18.8 C
Amsterdam

Na 14 jaar terug in Damascus, het is als een droom

Majorie van Leijen
Majorie van Leijen
Journalist en Midden-Oostendeskundige

Lees meer

Terwijl we opstijgen vanuit Istanbul, kijk ik nog even naar de verlichte stad die nooit slaapt. Dag veilige wereld, zeg ik in mijn hoofd. We zitten in het vliegtuig naar Beiroet. Vanaf daar nemen we de taxi naar Damascus. Als alles goed gaat, slapen we vanavond in de stad die mijn man en ik veertien jaar geleden verlieten. 

Het is surrealistisch, bizar en ongelooflijk spannend. Ik kan mijn emoties van dat moment niet beter samenvatten, want ze bestaan allemaal naast elkaar. Straks ontmoet ik mijn schoonfamilie voor de eerste keer. Ik heb ze nooit eerder gezien, we trouwden nadat we Syrië hadden verlaten. Ook onze kinderen kennen hun Syrische familie niet, want we konden nooit eerder terug, en nu kan het wel. 

Eind vorig jaar viel het regime van Bashar al-Assad, een dictator. Zijn autoriteit werd voor het eerst op de proef gesteld in 2011, toen we er nog woonden. Met een burgeroorlog op komst, besloten we te verhuizen. Eerst naar Dubai, daarna naar Nederland, mijn land. Mijn man integreerde, naturaliseerde en kreeg begin dit jaar een Nederlands paspoort. Precies op het moment dat de Syrische grens wagenwijd openging voor iedere Syriër die terug wilde keren.

Een bord aan de grens met Libanon, dat Syriërs welkom heet in hun thuisland

We hoefden niet lang na te denken. Dit werd onze zomervakantie. We waren in extase over alles wat we daar wilden doen en zien. Maar deze extase maakte al snel plaats voor heel veel zorgen. Want zo rustig was het nog niet in Syrië. De massamoord in Latakia, de strijd in Zuid-Syrië en twee weken voor vertrek bombardeerde Israël de stad Damascus. De grond zakte onder mijn voeten weg, toen ik de beelden zag. Het was alsof ik de impact kon voelen vanuit mijn comfortabele stoel in Rotterdam. Was dit de plek die we gingen bezoeken? Was dit ons vakantieoord?

De laatste dagen voor ons vertrek bekroop me een enorm schuldgevoel. Was ik een slechte moeder, dat ik mijn kinderen meenam naar een land dat ze op het Jeugdjournaal zagen omdat er bommen ontploften? Moest ik niet in eerste instantie zorg dragen voor hun gevoel van veiligheid? Ik werd bestookt met berichten van ongeruste familieleden, vrienden en collega’s. Moesten we wel gaan? En ja, even heb ik me dat echt afgevraagd. Moesten we wel gaan?

Gaza, Libanon, Syrië, het ligt allemaal zo dicht bij elkaar. Het is makkelijk dit gebied te zien als een groot kruitvat, een conflictgebied waar de boel elk moment kan ontploffen. Wie het nieuws volgt, ontkomt niet aan dit sentiment, het neemt je over. Dat gebeurde ook bij mij. Ik zag alleen nog maar het rood van het reisadvies, de beelden van kapotgeschoten gebouwen. En ik vloog er regelrecht op af.

Maar ik had beter kunnen weten. Tenslotte heb ik ook het boek gelezen van Joris Luyendijk: Het zijn net mensen. Hierin beschrijft hij dat zijn collega’s op de redactie eerder wisten dat er aanslag was in Cairo, de stad waar hij woonde en werkte, dan hij. Dan moest hij die aanslag gaan opzoeken, om er verslag van te doen. Als we alleen het nieuws zien, creëren we een beeld van een plek dat geen recht doet aan de realiteit.  

Net als een droom

Inmiddels zit ik op het balkon van onze villa – het lijkt wel een paleis. Onder me het geklets en gelach van familieleden, samen aan een lange tafel in een prachtig verlichte tuin. De tot voor kort onbekende neven en nichten spelen, alsof ze elkaar jaren kennen terwijl ze elkaar niet begrijpen. In de middag zwemmen we met elkaar. Het is als een droom, een die ik niet voor me durfde te zien omdat ik dacht dat het niet kon, of mocht bestaan naast mijn angsten. En nu zijn we hier.

De villa, met uitzicht op een van de voorsteden van Damascus

De omhelzing van deze zussen met hun zo gemiste broer beleef ik steeds weer opnieuw. Ze vlogen hem om de nek, dikke tranen van geluk die vanuit hun tenen kwam, als bij een kind dat haar moeder kwijt was en weer terugvindt. Ik kan het nog horen en dan huil ik er weer om. Na zoveel jaar je familie weer in je armen sluiten. Dat is geluk.

‘Ze vlogen hem om de nek, dikke tranen van geluk’

Sinds we hier zijn, is de kramp verdwenen. Ik zie Damascus door de ogen van mijn schoonfamilie, in plaats van die van ons in het westen. Ik ben nu in hun wereld. Ze vertellen over veranderingen. Over de dingen die weer mogen, zoals paardrijden op de manege, die eerst alleen voor de regering bedoeld was. Over de straten die zijn verbreed, de namen van bruggen die niet de president, maar de vrijheid eren. Over de toeristen uit andere steden die weer door het land durven te reizen. Over de angst die is verdwenen. Ze voelen de vrijheid met al hun zintuigen. 

De impact van het Israëlische bombardement op het regeringsgebouw in Damascus

Maar geen enkele keer gaat het over Israël. Ze zijn er niet mee bezig. Onderweg naar de stad rijden we langs het gebouw dat door Israël werd gebombardeerd. Je ziet de impact van de aanslag vanaf de rotonde, een van de drukste plekken in de stad. Als ik ernaar vraag, vertellen ze dat ze ervan opkeken, want ze voelden de trilling in hun huis. Daarna zagen ze op het nieuws wat er was gebeurd. Ze waren geschrokken. Maar bang? Nee, dat niet. Alles is beter dan de afgelopen veertien jaar. 

In Al-Hamidiyah Souq in de oude kern van Damascus is het drukste van jewelste. We komen voor het ijs van Bakdash, de winkel die ooit in de Lonely Planet terechtkwam als een van de plekken die je moet bezoeken. Ik was er veertien jaar geleden al voor gevallen en wilde er dolgraag weer naar toe, dus namen we de vijftientallige familie mee naar de drukbezochte plek. Ze waren er voor het eerst. Terwijl we genoten van dit zoete erfgoed, brak plots het feest uit. De grote stokken waarmee het ijs wordt fijngestampt werden drums en het personeel begon te zingen. ‘Weg met Bashar!’ klonk het en iedereen was in zijn nopjes om dit spektakel. Hier vieren ze de val van Assad nog steeds. En geef ze eens ongelijk.

Ijswinkel Bakdash

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -