10.8 C
Amsterdam

Volgevreten monster of ultiem paradijs?

Tieme Hermans
Tieme Hermans
Journalist die de wereld rondreist; momenteel in India. Verslaggever.

Lees meer

‘Nu zie je haast niet meer dat je in Thailand bent: hotels met infinity pools, beerpong-toernooien, elke nacht dronken, dansende mensen in zwemkleding op het strand en getatoeëerde jongeren die met veel te snelle brommertjes over de gevaarlijke heuvelweggetjes racen.’ Onze correspondent Tieme Hermans doet verslag vanuit Thailand.

Reizen is hip, bucket lists zijn hip en Thailand is hip. Sinds kaskraker The Beach uit 2000 is het massatoerisme in het Zuidoost-Aziatische koninkrijk verviervoudigd en is het van exotische bestemming voor backpackers en rijke honeymooners naar mainstream vakantieland gegaan. Want wie is er nou nog niet in Thailand geweest?

Waar jonge westerlingen vroeger een rondreis maakten door Europa en families gingen kamperen in Frankrijk of Italië, is er een trend gaande waarin het steeds normaler wordt om even naar Thailand te vliegen, soms voor slechts tien dagen. Dat het ervaren van het dromerige Zuidoost-Azië met perfecte stranden, kruidige curry’s, lieve gastvrijheid en exotische natuur niet langer buiten bereik ligt van de westerse middenklasse is te zien aan het groeiende aantal bezoekers dat Thailand jaarlijks trekt. Van ruim negen miljoen in 2008 naar een geschatte zesendertig miljoen dit jaar. Deze snelle groei bezorgt het koninkrijk tegenwoordig zo’n twintig procent van het bruto nationaal product, maar gaat volgens critici ook gepaard met overvolle stranden, vervuiling, natuurschade, criminaliteit en verschraling van de Thaise eilandcultuur. Zijn de hoogtijdagen van het Thais eilandtoerisme achter de rug? De Kanttekening sprak inwoners, toeristen en experts.

Vier Iraanse en twee Duitse toeristen staan teneergeslagen rond hun rolkoffers en rugzakken. De twee Duitse jongens scrollen verwoed op hun telefoon en de vier Iraanse meiden kijken wat ongemakkelijk om zich heen. Zojuist werd het zestal door een boot afgezet op het strand van Railay, een bekend, paradijselijk strand in de Golf van Krabi in Zuid-Thailand. Tot grote schrik van de jonge backpackers blijkt dat ze niet de enigen zijn die droomden over het paradijs van Railay, want het parelwitte strand ligt bomvol toeristen, de zee vol met bootjes en overal klinkt muziek van de omliggende bars en hotels die elkaar met promotiemenu’s en goedkope drank proberen af te troeven. ‘Op Google zag het er toch iets anders uit’, mompelt de dertig-jarige Nooshin voor ze met een zucht haar rugtas omzwaait en toch maar richting de hotels loopt, want Railay is alleen per boot bereikbaar.

Volgens de Thaise ondernemer Itthi (36) van Koh Samui (Koh is Thais voor eiland) begint het massatoerisme steeds grotere schade toe te brengen aan de natuur, maar ook aan de cultuur op de eilanden. ‘Vroeger kwamen een handjevol toeristen naar deze stranden, maar werkten de meeste Thai nog gewoon in de visserij. Als je hier nu rondloopt zie je veel jonge Thai die opgroeien in een totaal andere wereld dan hun ouders. Ze nemen alle slechte gewoonten van de toeristen over; roken, drinken en de hele dag niets doen. Ze zien niet dat al deze Europese feestgangers straks weer terug gaan naar hun normale leven. Voor de generatie die hier opgroeit aan de kust is het elke dag feest.’

Ook expat Barry (66) uit Ierland voelt zich niet langer thuis aan de Thaise kust.‘Toen ik hier vijfentwintig jaar geleden kwam was Koh Samui een paradijsje waar mensen elkaar groetten op straat en je het enorme strand deelde met slechts een paar anderen. Daar is nu niets meer van over. Alles draait om toerisme en dus geld. Zelfs ik word belaagd door masseuses en proppers onderweg naar huis. Dit is niet het Thailand waar ik verliefd op ben geworden.’

Britse expat Martin (78) vult aan dat na de militaire coup van 2014 de Thaise visumregels een stuk strenger zijn geworden. ‘Voor rijke Westerlingen die in korte tijd veel geld uitgeven staan de deuren hier wijd open, maar het wordt je als gepensioneerde steeds moeilijker gemaakt om permanent in Thailand te blijven.’ Zowel Martin als Barry is bezig om te verhuizen naar buurland Cambodja. ‘Daar voelt het meer als het goede oude Thailand’, lacht Barry, ‘ze nemen het er niet te nauw met de regels, het leven is er goedkoop en mensen zijn nog eerlijk en vriendelijk.’

Barry denkt dat de hoogtijdagen van het Thais eilandtoerisme achter de rug zijn. ‘Er mogen nu wel meer bezoekers komen, maar wie goed kijkt, ziet dat het een zinkend schip is. Het aantal hotels blijft groeien, de stranden raken voller en voller, de vervuiling neemt toe en de paradijservaring neemt af. Ik vergelijk Thailand vaak met een verzadigd, gulzig monster dat binnenkort door zijn eigen vraatzucht ten onder gaat.’ Volgens de Ierse expat maken omliggende landen als Birma, Cambodja en Vietnam grote kans de vlag van Thailand over te nemen. ‘Let op mijn woorden, binnen tien jaar is die hele Thailand-hype overgewaaid en zit dit land met vervuilde, leegstaande spookstadjes aan de kust. Alle toeristen zitten dan in Birma, waar de ontwikkeling van strandtoerisme nog in de kinderschoenen staat. Daar kan je echt bounty beaches vinden zonder die te hoeven delen met drommen andere toeristen.’

Over de vervuiling en de natuurschade maken ook Thaise deskundigen zich zorgen. Volgens marien bioloog Thon (51) van de Kasetsart Universiteit in de hoofdstad Bangkok is maar liefst zevenenzeventig procent van de Thaise koraalriffen ernstig beschadigd door aan toerisme gelinkte activiteiten, een stijging van dertig procent ten opzichte van tien jaar geleden. Thon beweert dat veel van deze schade wordt veroorzaakt door strandhotels die hun riolering en ander vuil direct in zee laten stromen, door toeristen die tijdens het snorkelen op het koraal trappen, door ankers van toeristenbootjes en plastic afval dat achterblijft op het strand en in zee spoelt. Ook zanderosie is volgens de marinoloog een groot probleem. ‘Momenteel dreigt er al zo’n zeshonderdzeventig kilometer aan strand te gaan verdwijnen door zanderosie die grotendeels veroorzaakt wordt door grote bouwprojecten aan de kust.’

In recente jaren weten ook veel Chinezen, Koreanen en Brazilianen het land te vinden, wat weer een hele nieuwe markt heeft geopend en een publiek trekt dat een andere cultuur en andere verwachtingen met zich meebrengt. Vooral de Chinese toeristen leveren een steeds groter wordende bijdrage aan het aantal strandbezoekers. ‘Ze zijn overal!’, roept de Russische Sofia (38) gefrustreerd. ‘We kwamen naar de Similan-eilanden na het lezen van goede reviews op internet, maar toen ik hier aankwam met mijn man en zoontje bleek het te wemelen van de Chinese groepsreizigers die met bootladingen tegelijk worden afgezet.’

Er lijkt een patroon te zitten in de toestroom van toeristen, denkt leraar Phonsak (54) van Koh Phangan aan de zuidkust. ‘Toen ik nog een puber was in de jaren zeventig kwamen hippies naar ons mooie eiland, nu vooral bekend bij toeristen vanwege de enorme maandelijkse full moon party. De hippies vierden daar, net als de lokale boeddhistische bevolking het vollemaansfeest en bleven daarna rond kampvuurtjes op het strand zitten.’

Deze bijeenkomsten groeiden langzaam uit tot een fenomeen op zich. Phonsak vertelt dat wat begon als een feestje op het strand voor minder dan vijftig mensen uitgroeide tot de roemruchte feesten die hier vandaag de dag worden gehouden. ‘In die tijd hadden we nog geeneens stroom, geen wegen en geen grote speakers. Nu zie je haast niet meer dat je in Thailand bent: hotels met infinity pools, beerpong-toernooien, elke nacht dronken, dansende mensen in zwemkleding op het strand en getatoeëerde jongeren die met veel te snelle brommertjes over de gevaarlijke heuvelweggetjes racen. Ik vraag me af of de hippies van toen ooit hadden kunnen denken dat hun jamsessie hiertoe zou leiden.’

Ook maffiapraktijken werpen een schaduw op Thailands imago als vriendelijk vakantieland. Zo werden er gedurende de afgelopen vier jaar zeven backpackers vermoord op het idyllische Koh Tao. Deze moorden zijn nooit volledig opgelost, maar op het eiland zelf is algemeen bekend dat de lokale maffiafamilies erachter zitten. Ook op Phuket, Koh Phi Phi en Koh Samui is volgens kolonel Thitirat Nonghanpitak van het Thais Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau veel maffia-activiteit gaande in transport, toerisme, prostitutie, straatverkoop, mensensmokkel en vastgoed, maar heeft vooral de lokale bevolking hier last van.

Toch blijven strandgangers van over de hele wereld aangetrokken door de Thaise belofte. De prognose voor de komende jaren is dat de bezoekersaantallen zullen blijven stijgen. Thailand blijft hot. Volgens bareigenaar Tuna (48) van Koh Jum aan de zuidkust zijn veel strandgangers niet op zoek naar een onbewoond-eilandgevoel, maar zoeken ze juist graag de levendigheid, leuke restaurants en barretjes op. Dit heeft weliswaar tot gevolg dat veel toeristen terecht komen op dezelfde plek, maar voor een groot deel van de bezoekers is dit juist geen probleem. Toch denkt Tuna dat gezien de natuurschade en andere problemen die het massatoerisme met zich meebrengt het beter zou zijn als het toerisme zich wat gelijkmatiger zou spreiden over de verschillende eilanden. ‘Het probleem is ook dat toeristen elkaar volgen en zich op zo’n verre reis vastklampen aan de wijsheid van de Lonely Planet of andere reiswebsites. Thailand heeft nog altijd een fantastisch aanbod aan eilanden waar je rust, ruimte, natuurschoon en vriendelijke cultuur kan ervaren. Je moet er alleen iets beter voor zoeken.’ Tuna geeft ook aan dat luxe en rust niet altijd goed samengaan. ‘De mooiste stranden zijn vaak niet eens per weg bereikbaar. Zodra er grote resorts en wegen worden aangelegd met toeristische barretjes en restaurants met internationaal menu, dan kan je verwachten dat het binnen tien jaar gedaan is met die rust en vrede.’

Zijn buurvrouw, advocate Maialin (39), vult aan dat bezoekers rekening moeten houden met wat zij de illusie van het optische paradijs noemt: ‘vanaf je beeldscherm thuis lijkt het ene strand nog geweldiger dan het andere, maar op het moment dat je afgezet wordt bij je hotel bekruipt je het gevoel dat je Robinson Crusoe-fantasie toch niet helemaal zo mooi is als je had gedroomd.’ Toch geeft de advocate aan dat Thailand, met een kustlijn van 3219 kilometer en ruim duizend eilanden, technisch gezien veel meer toeristen aan zou kunnen, maar dat er nu hordes toeristen op een eiland zitten terwijl het volgende nagenoeg verlaten is. ‘Ons koninkrijk heeft nog tientallen net zo mooie, maar veel rustiger eilanden. Wie zegt dat Thailand vol en verzadigd is, kijkt gewoon niet goed uit zijn doppen.’

Het potentieel van Thaise stranden lijkt nog altijd enorm, omdat een groot deel van de eilanden slechts kleine bezoekersaantallen trekt. Voor elk soort reiziger biedt het land nog voldoende keuze. Voor wie het echt een droom is om de zon onder te zien gaan vanaf een leeg bounty beach, een visje van de barbecue te eten waar de lokale visser net mee aan komt gelopen en te genieten van ongekunstelde gastvrijheid en eilandcultuur heeft Thailand nog altijd een groot aanbod aan verborgen paradijsjes. Kilometers nagenoeg verlaten strand en het rustige eilandleven, van hippyparadijs tot de droombestemming voor honeymooners. De tien onderstaande eilanden zijn slechts een greep uit het ruime aanbod.

Flashpackers, stelletjes, families

1. Koh Jum. Island vibe en rustige zee. Kleurrijke vissersdorpjes, vriendelijke moslimdorpjes waar iedereen elkaar kent en zelfs in het hoogseizoen nog voldoende kans om een eigen stukje strand te bemachtigen. Veel vriendelijker dan locals op Ko Jum wordt het niet volgens sommige bezoekers en heb je hier grote kans om uitgenodigd te worden voor een visbarbecue in een klein reggaebarretje waar de eigenaar de hele dag op een gitaar zit te pingelen alsof de dag van morgen niet bestaat. Koh Jum biedt accommodatie voor budgetreizigers en families. Beste tijd om te bezoeken: december tot maart. Gemiddelde prijs per nacht: vijftien tot dertig euro per nacht.

2. Koh Kood. Rust, ruimte en comfort. Kristalhelder water, perfect zandstrand en een groot koraalrif maken dit eiland de ultieme bestemming voor wie een rustige vakantie zoekt met prachtige zonsondergangen, mooie natuur en ruimte om te genieten voor families en stelletjes. Beste tijd om te bezoeken: oktober tot februari. Gemiddelde prijs per nacht: twintig tot veertig euro per nacht.

3. Koh Yao Noi en Ko Yao Yai. Lekker eten en mooie resorts zonder hordes toeristen.
Perfect voor families, met rustige resorts, privévilla’s en uitstekende eetgelegenheden. De accommodatie is iets aan de dure kant voor backpackers, maar voor families en stelletjes bieden deze beide eilanden, in de rustige Baai van Phang Nga, de perfecte balans tussen comfort en authentieke eilandervaring. Beste tijd om te bezoeken: november tot mei. Gemiddelde prijs per nacht: tussen de vijfentwintig en zestig euro per nacht.

4. Koh Sukorn. Het eilandleven van weleer. Meer waterbuffels dan mensen, slechts vier resorts en vriendelijke traditionele bevolking. Verken de rijstvelden, kokosnootplantages en wilde natuur per fiets en geniet van het rustige eilandleven vanuit een hangmat. Beste tijd om te bezoeken: december tot maart. Gemiddelde prijs per nacht: tussen de vijftien en veertig euro.

Alternatieve soloreizigers of backpackers met beperkt budget

5. Koh Chang Noi. Ultieme hangmatbestemming. Voor onafhankelijke reizigers die niet veel geven om 24-uur stroom, wifi en pluche onderkomens. Het slaperige Koh Chang Noi, niet te verwarren met Koh Chang aan de oostkust, heeft geen politie, beperkte faciliteiten en weinig toerisme. In ruil daarvoor krijg je een eiland met vriendelijke locals, ongerepte natuur en spectaculaire uitzichten op buurland Birma. Beste tijd om te bezoeken: november tot maart. Gemiddelde prijs per nacht: tussen de tien en dertig euro.

6. Koh Phayam. Voor de artsy backpacker. Verwacht geen seven eleven-supermarkten en pinautomaten op het kleine Koh Phayam. Maar wel een eiland met klassieke, relaxte strandsfeer met bezoekers die al jarenlang nergens anders naar toe willen op vakantie. Favoriet onder kunstenaars en muzikanten waardoor er een ongekunstelde hippysfeer hangt. Er zijn de afgelopen jaren een aantal meer upscale accommodaties, barretjes en kunstgalerietjes, dus Koh Phayam is allang niet alleen maar een toevluchtsoord voor vagebonden. Beste tijd om te bezoeken: november tot mei. Gemiddelde prijs per nacht: tussen de twaalf en veertig euro.

7. Ko Phra Thong. Lekker authentiek chillen in je houten bungalow. Volgens sommigen is dit de beste plek in Thailand voor vogelspotters en natuurliefhebbers. Op dit eiland vind je vooral basic bungalows en enorme, uitgestrekte stukken onontwikkeld strand. Beste tijd om te bezoeken: november tot april. Gemiddelde prijs per nacht: tussen de twaalf en twintig euro.

Kampeerders

Wie zegt dat je in Thailand niet kunt kamperen heeft niet goed opgelet. Nagenoeg alle nationale parken bieden kampeerplekken aan en zeker in het koele seizoen tussen december en maart is kamperen op een Thais strand voor sommigen de ultieme vrijheidservaring.

8. Koh Lao Liang: voor de actieve natuurliefhebber. Deze geïsoleerde eilandengroep, niet ver van Maleisië, biedt een off the beaten track-ervaring voor klimmers, kampeerders en natuurliefhebbers aan de Andamanse Zee. Beste tijd om te bezoeken: januari en februari. Gemiddelde prijs per nacht: veertig euro voor een luxe tent.

9. Koh Rawi: onvervalste Crusoe-ervaring. Een bijna onbewoond eiland waar je kunt kamperen. Op het prachtige strand worden af en toe dagjesmensen afgezet, maar zodra die vertrokken zijn, heb je het strand voor jezelf. Beste tijd om te bezoeken: januari tot maart. Gemiddelde prijs per nacht: vijf euro voor een tent.

10. Koh Surin: walvishaaien en zeeschildpadden. Nog zo’n afgelegen pareltje waar je kunt genieten van snorkelen, het zien van zeeschildpadden en walvishaaien zien en kunt verblijven in een tent of bungalow van de rangers in het nationale park. Beste tijd om te bezoeken: januari en februari. Gemiddelde prijs per nacht: tent vanaf acht euro, bungalow vanaf vijftig euro.

Een andere zogenaamde travel hack is reizen in het regenseizoen. Sommige eilanden als Koh Phayam kennen een bijzonder heftige moesson waardoor de meeste hotels gesloten zijn, maar andere eilanden als Koh Kood en Koh Rawi zijn dan nog rustiger, accommodatie is er goedkoper dan in het hoogseizoen en het regent vaak slechts een uur per dag. Ook loont het vaak de moeite om net iets buiten de toeristencentra te gaan zitten. Zo vind je op het full moon-partyeiland Koh Phangan niet alleen feestende backpackers, maar ook prachtige jungle en een yogadorp waar mensen komen voor rust, gezond eten en yogalesjes op het strand.

De Thaise overheid heeft zich de afgelopen jaren tot doel gesteld om het massatoerisme op overvolle eilanden als Koh Phi Phi, de Similan-eilanden en Koh Tachai in te perken om de natuur de kans te geven zich te herstellen. Vooral de grote cruiseschepen en lawaaiige motorboten met dagjesmensen worden geweerd. Volgens marinoloog Thon is dit slechts een deel van de oplossing. ‘Het tijdelijk sluiten van de deuren op sommige stranden zal tot op zekere hoogte helpen, maar om volledig te herstellen zouden deze plekken permanent dicht moeten, maar daarvoor zijn we te afhankelijk van de inkomsten die het toerisme ons land brengt.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -