Waarom gaat iemand elke week naar een kerk, moskee of tempel? Wat zoekt of vindt hij of zij daar? De Kanttekening bezoekt diensten, missen en andere levensbeschouwelijke samenkomsten om daarachter te komen. Deze week: sikhs.
Op een zondagmorgen in de doorsnee Rotterdamse wijk Kralingse Veer doemt tussen de rijtjeshuizen een opvallend exotisch gebouw op. Het is de tempel van de sikhs, door de sikhs zelf aangeduid als gurdwara. Hier zijn we welkom op voorwaarde dat we ons aan de gedragsregels houden. Dat betekent dat we geen tabak bij ons mogen hebben, onze handen en voeten moeten wassen en ons hoofdhaar moeten bedekken. Het opvallendste in dat rijtje is wellicht het verbod op tabak. Nirmal Singh legt uit waarom dat zo is. ‘In het sikh-geloof is vijfhonderd jaar geleden al gezegd dat je tabak niet mag gebruiken. Dat is het slechtste dat er bestaat voor je gezondheid. Geen enkele sikh heeft ooit gerookt. God heeft ons jaren geleden al meegegeven dat roken slecht voor je is, terwijl pas de laatste jaren de wetenschap heeft bewezen dat je er kanker van krijgt.’
Ook alcohol en drugs zijn verboden omdat het middelen zijn die bewustzijn verminderen, maar als het om alcohol gaat zijn de meeste sikhs minder streng voor zichzelf. ‘Wat je je moet afvragen is in hoeverre een beetje alcohol je bewustzijn vertroebelt. Ga je je van één of twee biertjes heel anders gedragen? Dat lijkt me niet. We drinken soms wel alcohol, alleen heb ik het ook vaak mis zien gaan. Je kan verslaafd raken, het kost je geld en soms je baan. Daarom is het in principe verboden in het sikhisme.’
De sikhs vallen op door hun bijzondere kledingstijl. De mannen dragen vrijwel allemaal lange baarden en een tulband, de vrouwen dragen kleurrijke hoofddoeken. ‘God heeft ons gemaakt met haar dat groeit, dus waarom zou je het dan afknippen? Met een tulband kan je het haar bij elkaar houden’, legt Nirmal uit. Daarnaast dragen alle mannen de achternaam Singh en alle vrouwen de achternaam Kaur. ‘Dat is ingevoerd om iedereen gelijk te stellen, het sikhisme is tegen het kastenstelsel en als je allemaal dezelfde achternaam hebt, kan je daar niet aan afleiden tot welke kaste iemand behoort’, zegt Theodorus Singh, een autochtone Nederlander die zich enkele jaren geleden heeft bekeerd tot het sikhisme.
Goeroes
Het sikh-geloof is in de vijftiende eeuw ontstaan in Punjab, een gebied dat deels in India en Pakistan ligt. De stichter van het geloof is goeroe Nanak, na hem volgden er nog negen menselijke goeroes. De tiende goeroe Gobind Singh Ji heeft de elfde en belangrijkste goeroe Granth Sahib benoemd. Goeroe Granth Sahib is het heilige boek van de sikhs. Sikhs beschouwen het boek als een levende goeroe, dat wordt duidelijk wanneer we de tempel inlopen. Het boek ligt in een baldakijn, een soort troon met goud bekleedde overkapping. Voor de troon hebben bezoekers bloemen neergelegd. Gelovigen staan in de rij om hun dank en gebed te verrichten aan het boek. ‘Elke ochtend wordt de goeroe van zijn bed naar de troon gehaald en elke avond wordt hij weer naar bed gebracht’, zegt Theodorus. ‘Wanneer je een vraag hebt over je leven dan stel je die aan Goeroe Granth Sahib. Je opent op een willekeurige plek het boek en de bladzijde die je leest geeft het antwoord op je vraag.’
Vrouwen
In de ruimte waar het boek ligt is de grond bedekt met tapijt. De vrouwen zitten aan de linkerkant en de mannen rechts. Iedereen is op blote voeten en zit gehurkt. ‘Dat de vrouwen en mannen gescheiden zitten heeft niet een heel belangrijke reden, we doen dat omdat we allemaal dicht op elkaar zitten en als een man dan een vrouw per ongeluk aanraakt, dan kan dat verkeerd begrepen worden. Mannen en vrouwen zijn volstrekt gelijkwaardig in het sikhisme. In India zitten mannen en vrouwen meestal door elkaar’, legt Nirmal uit. Dat beaamt ook Sukhwant Singh. ‘Het sikhisme is een grote voorvechter van de emancipatie van vrouwen. Onze grondlegger schreef dat mannen en vrouwen evenveel rechten hebben. Vrouwen kunnen bij de sikhs alles doen wat een man ook kan. Er zijn hoge vrouwelijke geleerden in het sikhisme.’
Ondertussen leest een vrouw voor uit het boek. Na enige tijd wordt zij afgewisseld door een andere sikh die dan verder leest. ‘Omdat een dierbare een paar jaar geleden is overleden lezen we sinds vrijdag van half negen in de ochtend tot zondag tien uur ’s ochtends aan één stuk door uit ons heilige boek. In die achtenveertig uur kunnen we heel het boek uitlezen. In principe kan iedereen meedoen met voorlezen. We kennen niet zoiets als een streng priesterschap. Er is wel een gyani ji, iemand die de ceremonie leidt. Sommige mensen zijn meer bekwaam in het lezen, het gaat erom dat je uitspraak goed is.’
Religie versus cultuur
Theodorus bekeerde zich op zijn zesenvijftigste tot het sikhisme. ‘Via internet kwam ik met de religie in contact en hoe meer ik erover las, hoe meer het mij aansprak. Niet iedereen reageerde positief op mijn bekering. Ik heb een katholieke achtergrond en kom uit een klein Brabants dorpje. Mijn zus zei ‘als het maar geen sekte is’. Toen ik haar de ideeën van de religie uitlegde vond ze het wel best. Mijn kennissen en vrienden uit het dorp reageerden anders. Eerst waren ze vrij onverschillig, maar toen ik een maand later een tulband ging dragen was het compleet anders, dat vonden ze heel raar. De tulband is blijkbaar vreemder dan het geloof zelf.’
Goeroe Granth Sahib is geschreven in het Punjabi. Om de religie te kunnen bestuderen moest Theodorus de taal leren, maar dat is nog niet zo eenvoudig. ‘Punjabi leren kan eigenlijk niet als je Nederlands bent. Je hebt wel taalcursussen lezen en schrijven maar die zijn gericht op kinderen die de taal al spreken, niet voor mensen die de taal vanuit een andere taal willen leren. Ik heb wel leren lezen en schrijven maar ik heb nooit geleerd wat ik lees en schrijf, dat is nog steeds een probleem. Je kan de taal alleen maar leren als je in India woont denk ik.’
Sikhs hebben zich over verschillende landen verspreid; verandert de religie door andere culturele contexten? ‘Het sikhisme in India is nauwelijks anders dan het sikhisme in bijvoorbeeld Nederland en Amerika’, legt Theodorus uit. ‘De cultuur in het land vormt de mensen natuurlijk wel. Mijn Brabantse cultuur neem ik mee in mijn beleving van het sikhisme, maar ik ben erachter gekomen dat de scheiding tussen religie en cultuur eigenlijk niet bestaat. De Brabantse cultuur is volledig verweven met het katholicisme en het sikhisme is volledig verweven met de cultuur van de sikhs. Als je iets van de religie wil leren, dan moet je ook de cultuur omarmen.’ Zijn er dan helemaal geen verschillen tussen sikhs? ‘Er zijn wel wat accentverschillen maar niet dusdanig dat je kan spreken over verschillende stromingen. In Amerika heb je bijvoorbeeld een grote groep autochtone sikhs die met één been in de hippiecultuur staan. Zij verweven yoga met het sikhisme, terwijl yoga oorspronkelijk niets te maken heeft met het sikhisme.
Nirmal en Sukhwant willen het sikhisme graag in de meest pure vorm doorgeven aan hun kinderen. De taal Punjabi speelt daarbij een belangrijke rol. Sukhwant: ‘We proberen onze taal zo goed mogelijk door te geven aan onze kinderen, dat is belangrijk, omdat de religieuze bron in die taal is. Er zijn wel vertalingen in het Engels en in het Duits, maar die zijn nooit honderd procent. Dat zijn interpretaties van de vertaler.’ Nirmal merkt op dat het niet zo eenvoudig is om de taal levend te houden in Nederland. ‘Bij de tweede generatie moeten we toegeven dat de taalbeheersing minder wordt, maar als je kijkt naar bijvoorbeeld Engeland, de VS en Canada, daar zie je dat de jonge generatie die daar geboren is het allemaal weer oppikt. Ze zijn dieper met het geloof verbonden dan sommige mensen die in de regio wonen waar ons geloof ontstaan is.’
Theodorus heeft tot op zekere hoogte moeten breken met zijn oude omgeving. ‘Ik leef tussen twee werelden, er is een duidelijk scheiding tussen de wereld van de sikhs en die van mijn eigen vrienden en kennissen. De mensen die mij nog steeds kennen uit het dorp waar ik vandaag kom stellen geen vragen meer aan mij, ze zijn daar heel schuw in. Ze stellen alle vragen aan mijn zus, mijn zus zegt dan ‘stel ze aan hem zelf’, maar die drempel durven ze niet over.’
Volledig één met de sikhs is hij ook niet. ‘Ik voel me opgenomen bij de sikhs, natuurlijk ben ik wel een opvallende verschijning omdat niet veel Nederlanders zich laten bekeren. Je blijft altijd een beetje een vreemde eend in de bijt, maar daar wordt je niet op afgerekend. Sikhs beschouwen iedereen als gelijke.’
Godsbeeld
‘Wat mij aanspreekt in het sikhisme is de filosofie erachter en het godsbegrip. God is alles in het sikhisme. Hij is geen persoon maar een allesomvattend begrip, zowel transcendent als immanent’, zegt Theodorus. Nirmal bevestigt dat. ‘God is overal en in alles, in steen en in elk atoom. God is altijd bezig met ingrijpen. Ik heb enkele situaties gekend dat ik niet wist wat ik moest doen, als ik dan bid tot God dan helpt hij mij.’ Maar als God altijd overal is en altijd direct kan ingrijpen, waarom is er dan zoveel ellende in de wereld? ‘Ons antwoord daarop is reïncarnatie. Wie iets ergs is overkomen gaat dood en zal terugkomen in de vorm waar hij recht op heeft. Iemand die in zijn leven verkeerde dingen doet zal daar in een volgend leven voor moeten betalen.’ Anders dan christenen, joden en moslims geloven sikhs niet in het paradijs. ‘Een goede Sikh zoekt de weg naar God, niet naar het paradijs. Mensen die keer op keer fouten maken blijven net zo lang reïncarneren tot ze zichzelf beteren. Het reïncarneren stopt pas als hun ziel samensmelt met God. Hitler is in een andere vorm weer onder ons, misschien is hij zelfs wel als mens teruggekomen! De pijn en ellende die ons treffen hebben een functie. Zonder pijn zal je nooit aan God denken.’
Sikhs doen niet aan bekeren zegt Sukhwant. ‘Wat het sikhisme bijzonder maakt is dat het tegen een moslim zegt ‘wees een goed moslim’ en tegen een christen ‘wees een goed christen’. We zeggen niet ‘word sikh’. Religie is liefde tussen jou en God. Je kan niemand dwingen om dezelfde soort liefde te voelen voor God, liefde voor God kan niet opgedrongen worden. Sikhisme is dus niet een religie die actief bezig is mensen te bekeren. Toch is het sikhisme de snelst groeiende religie in de wereld. In Amerika en Spanje bekeren heel veel mensen zich tot het sikhisme. India is een aantrekkelijke plek om naartoe te reizen. Op die manier komen mensen ermee in aanraking. Ze zien ons en denken ‘hey wat zijn dat voor vreemde vogels met tulbanden’? Zo worden ze nieuwsgierig.’ Hoewel Theodorus katholiek is opgegroeid gelooft hij niet dat hij nu een andere God aanbidt. ‘Wat ik van de Katholieke Kerk heb overgehouden is mijn geloof in God. Andere religies zie ik als andere paden naar dezelfde God. Mijn katholieke pad voelde niet zo goed meer, het pad dat ik nu volg voelt beter.’
Nirmal: ‘We geloven dat hindoes, christenen, joden en moslims dezelfde God aanbidden als wij. Je kan het vergelijken met het ontvangen van radio of ruimtesignalen door een apparaat. Hoe beter het apparaat, hoe beter de ontvangst. Onze goeroes hadden het vermogen direct Gods woord te ontvangen. Wij sikhs zijn niet zo sterk dat we direct Gods woord kunnen ontvangen, maar onze goeroes kunnen dat wel en door hun leer staan wij in contact met God. Ons heilige boek is geschreven in dezelfde tijd als die waarin de goeroes leefden. Er is geen vervorming of verandering. Bij andere religies is het heilige boek vaak veel later geschreven en kan het boek veranderen doordat het opgeschreven is na mondelinge overlevering, maar als Mohammed of Jezus zeggen Gods woord te hebben ontvangen, dan geloven wij dat ook.’
Gezinsleven
Het gezinsleven is een belangrijk element in het sikhisme. Maatschappelijk isolatie door als kluizenaar of bedelaar te leven is verboden. Gehuwd leven heeft de voorkeur. Toch wordt de soep niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend. Theodorus is alleenstaand. ‘Dat maakte het bekeren voor mij eenvoudiger want als je je bekeert, dan moet je je vrouw daar ook in meenemen. Het is uitzonderlijk dat ik als sikh alleenstaand ben. Binnen de gemeenschap wordt het wel geaccepteerd.’ Sukhwant: ‘Het gezinsleven staat centraal bij de sikhs. Tegelijkertijd accepteren we iedereen die een andere keuze maakt. Het sikhisme schrijft voor dat een gezin uit een man en een vrouw moet bestaan, maar homo’s en alleenstaanden beschouwen we als gelijkwaardig. Het is nog niet eerder voorgekomen dat er een homoseksuele sikh wilde trouwen met een man. Als dat gebeurt, zal dat besproken moeten worden en dan zal de richtlijn bepaald worden binnen het sikhisme.’
Dopen
‘Nog geen twintig procent van de sikhs laat zich dopen’, zegt Theodorus. Dopen is iets heel speciaals in het sikhisme. Iemand die gedoopt wordt moet zich verbinden aan strenge regels. Gedoopte mannen moeten, behalve dat ze hun haren niet mogen knippen en vegetarisch moeten leven, een dolk, metalen armband en een speciale kam bij zich dragen. Ook moeten ze een korte broek onder hun kleding dragen. Nirmal heeft zich nooit laten dopen vanwege zijn werkomgeving. ‘Ik had het gevoel dat het effect kon hebben op mijn functioneren als leidinggevende. Die gedachte zat puur in mij. Mijn werkgever had mij er wel toestemming voor gegeven, maar ik was bezorgd over wat de mensen aan wie ik leiding geef ervan zouden vinden. Inmiddels denkt Nirmal daar anders over, hij wil zich eind dit jaar samen met zijn vrouw laten dopen. Theodorus heeft zich al wel laten dopen en draagt duidelijk zichtbaar een dolk en een metalen armband. De dolk is kleiner dan bij de sikhs in India, omdat grote messen in Nederland niet zijn toegestaan. Als uw verslaggever vraagt naar de reden achter al die regels, antwoordt Theodorus: ‘Die regels trainen mij in het hebben van discipline. Daarnaast heeft elk attribuut dat ik bij me draag een belangrijke symbolische betekenis. Als ik een ritueel niet begrijp, dan doe ik het niet, het gaat erom dat ik het logisch kan beredeneren. De reden dat ik mijn haren niet knip is omdat God mij gemaakt heeft zoals ik ben, maar die lijn trek ik niet zover door dat ik bijvoorbeeld geen medische operatie zou mogen ondergaan als dat nodig is. Elke sikh maakt daarin zijn eigen afweging.’
Nirmal hecht ook veel waarde aan de attributen: ‘De dolk dragen we voor het geval we in een situatie belanden waarbij geen enkel woord meer helpt. Dan mogen we ons verdedigen. De armband zien we als een handboei, de handboei herinnert ons eraan dat onze handen niets verkeerds mogen doen.’
Welkom
Nadat er gebeden en gezongen is, is het tijd voor eten. In de achterste ruimte van het gebouw wordt het eten voorbereid. Het eten wordt vervolgens naar Goeroe Granth Sahib gebracht. ‘Om het door God te laten inzegenen’, zegt Nirmal. Hoe weet hij dat het eten ook daadwerkelijk gezegend wordt? ‘Dat is geloof, je weet wanneer God zijn zegen heeft uitgesproken.’ Na dit ritueel loopt de serveerder met een grote kom langs de aanwezigen. Als hij langsloopt houden de mensen hun handen open. De serveerder vult met een pollepel de handen met een papperige substantie. Het smaakt naar zoet deeg. Na dit tafereel verplaatsen de mensen zich naar de achterste ruimte alwaar nog meer eten wordt opgediend. Daarna wordt alles opgeruimd en schoongemaakt. ‘Elke dag kunnen de mensen hier gratis eten’, zegt Nirmal. ‘Iedereen is welkom, je hoeft geen sikh te zijn.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!