6.7 C
Amsterdam

Media berichten eenzijdig over Afghanistan, vinden sommige moslims

Fitria Jelyta
Fitria Jelyta
Journalist.

Lees meer

Sinds de machtsovername door de Taliban staan onze media vol berichtgeving en analyses over Afghanistan. Ook ontbreekt het niet aan verhalen over Afghaanse vluchtelingen en de families die achter zijn gebleven. Volgens sommige Nederlandse moslims schetsen de media echter een eenzijdig beeld van wat daar gaande is.

Zo zetten Nederlandse media de Afghanen te veel neer als passieve slachtoffers, aldus de Afghaans-Nederlandse Nilab Ahmadi (29). ‘Afghanen hebben juridische processen in gang gezet om de mensen te helpen die in Kabul vastzitten, zoals journalisten. Binnen de Afghaanse diaspora zijn lijsten gemaakt van advocaten die kunnen helpen, van wie je moet bereiken. Het zijn ook Afghanen en Afghaanse Europeanen die geëvacueerden opvangen zodra ze in hun bestemmingsland aankomen. Ze hebben benodigdheden ingezameld voor Afghaanse vluchtelingen, bijvoorbeeld in Turkije. Daarnaast zijn er Afghanen die vluchten naar Kabul hebben geregeld om evacuaties mogelijk te maken’, vertelt zij.

‘De Afghaanse diaspora is zeer goed in staat de eigen gemeenschap op te vangen, ondanks veertig jaar lang ellende en oorlog. Wij komen uit families die alles hebben verloren, maar ondanks dat gaan we door. Afghanen zijn niet enkel slachtoffers van dit alles, maar dat is wel het beeld dat je te zien krijgt in de media.’

‘Afghanen zijn niet enkel slachtoffers van dit alles, maar dat is wel het beeld dat je te zien krijgt in de media’

De ouders van Ahmadi zijn eind jaren tachtig vanuit Afghanistan naar de Sovjet-Unie gegaan, op de vlucht voor de oorlog. Zij werd in Rusland geboren, net als veel Afghaanse leeftijdsgenoten. Toen de Sovjet-Unie in 1991 ten val kwam, vluchtte zij met haar moeder naar Nederland. Haar vader volgde het gezin vlak daarna.

‘Lange tijd wilde ik mijn identiteit als Afghaan even ‘parkeren’, omdat het steeds over de oorlog ging. Naarmate ik ouder werd, kwam ook het verlangen om mij meer te verdiepen in mijn Afghaanse wortels. Die kennis komt nu met volle teugen binnen’, vertelt zij. ‘Heel veel van de Afghaanse cultuur is verloren gegaan door de Taliban, die culturele genocide hebben gepleegd. Onder hun bewind zijn musea vernield, kunstwerken vernietigd en boeken in brand gestoken. Ze hebben ook de filmindustrie met de grond gelijk gemaakt. Daar is niets meer van over.’ Ondanks dat zij de rijke cultuur in Afghanistan nooit heeft meegemaakt, rouwt zij om het verlies daarvan. ‘Het is een heel sterk sentiment onder de Afghaanse diaspora.’

Deze diaspora kent veel Afghaanse experts, die meer kennis hebben over de geschiedenis van het land dan de – veelal witte – deskundigen die nu alle ruimte krijgen in de media, aldus Ahmadi. ‘Je merkt dat de media zich beperken tot bepaalde invalshoeken met betrekking tot Afghanen. Ik werd bijvoorbeeld door de Amsterdamse omroep AT5 gevraagd om te praten over mijn familie daar. Aan het begin van de machtsovername door de Taliban was het medialandschap in Nederland volledig gericht op interviews met Afghanen die nog familie hebben in Kabul’, zegt zij.

‘Dan werd aan Afghanen en Afghaanse Nederlanders gevraagd waar ze bang voor zijn, en wat ze denken dat er gaat veranderen. Dat werd dan bewerkt tot een zielig plaatje: ‘Ik ben verdrietig, mijn familie is verdrietig en wij zijn hulpeloos.’ Ondertussen wordt ook gesproken over wat er is gebeurd en hoe de machtsovername door de Taliban plaats had kunnen vinden, maar die vragen stellen journalisten aan witte deskundigen, niet aan Afghanen of Afghaanse Nederlanders.’

Daarom pleit Ahmadi voor meer Afghaanse experts in de media. ‘Er moet direct contact worden gelegd met deskundigen, en dat moeten Afghanen zijn. De media kunnen ook een pool van bijvoorbeeld vijf Afghaanse experts opstellen die actief betrokken zijn binnen de Afghaanse diaspora, om vervolgens informatie over Afghanistan uit dit pool te putten’, zegt zij.

Oriëntalisme

De westerse media spreken ook vaak op een oriëntalistische manier over de ‘Afghaanse vrouw’, merkt de Turks-Nederlandse Sevgi* (28). ‘De Afghaanse vrouw wordt dan weggezet als passief, onderdanig, zwak en onbeschaafd. Wat ik ook proef is het white savior-complex, waarbij witte mensen schrijven vanuit de overtuiging dat deze vrouwen door hen gered moeten worden’, vertelt Sevgi.

‘In tegenstelling tot het beeld dat de media van de Afghaanse mannen schetsen – ‘barbaars’ -, zouden deze passieve vrouwen volgens hen door de westerse beschaving nog ‘gered’ kunnen worden. Maar dat klopt niet. Afghaanse vrouwen hebben ontzettend veel gedaan om zich te verzetten tegen de Taliban, en daar lees je haast niets over in de media.’

Als voorbeeld noemt zij de Revolutionary Association of the Women of Afghanistan (RAWA). Deze militante vrouwenbeweging werd in de jaren zeventig opgericht en vocht tegen de Russische bezetters en religieuze fundamentalisten. Nu zet RAWA zich in voor vrouwenrechten, vrijheid en het behoud van democratische waarden.

Een ander voorbeeld is het Afghaanse vrouwennetwerk. Dit werd opgericht door vijftig Afghaanse vrouwen, die na 9/11 bij elkaar kwamen in Pakistan om zich te organiseren tegen de militaire invasie van de VS. Ook riepen ze buurlanden op om hun grenzen te openen en vluchtelingen op te vangen, die slachtoffer werden van de vele aanvallen van het Amerikaanse leger.

Foto van Afghaanse vrouwen in 1972 versus 2013 (Beeld: Instagram)

Door de vrijheidsstrijd van de Afghaanse vrouwen niet te benoemen wordt een eenzijdig beeld geschetst, vindt Sevgi. ‘Op social media werd een oude foto gedeeld, waarop Afghaanse vrouwen uit de jaren zeventig te zien zijn die in korte rokjes rondliepen. Dit wordt vanuit de westerse blik dan gezien als het ideaalbeeld van vrijheid voor vrouwen, terwijl er toen ook vrouwen waren die uit vrije wil een hoofddoek droegen’, zegt zij.

‘De mensen die deze foto op social media delen, zeggen te rouwen om de vrijheid die de Afghaanse vrouwen nu niet meer zouden hebben. In plaats van het definiëren van vrijheid in sociale, politieke en economische rechten moeten we focussen op de situatie rondom geletterdheid, gezondheidszorg en onderwijs. Een foto zegt niks over de vrijheid die mensen ervaren.’

‘Linkse’ media

Ook de Iraans-Nederlandse Mehri Zamanbin (29) mist in de mediaverhalen over Afghanistan een sociaalhistorische context. Deels komt dit omdat sommige media via sensatiegerichte artikelen meer lezers willen scoren, stelt zij.

‘In sommige media worden de ontwikkelingen in Afghanistan zelfs gereduceerd tot een ‘burgeroorlog’, alsof de Afghaanse mensen deze oorlog over zichzelf hebben afgeroepen. Dat stuit me tegen de borst. Hiermee wordt gesuggereerd dat democratie niet werkt voor de Afghaanse bevolking omdat ze heel anders zouden zijn. Ook wordt zo de moslimidentiteit van Afghaanse burgers geproblematiseerd.’ Dat heeft ook gevolgen voor hoe Afghaanse vluchtelingen hier worden ontvangen, zegt zij. De problematisering van moslims als gevolg van eenzijdige berichtgeving heeft volgens haar een negatieve invloed op de stemming van ‘bezorgde Nederlandse burgers’ die de grenzen dicht willen houden.

‘Afghanistan heeft al sinds de jaren zeventig last van internationale mogendheden die het land binnenvallen’, zegt Zamanbin. ‘Hoe kunnen we praten over de machtsovername door de Taliban zonder kritisch te kijken naar de interventies die daar jarenlang plaatsvonden? Zonder kritisch te kijken naar onze militaire aanwezigheid? Waarom waren we daar überhaupt? Dat soort vragen worden niet gesteld aan de mensen die er verantwoordelijk voor zijn.’

Zulke kritiek op het handelen van het Westen in Afghanistan is er wel, maar leest zij vooral in opiniestukken. Ook merkt zij dat media die wél kritiek leveren op de buitenlandse interventies in Afghanistan, zoals NRC, vaak als extreemlinks worden bestempeld door mensen die gematigd rechts zijn.

‘Je hoort mensen ook zeggen dat ze de media erg links vinden. Daar ben ik het niet mee eens. Ik vind dat in Nederland juist het idee heerst dat zowel links als rechts van zich moeten laten horen. Dit is een land waar iedereen zijn mening mag verkondigen, en daarvoor staan verschillende mediaplatformen tot hun beschikking. Ik denk dat sommige mensen die gematigd rechts zijn zich ongemakkelijk voelen bij het feit dat biculturele Nederlanders nu steeds vaker ruimte innemen in publieke debatten. Dat zijn ze niet gewend, en daarom denken ze dat de media links zijn.’

De ‘acceptabele’ moslim

Er is nog een lange weg te gaan voordat het westerse medialandschap daadwerkelijk inclusief wordt voor moslims, stelt de Indonesisch-Nederlandse Michiel**(34). Het valt hem op dat media onderscheid maken tussen ‘acceptabele’ en ‘radicale’ moslims.

‘De moslim die wél geaccepteerd wordt, en vaak ook meer ruimte krijgt in de media, is de moslim die liberale en seculiere waarden nastreeft. Moslims die de sharia beter vinden dan de democratie worden gelabeld als extreem of radicaal. Zij krijgen met dat stempel geen ruimte om deel te nemen aan maatschappelijke gesprekken’, zegt hij.

‘Door de assimilatie van liberale normen en waarden die Nederlandse moslims worden opgelegd, zijn ze meer geneigd om te zeggen dat de sharia niet bij de islam hoort. Dat vind ik erg. De sharia is belangrijk in de islam’, zegt hij. ‘Dat vrouwen vervolgens de toegang tot onderwijs worden ontzegd is verkeerd. Dat maakt geen deel uit van de sharia. Maar om de sharia dan volledig te verwerpen, omdat de Taliban een bepaalde uitleg van de sharia hanteren, dat vind ik ook verkeerd. De sharia is niet bij voorbaat fout omdat het afwijkt van de democratie en liberale normen en waarden.’

Volgens Michiel zouden moslims zich meer moeten verdiepen in de sharia voordat zij er uitspraken over doen. ‘Moslims zouden ook trots moeten zijn op hun geloof, en geen concessies hoeven te maken om geaccepteerd te worden.’

‘Moslims die de sharia beter vinden dan de democratie krijgen geen ruimte om deel te nemen aan maatschappelijke gesprekken’

Zodra een moslim niet de Taliban maar vooral de Verenigde Staten veroordeelt voor hun militaire offensieven in Afghanistan, wordt diegene sneller gezien als radicaal, denkt hij. ‘Als je tegen de Amerikaanse bezetting bent in Afghanistan, betekent het niet gelijk dat je pro-Taliban bent. De Taliban hebben veel fouten gemaakt in het verleden, en ze maken nu nog steeds fouten. Maar als je het handelen van de VS als bezetter als iets kleins ziet en de fouten van de Taliban als iets ongelooflijk groots, dan zijn dat scheve verhoudingen’, zegt hij. ‘Moslims zouden ook blij moeten zijn met het feit dat de VS daar weg is, en zich nu moeten richten op de opbouw van een nieuw Afghanistan zonder buitenlandse interventies. Dat is het belangrijkste.’

Het erkennen van de Taliban als de nieuwe regering van Afghanistan is echter gevaarlijk, ziet Nilab Ahmadi. ‘De Taliban zijn een terroristische organisatie die een land met militaire macht in handen heeft gekregen. Ze hebben gebombardeerd en aanslagen gepleegd, en in rap tempo claimden ze de nieuwe Afghaanse overheid te zijn’, zegt zij. ‘Door de Taliban te legitimeren, laat je volledig achterwege dat een grote groep Afghanen de Taliban niet als overheid wil. De bevolking heeft hier totaal geen zeggenschap in gehad.’

Legitimatie van de Taliban haalt volgens Ahmadi juist de ernst weg van de gevolgen van het militaire ingrijpen van het westen. Dit, omdat de gewelddadige machtsovername door de Taliban een direct gevolg is van wat de westerse mogendheden in het land hebben aangericht, ziet zij. De Taliban legitimeren als de nieuwe Afghaanse regering en de militaire interventies van het westen goedpraten, vindt Ahmadi daarom even problematisch.

‘Hoe kan het eigenlijk dat een terreurgroep als de Taliban de macht hebben overgenomen in Afghanistan? En hoe heeft de internationale gemeenschap het zover laten komen? Dat zouden we ons meer moeten afvragen, ook in de media.’

*Achternaam bij de redactie bekend.
** Gefingeerde naam. Echte naam bij de redactie bekend.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -