6.8 C
Amsterdam

Onze solidariteit met Israël brokkelt af

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

Vijftig jaar geleden, tijdens de Jom Kippoeroorlog (1973), stond Nederland nog pal achter Israël. Dat is nu anders. Zelfs onder protestantse christenen is een kentering zichtbaar. Wat is er aan de hand?  

‘Het positieve sentiment voor Israël is al decennialang dalende’, vertelt Peter Malcontent, universitair docent Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Utrecht en auteur van het boek Een open zenuw: Nederland, Israël en Palestina (2018). ‘Toch leidt het afbrokkelen van steun voor Israël niet tot meer steun voor de Palestijnse zaak. De meerderheid van de Nederlanders vindt het maar een complex vraagstuk. Veel mensen zijn zoekende. Ze hebben geen mening of wijzen het geweld van beide partijen af.’

Dat komt, volgens Malcontent, onder andere omdat het in dit conflict moeilijk is om partij te kiezen. ‘In de Russisch-Oekraïense oorlog zijn de Russen duidelijk de agressor, maar bij het Israëlisch-Palestijnse conflict ligt dit ingewikkelder, vinden veel mensen. Hamas pleegde op 7 oktober een buitengewoon bloedige aanval op Israëlische burgers, maar Israël heeft hier met grof geweld op gereageerd, met meer dan 18.000 Palestijnse burgerdoden tot gevolg. Omdat het een moeilijk te vatten conflict is speelde het bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november nauwelijks een rol. Die gingen vooral over binnenlandse problemen.’ 

Op dit moment domineren de pro-Israëlische en pro-Palestijnse geluiden in het publieke debat, niet de aarzelende mening van de zwijgende meerderheid. De media zijn daar debet aan, zegt Malcontent. ‘Zij vinden een uitgesproken mening veel interessanter dan een genuanceerde. De meeste Nederlanders zijn niet ‘voor’ of ‘tegen’, maar juist heel voorzichtig. In de media en op sociale media hoor je die geluiden echter nauwelijks, ze worden overstemd door geroeptoeter van links en rechts.’ 

Cultuurhistoricus David Wertheim, auteur van het vorig jaar verschenen boek Waar gaat het over als het over Joden gaat?, herkent zich in deze analyse. ‘Veel Nederlanders realiseren zich dat het Israëlisch-Palestijnse conflict een netelig onderwerp is. Er wordt – grosso modo – best genuanceerd over het Israëlisch-Palestijnse conflict gedacht. Er is nu een grote honger naar kennis over Israël en Palestina, wat ik dan weer een positieve ontwikkeling vind. Tegelijkertijd zijn er in ons land ook groepen die minder genuanceerd in deze discussie staan, maar zij zijn kleiner dan het lawaai dat zij maken.’ 

Als voorbeeld noemt Wertheim de fractie van GroenLinks-PvdA, die volgens hem heel genuanceerd over het conflict denkt. ‘Ze zorgden ervoor dat het onderwerp hen niet serieus verdeelde. Ja, Kauthar Bouchallikht besloot zich terug te trekken als kandidaat-Kamerlid vanwege de opstelling van Frans Timmermans die aanvankelijk heel solidair was met Israël, maar het had nog veel erger gekund. GroenLinks-PvdA voert een duidelijke lijn en roept beide partijen nu op tot een staakt-het-vuren.’ 

De politieke partijen aan de flanken stellen zich volgens Wertheim ongenuanceerder op. ‘BIJ1 vond ik bijvoorbeeld nogal kortzichtig tijdens de verkiezingscampagne. Ze waren erg tegen Israël, maar nauwelijks kritisch over Hamas. Iedereen die iets goeds verwacht van Hamas, vind ik heel naïef.’

Wertheim heeft ook kritiek op de slogan ‘From the river to the sea, Palestine will be free’, die je in BIJ1-kringen veel hoort. Volgens de historicus is dit een hybride leus, die je op meerdere manieren kunt uitleggen. ‘De een leest er een etnische zuivering van de Joden in, de ander niet. Dat is heel handig, want dan kun je altijd zeggen dat je het anders hebt bedoeld.’ Wertheim vindt de slogan niet constructief, zegt hij. ‘Deze meerduidige leus is wel eenduidig over de tweestatenoplossing, die wordt verworpen. Maar dat moet je nu juist niet doen. Je moet op zoek naar een haalbare oplossing, het compromis.’ Volgens Wertheim heeft milieuorganisatie Extinction Rebellion zichzelf ook in de voet geschoten, door zich zo compromisloos over Palestina uit te spreken. ‘Ze wisten op 12 november in Amsterdam 80.000 mensen op de been te brengen. Dat lukt hen niet nog een keer. Ook BIJ1 heeft bij de Tweede Kamerverkiezingen haar zetel niet weten te behouden.’  

Malcontent vindt de Nederlandse politiek helemaal niet zo genuanceerd over Israël. Veel Nederlanders vinden het moeilijk om partij te kiezen, maar in de Tweede Kamer gebeurt dat wel. Van een echte discussie is geen sprake. Het is meer het uitwisselen van standpunten, aldus Malcontent. ‘Het grote verschil met vroeger is dat toen een grote meerderheid, inclusief de PvdA, Israël steunde, die steun is nu minder vanzelfsprekend en verdeeld de politiek diep. De rechtse meerderheid steunt Israël nog steeds, maar de PvdA is kritisch over Israël sinds de arbeiderspartij er niet meer aan de macht is. Toch maakt dit voor de koers van de Nederlandse regering weinig uit. Die blijft pro-Israël. Dat komt ook doordat de minister van Buitenlandse Zaken geen zin in gedoe heeft. Als hij zijn beleid bijstelt dan komt er heel veel kritiek vanuit de Kamer. Dus is er kritiek op Israël, terwijl Nederland tegelijkertijd Israël gewoon blijft steunen.’ 

Bidden voor de Palestijnen
De meest fanatieke steun voor Israël komt enerzijds uit de hoek van de populisten. De PVV ziet Israël als een vooruitgeschoven post tegen de islam. ‘Als Jeruzalem valt, vallen ook Athene, Rome, Parijs en Amsterdam in handen van de islam’, zei Wilders op 5 december 2010 tegen een volle zaal in Tel Aviv. Wertheim: ‘Wilders’ waardering voor Israël is verbonden met zijn nationalisme. Hij definieert de westerse cultuur als een joods-christelijke cultuur. Het is vaag wat hij hiermee bedoelt, maar het is wel duidelijk wat hij hiermee niet bedoelt: de islamitische cultuur.’ Toch speelde Wilders’ standpunt ten opzichte van Israël nauwelijks een rol tijdens de afgelopen verkiezingscampagne, zegt Wertheim. ‘Het ging over asielzoekers, woningen, dat soort onderwerpen. De islam stopte Wilders juist in de ijskast.’ 

Een andere belangrijke groep die al decennialang vierkant achter Israël staat, zijn orthodox-protestantse christenen. Eerder deze week publiceerde het Reformatorisch Dagblad een opiniestuk, van acht evangelische voorgangers uit Noord-Brabant die hun onvoorwaardelijke steun aan Israël en het Joodse volk uitspraken in deze moeilijke tijden. 

Volgens theoloog Steven Paas, auteur van Israëlvisies in beweging (2014) zijn het evangelische en reformatorische christenen –vertegenwoordigd door onder andere Christenen voor Israël en de SGP – die in hun theologie een belangrijke rol toebedelen aan Israël. ‘De stichting van de staat Israël in 1948 zien zij als de vervulling van een oudtestamentische profetie. Ook speelt Israël in hun beleving een cruciale rol tijdens de zogenoemde apocalyps of eindtijd.’ 

Paas heeft moeite met de fanatieke Israëltheologie van deze christenen, omdat die niet Jezus Christus maar Israël centraal stelt. ‘Ik noem dit israëlisme. In evangelische kringen bijvoorbeeld benadrukken ze het joods-zijn van Jezus. Natuurlijk behoorde Jezus tot het joodse volk. Maar met het jodendom had Jezus een problematische verhouding, want het jodendom verwerpt hem als de Messias.’  

Veel christenen in de zogenoemde midden-orthodoxie binnen de Protestantse Kerk in Nederland en de in 2023 gevormde Nederlandse Gereformeerde Kerken zijn gematigder over Israël. Hun band met Israël is mede ingegeven door de Holocaust en het Europese schuldgevoel daarover, aldus Paas. Maar hij merkt bij deze kerken ook een kanteling: ‘Nu bidden veel dominees zelfs uit de rechterflank van de PKN-kerken ook voor de Palestijnen. Dat was vroeger veel minder denkbaar.’ De conservatieve kerkgenootschappen, zoals de Gereformeerde Gemeenten, de Hersteld Hervormde Kerk, de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Vrije Baptisten blijven Israël religieus verheffen. Maar ook bij hen is het nu geen uitzondering meer dat eveneens voor de Palestijnen wordt gebeden. Het Reformatorisch Dagblad publiceerde zelfs een video-interview waarin een Palestijnse predikant uitgebreid de benarde positie van de Palestijnse christenen schildert. 

En hoe kijken de Nederlandse Joden ten slotte naar de recente gebeurtenissen in Israël en Palestina? ‘Verdeeld’, antwoordt David Wertheim. ‘Ik durf echt niet te zeggen wat nu het mainstreamgeluid is, het pro-Israëlische geluid van het Nieuw Israëlietisch Weekblad of de kritische tegenstem die ik ook veel hoor. Er zijn veel Joodse meningen, hele rechtse maar ook hele linkse. En ook onder Joden zijn er die zich terugtrekken in hun schulp, uit angst of omdat ze geen zin hebben in dit gepolariseerde debat.’ 

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -