Een kartonnen bordje met daarop de tekst ‘Stop genocide Gaza’. Elke avond staat Albert Koot bij de pont naar Amsterdam-Noord om aandacht te vragen voor de Palestijnse slachtoffers. ‘Het leed van die mensen is onvoorstelbaar.’
‘Ik vind het zo erg wat er in Gaza gebeurt, vertelt Koot. ‘Het gaat om kwetsbare mensen, het zijn vluchtelingen en er zijn zoveel kinderen bij. Natuurlijk, de aanslag van Hamas was verschrikkelijk. Dat was terrorisme, maar de oorlog moet stoppen.’
‘Er zijn al bijna dertigduizend mensen overleden, en er zijn zoveel gewonden’, zegt hij. ‘De Gazastrook is geblokkeerd. Er komt maar mondjesmaat hulp. Huizen en wegen worden gebombardeerd. Het leed is onvoorstelbaar. Daar kan ik mijn mond niet over houden.’
Koot stelt zich voor dat hij in Gaza woonde en zijn huis kapotgeschoten was. ‘Het is bijna niet te bevatten. Je kunt nergens heen, er is geen eten en drinken, je kinderen worden ziek. Het is een tragedie.’
Voor de houding van Mark Rutte en de zijnen heeft Koot geen goed woord over. ‘Onze regering leverde onderdelen voor Israëlische straaljagers, via de vliegbasis in Woensdrecht. Het is onbegrijpelijk dat wij één van de twee partijen steunden met materieel. Gelukkig zijn die leveringen tijdelijk gestopt.’
Koot voelde de behoefte om iets te doen. ‘Daarom sta ik hier iedere avond, behalve als ik verkouden ben.’ Hij krijgt veel reacties van mensen die naar de overkant varen. Sommigen steken hun duim op, anderen glimlachen. ‘Ik hoop dat ik de passagiers aanzet tot nadenken en dat ze stemmen op partijen die ook vrede willen. Gelukkig zijn wij een democratie. De Palestijnen hebben dat voorrecht niet, er is niemand die ze beschermt.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!