaan. Ze missen de nodige kennis en het enige wat ze op zulke discutabele onderwerpen doen is het klakkeloos overnemen van bepaalde visies die in strijd zijn met de essentie van het geloof. De rol die de politieke islam daarbij speelt is ook niet te onderschatten.’

Wat voor rol speelt de politieke islam in het antisemitisme onder moslims?
‘Na de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 kreeg deze kwestie een heel andere lading en werd ze onderdeel van een meedogenloze politiek. In veel landen in het Midden-Oosten is dit een gevoelig onderwerp waarmee je als politicus kunt scoren. Weliswaar deden sommige het fanatieker dan andere, maar bijna alle landen in de regio creëerden, onder het mom van ‘het verdedigen van Palestijnse rechten’, een groot draagvlak onder moslims voor antisemitisme. Als je de Arabische media volgt zie je dat de afgelopen vijfenzestig jaar twee dingen het nieuws domineerden: wat de koning op een bepaalde dag doet en antisemitisme, gelegitimeerd door de Palestijnse zaak. Het resultaat is dat het telkens de Palestijnen zijn die pijn lijden, die hun huizen gesloopt of verbrand zien worden en die hun geliefden verliezen. Omdat het echter altijd bij retoriek blijft en géén van die landen daadwerkelijk iets voor de Palestijnen doet, zijn zij het die voor de gevolgen moeten opdraaien. De hele wereld is er nu van overtuigd dat die ‘schreeuwerige islamitische landen’ toch niets voor de Palestijnen doen wanneer het erop aankomt.’

Zijn het alleen politici die antisemitisme propageren? Hoe groot is bijvoorbeeld de rol van religieuze figuren?
‘De rol die bepaalde imams en predikers spelen in het verspreiden van antisemitisme is groot. Veel ‘islamitische’ landen voeren een bewust beleid dat onwetendheid onder een groot deel van de bevolking handhaaft, zodat ze de autoriteiten gemakkelijker gehoorzaamt. Dat betekent dat bijna alles wat op de preekstoel wordt gezegd als ‘de ultieme waarheid’ wordt geaccepteerd. Wanneer de imam zegt dat de joden ranzige mensen zijn die slechts de dood verdienen, dan zullen velen dat geloven.’

Maar wat zegt de islam dan over joden? Hoe moeten we de toch wel controversiële teksten in de hadith en de Koran interpreteren?
‘Het is een gegeven dat joden één van de meest besproken volken in de Koran vormen. De meeste profeten die in het boek worden genoemd zijn als boodschapper naar het joodse volk gestuurd. Hoewel in de verzen de negatieve eigenschappen van een deel van deze mensen zeker aan de orde komen, wordt ook benadrukt dat er niet zoiets bestaat als ‘de jood’ en dat er net zo goed joden zijn die de moslims als voorbeeld kunnen dienen. Waar tegenwoordig veel moslims de fout ingaan is denken dat de Koran-verzen zich richten op joden an sich, terwijl het voornamelijk gaat om bepaalde negatieve eigenschappen van een groep mensen binnen de joodse gemeenschap. In andere verzen worden dergelijke negatieve eigenschappen net zo goed aan moslims toegeschreven, moslims waar de Koran zware kritiek op heeft. Moeten we dan ook maar meteen zeggen dat de Koran een islamofoob boek is? Nee, het zijn eigenschappen die te allen tijde en bij alle volken voorkomen. Het is niet vreemd dat ook in de hadith de vertelling regelmatig wordt gedaan door joden, voor de oudere generaties moslims mensen waar ze destijds toch veel contacten mee hadden. Maar ik vraag me serieus af hoeveel moslims vandaag de dag niet zelf beschikken over al die negatieve eigenschappen die zo zwaar in de verzen en de hadith worden bekritiseerd.’

In de Koran staat dat joden het sterkst zijn in hun vijandigheid ten aanzien van moslims. Voedt dit vers niet de argwaan jegens joden?
‘In de eerste plaats gaat dit vers niet alleen over joden, maar ook over polytheïsten. En ook bij de interpretatie van dit vers ontbreekt een holistische blik. Zulke verzen worden namelijk geheel onterecht aangewend om de ‘vijand’ – in dit geval de joden – aan te vallen. De Koran en de hadith worden tegen joden gebruikt als een soort knuppel van onze losgeslagen emoties. Ten tweede wordt in dit vers een vergelijking gemaakt met christenen; de boodschap is dat christenen destijds minder vijandig tegenover moslims stonden omdat in hun gemeenschap gelovigen leefden die de gemeenschap konden informeren en rehabiliteren; iets wat een deel van de joden in het Arabische schiereiland toen volgens de Koran misten. De context en tijdsgeest zijn dus essentieel bij het begrijpen en interpreteren van zulke teksten. Terwijl de Koran hier als het ware handvatten biedt om vijandelijkheden te beëindigen, in dit geval door de rehabilitatie van een volk, interpreteren wij moslims dit op een heel bizarre manier toch als een boodschap om meer vijanden te creëren. Tegen zulke mensen zeg ik: wie staat er vandaag vijandiger tegenover de moslims dan de moslims zelf? Kijk maar naar de ‘islamitische’ wereld: moslims die naar dezelfde moskee gaan en voor dezelfde god bidden vallen elkaar bij het eerste het beste dispuut aan, vermoorden elkaar om hun visie op de islam, noemen elkaar kafir en stelen elkaars bezit. Bedenk wel, de joden en polytheïsten die in zulke verzen worden benoemd deden moslims niet meer kwaad dan de hedendaagse moslims dat doen.’

Foto: Cihan. Resit Haylamaz (Istanbul, 1965) studeerde Islamitisch Recht aan de Uludag Universiteit in Bursa en promoveerde op het gebied van ‘tafsir’ ofwel interpretatie van de Koran aan de Universiteit van Sakarya. Hij bekleedde bestuurlijke functies voor verschillende onderwijsinstellingen, was directeur van het persagentschap Cihan en schreef columns voor verschillende kranten. Hij is expert op het gebied van ‘siyer’, een wetenschap die het leven van profeet Mohammed bestudeert. Hij schreef meerdere bestsellers over de profeet. Hij woont momenteel in de Verenigde Staten waar hij lezingen geeft over de visie van de islam op de joodse gemeenschap en het jodendom.

Is het waar dat joden volgens de islam een vervloekt volk zijn?
‘Nee. De Koran heeft het over een groep joden die, ondanks hun vele profeten, de wonderen die ze meemaakten en de complimenten die ze in de heilige boeken kregen, keer op keer het juiste pad verlieten en daarin koppig waren. De Koran vervloekt specifiek een groepje joden en niet het hele volk. Een vergelijkbare vervloeking heeft ook betrekking op de groep moslims die dagelijks de moskee bezoekt om te bidden, maar die toch het rechte pad verlaat. Het is pijnlijk dat wij de Koran lezen, puur om ons beeld van de ander bevestigd te zien krijgen en niet om er lessen uit te trekken.’

Het conflict met Banu Qurayza, een joodse stam in Medina die werd verslagen en afgestraft wegens verraad, zou het bewijs zijn dat de profeet een antisemiet was. Hoe kijkt u naar deze kwestie?
‘Ook hier wordt zonder enige kennis van zaken gesproken. Toen de profeet met zijn volgelingen naar Medina emigreerde waren het de joden met wie hij als eerste een overeenkomst tekende. Met het verdrag van Medina kwamen alle partijen, inclusief negen joodse stammen, een nieuw bestuurlijk systeem voor Medina overeen. In hetzelfde verdrag werden de joden als een gehele oemma of entiteit geaccepteerd en kregen ze het recht om volgens de Thora te leven en het joodse recht te hanteren. De profeet benadrukte in die periode altijd de overeenkomsten in plaats van de verschillen. Hij ging naar joodse gebedshuizen, bezocht hun zieken, toonde respect voor hun doden, gaf hun eten en dreef handel met joden. Bij ruzie tussen joden en moslims koos hij nooit per definitie de kant van de moslim, maar altijd van de partij die gelijk had. Hij aarzelde niet om ook zijn eigen metgezellen te straffen wanneer zij een misdrijf tegen een joodse inwoner van de stad hadden gepleegd. De kwestie Banu Qurayza en de straf die deze joodse stam kreeg had dus niets te maken met religieuze factoren, maar was het gevolg van een opstand tegen een bestuurlijk systeem dat ze samen in overeenstemming hadden opgericht. Het had ermee te maken dat deze stam de wapens oppakte, tegen moslims gebruikte en de ondertekende verdragen met de voeten trad. We moeten ook niet vergeten dat er geen totale vijandigheid tussen joden en moslims bestond. Sterker nog, we zien een korte tijd na de Slag bij Badr dat zeventig gewapende joden mee willen doen met de Slag bij Uhud en dat het leger van Mohammed joodse soldaten had, zelfs toen het in Khaybar ten oorlog trok tegen een joodse stam.’

Mohammed was geen antisemiet, zegt u?
‘Absoluut niet. Dat zie je ook terug in bijvoorbeeld zijn keuze om met een vrouw van joodse afkomst, Safiya bint Huyayy, te trouwen. Met dit huwelijk ontstond een familieband tussen de profeet en joden. Opmerkelijk is zijn houding tegen anderen die Safiya niet accepteren vanwege haar achtergrond. Toen Zaynab bint Jahsh, een andere vrouw van Mohammed, Safiya beledigde omdat ze joods was, verbrak de profeet maandenlang alle banden met Zaynab. Hij gaf daarmee de duidelijke boodschap dat hij antisemitisme en racisme op geen enkele manier tolereerde.’

Hoe denkt u over de hadith die stelt dat het einde der tijden niet komt voordat moslims en joden oorlog zullen voeren en de moslims die zullen winnen? Is dit geen reden voor moslims om joden als de vijand te zien?
‘Ik zie dat als een waarschuwing; als moslims en joden niet oplossingsgericht aan de slag gaan om de vijandigheden te bestrijden, ziet de profeet een gevaarlijke situatie ontstaan. Als deze hadith werkelijk een oproep tot oorlog met joden zou zijn, zouden de eerste moslims na de profeet, de Omajjaden, de Abbasieden en de Ottomanen, telkens in oorlog moeten zijn met joden. Het tegenovergestelde is waar. Ondanks de grote problemen die joden in de loop van de geschiedenis met niet-moslims ervoeren, bestond er tot de afgelopen eeuw geen noemenswaardig conflict tussen joden en moslims. Sterker nog, zoals de opvang van joden door de Ottomanen en al-Andalus laat zien, waren het de moslims die in grote getale joden hebben opgevangen toen ze werden vervolgd en vermoord.’

Ziet u in antisemitisme onder moslims ook een manier om de eigen fouten te verdoezelen en gemakzuchtig alle problemen in de schoenen van anderen te schuiven?
‘Zeker! Terwijl het de bedoeling is dat we eerst onze eigen fouten onder ogen zien, vallen we een heel volk aan om wat hun voorouders eeuwen geleden deden. Dat vind ik wreed, om het nog zacht uit te drukken. Je kan niet én zeggen dat je moslim bent én een hele groep mensen aanspreken op iets waar ze niets mee te maken heeft. Het is zowel een islamitisch als juridisch principe dat ieder individu verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen daden; je kunt een kind dus niet straffen omdat zijn vader iets heeft misdaan. We vergeten tevens dat wij als moslims direct worden aangesproken in de Koran. De Koran heeft het tegen ons, het waarschuwt ons voor bepaalde fouten die in het verleden zijn begaan, maar we trekken ons er niets van aan. We doen alsof we vrij van zonden en zo puur als glas zijn. Wie de Koran leest en vervolgens met de vinger naar anderen wijst heeft het blijkbaar totaal niet begrepen.’

Hoe komt het dat toch veel moslims woede jegens Israël verwarren met haat ten aanzien van joden?
‘Het is onze taak om op te staan tegen alle vormen van repressie en onderdrukking, ongeacht wie de dader en wie het slachtoffer is. Iedereen zou zich aangevallen moeten voelen door misdaden die nu in Israël worden gepleegd. Toch moeten we één punt wel duidelijk maken: het Israëlisch-Palestijns conflict is geen religieus, maar een politiek conflict. Israël is niet de vertegenwoordiger van de joden en Palestina niet van de moslims. We moeten, hoe moeilijk het ook klinkt, de diplomatie haar werk laten doen en blijven zoeken naar duurzame vrede in de regio. De geschiedenis laat zien dat dit zeker mogelijk is.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -