15.4 C
Amsterdam

Tijd voor een nieuw moreel verhaal

Tineke Bennema
Tineke Bennema
Journalist en historicus.

Lees meer

PVV, VVD, JA21, SGP, FVD en BBB zijn partijen die allemaal vinden dat Nederland joods-christelijke wortels heeft. En laat het nu net ook die partijen zijn die vorige week tegen de motie stemden om zieke kinderen in Nederland te laten behandelen. Ik schrijf er bewust niet bij: Palestijnse kinderen, om te tonen dat sommigen gelijker zijn dan anderen. Want voor zieke Oekraïense kinderen hoefde het argument van opvang niet te worden bedacht; zij werden – terecht – gewoon in Utrecht geholpen.

Mij gaat het hier niet om kritiek op die speciale wortels van Nederland, en zeker niet op geloof. Al jaren geleden zeiden verstandige mensen dat die wortels niet deugen, zie bijvoorbeeld rabbijn Lody van de Kamp. En gelukkig stemden CDA en CU wel voor de motie. Maar hier wil ik het hebben over wat ervoor in de plaats moet komen aan morele consensus. Want naast die pseudo-identiteit, die tijdens WOII en ook nu weer niet heeft gewerkt als moreel kompas voor ons land, wordt er nog niet als de wiedeweerga aan een ander verhaal gebouwd.

De wortels zijn zowel een manier om geen verantwoordelijkheid te nemen voor antisemitisme in het heden en verleden, als een stok om de islamitische hond mee te slaan. De liberaal Mark Rutte verklaarde in 2008 dat de islamitische invloed in Nederland beperkt moest blijven tot het eten van couscous. In 2017, in een gesprek met Thijs van den Brink, zei hij: ‘We hebben Zwarte Piet en vieren kerst, dat zijn onze tradities.’ In datzelfde jaar brak hij ook nog een lans voor paaseitjes. De islamitische gebedsoproep die uit minaretten klinkt, vond hij ‘jengelmuziek’.

Belangrijk om te constateren: waarden kunnen veranderen, want Rutte verklaarde later dat hij andere inzichten had gekregen over Zwarte Piet en de slavernij. Maar noteer wel dat de de mythe van de joods-christelijke wortels vooral gekoesterd blijft door de rechtse, seculiere partijen.

In zijn net verschenen boek The Age Of Hitler beschrijft historicus Alec Ryrie hoe die morele consensus in een samenleving nooit statisch is. De joods-christelijke wortels werden pas vijfenzestig jaar geleden voor het eerst uitgevonden in veel westerse landen, na het proces in 1961 tegen nazi Eichmann en de door filosofe Hannah Arendt beschreven ‘banaliteit van het kwaad. Daarvoor zagen we onszelf als een product van de Grieks-Romeinse rationele cultuur. De medeplichtigheid aan genocide, de schuld, het moest worden goedgemaakt door Joden voortaan te zien als deel van onze eigen geschiedenis. Met de komst van migranten in de jaren tachtig kon die identiteit bovendien gebruikt worden om moslims buiten te sluiten. Joods-christelijke wortels brengen geen diverse boontjes voort. Alleen witte, geproduceerd door een gevaarlijke, exclusieve monocultuur. En dat zien we terug in de tunnelvisie om kinderen levensreddende zorg te ontnemen.

Juist de bestuurders van de protestantse kerken hebben zich gediskwalificeerd als kompas

Desondanks ziet Ryrie tot mijn verbazing een nieuwe moraal opkomen uit inspiratie van godsdiensten, met name uit een vernieuwd protestantisme en heeft hij weinig oog voor andere overtuigingen. Maar juist de bestuurders van de protestantse kerken hebben zich gediskwalificeerd als kompas omdat zij zich tot twee keer toe medeplichtig toonden aan genocide: eerst op Joden, nu op Palestijnen.

Een alternatief kan het versterken van het internationaal recht bieden, gebaseerd op de grondgedachte van alle overtuigingen: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet. Psychologen, primatologen, antropologen hebben allemaal laten zien dat deze gulden regel van gerechtigheid inherent is aan het menszijn en diep gevoeld wordt. Net als de afkeer van onrecht. De Mensenrechtenverklaring is er mede op gebaseerd. Het probleem is dat deze na de Tweede Wereldoorlog werd vastgelegd als een juridisch, afstandelijk rationeel verdrag. Mijn idee zou zijn de betekenis van de Verklaring meer invoelbaar te maken. Navolging van de Verklaring geeft iedereen rechten, maar ook het vertrouwen om respect, waardigheid en autonomie te krijgen van je medemens. Die emoties kunnen worden gestimuleerd door kunst, activisme, politiek en educatie.

Als ik bij demonstraties ben zoals van de Rode Lijn, dan zie ik dat idee uitgevoerd in de praktijk. Het uniforme rood staat voor algemeen gedeelde waarden van gelijkheid en het beëindigen van onrecht, onder mensen van alle kleuren, genders, geloven en leeftijden. En die diep gevoelde overtuiging dat elke leven respect verdient, dat pluralisme en die solidariteit brengen een blije, geweldloze beweging voort. Soft verhaal? Beter dan dat van giftige wortels.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -