Enis Odaci, directeur van Volzin magazine
‘Journalisten wordt aangeleerd dat zij de hoeders van de democratie zijn. Dankzij hun
kritische houding ten opzichte van de macht worden de rechten van burgers beschermd. Journalisten zijn van de feiten en ze hebben een ethisch kompas. Helaas is dat idyllische beeld niet waar. Ik ken geen arrogantere beroepsgroep dan de journalistiek.
Noem eens iemand die al deze zelf aangemeten kenmerken van een journalist etaleert? In 2025 heb ik veel gesprekken gevoerd met collega’s in de media en allemaal beginnen ze te stotteren zodra ik bijvoorbeeld begin over Gaza. Of over zionisme in Nederland. Dan blijken feiten en mensenrechten opeens niet zo belangrijk te zijn. Het is natuurlijk gewoon niet handig voor de carrière om erover te schrijven. Wierd Duk, Angela de Jong en Johan Derksen maken het nieuws.
Helaas zijn de talrijke ‘serieuze’ DPG-mediaredacties inmiddels zelf de bijl aan de wortels van de democratie. Zij volgen ook gewoon slaafs de trends op sociale mediaplatforms. De prijs die je betaalt voor het openlijk voorleven van de eerder genoemde journalistieke principes is groot: minder opdrachten, geen rugdekking door de hoofdredactie en een schokkend gebrek aan solidariteit van collega’s.
Waarom? Omdat we eindelijk zullen moeten erkennen dat invloedrijke media net als burgers zijn: rechts, racistisch en radicaal. Zij zijn de macht geworden en zij zullen, net als de andere machten, niet zomaar zichzelf op de snijtafel leggen. Daarom is mijn advies voor 2026: wantrouw in de basis de mainstream media en ondersteun die journalisten en die kranten of platforms die nog wel – tegen de stroom in – vechten voor een betere wereld.
Aukje van Roessel, voormalig journalist bij De Groene Amsterdammer
Kantelpunt
‘Hier geen kanttekening bij het afgelopen jaar, maar 2025 samengevat in één woord: kantelpunt. Je zou het met hoofdletters willen schrijven, om het in stilte uit te schreeuwen. Want afgelopen jaar is onontkoombaar het jaar waarin onomkeerbare veranderingen met onheilspellende gevolgen steeds duidelijker zijn geworden. Drie keer on, en ja, dat is onrustbarend.
We zijn verscheidene kantelpunten gepasseerd. Die kantelden niet onafhankelijk van
elkaar; ze beïnvloedden elkaar. En we, dat zijn wij met elkaar: de aarde, de mensen, dieren, planten, politieke systemen, de economie, moraal, de vrede.
Op 20 januari van afgelopen jaar legt Donald Trump als nieuw gekozen president van de Verenigde Staten de eed af voor zijn tweede ambtstermijn. Greed, egocentrisme, bully-gedrag, uitsluiting van vreemdelingen, geweld en handel worden definitief de nieuwe richtlijnen op het toneel van de internationale betrekkingen. In Rusland en Israël wrijven Vladimir Poetin en Benjamin Netanyahu zich in hun handen. En ook in Nederland worden politieke partijen die liegen, bedriegen of blokkeer-gedrag vertonen, zoals de VVD, beloond — bij verkiezingen en (vooralsnog) bij de kabinetsbesprekingen.
Hoe zullen onze nakomelingen daar over honderd jaar op terugkijken?
Ondertussen smelt er wereldwijd nog meer ijs, valt er nog meer regen die gebieden doet overstromen, is er op andere plekken juist meer hitte en droogte, moeten nog meer mensen vluchten voor honger en geweld en zijn er nog meer planten en dieren uitgestorven, voorgoed verleden tijd.
Hoe zullen onze nakomelingen daar over honderd jaar op terugkijken? Mocht de mensheid dat nog halen. Maar stel dat, dan is er maar één woord dat ons tekent: oerstom.’
Remco van Mulligen, predikant in opleiding
‘Voor mij was 2025 geen hoopvol jaar. We zitten met een trumpiaans kabinet dat zich van mensenrechten niets aantrekt. De genocide in Gaza gaat achter het rookgordijn van de ‘vredesdeal’ van Trump gewoon door. En vanwege het succes van die deal met oorlogsmisdadiger Netanyahu willen de Verenigde Staten een vergelijkbaar pact sluiten met oorlogsmisdadiger Poetin.
Dit was ook het jaar waarin antifascisme verder werd gecriminaliseerd en het
demonstratierecht verder onder druk kwam te staan. Met als dieptepunt voor mij de veroordeling van vijf activisten van Christelijk Collectief tot voorwaardelijke geldboetes, omdat ze demonstreerden tegen de genocide in Gaza. En dit was het jaar van het kerkasiel in Kampen, de kerkdienst die al meer dan een jaar doorgaat om te voorkomen dat het gezin Babayants wordt uitgezet.
Wat hoop ik voor het nieuwe jaar? Dat mensenrechten echt de ‘rode lijn’ vormen. Dat er een kabinet komt dat asielzoekers die hier al meer dan vijf jaar zijn gewoon laat blijven. Dat onze politici in actie komen om te voorkomen dat Israëlische kolonisten doorgaan met het innemen van de Westelijke Jordaanoever. Op dit moment loopt het stadje Beit Sahour, nabij Bethlehem, ernstig gevaar en wij voeren actie om Kamerleden hierop te wijzen. En ik hoop dat D66 geen (stiekeme) politieke steun zoekt bij partijen als JA21, FvD, BBB en PVV. Electoraat van die partijen heeft in september de ruiten van D66 ingegooid. Maar D66 is een machtspartij, die ook al meegaat met het anti-migratiesentiment. Mijn hoop is dat Rob Jetten principes ontwikkelt.’
Fatima Oulad Hadj, Statenlid voor de PvdA in Noord-Holland
‘2025 was voor mij een jaar van grote emoties, zowel in mijn werk als privé. De ziekte van mijn vader hing als een zware wolk boven ons gezin, en het liet me opnieuw voelen hoe belangrijk het is om tijd samen te hebben. Een van de mooiste momenten dit jaar was dat mijn dochter na twee intensieve jaren weer thuiskwam van UWC Atlantic, een internationale middelbare school in Wales. Ze heeft daar zoveel geleerd en stappen gezet, en ik ben trots dat ze die kans heeft gehad. Dat ze nu weer thuis is, brengt rust en een warm nieuw begin.
In mijn rol als Statenlid voor Noord-Holland, namens PvdA-GroenLinks, zag ik hoe
belangrijk het is dat politiek weer om mensen draait. De samenwerking tussen GroenLinks en PvdA groeit langzaam. Het zijn twee verschillende identiteiten die hun plek aan het vinden zijn, en dat kost tijd, maar juist dat proces geeft mij hoop. Ik zie mensen die eerder waren afgehaakt weer aansluiten, omdat ze voelen dat wij een ander geluid laten horen in een steeds hardere politieke tijd: solidariteit, menselijkheid en omzien naar elkaar. Ik geloof echt dat we daar iets groots mee kunnen bouwen.
Het dooretterende toeslagenschandaal laat zien hoe het mis kan gaan. Gezinnen raken nog steeds verdwaald in een oerwoud van regels en procedures waar niemand meer uitkomt. Er wordt zo veel naar het proces gekeken dat de mens achter het dossier uit beeld raakt. En daardoor ontstaat er nóg meer leed. Het blijft mij raken, en het geeft me kracht om door te gaan voor een overheid die wél naar mensen kijkt.
Ondertussen blijft het toeslagenschandaal laten zien hoe het mis kan gaan
Voor 2026 hoop ik vooral dat we elkaar terugvinden. Dat vertrouwen mag groeien, dat mensen zich weer gezien en gehoord voelen en dat politiek dichterbij komt. En persoonlijk hoop ik op gezondheid voor mijn vader, rust voor mijn familie en de ruimte om met liefde en kracht door te gaan met wat ik belangrijk vind.’
Thomas van Gool, projectleider Israël-Palestina bij vredesorganisatie PAX
‘Helaas was het weer een jaar vol oorlog, geweld, genocide en een afglijdende internationale rechtsorde. Straffeloosheid die voortduurt voor ernstige schendingen van het internationaal recht en mensenrechten. Een jaar waarin vele mensen gedood zijn. Op vele plaatsen in de wereld, waaronder Gaza, Oekraïne en Soedan. Echte mensen. Echte levens die verwoest zijn. Vernietiging die tot de dag van vandaag doorgaat. Toch was 2025 ook het jaar waarin mensen uit heel Nederland zich uitspraken tegen geweld. Zo waren er na 100.000 en 150.000 mensen in Den Haag uiteindelijk meer dan 250.000 mensen bij de Rode Lijn in Amsterdam. De grootste demonstratie in Nederland in decennia. Een dwarsdoorsnede van de samenleving met een duidelijke boodschap: stop de Nederlandse medeplichtigheid.
Ook in 2026 zal het nodig zijn om ons uit te spreken. Om de neerwaartse spiraal te doorbreken. Te benadrukken hoe belangrijk het is dat we elkaar allemaal als mensen zien, ook de ander die we niet goed kennen. Om ervoor te zorgen dat mensenrechten ook daadwerkelijk weer een hoeksteen van ons buitenlands beleid worden. Dat we ons niet terugtrekken achter de dijken, maar ons als Nederland juist inzetten voor de internationale rechtsorde in plaats van deze af te breken. Een wereld waarin iedereen in vrede en veiligheid kan leven. Hopelijk kunnen we daar komend jaar allemaal ons steentje aan bijdragen, groot of klein. Het is nodig, misschien wel meer dan ooit.’