5.8 C
Amsterdam

Race om meer kleur op tv: ‘De tijd van Dik Trom en Swiebertje is voorbij’

Mercita Coronel
Mercita Coronel
Journalist gespecialiseerd in culturele diversiteit.

Lees meer

Omroep X strijdt net als Omroep Zwart voor een cultureel diverse plek in het Nederlandse omroepbestel. De hoogste tijd? Of een stap terug in de verzuiling?

Omroep X is voor iedereen die in politieke zin ‘zwart’ is, zegt woordvoerder Guilly Koster per telefoon. Net zoals je een rode, blauwe of paarse politiek hebt, heb je nu een zwarte politiek: ‘Met ‘zwart’ bedoelen wij dat je samen wilt leven met mensen van kleur en dat je mensen met een andere culturele achtergrond als een verrijking ervaart.’

Volgens Koster bestaat er een grote diversiteit binnen ‘zwart’. ‘Het gaat bij Omroep X dan ook niet zozeer om etniciteit als wel om culturele diversiteit. Het besef dat er Nederlanders zijn met meer dan alleen de Nederlandse culturele identiteit. Ik ben Nederlander, punt. Niet: ik ben Nederlander, maar ….‘

Koster heeft samen met Ivette Forster het initiatief genomen voor Omroep X. Beiden waren in 1988 samen de eerste zwarte presentatoren op de publieke omroep. Sindsdien is er weinig veranderd wat betreft inclusie bij de publieke omroep, vindt hij.

‘Onbegrijpelijk! Het is zo simpel. Als publieke omroep maak je tv voor de samenleving. En als de samenleving verandert, veranderen ook je programma’s. Maar Nederland is blijven hangen in een eigen wereld en heeft niet gezien wat er gebeurd is in de grote steden. In Nederland wonen nu ook Fatima’s, Glenns en Anisha’s. De tijd van Dik Trom en Swiebertje is voorbij.’

De representatie van Nederlanders met een migrantenachtergrond is naar zijn smaak bovendien eenzijdig. De zwarte man, bijvoorbeeld: die wordt al te vaak stereotiep gecast, aldus Koster. ‘Grappig en vrolijk: dat is het narratief over de zwarte man. Ik wil niet alleen over de nieuwe CD van Beyoncé spreken, maar ook mijn mening kunnen geven over bijvoorbeeld de waterproblematiek. Wij mensen met een andere culturele achtergrond zijn nog steeds bezig met onszelf te verklaren in plaats van dat we gewoon als onderdeel van de Nederlandse samenleving gezien worden. Ik heb er genoeg van om mijzelf te verklaren.’

Omroep X heeft praktisch dezelfde doelstelling als Omroep Zwart, die andere multiculturele aanvrager. Koster voerde oriënterende gesprekken met deze en andere aspirant-omroepen. ‘Maar voor samenwerking heb je twee partijen nodig. Ik hoop dat in ieder geval een van ons het gaat halen.’ De tijd is rijp voor structurele verandering, vindt Koster. ‘Er is 50 jaar aan de boom gehakt, door onder meer Kick Out Zwarte Piet en nu Black Lives Matter, maar de boom was sowieso gevallen. Bob Marley zei in 1975 al: So if you are the big tree, we are the small axe, ready to cut you down.

De vraag is of met Omroep X een nieuwe verzuiling in het leven geroepen wordt. ‘Nee, dit is absoluut geen nieuwe verzuiling’, reageert Koster. ‘Het is eerder een vorm van vertrossing. Omroep X draait namelijk niet alleen om etniciteit, maar om Nederland in zijn totaliteit. Wij willen een verbindende factor zijn, maar wij gaan geen tentenkamp opzetten – wat Nederland vaak als oplossing ziet bij een crisis. Wij willen een goed gebouw neerzetten. Ik vind het prima als de publieke omroep die taak op zich zou nemen. Het is immers een van hun taken om cultureel divers te programmeren. Het is ook óns belastinggeld. Maar ze hebben het laten liggen, en ik wil niet meer wachten op de publieke omroep.’

Vooruitgang

Frans Jennekens is als hoofd Diversiteit bij de NTR al decennialang betrokken bij dit onderwerp. Hij stelt dat er wel degelijk iets veranderd is in het beleid van de publieke omroep. ‘De NPO spreekt duidelijk uit dat diversiteit en inclusie speerpunten zijn waarop de omroepen gaan afgerekend worden. Ik zie wel degelijk vooruitgang. Zeker, het gaat te langzaam, ook in mijn ogen, maar er zijn steeds meer presentatoren en verslaggevers te zien die vrouw zijn en/of van niet-westerse afkomst, vooral op NPO2 en NPO3 en het journaal.’

De NTR heeft gekozen voor een strategische aanpak wat betreft programma’s, personeelsbeleid en communicatie, vertelt Jennekens: ‘Als je kijkt naar onder andere Nieuwsuur, De Nieuwe Maan, Danny op straat, Ajouad en de Top 600, dan zijn er zowel voor als achter de camera meer mensen te zien die een afspiegeling van de samenleving vormen. Dat geldt ook voor de deskundigen in de uitzending en de makers.’

Jennekens ziet de aanvraag van de nieuwe aspirant-omroepen dan ook niet als het falen van het diversiteitsbeleid van de NPO. Integendeel. ‘Ik zie het juist als een sterk punt van de publieke omroep dat dit mogelijk is. Het is een uniek systeem in de wereld, en zorgt voor een betere verankering in de samenleving. Je kunt je natuurlijk afvragen of de drempel niet hoger moet. Meer omroepen betekent ook versnippering van budget en vermindering van continuïteit. In mijn ogen verzwakken nieuwe omroepen de druk op de bestaande omroepen om meer aan diversiteit te doen en zich meer open te stellen.’

‘Grappig en vrolijk: dat is het narratief over de zwarte man’

Reza Kartosen-Wong, mediawetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam, is het oneens met de omroepman. ‘Ik verwacht dat de nieuwe initiatieven de publieke omroep zullen helpen om aan zijn zelf geformuleerde publieke waarden en dus aan de Mediawet te voldoen. Er is de afgelopen decennia te weinig veranderd aan de representatie en inclusie van Nederlanders met een migratieachtergrond en vrouwen.’

Kartosen-Wong volgt het discours over diversiteit in de media sinds de jaren negentig van de vorige eeuw. Hij zat voor de publieke omroepen in de werkgroep Diversiteit en laat zijn studenten onder meer programma’s onderzoeken op het diversiteitsgehalte. ‘Ik vind het schokkend om te zien dat we nog steeds praten over kwesties die ik twintig jaar geleden al aan de orde stelde. De publieke omroep slaagt er maar niet in om te voldoen aan de eigen diversiteitscriteria. Onderzoeken, van onder meer de NPO Ombudsman en Women Inc., tonen dit keer op keer aan.’

Identiteitspolitiek?

De nieuwe aanvragen beschouwt Jennekens niet als een nieuwe verzuiling of identiteitspolitiek. ‘Volgens mij is het meer versnippering dan een nieuwe verzuiling. De bestaande omroepen zijn juist bezig met verbreding. Dat gebeurt onder druk van kijkcijfers en maatschappelijke ontwikkelingen. Aan de andere kant kan ik mensen die een nieuwe omroep beginnen geen ongelijk geven. Als er drie christelijke omroepen zijn, waarom dan ook niet drie islamitische omroepen? Het gaat soms om ‘identiteitspolitiek’, maar vaak ook niet als je het scala aan initiatieven bekijkt. Verder moet je evenmin onderschatten dat er miljoenen euro’s klaar liggen voor eventuele nieuwe omroepen. Het is een snelle manier om rijk te worden in omroepland. Bij PowNed gaven ze dat ook gewoon toe. En zolang de huidige omroepen lang niet iedereen in de samenleving bedienen zullen er altijd nieuwe initiatieven blijven ontstaan.’

De nieuwe aanvragen zijn wel degelijk een vorm van verzuiling en identiteitspolitiek, zegt Kartosen-Wong. En wel om een voor de hand liggende reden: ‘Het Nederlandse omroepbestel is immers sinds de jaren zestig gebaseerd op verzuiling. Als er een groep groot genoeg is om een omroep op te richten dan kan dat.’ Het is een uniek systeem in de wereld, concludeert hij met Jennekens. Identiteitspolitiek wordt tegenwoordig als kwalijk gezien, maar, zo benadrukt de mediawetenschapper, ze is inherent niet negatief. ‘Ze kan ook leiden tot meer gelijkheid, waaronder een betere mediarepresentatie van ondervertegenwoordigde groepen.’

In dat kader juicht hij de nieuwe initiatieven toe. Hij vindt de verwijten van verzuiling en identiteitspolitiek hypocriet. ‘Toen Powned en WNL werden opgericht, omroepen, gechargeerd gezegd, van boze witte mannen, was hier nauwelijks discussie over. En Ongehoord Nederland is een aanvraag van nog bozere witte mannen. Al de omroepen in het Nederlands bestel zijn geboren uit identiteitspolitiek: de EO, Omroep Max, Avro/Tros. Ons publiek bestel is verzuild. Als je geen verzuiling wilt, dan moet je het huidige systeem opheffen en naar een BBC-model gaan.’

‘Het is ook óns belastinggeld’

De UvA-wetenschapper legt de verantwoordelijkheid voor de zijns inziens stroperige vooruitgang in medialand bij de beleidsmakers in Hilversum. ‘De poortwachters, mensen met beslissingsmacht, die twintig jaar geleden op die positie zaten, zitten nog steeds op die positie en zijn zelfs doorgestroomd in de organisatie. Er is amper sprake geweest van structureel beleid op het terrein van diversiteit op de buis en op de werkvloer. Er waren projecten en workshops. Ik heb de indruk dat die vaak voor de bühne waren. Het is deels onwetendheid en onkunde. Plus: op het moment dat organisaties inclusiever moeten worden, betekent dit ook dat mensen een deel van hun macht moeten inleveren.’

De omroepen veranderen inhoudelijk weinig omdat de beleidsbepalers al jaren dezelfde mensen zijn, zegt ook Koster. ‘Een baas gaat weg en een opvolger wordt gekozen die op hem of haar lijkt. Als je de mensen die je kiest niet verandert, zullen de instituties niet veranderen. Zelfs Desi Bouterse zat er korter dan de gevestigde orde bij de publieke omroep.’

Uiterlijk op 31 december weten we of Omroep X en Omroep Zwart in het omroepbestel komen: tegen die tijd moeten deze aspirant-omroepen 50.000 leden hebben geworven. Omroep Zwart zegt al meer dan 20.000 leden te hebben; Omroep X ruim 7.300 leden.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -