10 C
Amsterdam

Partijprogramma’s en de islam: tegen moslimhaat en ‘ongewenste invloed’

Arnout Maat
Arnout Maat
Eindredacteur.
Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.
Fitria Jelyta
Fitria Jelyta
Journalist.

Lees meer

Onlangs wist de PVV te choqueren door haar toch al anti-islamitische programma uit te breiden met een ministerie van ‘De-islamisering’. Maar verder vormt de islam deze verkiezingen geen opvallend thema. Toch vroeg de Kanttekening zich af: wat is na 17 maart de plek van de islam en moslims in Nederland? Wij bekeken de programma’s van potentiële regeringspartijen VVD, CDA, D66, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie. Twee opvallende trends: meer aandacht voor moslimhaat – vooral bij de progressieve partijen – en meer aandacht voor radicaal islamisme en ‘ongewenste invloed’ uit het buitenland – vooral bij VVD en CDA.

Meer instrumenten tegen moslimhaat

Moslimhaat is een thema dat de afgelopen vier jaar in de spotlights is komen te staan. Dit komt onder meer door alarmerende berichten van moslimorganisatie Meld Islamofobie, dat een groeiende moslimhaat registreert, de nieuwe partij Denk en opkomende media als de Kanttekening, NieuwWij en OneWorld, die relatief veel aandacht aan dit fenomeen besteden. Dit is te zien aan zowel de plannen als aan het taalgebruik van de partijen.

Zo duikt in het nieuwe PvdA-programma moslimhaat op als nieuw thema: bij politie en Openbaar Ministerie moet hier meer aandacht voor komen en op scholen krijgen leerlingen voorlichting over moslimhaat. GroenLinks zegt in 2021 expliciet ‘moslimhaat’ – net als antisemitisme – apart te willen registeren, terwijl in 2017 nog wordt gerept over ‘moslimdiscriminatie’. D66 zegt een ‘absolute grens’ te trekken bij ‘islamofobie’: een steeds vaker voorkomend woord, dat vooral in internationale media en binnen de Nederlandse moslimgemeenschap wordt gebruikt.

Een nieuw plan dat voor gediscrimineerde moslims uitkomst kan bieden: de PvdA wil laagdrempelige, gespecialiseerde rechtshulp voor slachtoffers van discriminatie. Slachtoffers van discriminatie kunnen dan makkelijker naar de rechter voor een straf of schadevergoeding. En een nieuw plan van GroenLinks: meer capaciteit bij de politie, zodat iedereen laagdrempelig aangifte kan doen van discriminatie en bestaande antidiscriminatiewetgeving beter wordt gehandhaafd. GroenLinks wil ook organisaties die discriminatie tegengaan ‘versterken’.

Zowel GroenLinks als D66 wil een ‘nationaal coördinator tegen discriminatie’, analoog aan de huidige nationaal coördinatoren voor terrorisme- en antisemitismebestrijding. En D66 wil nog meer: de overheid moet meer luisteren naar het College Voor de Rechten van de Mens, antidiscriminatiebureaus en discriminatiemeldpunten. Deze organisaties moeten meer geld en middelen ter beschikking krijgen en meldingen bij antidiscriminatiebureaus worden structureel voorgelegd aan het College Voor de Rechten van de Mens. D66 wil daarnaast dat antidiscriminatiebureaus ‘met regelmaat’ in Den Haag worden uitgenodigd om Kamerleden bij te praten.

D66 maakt bovendien een nieuw punt van de ‘ingrijpende Europese antiterrorismewetgeving’, waarvan noodzaak, proportionaliteit en effectiviteit niet voldoende bewezen zouden zijn. Met andere woorden: deze raakt ‘gewone moslims’ te veel en te hard. D66 wil daarom dat de Nederlandse regering pleit voor een uitvoerige evaluatie van de huidige Europese maatregelen tegen terrorisme.

In de zomer van 2019 werd het zogeheten ‘boerka- en niqaabverbod’ ingevoerd voor het onderwijs, in overheidsgebouwen, in de zorg en in het openbaar vervoer. Hoewel deze nieuwe wet ook geldt voor bivakmutsen en maskers, vinden critici dat moslims door deze wet worden gediscrimineerd. Als het aan GroenLinks en D66 ligt wordt deze wet weer afgeschaft, terwijl de VVD deze juist wil uitbreiden naar alle openbare ruimtes.

Radicaal islamisme en ‘ongewenste invloeden’

Repressie is een punt waar de VVD in het nieuwe programma sowieso meer werk van is gaan maken, meer ook dan alle andere partijen. Zo wil de VVD nu dat het Openbaar Ministerie actiever optreedt tegen extremistische predikers. Ook bepleit de partij het sluiten van ‘religieuze instellingen die op grond van hun geloof geweld prediken’. Ook nieuw: meer mogelijkheden voor gemeenten om gebedsoproepen te verbieden als deze ‘ongewenste effecten hebben voor de openbare orde, polarisatie versterken of integratie tegengaan’.

Waar de VVD in het partijprogramma van 2017 al ‘dubieuze buitenlandse financieringsstromen’ naar moskeeën benoemde, geeft de partij in 2021 uitgebreid handen en voeten aan het bestrijden van zulke ‘ongewenste beïnvloeding’. Dit heeft veel te maken met de parlementscommissie die vorig jaar moskeebestuurders ondervroeg over mogelijke beïnvloeding vanuit het buitenland. Salafisten, gefinancierd vanuit de Golfstaten, de Moslimbroederschap en Turkije oefenen via de moskeeën invloed uit op moskeegangers, concludeerde de commissie.

De VVD wil daarom een meldplicht voor banken aangaande ongebruikelijke of verdachte financiële transacties vanuit ‘onvrije landen’ aan moskeeën. Ook wordt als het aan de VVD ligt buitenlandse financiering uit ‘onvrije landen’ structureel in de gaten gehouden. De partij wil daarnaast investeringen in de veiligheidsdiensten om buitenlandse beïnvloeding tegen te gaan.

In de afgelopen kabinetsperiode bepaalde een Kamermeerderheid dat organisaties die handelen tegen de ‘democratische kernwaarden’ eerder kunnen worden ontbonden. Tevens bepleit de VVD in het nieuwe partijprogramma nu ook het ‘stopzetten van vergunningen en financiële steun aan organisaties die de integratie tegenwerken of openlijk vrije democratische waarden ondermijnen’, ook als in het geval van dat laatste enkel een ‘vermoeden’ bestaat.

De VVD vindt, zij het minder uitgebreid, het CDA aan haar zijde in het streven om buitenlandse beïnvloeding van moskeeën te verbieden. De partij wil nu ‘een verbod op buitenlandse financiering van organisaties die in strijd handelen met de rechtsstaat.’ Ook nieuw bij het CDA: een expliciet ‘verbod op salafistische organisaties’ en ‘een openbare lijst van buitenlandse predikers die het land niet in mogen’.

Nog een verschil met 2017: naast CDA en VVD willen nu ook andere partijen dat ‘haatimams’ geen kans meer krijgen. Zo wil de PvdA dat imams die Marokko naar Nederland stuurt beter worden gescreend. D66, dat zich nu ook uitspreekt tegen ‘ongewenste buitenlandse beïnvloeding die tot ondermijning van onze democratische rechtsstaat, vrijheden en open samenleving’, wil dat moskeeën ‘transparant (…) zijn over buitenlandse geldstromen en (…) het ontvangen van (buitenlandse) haatzaaiende sprekers.’

Ook de ChristenUnie wil ‘haatpredikers’ aanpakken. Opvallend: in 2017 was de ChristenUnie nog tegen financiering van moskeeën en geloofsgemeenschappen door ‘onvrije landen als Iran en Saoedi-Arabië’. Maar in 2021 rept de partij hier, tegen de heersende trend in, met geen woord over in het partijprogramma.

Eerwraak, uithuwelijking en LHBT’ers

Hetzelfde patroon zien we bij de ChristenUnie op het gebied van de strijd tegen huwelijkse gevangenschap: in 2017 nog in het programma, in 2021 niet meer. De PvdA spreekt hier in het programma van 2021 nadrukkelijk wel over: ‘Eerwraak is strafbaar en pakken we keihard aan. Uithuwelijking moet beter in kaart worden gebracht en worden tegengegaan. De fundamentele mensenrechten van verborgen vrouwen worden geschonden en dit is strafbaar.’

Opmerkelijk is dat andere partijen huwelijkse gevangenschap ook opeens in hun partijprogramma’s hebben opgenomen. Dit kan te maken hebben met een zichtbare lobby vanuit Femmes for Freedom, een Nederlandse – en in linkse en islamitische kringen omstreden – stichting zich inzet voor de huwelijkse vrijheid van vrouwen binnen islamitische gemeenschappen.

Zo zegt D66 in haar verkiezingsprogramma van 2021 op te willen treden tegen ‘gedwongen huwelijken, eerwraak en tegen haar wil achterlating in het buitenland of ontvoering naar het buitenland. We treden op tegen genitale verminking en zetten preventieprogramma’s op tegen genitale verminking van meisjes en vrouwen.’ In 2017 zei D66 enkel dat in ‘etnische of religieuze gemeenschappen waar huwelijkse gevangenschap voorkomt, (…) het taboe op scheiden [moet] worden doorbroken.’

Ook zet de VVD – in tegenstelling tot in 2017 – in 2021 in op bescherming van islamitische vrouwen: ‘Beschermen van slachtoffers van huwelijksdwang, achterlating of genitale verminking’ via het actiever opsporen van mogelijke signalen en daders en een meldplicht voor medewerkers in onderwijs en zorg. Medeplichtigen aan eerwraak of onderdrukking krijgen zware straffen opgelegd. Er komt een verbod op maagdenvliesherstel en het meermaals halen van een huwelijkspartner naar Nederland. ‘Zo wordt voorkomen dat meerdere malen een bruid wordt geïmporteerd die het risico loopt op huwelijkse onderdrukking.’

Ook nieuw in het VVD-programma is de gerichte aandacht voor acceptatie van een andere minderheidsgroep: LHBT’ers in ‘gesloten islamitische gemeenschappen’. Opmerkelijk: waar de PvdA seksuele diversiteit in ‘conservatief religieuze kring’ in 2017 nog bespreekbaar wilde maken, staat daar in 2021 niks meer over in het partijprogramma.

Meer druk op islamitisch onderwijs

Er is tevens kans dat islamitisch onderwijs na 17 maart onder verscherpt toezicht komt te staan. Het CDA was in 2017 nog de enige partij die ‘scholen met antidemocratische ideeën’ wilde aanpakken, maar nu wil de VVD ook meer toezicht vanuit de onderwijsinspectie ‘voor gelijkheid van geslacht, seksualiteit en achtergrond’. Diversiteit wordt een verplicht onderdeel in de lerarenopleiding, wil de VVD. En D66 noemt dat ‘door buitenlandse overheden gefinancierd onderwijs – zoals het programma voor weekendscholen van de Turkse regering – indruist tegen de waarden van de Nederlandse rechtsstaat. Lesmaterialen moeten openbaar zijn.’

Datzelfde D66 wilde in het partijprogramma van 2017 nog ‘op basis van de scheiding van kerk en staat’ artikel 23 van de grondwet – de vrijheid van onderwijs – grondig vernieuwen: er moest iets gebeuren met ‘de acceptatieplicht, het openbare karakter van de scholen, de voorwaarden voor financiering, de kwaliteit van het onderwijs en burgerschap’, zei de partij toen. ‘We vinden het belangrijk dat kinderen met verschillende achtergronden in een pluriforme samenleving als de onze elkaar tegenkomen op school. Dat vermindert verzuiling, polarisatie en kansenongelijkheid.’

Van deze ‘vernieuwde vrijheid van onderwijs’ is in het D66-partijprogramma van 2021 alleen nog dit over: een ‘acceptatieplicht: scholen mogen geen leerlingen weigeren op basis van religie’.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -