Wilders wint niet door migratie maar door emotie. Ex-D66-spindoctor Roy Kramer ontleedt in zijn boek hoe verhalen, herkenning en gevoel belangrijker zijn dan verkiezingsprogramma’s of rationele argumenten.
Roy Kramer was jarenlang actief voor D66, onder andere als spindoctor, en kent de Haagse politiek van binnenuit. In zijn nieuwe boek Waarom Wilders wél wint analyseert hij waarom populisten als Geert Wilders en Donald Trump successen boeken. Kramer stelt dat de gangbare verklaring hiervoor – het komt door migratie – te kort door de bocht is. Volgens hem draait het niet om beleidsinhoud, maar om herkenning, narratief en emotie.
De titel van uw boek is Waarom Wilders wél wint. Bedoelt u dat hij de verkiezingen van 29 oktober gaat winnen? Of bedoelt u ‘winnen’ in een bredere zin?
‘De titel is bewust dubbelzinnig. Na de verkiezingen van 22 november 2023 kopten de media massaal dat Wilders had gewonnen omdat Nederlanders tegen migratie zijn. Ze legden een inhoudelijke link. Tachtig procent van de Nederlanders wil minder migratie, dus stemmen veel kiezers op Wilders. Maar zo simpel is het niet. Mensen stemmen niet omdat ze een beleidskeuze rationeel hebben afgewogen, maar omdat ze zich in een lijsttrekker herkennen.
‘Wilders raakt met zijn optreden een gevoelige snaar bij veel mensen’
‘Wilders wint omdat hij het spannendste verhaal heeft en de sterkste emotionele snaar raakt. Het gaat er niet om wat er in een verkiezingsprogramma staat, want dat leest bijna niemand. Het gaat er juist om of een politicus gevoelens kan oproepen, of hij een herkenbaar gezicht biedt. En dát doet Wilders beter dan zijn collega’s.’
Maar veel kiezers en commentatoren zullen zeggen: migratie was toch hét thema van 2023?
‘Dat klopt op het eerste gezicht. Migratie stond in de campagne centraal, zeker in de framing. Maar dat verklaart niet waarom zoveel mensen op Wilders stemmen. Neem de opkomst van Pim Fortuyn in 2002. Ook toen werd gezegd dat migratie de sleutel was. Maar er speelde natuurlijk veel meer. Fortuyn bood immers een verhaal dat nieuw en spannend was. Wilders doet nu hetzelfde. Hij creëert een narratief waarin hij én de held is die het volk verdedigt, én de underdog die wordt tegengewerkt door de elite. Die dubbele rol maakt hem zo sterk als politicus.’
Dus kiezers kiezen niet primair voor standpunten, maar voor herkenning en gevoel?
‘Precies dat. Kiezers zijn best bereid hun standpunten aan te passen, als ze zich maar thuis voelen bij een politicus. Wilders raakt met zijn optreden een gevoelige snaar bij veel mensen. Zij nemen zijn standpunten over bijvoorbeeld de islam en de Europese Unie over.’
U zegt dat Wilders en Trump sociale media veel slimmer inzetten dan anderen. Hoe werkt dat?
‘Kijk, vroeger begon politiek met een congres, een beleidsnota, een interview in de krant. Maar Nederlanders lezen gemiddeld een half uur per week een krant. Daar bereik je de massa niet mee. Tegelijk zitten mensen uren per dag op sociale media. Wilders en Trump begrijpen dat perfect. Ze posten eerst een standpunt op X of Facebook, scheppen daarmee ophef, en pas daarna wordt het vertaald naar beleid of Kamerwerk.
‘Dat klinkt misschien een beetje banaal, maar dit is cruciaal. Stel je twee politici voor, A en B. A spreekt duizend mensen toe, B spreekt tienduizend mensen toe. Wie wint er dan? B natuurlijk. Wilders en Trump hebben geleerd dat bereik alles is. Middenpartijen denken nog te vaak in de logica van de verzuiling, dat je je vaste achterban bedient en die blijft de partij wel trouw. Maar zo werkt het allang niet meer.’
U schrijft dat u zich zorgen maakt over de staat van de democratie. Wat gaat er volgens u mis?
‘Het probleem is dat populisten wereldwijd al twintig jaar aan een opmars bezig zijn. Fortuyn was een pionier, daarna kwamen Wilders, Trump en al die anderen. Wilders viel ooit uit een kabinet, maar komt nu sterker terug. Trump verloor in 2020, maar staat weer klaar. Populistische bewegingen verdwijnen dus niet vanzelf.
‘De klassieke strategie dat je populisten negeert, werkt nu niet meer. Eveneens is het overnemen van de standpunten van de populisten een doodlopende weg. Je kunt als middenpartijen wel strenger worden op migratie, maar de PVV blijft groot omdat Wilders een gevoel aanspreekt dat veel dieper zit. We hebben daarom een nieuwe strategie nodig. Je moet nieuwe politici rekruteren buiten de Randstad, lageropgeleiden aanspreken en verhalen vertellen die de emotie raken.’
Populistische partijen beroepen zich graag op de volksstem. Voor progressieve partijen lijkt ‘volk’ bijna een vies woord te zijn geworden.
‘Dat is een recente ontwikkeling. Middenpartijen hebben ooit óók namens het volk gesproken. Denk aan D66-leider Hans van Mierlo, die appelleerde aan het volk, of aan PvdA-premier Willem Drees. Tegenwoordig lijkt alleen het populisme namens het volk te spreken, terwijl democratische partijen dat net zo goed zouden kunnen doen.’
U gaat nog verder in uw boek. U stelt dat alle ideologieën – liberalisme, socialisme, christendemocratie, populisme – gebouwd zijn op irrationele overtuigingen. Soms zelfs op iets wat op een complottheorie lijkt. Hoe bedoelt u dat?
‘Het woord ‘complottheorie’ klinkt meteen heel negatief, zeker na corona. In die tijd doken er allemaal bizarre ideeën op. Vaccins zouden je autistisch maken, dat soort nonsens. Maar ik bedoel iets anders. Iedereen heeft een basisnarratief, een emotionele grondhouding.
Neem de liberalen. Zij voelen een sterk wantrouwen jegens de overheid. Soms is die achterdocht terecht, maar niet altijd. Stel dat je ouders je mishandelen en de overheid zorgt dat je langer naar school kunt, dan is het juist positief dat de overheid ingrijpt in het persoonlijk leven van mensen. Maar toch blijven liberalen vasthouden aan dat gevoel.

‘De socialisten hebben een sterk wantrouwen jegens het bedrijfsleven. Soms is dat gevoel terecht, maar lang niet altijd natuurlijk. Immers, bedrijven kunnen mensen geweldige kansen bieden, mensen opleiden, wat voor de samenleving doen. Maar dat zie je niet als je bedrijven per definitie met achterdocht bejegent. Mijn punt is dus dat we moeten erkennen dat iedereen irrationele ideeën koestert, niet alleen populisten.’
Als we kijken naar de verkiezingscampagne van 2023, welke fouten maakten Dilan Yeşilgöz, Pieter Omtzigt en Frans Timmermans waardoor Wilders kon winnen?
‘Je moet een onderscheid maken tussen fouten van de korte termijn en die van de lange termijn. Voor de korte termijn waren de debatten heel belangrijk, waarin Wilders excelleerde. Neem het roemruchte SBS-debat. Wilders pakte Timmermans hard aan en de PvdA-voorman had daar geen goed weerwoord op. Dat had ook te maken met debatervaring. Wilders was voor de zesde keer lijsttrekker, Timmermans heeft een lange staat van dienst maar trok voor het eerst de lijst. Hij was nog niet door de wol geverfd.
‘In 2002 weigerde de toenmalige VVD-leider Hans Dijkstal in Jip-en-Janneke-taal te praten’
‘Als je kijkt naar de langere termijn, dan zie je dat middenpartijen structureel dezelfde fout maken. Ze richten zich namelijk te veel op hogeropgeleiden, mensen die NRC of de Volkskrant lezen. Maar dat is een minderheid van het electoraat. Er is een enorme groep Nederlanders die helemaal geen kranten leest, laat staan deze kranten, en die vindt bij populisten wél een stem.’
Wilders scoort met oneliners en simplificatie. Is dat slim van hem, of dom van de kiezers?
‘Het woord ‘versimpeling’ heeft een negatieve klank. Toegankelijkheid klinkt al een stuk positiever. Toch zijn veel politici er huiverig voor om de politiek toegankelijker te maken, omdat ze bang zijn dat ze hiermee de complexe werkelijkheid geweld aandoen. Terwijl dit helemaal niet per se zo hoeft te zijn.
‘In 2002 weigerde de toenmalige VVD-leider Hans Dijkstal in Jip-en-Janneke-taal te praten. De VVD verloor mede hierdoor de verkiezingen. Kiezers willen dat politici klare taal spreken. Dat geeft hen een gevoel van herkenning, dat ze serieus worden genomen. Neem Donald Trump. Hij praat op zo’n manier dat ook gewone mensen hem kunnen begrijpen. Met een technisch betoog bereik je de mensen niet. Politiek moet een duidelijk verhaal vertellen. Als je de complexe werkelijkheid vertaalt naar gewone taal, vergroot je juist de democratische betrokkenheid.’
Dus middenpartijen zouden ook eenvoudiger moeten communiceren?
‘Ja, absoluut. Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar de Troonrede. Een onderzoek van de Universiteit Utrecht liet zien dat dertig procent van de Nederlanders de tekst hiervan niet begrijpt. Dat is een enorm probleem. Hoe kun je burgers meekrijgen als je boodschap letterlijk onbegrijpelijk is voor drie op de tien Nederlanders?’
In de Nederlandse samenleving zijn verschillende kloven: die tussen rijk en arm, links en rechts, stad en provincie, hoog- en laagopgeleid. Welke scheidslijn is volgens u het belangrijkst?
‘Voor mij is de kloof tussen hoog- en laagopgeleid het meest bepalend. Vroeger was de belangrijkste scheidslijn iemands levensbeschouwing. Je was katholiek, protestant, liberaal of socialist. De verzuiling gaf mensen houvast. Nu zie je dat de samenleving is verdeeld in groepen van dezelfde maatschappelijke laag. Hoogopgeleiden gaan vooral met hoogopgeleiden om, laagopgeleiden met laagopgeleiden. Mensen zonder universitaire opleiding horen andere geluiden dan wat er in NRC of de Volkskrant staat.
‘Natuurlijk zijn andere maatschappelijke kloven ook relevant. De tegenstelling tussen stad en platteland, rijk versus arm, enzovoort. Ik ben vrijzinnig genoeg om dat te zien. Alleen bepaalt de opleidingskloof wel heel veel, mede omdat de journalistiek bijna volledig in Amsterdam zit. NRC verhuisde niet voor niets naar Amsterdam. Dat maakt de afstand tot grote groepen Nederlanders alleen maar groter.’
Maar moeten die kloven wel overbrugd worden? Of mag je accepteren dat sommige partijen en media zich richten op hoogopgeleiden?
‘Het is niet erg als één of twee partijen zich richten op hoogopgeleiden. Maar als álle middenpartijen dat doen, dan laat je een groot deel van de samenleving over aan de populisten. Dan organiseer je je eigen verlies. Daarom pleit ik ervoor dat middenpartijen zich breder oriënteren. Want dat vergroot herkenning en dus ook de steun voor de democratie.’
Aan het begin van uw boek zegt u eerlijk dat u D66-lid bent. Bent u niet bang dat lezers u daardoor partijdig vinden?
‘Dat risico is er. De Volkskrant interviewde mij ook over mijn boek, en zette ‘ex-D66-spindoctor’ in de kop. Dat schrikt sommige mensen natuurlijk af. Maar ik kies voor transparantie. Iedereen organiseert zich uiteindelijk in groepen. Je hoeft je daar niet voor te schamen.
‘Het gaat er mij om dat je je openstelt voor anderen. Ik probeer in mijn boek juist eerlijk en evenwichtig te zijn richting andere groepen mensen. Ik wil laten zien dat je ook van populisten kunt leren, zonder dat je hun agenda hoeft over te nemen.’
Maar wat onderscheidt u dan van de ‘onderbuikfluisteraars’?
‘Het verschil is dat ik me zorgen maak over de democratie zelf. Over de rechtsstaat, de rechten van minderheden, en uiteindelijk ook over onze welvaart. Mijn boek is gericht op het brede midden. Niet alleen D66, maar VVD, GroenLinks-PvdA en het CDA. Die partijen verschillen minder van elkaar dan vaak wordt gedacht en hechten allemaal aan onze democratische verworvenheden.
‘Je moet mensen in het hart raken, niet alleen in het hoofd’
‘Ik wil laten zien dat deze verworvenheden meer steun moeten krijgen bij bredere lagen van de bevolking. Dat je mensen moet raken in het hart, niet alleen in het hoofd. Politiek moet een wenkend perspectief zijn, geen handleiding voor een Ikea-kast.’
Dat pleidooi doet denken aan het initiatief Voor Ons Nederland van voormalig VVD-kroonprins Klaas Dijkhoff. Hij kreeg veel kritiek, ook vanuit progressieve hoek.
‘Het is een goed initiatief. In progressieve media werd hier inderdaad nogal cynisch op gereageerd, alsof het een pr-stunt van de VVD was om ook stemmen uit het politieke midden te winnen. Maar ik vind die kritiek niet helemaal fair. Voor Ons Nederland zet zich in voor een weerbare democratie, het bestrijden van populisme en het tegengaan van polarisatie. Dat zijn doelen waar ik volledig achter sta. Juist nu zijn zulke initiatieven broodnodig.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!