Het bewijs voor zware misdrijven tegen de Oeigoerse minderheid in China groeit, maar actie bleef tot nu toe uit. De Verenigde Staten hebben de onderdrukking nu als genocide erkend en ook in andere landen wordt over maatregelen nagedacht. De internationale gemeenschap worstelt met het geweld door een grootmacht als China. ‘Humanitaire interventie zou een catastrofale oorlog uitlokken.’
Slechts enkele uren voor het einde van zijn ambtstermijn als Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken kwam Mike Pompeo met een drastisch besluit: de onderdrukking van de Oeigoerse minderheid in China noemt hij misdrijven tegen de menselijkheid en genocide. ‘Ik geloof dat er een genocide aan het plaatsvinden is, en we getuige zijn van een poging van de Chinese partijenstaat om de Oeigoeren systematisch te vernietigen’, zei Pompeo.
Sinds begin 2017 duiken er steeds meer en steeds duidelijkere berichten op dat de Chinese overheid gericht tegen minderheden in de Westelijke regio Xinjiang optreedt, met name tegen de islamitische Oeigoeren. Volgens de Amerikaanse regering, maar ook volgens de Verenigde Naties en organisaties als Human Rights Watch, zitten meer dan één miljoen moslims zonder gerechtelijke procedure in gevangenenkampen, waar zij geïndoctrineerd en vaak tot arbeid gedwongen worden. Twaalf miljoen mensen worden door de staat zodanig in de gaten gehouden en gecontroleerd, dat volgens VN-rapporteurs onder meer hun vrijheid ingeperkt wordt.
Worsteling van Westerse landen
Tot nu bleef een daadkrachtige internationale reactie op de mishandelingen uit, op een paar pogingen na. Afgelopen jaar spraken zich meer dan dertig landen ertegen uit, waaronder Nederland, onder meer in de VN-Mensenrechtenraad. In het Verenigd Koninkrijk dienden meerdere leden van het Lagerhuis een wetsvoorstel in dat ervoor moet zorgen dat een Britse rechtbank bij de erkenning van een genocide betrokken wordt. De regering moet deze rechterlijke bepaling bij het afsluiten van handelsverdragen meewegen. Het voorstel werd echter weggestemd, en laat daarmee de worsteling van Westerse landen zien.
De Verenigde Staten zijn het eerste invloedrijke land dat de misdrijven in China als genocide kwalificeerde. Het feit echter dat de regering van voormalig president Donald Trump tot de laatste dag heeft gewacht met de erkenning van de genocide duidt erop dat men iets wilde laten horen, maar geen actie wilde ondernemen, zegt universitair hoofddocent recht en politicologie Zachary D. Kaufman van het University of Houston Law Center. ‘Daarnaast bestaat er het vermoeden dat de erkenning enkel en alleen tegen de Chinese regering is gericht, omdat de misdrijven tegen de Rohingya in Myanmar niet als genocide werden bestempeld.’
Voormalig president Trump zag China als zijn grootste rivaal en heeft Beijing op verschillende gebieden – van handel tot de bestrijding van de coronapandemie – uitgedaagd. Kaufman meent dat de regering-Trump nog een keer China wilde provoceren.
Internationale verplichtingen en juridische gevolgen van genocide
Juridisch heeft de erkenning van een genocide tot gevolg dat er zou moeten worden opgetreden. Het Genocideverdrag, waar de VS bij zijn aangesloten, verplicht verdragspartijen genocide te voorkomen en te bestraffen. De nieuwe regering van president Joe Biden heeft aangeduid de erkenning niet in te trekken. Volgens het Genocideverdrag zou de nieuwe regering een voortzetting van het geweld tegen de Oeigoeren moeten tegenhouden en de daders moeten straffen.
Daarnaast hebben de VS het principe van de verantwoordelijkheid om te beschermen (‘Responsibility to Protect’, R2P) aanvaard: het in 2005 door de leden van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bevestigde concept dat de internationale gemeenschap ingrijpt wanneer landen zelf hun bevolking niet tegen genocide, misdrijven tegen de menselijkheid of oorlogsmisdaden kunnen of willen beschermen.
Op nationaal niveau verplicht de ‘Elie Wiesel Genocide and Atrocities Prevention Act’ de regering sinds 2018 onder meer Amerikaanse diplomaten in de omgang met massageweld te trainen, en stelt dat genocide en andere wreedheden een bedreiging voor de Amerikaanse nationale veiligheid vormen. Een erkenning van het geweld tegen de Oeigoeren als genocide impliceert daarmee ook dat de situatie de internationale en nationale veiligheid bedreigt en het in het nationale belang is om meer geweld te voorkomen, legt Kaufman uit. Hij heeft uitgebreid over de juridische en politieke aspecten van genocide gepubliceerd.
Politieke gevolgen en economische druk
De politieke gevolgen zijn minder duidelijk dan de juridische consequenties. De maatregelen die de VS tegen een grootmacht als China kunnen nemen zijn beperkt. ‘Humanitaire interventie zou een catastrofale oorlog uitlokken’, zegt Kaufman. China kan door haar veto in de Veiligheidsraad elke maatregel in VN-verband blokkeren, zoals sancties of een doorverwijzing van de situatie aan het Internationaal Strafhof in Den Haag. De betrekkingen tussen Washington en Beijing zullen door de erkenning van de genocide verder onder druk komen, maar China’s status als grootmacht zal verhinderen dat er hard wordt ingegrepen.
Toch heeft de erkenning van de misdrijven als genocide een hoge symbolische waarde voor de Oeigoeren in Xinjiang en voor de diaspora-gemeenschap, zegt Nadira Kourt. Zij is China-deskundige bij het Global Centre for the Responsibility to Protect. Kourt gaat niet ervan uit dat het gedrag van de Chinese overheid door het besluit van de Amerikaanse regering van de ene op de andere dag zal veranderen. Wel denkt zij dat de kosten voor Beijing zullen groeien naarmate de internationale druk toeneemt. ‘Wanneer voldoende regeringen en bedrijven zich uitspreken tegen de wreedheden en maatregelen nemen, zou dit ertoe kunnen leiden dat de Chinese regering haar methodes moet heroverwegen.’
‘Economische druk is de taal die de Chinese regering verstaat’
Om de druk te verhogen, spelen bedrijven een belangrijke rol, legt Peter Irwin van het Uyghur Human Rights Project (UHRP) uit. Het geweld is in de afgelopen tijd namelijk veranderd. ‘Massadetentie verandert steeds meer in een grootschalig systeem van dwangarbeid.’ Daardoor komen bedrijven in beeld als Volkswagen. De Duitse autofabrikant, die van het inzetten van dwangarbeiders verdacht wordt, is onderdeel van het probleem – maar ook van de oplossing. De internationale gemeenschap zou ervoor moeten zorgen dat bedrijven niet meer in de regio actief zijn of er producten kopen, zegt Irwin. ‘Dat zou een significante economische impact hebben, en dat is de taal die de Chinese regering spreekt.’
Als concrete maatregel na de erkenning van de genocide zou de Amerikaanse regering daarom nu bijvoorbeeld de import van alle producten uit Xinjiang – op dit moment geldt in de VS alleen een invoerverbod voor tomaten en katoen – kunnen stopzetten. Kourt van het Global Centre for the Responsibility to Protect zegt dat buitenlandse bedrijven idealiter de regio helemaal zouden moeten verlaten, omdat het volgens haar onmogelijk is geworden vast te stellen dat producten niet onder dwangarbeid van minderheden geproduceerd worden.
Politieke opties tegen genocide in China
Naast economische maatregelen zijn ook een reeks politieke maatregelen mogelijk. Kaufman denkt aan sancties tegen diegenen die bij de genocide betrokken zijn en het aanpakken van bedrijven die van de dwangarbeid profiteren. Ook zou de bescherming van vluchtelingen uit Xinjiang kunnen worden uitgebreid en moeten landen zich inzetten voor een terugtrekking van China als gastland van de Olympische Winterspelen volgend jaar.
Bovendien zou de internationale gemeenschap via de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties of de VN-Mensenrechtenraad een onderzoekscommissie kunnen instellen, die bewijs zou moeten verzamelen en aanbevelingen zou kunnen doen over verdere acties tegen China. Ook al zouden internationale onderzoekers waarschijnlijk geen toegang tot het land krijgen, interviews met Oeigoeren en andere moslims die China zijn ontvlucht leveren vermoedelijk belangrijk materiaal op over de situatie.
De regering-Biden moet, aldus Kaufman, de erkenning van genocides consequenter doorzetten. Hij denkt hierbij aan de genocide op de Rohingya en aan de genocide op de Armeniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog. ‘Omdat de Verenigde Staten de term ‘genocide’ niet in alle situaties consequent hebben gebruikt, en omdat de rivaliteit met China zo groot is, kan de Chinese regering de genocideaantijgingen makkelijk als politiek gemotiveerd aan de kant schuiven en de mishandeling van de Oeigoeren voortzetten.’
Toch kan de erkenning van de misdrijven als genocide gevolgen hebben: de stap die de VS hebben gezet kan andere landen motiveren hetzelfde te doen, zegt Kourt. In Canada bijvoorbeeld wordt nu over een mogelijke erkenning van de genocide op de Oeigoeren gesproken. Tevens kan de erkenning een verandering in de waarneming in het publieke debat en een groter bewustzijn bij consumenten teweeg brengen: Walt Disney kwam afgelopen jaar onder vuur te liggen omdat delen van de film Mulan in Xinjiang waren opgenomen, en omdat de regionale communistische autoriteiten in de aftiteling een bedankje van de filmstudio kregen. Ook groeit de druk op de mode-industrie. Een officiële genocide-erkenning zou de internationale boycot-bewegingen kunnen versterken.
‘Los van de vraag hoe China zal reageren is het belangrijk dat regeringen en bedrijven niet zwijgen en inactief blijven bij een genocide’, zegt Kourt. Daarom is het besluit van de VS alleen al een belangrijk signaal.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!