Na de verwoesting van kamp Moria besloot het kabinet honderd vluchtelingen op te vangen, maar alleen als dit aantal weer wordt afgetrokken van het quotum van de VN-Vluchtelingenorganisatie dat Nederland heeft afgesproken. ‘Niet substantieel’ en ‘honderd is heel weinig’, zeggen hoogleraren Marlou Schrover (Migratiegeschiedenis, Universiteit Leiden) en Marjoleine Zieck (International Refugee Law, Universiteit van Amsterdam) tegen RTL Nieuws. Tijd om een nieuw scenario te bekijken. Wat als alle EU-landen nog eens 0,1 procent van hun totale inwoneraantal aan vluchtelingen opnemen?
Het klinkt als een kleine concessie: 0,1 procent. Maar het zou resulteren in bijna 4,5 miljoen plekken die vrijkomen in de Europese Unie. Nederland zou ruimte hebben voor ruim 17.000 vluchtelingen erbij – zelfs meer dan de 13.000 vluchtelingen van kamp Moria.
In totaal kreeg Nederland in 2019 echter meer asielverzoeken dan het aantal vluchtelingen in Moria: 22.540, het hoogste cijfer sinds 2016. Dit artikel kijkt naar nóg eens 0,1 procent erbij, een aantal dat in dit scenario volledig gevuld mag worden met vluchtelingen die momenteel weggestopt zitten in kampen. Welke sociale en demografische veranderingen brengt dit dan met zich mee? En welke psychische ondersteuning is daarbij nodig?
Rekbaarheid
Emeritus hoogleraar Demografie Jan Latten (Universiteit van Amsterdam) is terughoudend. Jarenlang was hij hoofddemograaf bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dus de cijfers heeft hij paraat. ‘Nederland vangt al tientallen jaren asielzoekers op. Die herkomstgroepen groeien – voor elke asielmigrant volgt nog minstens één migrant.’ Die 17.000 worden er, via gezinshereniging, dus minimaal 34.000. ‘En dat is merkbaar in sociale gevolgen, in de vertegenwoordiging, in achterstand en zelfs in discriminatie op de arbeidsmarkt.’
‘Als je een samenleving heel snel en veel gaat veranderen, gaat de rek eruit en ontstaan spanningen’
Hij pleitte eerder in Trouw voor het voeren van een debat over de bevolkingsgroei. De politiek zou het moeten hebben over een ideale bevolkingsomvang en de opbouw daarvan. ‘Ik zie de samenleving als een systeem. Als er mensen bijkomen met nieuwe ideeën in de samenleving, dan verandert dat systeem. Dat is een normaal iets, het effect van immigratie. Maar zo’n systeem heeft ook een bepaalde rekbaarheid. Dus als je een systeem heel snel en heel veel gaat veranderen, dan gaat de rek eruit en ontstaan spanningen.’
VluchtenlingenWerk Nederland spreekt dit niet tegen. ‘Als in een keer een heleboel mensen worden opgenomen, ben ik het er wel mee eens dat dat grote problemen met zich mee kan brengen: organisatorisch, maar ook het draagvlak is belangrijk om mee te nemen’, zegt politiek medewerker Michiel Kruyt. Daarom probeert de organisatie het draagvlak ook te vergroten. ‘Maar we moeten niet vergeten dat landen zoals Duitsland en Frankrijk wél een groot aantal vluchtelingen opnemen. De Duitse bondskanselier Angela Merkel toont leiderschap daarin. Ze legt uit waarom ze die keuzes maakt. Nederland is angstig, bang om het draagvlak te verliezen. Draagvlak máák je als politicus. Het is nogal makkelijk om je daarachter te verstoppen.’
Protest
Grote sociale veranderingen als de vluchtelingenstroom in 2015 kunnen mensen uit hun evenwicht brengen, ziet Jacquelien van Stekelenburg, hoogleraar Sociale Verandering en Conflict aan de Vrije Universiteit Amsterdam. En mogelijk brengt 0,1 procent extra vluchtelingen die sociale verandering met zich mee. Maar waarom mensen soms wel gaan protesteren en soms niet, dat is een vraag die complexer is dan zij lijkt.
‘Er is een vraag- en een aanbodzijde. De vraagzijde zijn de burgers die zich ergens over opwinden, ergens boos of angstig over zijn. Het helpt enorm als er dan al een aanbodzijde is: een groep mensen met een sterke identiteit die hen verenigt en ervoor kan zorgen dat er een gedeelde boosheid is. Een groep moet bereid zijn om het protest te gaan organiseren.’
En dan komen er nog andere aspecten bij kijken, zoals marketing van de boodschap en het mobiliseren van de ongeruste mensen, vertelt Van Stekelenburg. Als de boodschap goed uitgezonden wordt en de bezorgde burgers bereikt, zullen zij eerder de straat op gaan. Het is lastig te voorspellen of 0,1 procent erbij zal zorgen voor dezelfde protesten als in 2015. ‘Wij hebben als onderzoekers geen kristallen bol om de toekomst mee te voorspellen. Het enige dat ik kan zeggen is: als alle factoren constant blijven, verwacht ik hetzelfde als in 2015.’
‘Het anti-vluchtelingen- of anti-migrantensentiment is interessant genoeg altijd redelijk stabiel’, zegt Van Stekelenburg. Er zijn dus altijd ongeveer evenveel mensen tegen de komst van vluchtelingen. ‘De vraag is meer: wanneer polariseert de situatie en worden mensen gemobiliseerd, zodat zij bereid zijn om de straat op te gaan?’
Uit onderzoek door Swen Hutter, hoogleraar Politieke Sociologie in Berlijn, bleek dat extreemrechts en later populistisch-rechts eerder de straat op gaat als deze mensen niet de mogelijkheid hebben om in het stemhokje hun ontevredenheid te uiten. ‘In Duitsland was er geen mogelijkheid om te stemmen op extreemrechts. Dat zag je terug in gewelddadige vormen van politiek. In Nederland en het Verenigd Koninkrijk heb je wel vormen van dit geluid in de politiek, zoals bijvoorbeeld ruim dertig jaar geleden al met Hans Janmaat. Hier zag je deze vormen van protest veel minder.’
‘Wir schaffen das’ of ‘We zien wel’?
Het anti-vluchtenlingensentiment uit 2015 bracht ook een tegenreactie teweeg. Dit merkte VluchtelingenWerk goed. ‘We hebben nog nooit zoveel mensen gehad die vrijwilliger wilden worden als in het jaar 2015’, zegt Kruyt. De organisatie doet nu nog steeds haar best het draagvlak te bevorderen. ‘En je ziet ook dat er lokaal gezien nog steeds draagvlak ís. Gemeenten hebben wel moties aangenomen om vijfhonderd kinderen uit vluchtelingenkampen op te nemen. Lokaal zijn de kinderen welkom. Toch wil het kabinet er niet aan beginnen. Dan vraag je je wel af: ‘Wat klets je nou over draagvlak?’’
Demograaf Jan Latten is minder positief. Terwijl Merkel zei ‘Wir schaffen das’, vindt Latten dat gewilde landen zoals Nederland de immigratie onder controle moeten houden. ‘We kunnen niet zomaar de deuren open zetten en zeggen: ‘We zien wel.’ Vluchtelingen blijven komen. Ook als de problematiek rond kamp Moria opgelost wordt. De Duitsers moeten ook nog maar bewijzen dat ze ‘das schaffen’ op langere termijn. De mate van immigratie bepaalt hoe heftig een land verandert. Het gaat om extra inwoners met andere opvattingen. Dat moet allemaal maar weer bij elkaar passen. Is het aanpassingsvermogen van de ontvangers en de nieuwkomers voldoende om dit in stand te houden?’
Psychische steun
Als Nederland 0,1 procent van zijn inwoneraantal opneemt aan vluchtelingen, moet het land ook rekening houden met trauma’s die vluchtelingen hebben opgelopen in vluchtelingenkampen of in het thuisland. Zo meldde Vrij Nederland vorig jaar dat ruim 40 procent van de Syriërs in Nederland kampt met psychologische problemen. Daar wilde Aram Hasan, zelf psychiater, iets aan doen. Hij kwam eind jaren negentig van Syrië naar Nederland als politiek vluchteling. In 2017 richtte hij CoTeam op, om vluchtelingen in hun eigen taal en met kennis van hun eigen cultuur te helpen met psychische problemen. Maar nu, twee jaar later, blijkt het een frustrerende periode te zijn geweest: hij probeerde de zorg te verbeteren, maar voelt zich in de steek gelaten door de Nederlandse overheid.
‘Mensen die de Nederlandse taal niet spreken, kunnen geen traumabehandeling krijgen’, vertelt Hasan. ‘Er zijn genoeg organisaties die daar iets aan wilden doen, maar in de praktijk gebeurde er niets.’ Dus startte hij met CoTeam modules die specifiek op vluchtelingen gericht zijn. De overheid stond achter het idee. ‘Maar een vergoeding kregen we niet.’
‘Lokaal zijn de kinderen welkom. Toch wil het kabinet er niet aan beginnen’
Als we vluchtelingen in Nederland echt willen helpen – en daar moeten we rekening mee houden als we 0,1 procent extra mensen opnemen, vindt Hasan –, dan zou er een focus moeten komen op preventieprogramma’s. ‘Probeer mensen al te ondersteunen als zij in de eerste fase tegen problemen aanlopen. Voorlichting is daarbij heel belangrijk, zodat de mensen weten waar ze terecht kunnen. Nu laten we mensen zelf met al hun problemen worstelen, zonder steun.’ Zonder psychologische hulp zijn er meer mensen met relatieproblemen en depressies. ‘Ook is er meer kans dat ze in isolement blijven, geen autonomie ontwikkelen en contacten vermijden. Ze werken niet aan hun eigen ontwikkelingsproces en niet aan hun omgeving. Voor de integratie is het dus ook erg belangrijk dat ze psychologisch geholpen worden’, stelt Hasan.
Organisatie en geld
Naast slecht geregelde psychische steun, ziet VluchtelingenWerk dat het bij binnenkomst in Nederland al fout gaat. ‘Het aantal vluchtelingen dat nu naar Nederland komt is redelijk stabiel. Dat kunnen we makkelijk aan’, stelt Kruyt. ‘We weten dus waar we op kunnen rekenen. Toch zijn er bij de IND grote wachtrijen ontstaan. Als je het goed zou organiseren en in de EU afspraken hebt, zodat je weet waar je aan toe bent, dan kun je je daar op richten. Nu lijkt het alsof we die aantallen niet aankunnen, terwijl het een kwestie van budget en organisatie is.’
Daarnaast is er het probleem van huisvesting, erkent Kruyt. ‘Rechtse partijen willen graag doen geloven dat statushouders sociale huurwoningen inpikken. Maar er zijn ook gewoon te weinig woningen.’ Een speciale taskforce van de IND is druk bezig met het wegwerken van de achterstand bij het beoordelen van asielverzoeken, maar dit betekent dat gemeenten komend jaar ruim 10.000 extra plekken voor de opvang moeten realiseren.
‘Rechtse partijen willen graag doen geloven dat statushouders sociale huurwoningen inpikken. Maar er zijn ook gewoon te weinig woningen’
Deze organisatie van de IND en basisbehoeften zoals onderdak kosten geld. De kosten van het COA voor het opvangen van asielzoekers in een AZC zijn gemiddeld 27.900 euro per jaar per persoon, wat in ons scenario van 17.000 mensen 474.300.000 – zo’n half miljard – euro extra aan opvangkosten zou betekenen. De kosten zijn vaak een argument tegen vluchtelingen. ‘Ondertussen gaan we dus nog meer bezuinigen op de IND. Maar dit leidt tot wachtrijen, wat slecht is voor de integratie en veel meer geld kost. Vluchtelingen die aan werk komen gaan deelnemen aan de samenleving, maar dit wordt nu beperkt door de regelgeving.’
Toch ziet Jan Latten in de cijfers dat 30 tot 70 procent van de vluchtelingen na jaren nog steeds uitkeringsafhankelijk is. Anderhalf jaar na het krijgen van een verblijfsvergunning heeft 63 procent van de statushouders uit 2013 een uitkering of pensioen als voornaamste inkomstenbron, blijkt uit onderzoek door het CBS. In 2016, drie jaar na het krijgen van een verblijfsvergunning, is dat percentage gedaald naar 53 procent.
In de regio
Dat we dan maar geen vluchtelingen moeten opvangen omdat het teveel geld kost, is wellicht te kort door de bocht. ‘Het individuele leed is er zeker, ik zou het niet willen meemaken’, merkt Latten op, ‘maar dat lossen we niet op met één kamp. Er zullen alleen maar vluchtelingen bijkomen. Er moet beleid op komen, mét perspectief op de langere termijn. Dat mist momenteel in het beleid: het is vooral voor de korte termijn bedacht.’
Met de cijfers kun je doorrekenen naar 2060 en verder. Bij het bevolkingsvraagstuk gaat het ook om het aantal kinderen dat stellen in Nederland gemiddeld krijgen. Momenteel ligt dat aantal op 1,6 kind. ‘Als er meer onzekerheid is, krijgen mensen minder kinderen. Als er uiteindelijk nog maar 1,2 kind per stel geboren wordt, zoals in Italië en Spanje, betekent dit dat de oorspronkelijke bevolking in snel tempo krimpt. Wat als die landen dat dan compenseren door meer vluchtelingen op te nemen? Dan zorgt dat weer voor politieke problemen’, voorziet Latten.
Als oplossing noemt hij vooral dat vluchtelingen opgevangen worden in de regio’s waar ze vandaan komen. Ook Hasan noemt dat de beste oplossing. ‘Maar dan niet in tussenlanden zoals Turkije, die veel geld ontvangen voor organisaties die niet genoeg kennis hebben. Organisaties met lokale ervaring en kennis zijn het belangrijkst in de regio bij het opvangen van deze vluchtelingen. Dat zou heel fijn zijn voor de mensen.’ Verder is voor de vluchtelingen in Nederland vooral betere zorg nodig, aldus Hasan.
0,1 procent
Bij de opvang van vluchtelingen in Nederland ziet VluchtelingenWerk de lange wachtrijen van de IND momenteel als het grootste probleem. ‘Dit is bijna niet internationaal uit te leggen. In Brussel kijken collega’s me gek aan. ‘Hoe kan dat nou, jullie aantallen zijn stabiel en jullie zijn toch zo goed georganiseerd?’ vragen ze. Het is dan ook een politieke keus. Het kost geld en dus gaan we bezuinigen op de IND’, zegt Kruyt. ‘Het besluit om honderd vluchtelingen op te nemen uit kamp Moria heeft de VVD aangegrepen om het proces uit te kleden. Mensen moeten bij aankomst meteen vertellen waarom ze gevlucht zijn, nu zonder advocaat ertussen. Maar een advocaat zorgt er juist voor dat het in eerste instantie meteen goed gaat. Je kunt er donder op zeggen dat er fouten gemaakt worden, waardoor het opnieuw moet en dan kost het alleen maar meer geld. Dat is een puur politiek besluit.’
Al jaren probeert de Europese Unie een verdeelsleutel vast te stellen, die niet alleen naar inwoneraantal kijkt maar ook naar bijvoorbeeld het BNP. Maar er mist draagvlak, vertelt Kruyt. ‘Dat excuus gebruikt het kabinet om weinig te doen aan het vluchtelingenprobleem. Zo is Nederland juist onderdeel van het probleem.’
‘Het besluit om honderd vluchtelingen op te nemen uit kamp Moria heeft de VVD aangegrepen om het proces uit te kleden’
Al met al is de vluchtelingenproblematiek niet zomaar opgelost als Nederland 0,1 procent van zijn inwonertal aan vluchtelingen erbij zou krijgen. Neem nu het gebrek aan psychische steun dat Aram Hasan in de praktijk ziet, de lange wachtrijen bij de IND die Michiel Kruyt noemt en de gevolgen voor de demografische samenstelling die Jan Latten voorspelt. Kruyt: ‘Maar nu zijn we niet bereid mensen bescherming te bieden die ze nodig hebben. Dat vind ik erg teleurstellend.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!