10.2 C
Amsterdam
Home Blog

Turkse politicus Fatih Erbakan pleit voor mildheid voor vervolgde Gülen-aanhangers

0

‘Samen met hun familieleden zijn honderdduizenden mensen slachtoffer geworden’, zegt de conservatieve Turkse politicus Fatih Erbakan over de Gülen-sympathisanten die sinds de couppoging in 2016 worden vervolgd. Ook hij sluit zich aan bij de groeiende oproep tot clementie.

Erbakan is leider van de islamistische partij YRP en de zoon van oud-premier Necmettin Erbakan, de politieke leermeester van president Erdogan.

Volgens Erbakan zijn veel mensen zonder eerlijk proces als terrorist bestempeld. ‘Ze werden opgepakt zonder degelijke verhoren of rechtspraak’, zei hij in het Turkse parlement. ‘Sommigen zijn later vrijgesproken, ook door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, maar de onrechtvaardigheid duurt voort.’

De uitspraken passen in een bredere ontwikkeling, waarin binnen islamistische kringen meer ruimte lijkt te ontstaan voor kritiek op de vervolging van Gülen-sympathisanten. Steeds meer (voormalige) bondgenoten van Erdogan spreken zich uit. Tegelijkertijd blijven Turkse veiligheidsdiensten arrestaties uitvoeren. In de afgelopen twee weken zijn zeker 160 mensen aangehouden.

Het gaat bovendien om invloedrijke politici. Na oud-AKP’er Bülent Arinç en Ali Babacan van de Deva-partij laat nu ook Erbakan van zich horen.

Intussen heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens opnieuw geoordeeld dat bij 2.420 veroordelingen van vermeende gülenisten mensenrechten zijn geschonden. Volgens het Hof is het recht op een eerlijk proces geschonden en zijn veroordelingen op basis van het gebruik van de berichtenapp ByLock, vakbondslidmaatschap of transacties bij Bank Asya onvoldoende grond voor straf.

Kati Piri wil spoeddebat over stiekeme aankoop Israëlische wapens

0

GroenLinks-PvdA uit net voor Kerst een stevige beschuldiging. Defensiewoordvoerder Kati Piri stelt dat demissionair VVD-minister van Defensie Ruben Brekelmans de Kamer bewust heeft misleid over de aankoop van Israëlische wapens, een onderwerp dat vanwege de genocide in Gaza zwaar beladen is. Zij heeft een spoeddebat aangevraagd, schrijft zij op Bluesky.

Brekelmans heeft wat uit te leggen, als het aan Piri ligt. Het bewust misleiden van de Kamer is een ‘politieke doodzonde’, zegt zij op sociale media, bij een achtergrondverhaal van NRC over de Israëlische aankopen.

Het zou gaan om speciale vizieren (de Smash 3000, gemaakt door het Israëlische bedrijf Smartshooter) om drones uit de lucht te schieten. Die aankopen zouden zijn gedaan via een ‘incidentele suppletoire begroting’, omdat het geld voor Defensie in 2025 al op is. Zo’n aanvullende begroting is alleen mogelijk als er geld uit 2026 naar voren wordt gehaald, meldt NRC.

De vizieren zouden door Defensie al sinds 2020 worden getest, maar uit nader onderzoek van NRC blijkt dat de herkomst ervan nooit aan de Kamer is gemeld. Vanwege de genocide in Gaza is het kopen van Israëlische wapens steeds gevoeliger geworden.

In het Kamerdebat van 26 november, toen het over de aanvullende begroting ging, wilde Piri daarom zeker weten dat er geen nieuwe Israëlische spullen zouden worden aangeschaft. ‘In tegenstelling tot de fractie van JA21 heeft mijn fractie bezwaren tegen sommige leveranciers waar Defensie eerder bestellingen heeft geplaatst´, zei zij toen.

Staatssecretaris Gijs Tuinman (BBB) draaide er aanvankelijk omheen, maar zegde Piri wel toe dat de beoogde leveranciers niet uit Israël zouden komen. Dat blijkt dus niet te kloppen. De Israëlische wapens werden gekocht zonder de Kamer hierover te informeren.

Piri voelt zich beetgenomen. ‘De bewindspersonen moeten hier snel opheldering over geven. Het heeft er alle schijn van dat de Kamer is misleid.’

Armoede stijgt weer na jaren van daling

0

In 2024 hadden ongeveer 551.000 mensen in Nederland te weinig om rond te komen. Dat is 3,1 procent van de bevolking, meer dan een jaar eerder. Bij kinderen die in armoede opgroeien, bleef het aandeel gelijk. Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek, opgesteld in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Daarmee kwam een einde aan een periode waarin de armoede vijf jaar op een rij afnam. Van armoede is sprake wanneer er na het betalen van vaste lasten, zoals wonen, energie en zorg, te weinig geld overblijft voor dagelijkse uitgaven. Het gaat dan om zaken als eten, kleding en meedoen aan sociale activiteiten. Spaargeld telt mee, een eigen huis niet.

De armoedegrens geeft aan welk inkomen een huishouden minimaal nodig heeft om rond te komen en verschilt per gezinssituatie. In 2024 lag die grens voor een alleenstaande rond de 1.600 euro per maand en voor een stel op 2.145 euro. Voor gezinnen met kinderen ligt dit bedrag hoger, afhankelijk van het aantal kinderen en hun leeftijd.

Naast de mensen die onder de armoedegrens leven, bevindt zich een grote groep net daarboven. Ongeveer 1,1 miljoen mensen hebben een inkomen dat iets hoger ligt dan het minimum, maar beschikken over weinig of geen financiële buffer. Zij vormen samen 6,4 procent van de bevolking.

De Hollandse oma’s op de markt

0

We schrijven eind jaren tachtig in Amsterdam. Is het de Ten Katemarkt, in de Turkse volksmond ‘de markt van 3’, vernoemd naar tram 3, die volgens de nieuwe dienstregeling in 2026 niet meer zal bestaan? Dat weet ik niet meer. Ik herinner me alleen de onrust, rondlopende grote mensen en dat ik keihard huil.

Op zoek naar mama en papa. Maar daar komen mijn redders in nood. Twee bebrilde, oude witte oma’s met Beatrix-geföhnde kapsels, die me bij de hand nemen en op de toonbank van een kraampje plaatsen. Twee engelen die me troosten met een snoepje. ‘Niet bang zijn, mama komt zo’, zeggen ze.

En dan, niet veel later, mijn eigen moeder met mijn broertje in de kinderwagen, die met een voor die tijd karakteristieke halve hoofddoek verwilderd naar mij en naar de oudere vrouwen kijkt. Beschaamd zegt ze ‘dankjewel’ in gebroken Nederlands. En dan arriveert ook mijn stoere, besnorde vader op het toneel. Hij pakt me op en veegt mijn betraande wangen schoon. Ook hij bedankt mijn Hollandse redders in nood, die me nog een aai over de bol geven.

Die ontreddering zit vast in mijn vroegste herinneringen aan Amsterdam. Ik keer er altijd weer naar terug op momenten van intellectuele allochtone eenzaamheid in Nederland. Laatst zei iemand tijdens een paneldiscussie: ‘Tayfun, jij bent een man van de wetenschap’, en een siddering van plaatsvervangende schaamte trok door mijn lijf. Alsof ik een klassenverrader ben door onderzoek te hebben gedaan.

Dat vervreemdende gevoel komt vaker voor. Van ‘onderop’ bij de kapper, in de buurt, en niet op de minste plaats bij mijn eigen familie, waar ‘mijn succes en roem’ wel eens leiden tot de labels ‘elitair’, ‘ongelovig’ en ‘Hollander’. Maar ook vanuit de boze buitenwacht, die bijvoorbeeld mijn Turkse stem of naam aangrijpt en daaraan de eigen rancune over de multiculturele samenleving ophangt. Aantijgingen die me mijn Hamka’s chips in Geuzenveld of het boek Witte Onschuld van Gloria Wekker in de trein doen verbergen.

Het is wel onbeschofter geworden in Nederland na de moord op Pim Fortuyn

Denkend vanuit de gemengde, waarlijk multiculturele volkswijk, de Frederik Hendrikbuurt, waar ik in de jaren van onschuld ben opgegroeid, vraag ik me vaak af: waar is het toch misgegaan in Nederland? Maar meteen daarop volgt de vraag: is het überhaupt wel misgegaan? Ondanks alle paniekzaaierij vanuit Navo-bazen en noodpakketten is er geen gewapend conflict hier, rijden de bussen en metro’s, en behoren we nog steeds tot een van de rijkste landen ter wereld. Waar hebben we het over?

Het is wel onbeschofter geworden in Nederland na de moord op Pim Fortuyn. Alle remmen op ‘buitenlanders’ gingen los. Wie zich vroeger racistisch uitliet, plaatste zich in de jaren negentig nog buiten de maatschappij; nu lijkt het eerder een voorwaarde om mee te kunnen doen in politiek en media. Journalist Enis Odaci beschrijft het treffend in het Eindejaarspanel: ‘Wierd Duk, Angela de Jong en Johan Derksen maken het nieuws.’

Mijn hemel. Het wordt weer onrustig in mijn hoofd. Niet fijn om zo, 2025, het jaar dat ik vader werd, af te sluiten. Al schrijvende poept ze op mijn schoot, in volle harmonie.

Ik keer terug naar de oma’s op de markt. De multiculturele harmonie waar we al meer dan een kwart eeuw naar terugverlangen. Naar lang vervlogen tijden van witte beschaafdheid. Of is dit allemaal nostalgie naar iets wat nooit heeft bestaan?

We kennen de haters inmiddels, waar blijven de witte bondgenoten van multicultureel Nederland? D66 laat ons nog even bungelen. In 2026 weten we meer.

Armoedebestrijder Ahmed Abdillahi loopt zondag zijn laatste marathon

0

Komende zondag 21 december loopt Ahmed Abdillahi zijn laatste marathon tegen armoede van dit jaar. Het is zijn 25e. Op de Coolsingel in Rotterdam sluit hij daarmee een uitzonderlijk jaar af, waarin hij zichzelf tot het uiterste heeft gedreven – fysiek, mentaal en maatschappelijk.

‘Eerlijk gezegd had ik het onderschat’, vertelt Ahmed. ‘De vermoeidheid was enorm. Continu was ik moe. Maar mijn drive om het af te maken was groter dan de verleiding om op te geven.’ Het voelde alsof er een zwaard van Damocles boven zijn hoofd hing, maar dan een zelfgekozen zwaard. Media en mensen om hem heen herinnerden hem voortdurend aan de opdracht die hij zichzelf had gesteld. ‘Hoeveel marathons moet je nog?’, vroegen ze hem. De media deden dat ook. Het hele jaar stond Ahmed onder hoogspanning.

Vaak kwam ik geradbraakt thuis van mijn werk en moest ik tóch nog een trainingsrondje doen

Blessures bleven hem gelukkig bespaard, maar blaren, rugpijn en de dagelijkse vermoeidheid waren er wel. ‘Ik bezorgde daarnaast gewoon post. Vaak kwam ik geradbraakt thuis van mijn werk en moest ik tóch nog een trainingsrondje doen. Je kunt niet twee weken niets doen, anders haal je het niet.’

Armoede op de agenda

Het doel van zijn uitdaging was niet om geld in te zamelen, maar om aandacht te vragen voor armoede. ‘Mensen in mijn omgeving zeiden: begin geen fonds, dat heb je bij eerdere acties ook niet gedaan. En dat klopte.’ Toch kreeg hij meer bereik dan hij had durven dromen: interviews op radio en tv, artikelen in NRC, de Volkskrant en Runner’s World. ‘Ik ben een beetje een bekende Rotterdammer geworden. Maar dat was niet het doel.’

Ahmed wilde vooral het gesprek over armoede aanjagen. ‘De kosten van levensonderhoud in Nederland zijn gestegen door corona en de oorlog in Oekraïne. De bestaansonzekerheid is groter geworden. Veel mensen vallen tussen wal en schip door het ingewikkelde toeslagenstelsel en versnipperd beleid. Dat moet beter. Veel mensen durven nu geen toeslagen te ontvangen, omdat ze bang zijn te veel te krijgen en dat wat ze te veel krijgen straks niet meer kunnen terugbetalen.’

Mensen herkennen me nu op straat

Een toevallige ontmoeting met minister-president Dick Schoof bij de Erasmusbrug had een kans kunnen zijn om dit onderwerp te bespreken, maar Ahmed durfde hem niet aan te spreken. ‘Ik had misschien kunnen zeggen: loop een stukje met mij mee. Maar ik deed het niet. Aan de andere kant, de premier had het ook druk die dag en ik wilde mijzelf niet opdringen aan hem.’

De hardloopcommunity speelde een belangrijke rol. Veel mensen liepen stukjes met Ahmed mee, al bleven bekende Nederlanders weg. Collega’s en ex-collega’s steunden Ahmed ook, en zelfs onbekenden doneerden kleine bedragen om hem te helpen. ‘Daar ben ik dankbaar voor. Mensen herkennen me nu op straat.’

Toekomst

Na 25 marathons in één jaar is het tijd voor rust. ‘Volgend jaar neem ik een jaartje pauze. Maar ik wil wel weer meedoen aan de Rotterdam Marathon, want ze willen met mij samenwerken om jongeren met een migratieachtergrond warm te maken voor hardlopen.’

Ahmed is inmiddels 45 jaar. ‘Toen ik begon had ik geen grijs haar. Nu zie ik de eerste grijze haartjes, door de stress, haha.’ Toch smaakt de publiciteit naar meer. ‘Het was meer succes dan ik had gehoopt. En er is nog veel onzekerheid op het gebied van inkomen. Daar moeten we aandacht voor blijven vragen.’

Wetenschap kent geen Afrikaanse of ‘westerse’ variant

0

In het interview Afrikaanse universiteit start masteropleiding in Nederland suggereert David Millar dat er een Afrikaanse wetenschap bestaat die afwijkt van de ‘westerse’. Zo degradeert hij Afrikaanse wetenschappers tot ‘ervaringsdeskundigen’, schrijft Evelyn Groenink. 

De verscheidene eminente Afrikaanse wetenschappers die door de jaren heen geportretteerd zijn op het ZAM platform zouden verbaasd zijn te vernemen dat met de opening van een Amsterdamse dependance van het Ghanese Millar Institute ‘voor het eerst’ Afrikaanse kennis en wetenschap naar Nederland of het Westen zou worden gebracht. Zij, en vele andere andere Afrikaanse collega’s – zoals de vermaarde Ghanese wiskundige, wijlen Francis Allottey, of de professoren van het Africa Studies Centre in Leiden – zouden denk ik waarschijnlijk zelfs tamelijk beledigd zijn door de uitspraak van een blijkbaar aan dit instituut verbonden Doctor David Millar in jullie recente artikel. Hij beweert daarin dat er een ‘westerse wetenschap’ zou bestaan, waartegen een ‘andere’, ‘Afrikaanse’, wetenschap, waarop hij het patent lijkt te hebben, afgezet zou moeten worden.

Wetenschap is wetenschap. De vele briljante Afrikanen hebben daar door de eeuwen heen doorbrekende bijdragen aan geleverd. Die ontwikkeling bestaat al vanaf de tijd van de filosofen, technici en medici van Timboektoe en Zuid-Libië. Denk aan de irrigatiesystemen van eeuwen voor onze jaartelling in Ethiopië, de botanisten van Zuidelijk Afrika – op wier werk vele medicijnen van de farmaceutische industrie zijn gebaseerd – van de jaren tachtig, tot huidige generaties van epidemiologen en vaccinologen en technici, van Ghana tot Kenia en van Zimbabwe tot Senegal.

De vele briljante Afrikanen hebben daar door de eeuwen heen doorbrekende bijdragen aan geleverd

Het klopt dat Afrikaanse wetenschappers, meer dan westerse, hebben moeten opboksen om door te dringen tot het verwerven van een plaats in de internationale wetenschappelijke wereld. Daar heeft de Kameroenese filosoof Achille Mbembe bijvoorbeeld veel over geschreven. Maar volgens Mbembe, en niet alleen volgens hem, maakt hen dat vanuit wetenschappelijk perspectief juist extra waardevol.

Geen ‘ervaringsdeskundigen’

Het past daarom niet om, zoals David Millar doet, Afrikaanse wetenschappers te reduceren tot een stereotype van ‘ervaringsdeskundigen’ zoals in uw artikel. De dokters en botanisten van Swaziland en Zuid-Afrika, die hun carrière wijdden aan het onderzoeken van traditionele, geneeskundig-werkzame planten en kruiden, en die, vaak met succes,  worstelden met vraagstukken van dosering in de jaren tachtig van de vorige eeuw zouden liggen te tollen in hun graven na het vernemen van Millars bewering dat ‘Afrikaanse kennissystemen anders’ zijn, want niet ‘meetbaar en kwantificeerbaar’.

Als ‘niet meetbare en kwantificeerbare’ wetenschap ook wetenschap zou zijn, dan zou de Gezondheidsraad in Ghana, die hard werkt om kwakzalvers en charlatans uit de medische professie te weren door rigoureuze toepassing van professionele  normen haar werk wel kunnen staken. Ook hadden de inspanningen van de justitiële commissie in De Gambia niet gehoeven, die onderzocht hoeveel doden er vielen door het geheel niet kwantificeerbare self made AIDS-medicijn van dictator Yahya Jammeh. Deze Jammeh werd gelukkig door de bevolking verdreven voordat Trump en diens hoogsteigen kwakzalver ‘RFK’ (Robert F. Kennedy jr., red.) in de Verenigde Staten aan de macht kwamen, want voor dat soort allianties zou het woord ‘nachtmerrie’ nog te goed zijn geweest. Echte wetenschap heeft inmiddels in Zuid-Afrika daarentegen tot hoopvolle resultaten geleid, op het gebied van een ARV-vrije virusbehandeling voor HIV/Aids.

Ik heb het verder ook aan onze netwerkpartners in de Afrikaanse vrouwen-, homo- en mensenrechtenbeweging niet direct zelf kunnen – of durven – vragen, maar ik durf er wel iets onder te verwedden dat zij niet gecharmeerd zouden zijn van Millars uitspraken dat ‘democratie maar één regeringsvorm is’, dat ‘ook een dictatuur een rule of law’ heeft en dat ‘gelijkheid van vrouwen en mannen’ evenals ‘acceptatie van homo’s’ maar ‘westerse ideeën’ zouden zijn, die best ter discussie mogen staan. Afrikaanse feministen als Minna Salami hebben zich uitgesproken tegen ouderwetse leiders die inderdaad het liefst zouden willen dat vrouwen, of mensen – homo of niet – in het algemeen, zich braafjes op de achtergrond zouden moeten houden. De duizenden Tanzanianen die de afgelopen maanden de straat op gingen tegen de fraudulente verkiezingen van hun dictator kunnen overigens niets meer gevraagd worden, want zij zijn doodgeschoten.

Stereotyperen van Afrika en Afrikanen

Doctor Millar maakt zich schuldig aan wat ZAM’s partners in democratische netwerken in Afrika, juist bestrijden: het stereotyperen van heel Afrika en alle Afrikanen als een amorfe massa waarin iedereen dezelfde opvattingen heeft. Het is een Afrika waar geen tegenstrijdige belangen of gevechten voor sociale rechtvaardigheid zouden bestaan, kortom een Afrika van mensen die alsmaar niets hebben bereikt, zeker niets meetbaars en kwantificeerbaars.

U had hem best wat kritischer mogen ondervragen.

PS De engste push van anti-vrouwenrechten en anti-homorechten op het Afrikaanse continent komt overigens, net als de kwakzalverij van ‘RFK’,  uit Amerikaanse hoek.

Linkse partijen in Gouda kritisch op homofobe uitspraken bij bijeenkomst met Wierd Duk

0

Een drukbezochte bijeenkomst voor orthodoxe christenen op een reformatorische school in Gouda kan mogelijk een strafrechtelijk staartje krijgen. Op deze bijeenkomst zouden homofobe en islamfobe uitspraken zijn gedaan, bericht de Gelderlander.

‘Wij trekken hier de grens’, zegt Sandra Brouwer, GroenLinks-raadslid in Gouda. Net als de PvdA en de PvdD is GroenLinks in Gouda niet te spreken over de bijeenkomst. Volgens Brouwer heeft de organiserende stichting Driestar Educatief een podium geboden aan intolerantie en uitsluiting. Het is niet duidelijk of het OM in actie komt.

Maar wat werd er precies gezegd?

Oud-predikant Pieter de Vries keerde zich in felle bewoordingen tegen de lhbtiq+-beweging. Mensen die worstelen met homoseksuele gevoelens zouden daar niet aan moeten toegeven, zei hij. Ook kan hij orthodoxe christenen die geen bezwaar hebben tegen een regenboogvlag bij het stadhuis niet uitstaan. ‘Je bent dan geweldig naïef en bereid het touw te knopen waaraan je zelf en je medechristenen worden opgehangen. Of je bent zelf allang de bocht om.’

Ook Wierd Duk was van de partij. De uitgesproken Telegraaf-opiniemaker wil een conservatieve beweging oprichten, een alliantie tussen cultuurchristenen als hemzelf en orthodoxe christenen. De vijanden die deze beweging moet bestrijden zijn de islam en links.

Duk beschouwt moslims niet als loyale Nederlanders. ‘Veel nieuwkomers identificeren zich primair met de mondiale islam, ‘de umma’, en niet met de Nederlandse natie.’ Duk wees ook op de tragische dood van Lisa. Haar dood zou een gevolg zijn van immigratie. ‘Zonder open grenzen was die jongeman nooit Nederland binnengekomen en was Lisa niet vermoord.’ Verder was Duk kritisch over woke, de linkse ideologie die diversiteit en inclusie centraal stelt.

De Telegraaf-opiniemaker riep op tot weerbaarheid. ‘We moeten bereid zijn om te vechten, anders verliezen we ons land’, zei hij. ‘Misschien kom je op een gegeven moment daadwerkelijk te staan voor de verdediging van je land, omdat van alle kanten onze beschaving, cultuur en identiteit onder vuur liggen.’

Ten slotte maakte Duk een vergelijking met witte Afrikaners in Zuid-Afrika van na de afschaffing van de apartheid. ‘In zekere zin is dat een voorbode van waar wij voor komen te staan.’ In extreemrechtse kringen doen complottheorieën de ronde over de witte boerengemeenschap. Zij zouden het slachtoffer zijn van ‘genocide’ door zwarte Afrikanen.

VS vallen opnieuw schepen aan in Stille Oceaan

0

Het Amerikaanse offensief tegen zogenoemde ‘drugsmokkelaars’ op zee gaat onverminderd door. Bij een aanval op drie schepen zijn acht mensen gedood, zo meldt NOS.

De VS voerde de aanvallen uit op de Stille Oceaan. Sinds begin september zijn er bij 25 aanvallen op schepen 95 mensen gedood, meestal op de Caribische Zee bij Venezuela, vermoedelijk ligt dat aantal hoger. De omroep meldt dat in een van de bombardementen twee overlevenden werden gedood, die zich na de eerste aanval hadden ‘vastklampt aan het wrak van een boot’.

De verhoogde Amerikaanse militaire activiteit bedreigt ook de burgerluchtvaart. Eerder deze week kwam een passagiersvliegtuig uit Curaçao in de problemen.

De veronderstelde drugstransporten zouden afkomstig zijn uit Venezuela en Colombia. Bewijs dat de boten daadwerkelijk drugs vervoeren geeft het Amerikaanse leger echter niet.

De negentiende-eeuwse Monroe-doctrine lijkt opnieuw van kracht op het Amerikaanse continent. De Verenigde Staten lijken zich weer te gedragen als kolonisatoren, die ongestraft hun gang kunnen gaan in Latijns-Amerika.

Rotterdamse PvdD wil aandacht voor migrerende planten en dieren

0

De Partij voor de Dieren in Rotterdam roept migratiemuseum Fenix op om naast menselijke migratie ook aandacht te besteden aan de verplaatsing van planten en dieren.

Aanleiding is de Internationale Dag van de Migrant op 18 december. Op die dag overhandigt de partij een officieel verzoek aan het museum om migrerende flora en fauna een zichtbare plek te geven in de collectie of programmering.

Wereldwijd steken steeds meer soorten grenzen over — door natuurlijke patronen, door menselijk handelen en door de gevolgen van klimaatverandering. Het gaat onder meer om trekvogels zoals de grutto, vlinders zoals de monarch, maar ook om nieuwkomers in Nederland zoals de nijlgans en de Europese zeebaars. ‘Deze soorten verdienen net zo goed
een welkom als mensen die zich over de wereld verplaatsen’, zegt Pinar Coskun, namens de Partij voor de Dieren Rotterdam, in een persbericht.

‘In het migratiemuseum is er veel kunst over migratie’, vertelt Coskun aan de Kanttekening. ‘En de migratie van planten en dieren is een verhaal dat kunstenaars ook inspireert. Sterker nog, zulke kunstenaars zijn er al. Natuurlijk moeten het museum en de kunstenaars helemaal zelf bedenken hoe ze precies invulling geven aan deze thematiek.’

Om welke kunstenaars gaat het dan? De Belgische kunstenaars Maarten Vanden Eynde en Anne-Marie Maes bijvoorbeeld onderzoeken de invloed van klimaatverandering en menselijke activiteit op ecosystemen. In Nederland richt kunstenaar Koos Buist zich op de verspreiding van zogenoemde ‘zwervende planten’ in stedelijke omgevingen, terwijl de Argentijns-Nederlandse kunstenaar Irene Kopelman in tekeningen en installaties laat zien hoe soorten zich aanpassen aan veranderende leefomstandigheden. Ook het werk van Egied Simons draait om beweging en transformatie in de natuur.

‘Fenix laat op prachtige wijze zien hoe verhalen van mensen voortdurend in beweging zijn’, zegt Coskun. ‘Wij hopen dat ook de migratie van andere levende wezens een plek krijgt, omdat deze verhalen ons helpen beter te begrijpen hoe ons ecosysteem verandert en welke verantwoordelijkheid wij daarin dragen.’

Op 18 december zal de Partij voor de Dieren Rotterdam haar verzoek formeel aanbieden aan het museum. Daarbij wordt ook een kleine symbolische verrassing overhandigd.

Na 14 jaar opent Libisch Nationaal Museum eindelijk weer de deuren

0

In Tripoli is het Nationaal Museum van Libië feestelijk heropend na bijna veertien jaar sluiting. Dit bericht de Britse krant The Guardian.

Het museum, gevestigd in het historische Rode Kasteel, bezit een van de grootste collecties klassieke oudheden van Afrika. De heropening werd gevierd met een groots spektakel van vuurwerk, muziek, acrobatiek en lichtprojecties, waarmee de rijke geschiedenis van het land werd samengevat.

Het museum was sinds de val van dictator Muammar Gaddafi gesloten vanwege de burgeroorlog. Tijdens die periode werden duizenden objecten, van munten en mummies tot Romeinse mozaïeken en Punische inscripties, in veiligheid gebracht om plundering te voorkomen. Nu zijn ze teruggebracht en opnieuw toegankelijk voor het publiek.

De collectie weerspiegelt de vele invloeden die Libië door de eeuwen heen hebben gevormd: van de Griekse en Romeinse overheersing tot Ottomaanse en Italiaanse bezetting. Het museum wil niet alleen het culturele erfgoed tonen, maar ook bijdragen aan nationale eenheid in een land dat nog altijd verdeeld is tussen het door de officiële regering bestuurde westen en het door rebellen bezette oosten.

De heropening vindt plaats terwijl er nog steeds een burgeroorlog in het land is. Toch hoopt de Libische regering dat het museum een symbool kan worden van wederopbouw en onderwijs en dat het jonge generaties leert hun geschiedenis te waarderen.