Mijn wijlen vader was een verzamelaar van veel spullen, soms bruikbaar en soms minder bruikbaar. Maar wat mijn vader het meest verzamelde, waren herinneringen. Eén van de belangrijkste dragers voor deze herinneringen was oude, Surinaamse kranten. Als kind liep ik wel eens spontaan zijn ‘rommelkamer’ binnen en daar trof ik oude edities van De Ware Tijd of De West. Hij verzamelde specifiek artikelen die te maken hadden met Desi Bouterse. Veel wilde hij niet over deze land- en generatiegenoot kwijt en hij deed ernstig zijn best om Bouterse’s naam niet uit te spreken. ‘Hij-die-niet-genoemd-mag-worden’ domineerde desondanks een groot deel van mijn jeugd. Het laatste hoofdstuk van deze ‘Surinaamse Voldemort’, dat zich voltrok in de kerstdagen van 2024, maakte mijn vader helaas niet meer mee. Maar ik weet bijna zeker dat hij vanuit de hemel met genoegen de Surinaamse kranten tot zich neemt.
Desi Bouterse heeft op mijn familie een enorme impact gemaakt. Na de onafhankelijkheid van hun geliefde thuisland Suriname in 1975, keerden mijn ouders met mijn oudere broer en zus terug naar ‘Mama Sranan’. Ze hadden beiden een mooie baan, kochten in Paramaribo hun eerste koopwoning en verrijkten hun gezin met een hond en een kat. Het leven lachte hen tegemoet. Totdat een groep militairen onder leiding van Desi Bouterse het heft in eigen handen nam, een staatsgreep pleegde en Henck Arron afzetten. Arron was de eerste premier van Suriname, terwijl Johan Ferrier de eerste president en staatshoofd van het postkoloniale Suriname was. Mijn grootvader Emile Ensberg diende het land als de eerste vicepresident. De oudste broer van mijn moeder was de lijfarts van Arron, zijn goede vriend en tevens politiek adviseur. Dat bezorgde hem op initiatief van de militairen een plek in de gevangenis. Zonder proces, zonder contact met de buitenwereld en zonder een humane behandeling. Hij werd slachtoffer van militair geweld en kreeg nauwelijks te eten, laat staan eetbaar voedsel. Daar bleef het niet bij. Vrienden van mijn ouders werden vermoord door de militairen. Datzelfde lot trof ook de hond en kat van mijn ouders; ze werden met kogelgaten tussen hun ogen aangetroffen op het woonerf. Verder werd de telefoon van mijn ouders door de militairen afgeluisterd. Ze voelden zich niet meer veilig in hun eigen huis, noch in hun eigen land en besloten te vluchten naar Nederland. Het trauma van de gedwongen vlucht uit hún Suriname zijn ze nooit te boven gekomen.
In plaats van het spreken met anderen over wat deze vlucht met hem deed, zocht mijn vader in Surinaamse kranten onvermoeibaar naar antwoorden. Antwoorden op vragen als ‘Hoe kon Bouterse überhaupt succesvol een staatsgreep plegen?’, ‘Welke rol heeft Nederland gespeeld bij de staatsgreep?’ of ‘Waarom pakt niemand die duivel van een Bouterse aan?’. Zijn zoektocht naar antwoorden werd mijn zoektocht. Op de middelbare school schreef ik samen met een goede vriend een uitgebreid profielwerkstuk over Fred Derby, de enige man die de Decembermoorden op miraculeuze wijze overleefde. Ik was gefascineerd door alles dat met Bouterse te maken had. Van de staatsgreep tot de Binnenlandse Oorlog. Van zijn drugshandel tot de genocide die hij in het Marrondorp Moiwana liet voltrekken. Van zijn onzalige presidentschap tot het langdurige rechtsproces voor zijn rol als hoofdverdachte van de Decembermoorden. En nu ook zijn dood, gestorven als een op de vlucht geslagen laffe hond en als een veroordeelde moordenaar. Zo stierf Duistere Desi in de schaduw en in een anonieme schuilplaats, ver weg van het machtscentrum Paramaribo. Voor sommigen van zijn devote volgelingen, Boutisten, is hij een martelaar en een held. De grote leider van de ‘revolutie’ en de personificatie van de Surinaamse droom. Ze eisen een ‘staatsuitvaart’ voor hun Surinaamse Messias. Verschillende oud-presidenten en oud-vicepresidenten ontvingen eveneens deze laatste eer van de Surinaamse Staat. Maar géén van hen was een veroordeelde moordenaar en veroordeelde drugshandelaar. Het zou een smet zijn op het blazoen van de Rechtsstaat Suriname als de president meegaat in dit sentiment van Boutisten, uit ijdele hoop het land op deze manier richting de verkiezingen van 2025 te verenigen. Want één ding blijkt duidelijk uit Bouterse’s rol in die Surinaamse politiek en samenleving: hij was altijd een garantie voor verdeeldheid, nooit voor saamhorigheid. Met een staatsuitvaart zou Bouterse ook postuum de rol van splijtzwam vervullen. Die eer moet hem niet worden gegund. President Santokhi dient, wat mij betreft, te handelen in de geest van de Surinaamse Grondwet en dus Bouterse door zijn nabestaanden te laten begraven in eigen kring. De Surinaamse kranten die verslag doen van zijn uitvaart, zou ik graag verzamelen. Als laatste eerbetoon aan mijn vader. De cirkel is rond. Het nieuwe tijdperk van Suriname kan beginnen.
‘Jezus is een moslim’, las ik onlangs op een bord van een groepje straatpredikers in Rotterdam. Mij leek dat historisch een wel heel rekkelijke benadering, maar wie ben ik? Het leidde in elk geval tot een interessante discussie aan onze keukentafel. Dat Jezus van Nazareth een Palestijn was, daarover waren we het eens. Zijn inspirerende leven begon immers op een heldere decembernacht in Bethlehem, wat vandaag de dag op de bezette Westelijke Jordaanoever ligt.
Stel dat zijn ouders niet 2025 jaar geleden maar nu hadden geleefd, en op zoek waren naar een veilig onderkomen om hun baby te verwelkomen op de wereld, ver weg van kolonisten, checkpoints, tanks en muren met prikkeldraad. Youssef en Maryam uit Palestina, met hun kleine baby Isa. Dan was het zeer onwaarschijnlijk dat ze van dit kabinet hadden mogen komen.
Misschien had Youssef de timmerman als hij geluk had nog een piepkleine kans als arbeidsmigrant, de bouw zit immers te springen om vakmensen, maar als vluchteling hadden ze onder Fabers nieuwe asielregime bijzonder weinig kans. En als ze al mochten komen, dan mochten ze vast niet lang blijven.
Want verschil moet er zijn, in het nieuwe ‘tweestatusstelsel’ dat op de laatste vrijdag voor Kerstmis door de voltallige ministerraad werd goedgekeurd. Of het juridisch allemaal mag en kan, dat is een tweede. Maar gepresenteerd werd het, alsof het ‘strengste asielbeleid ooit’ een langverwacht kerstgeschenk was. ‘Dit is wat Nederlanders willen’, aldus een trotse minister Faber.
Soberheid is het nieuwe toverwoord in de strijd tegen de vluchteling
Dat laatste valt overigens nog te bezien. Een meerderheid van de kiezers koos immers niet voor een radicaal-rechtse partij die de grenzen wil sluiten. En dat er, in tegenstelling tot wat dit kabinet tot vervelens toe blijft herhalen, in ons land geen asielcrisis is, maar hoogstens een zelfgecreëerde opvangcrisis, doet er blijkbaar niet meer toe. Als je iets maar vaak genoeg roept, dan wordt het waar. En dus moet die uitgeroepen crisis koste wat kost bestreden worden, ondanks veelvuldige waarschuwingen over rechtmatigheid en uitvoerbaarheid van de nieuwe wetgeving door maatschappelijke organisaties, de Raad van State en de Raad voor de Rechtspraak.
Ik zou Youssef en Maryam een warmer bad gunnen om hun kleine Isa te verwelkomen. Want erg gastvrij is de herberg hier bepaald niet, sinds schaduwpremier Wilders het voor het zeggen kreeg. Niet alleen is het maar zeer de vraag of ze het land überhaupt ingekomen kwamen, ze hadden en passant vast ook de schuld gekregen van de woningcrisis. En van de klimaatcrisis, de stikstofcrisis en God mag weten wat nog meer. Nee, heel fraai is het niet, het bedje waarin het kindeke terecht zou zijn komen als hij niet toen en daar maar hier en nu geboren zou zijn. Geen goud, wierrook en mirre, maar een stapelbed in een overvolle noodopvang.
Stel dat hun asielaanvraag werd afgewezen, en ze desondanks toch zouden blijven, Youssef en Maryam en hun pasgeboren Isa, en niet meewerkten aan hun terugkeer. Simpelweg omdat ze nergens anders heen zouden kunnen. Dan waren ze onder de nieuwe wetgeving zelfs strafbaar. Uitgenodigd worden door een familielid was ook geen optie geweest – nareizigers buiten het kerngezin zijn immers niet langer welkom. Geen bed-bad-broodregeling die ze nog kon opvangen, die waren allemaal al wegbezuinigd. Net als humane opvang trouwens – soberheid is het nieuwe toverwoord in de strijd tegen de vluchteling.
‘Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf’, zo sprak Jezus van Nazareth ruim tweeduizend jaar geleden. Wellicht een mooie kerstgedachte voor de leden van dit kabinet om deze feestdagen eens op te kauwen, tussen kerststol en gourmet.
Er is geen verjaardag die zo wereldwijd massaal gevierd wordt als Kerst. De geboortedag van Jezus is een mijlpaal in het jaar. Bij Kerst hoort ook een mis in de kerk. Die wordt echter niet meer zo druk bezocht. De voorgangers in onze woonplaats vertelden mij dat er een terugloop in de gemeenschap is. Dat is wel jammer. Het gebrek aan christendom leidt hier tot ruwheid.
Jezus zegt in de Koran dat hij de blinde en de abrash kan genezen en, als God het wil, doden weer tot leven kan brengen. Abrash wordt vertaald als vitiligo. Maar dit is een onschuldige huidziekte waarbij vleksgewijs pigment van de huid verdwijnt. Het geeft alleen wat cosmetische hinder. Ik denk niet dat Jezus Christus het weer tot leven brengen van doden in één adem zou noemen met het genezen van een cosmetische huidziekte. Waarschijnlijk bedoelde hij lepra, want dat is wel een ernstige ziekte.
Ook al beweren mensen dat ze ongelovig zijn, ze zoeken warmte en geborgenheid in rituelen die ze hebben geërfd
Zo God het wil, kan hij de doden tot leven brengen. Van zo iemand kun je de verjaardag vieren. Hoewel de kerken niet vollopen, besprenkelt de geest van Jezus in deze donkere dagen de harten. De ruwheid van mensen neemt af. De herberg en de stal worden van stal gehaald. Ook al beweren mensen dat ze ongelovig zijn, ze zoeken warmte en geborgenheid in rituelen die ze hebben geërfd.
De kerstdagen staan bij ons moslims niet op de religieuze kalender. Maar moslimwerkgevers laten wel versieringen en kerstbomen plaatsen, uit respect voor de gebruiken van collega’s en klanten. En laten we eerlijk zijn: de fonkeling van de lichtjes versiert de donkere dagen.
Moge de geest van Jezus over de aarde schijnen. Zalig Kerstmis!
De ophef van de dag zondag was dat NSC-leider Pieter Omtzigt geëmotioneerd wegliep bij een interview bij Rick Nieman op WNL op Zondag op NPO1. Maar in ditzelfde interview vertelde Omtzigt ook dat de PVV tijdens de coalitieonderhandelingen had voorgesteld om het bezit van de Koran en het bezoeken van de moskee te verbieden. Op deze ‘misdaden’ zou vijf jaar gevangenisstraf moeten staan.
Omtzigt zei tegen Nieman dat de coalitieonderhandeling tussen PVV, VVD, NSC en BBB ‘best stroef’ verliepen. ‘Het ging soms over heel heftige dingen.’ Als voorbeeld noemde Omtzigt het extremistische voorstel van de PVV om de Koran te verbieden. ‘We hadden te maken met een partij die wetsvoorstellen ingediend had, die het bijvoorbeeld strafbaar maakten om een Koran te bezitten en daar vijf jaar gevangenisstraf op zetten. (…) Ook wilde de PVV dat op het bezoeken van de moskee vijf jaar gevangenisstraf zou komen te staan.’
Op social media leidden deze onthullingen van Omtzigt tot een storm van verontwaardiging. ‘Ik viel echt van mijn stoel van de schrik toen ik onderstaand fragment beluisterde/bekeek’, schreef onderzoeksjournalist Siem Eikelenboom (Het Financieele Dagblad, Follow the Money) op Blue Sky. ‘De PVV mensen, is louter giftige drek.’ Een andere Blue Sky-gebruiker vindt dit ook: ‘Gevangenisstraf voor het bezit van de Koran. Wat een stel fascisten toch bij de PVV.’
Maar behalve op de PVV is er ook kritiek op NSC, die desondanks met de PVV bleef onderhandelen. CDA-watcher P.G. Kroeger vindt dit interview het zoveelste bewijs dat Omtzigt niet deugt: ‘En dan ga je daarna gewoon door met babbelen over een ‘rechtsstaatverklaring’ en ‘basislijn’. Hoe verblind kun je zijn?’, zo schrijft hij op BlueSky. De Leidse historica Nadia Bouras trekt dezelfde conclusie op X: ‘En toch is Omtzigt in zee gegaan met Wilders en vormt hij nu een regering met de PVV. Dit zegt meer over het gebrekkige morele kompas van de NSC dan over de PVV.’
BBB-leider Caroline van der Plas vindt alle commotie maar overdreven. ‘Even for the record: Verbod op bezit van Koran is nooit ‘op tafel’ geweest bij de onderhandelingen. Dit was een wetsvoorstel van jaren geleden waar nooit wat mee is gedaan. Tijdens de eerste dag van onderhandelingen op de Zwaluwenberg is het wetsvoorstel ingetrokken door Geert Wilders.’ Kritische X-gebruikers onderschrijven deze lezing niet. ‘Het werd ingetrokken dus was wel op tafel’.
D66-Kamerlid Mpanzu Bamenga vindt het voorstel om bezitters van een Koran te bestraffen met vijf jaar gevangenisstraf ‘bizar en discriminerend’, zo vertelt hij de Kanttekening. ‘We zaten niet aan de onderhandelingstafel, dus ik kan moeilijk meepraten over wat wel en wat niet is gebeurd. Maar zo’n plan zelf is bizar en discriminerend. Dat had nooit op tafel mogen komen. Het heeft geen plek in Nederland, hoort niet bij Nederland. Ik kan hier heel veel woorden aan wijden, maar dit plan staat niet voor wat Nederland is. Nederland is een plek waar iedereen zichzelf kan zijn, waar iedereen vrij is. Het is niet een plek waar we andere mensen marginaliseren en reduceren tot hun achtergrond, huidskleur of religie. Dat is niet wat wij doen. Een partij die zo’n plan voorstelt plaatst zichzelf buiten de rechtsstaat.’
Er zijn ook social mediagebruikers die kritiek hebben op de media, die inzoomen op het weglopen van Omtzigt, niet op de extreme voorstellen van de PVV. ‘Hét nieuws uit het interview is dat we nog een meer fascistische regering hebben dan we al dachten, niet dat Omtzigt van slag is’, schrijft een Blue Sky-gebruiker geïrriteerd over het bericht op RTL Nieuws. Een andere gebruiker beaamt dit: ‘RTL nieuws is eigenlijk RTL Boulevard. Het echte nieuws wordt niet gebracht.’
Israël blijft hulporganisaties de toegang weigeren tot Noord-Gaza, waar de bevolking al maanden wordt geïsoleerd van de rest van de Gazastrook. Volgens Oxfam Novib werden de afgelopen 2,5 maand slechts twaalf hulpvrachtwagens met voedsel en water toegelaten.
‘Oxfam en andere internationale humanitaire organisaties worden sinds 6 oktober voortdurend verhinderd levensreddende hulp te leveren in Noord-Gaza’, schrijft de ngo. ‘Opzettelijke vertragingen en systematische obstructies door het Israëlische leger zorgden ervoor dat slechts twaalf van de 34 toegelaten vrachtwagens erin slaagden hulp te verstrekken aan hongerende Palestijnse burgers.’
Op 6 oktober voerde Israël de belegering van dit deel van Gaza op. Er wordt ook wel beweerd dat er sprake is van een etnische zuivering, waarbij Israël het gebied wil ontdoen van de Palestijnse bevolking.
De voedselvoorraad in Noord-Gaza was al beperkt en wordt maar mondjesmaat aangevuld door het isolement, legt de organisatie uit. Ook OCHA, de VN-organisatie voor Humanitaire Zaken en Coördinator Noodhulp, benoemt dit probleem.
‘De Israëlische autoriteiten blijven ons zinvolle toegang weigeren – meer dan 100 verzoeken om toegang tot Noord-Gaza zijn sinds 6 oktober afgewezen. We zien nu ook de ineenstorting van de wet en orde en de systematische gewapende plundering van onze voorraden door lokale bendes’, zei ondersecretaris-generaal Tom Fletcher gisteren.
De Duitse president Frank-Walter Steinmeier hield vanochtend zijn traditionele kersttoespraak, maar een vrolijke boodschap werd het niet. De dodelijke aanval op een kerstmarkt in Maagdenburg heeft een donkere schaduw over de festiviteiten van dit jaar geworpen, zei hij.
Dit meldt AFP. De president roept ook op de eenheid te bewaren. ‘Haat en geweld mogen niet het laatste woord hebben. Laten we ons niet laten verscheuren. Laten we samen staan’, zo waren zijn woorden op de dag dat in Duitsland de kerstvieringen beginnen.
Deze week laaide het debat over veiligheid en immigratie weer op. De Duitse extreemrechtse partij Alternative für Deutschland (AfD) greep het moment aan om het Duitse asielbeleid te bekritiseren. Volgens deze partij moeten de grenzen helemaal dicht voor asielzoekers, die volgens hen een groot probleem zijn.
Op vrijdag 20 december reed de Saoedisch-Duitse arts Taleb al Abdulmohsen in op een kerstmarkt in Maagdenburg. Hierbij kwamen vijf mensen om het leven en raakten 200 mensen gewond. Abdulmohsen was echter zelf aanhanger van AfD en een felle islamcriticus.
Over 7 oktober en de oorlog in Gaza schreef Chaja Polak Brief in de Nacht. ‘Mensen zeggen tegen mij dat ze zich niet meer zo alleen voelen.’
Op haar tafel in de Amsterdamse woning staan schoteltjes dadels en chocoladerozijnen. Terwijl ze thee inschenkt vertelt Chaja Polak (83): ‘Mijn uitgever Eva Cossee vroeg me een essay te schrijven over wat 7 oktober en de oorlog in Gaza met mij doen. Zo ontstond Brief in de nacht. Ik was heel blij met haar verzoek, anders zou ik maar door mijn huis hebben lopen ijsberen. Het is heel fijn om als schrijver de pen te kunnen grijpen.’
Polak maakte als Joods meisje de oorlog mee. Door toeval werd ze niet meegenomen door politieagenten die haar ouders hadden opgepakt op hun onderduikadres. Dezelfde avond nog kwamen ze de kleine Chaja alsnog ophalen, maar zij was toen al door het verzet in veiligheid gebracht. Haar moeder kwam na de bevrijding terug uit concentratiekamp Auschwitz, haar vader stierf in Dachau.
Polak werkte aan haar essay Brief in de Nacht van december tot en met januari. Het verscheen in maart, maar de oorlog ging door. Datzelfde essay zou ze nu weer geschreven hebben, zegt ze. ‘Terwijl er steeds weer extreme dingen gebeuren. Bijna tot mijn verbazing, blijf ik achter mijn eigen tekst staan.’
Al zijn er natuurlijk veel gebeurtenissen geweest, zoals die rondom de wedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv op 7 november. Daarbij misdroegen Maccabi-supporters zich door racistische leuzen te roepen en jongeren uit te dagen. Een groep Amsterdammers ging op hun beurt op jacht naar Israëlische supporters in de stad. Dat werd door de Israëlische regering ten onrechte ‘antisemitische pogroms’ genoemd, woorden die werden overgenomen door Nederlandse politici en journalisten.
Wat hebben de rellen met u gedaan?
‘Veel. De ‘Jodenjacht’, zoals die genoemd werd, dat hit-and-run-gedrag van jongens op scooters, vind ik weerzinwekkend. Maar ik trek mij het gedrag van die Maccabi-aanhangers veel meer aan. Niet alle supporters hebben zich misdragen. Er waren ook gewone grootvaders met kleindochters en vaders met kinderen bij. Maar er was een kleine groep die zich zo ongehoord misdragen heeft. Dat Joden dit kunnen doen, kan ik niet verdragen.’
Wat grijpt u daarin zo aan?
‘Dat Joden die racistische, weerzinwekkende teksten schreeuwden. (De supporters maakten verwijzingen naar de oorlog in Gaza, riepen ‘dood aan Arabieren’ en zongen over dode kinderen, red.) Dat ze niet hebben geleerd van wat hun voorouders, grootouders of overgrootouders is aangedaan.
‘Die trauma’s gaan over van generatie op generatie dat weet ik uit ervaring’
‘Ik ben Joods, ik heb de Holocaust overleefd, mijn vader is vermoord, evenals een heel groot deel van mijn familie. Dan is het voor mij zo logisch, zo vanzelfsprekend, dat je nooit meer oorlog wilt. En conflicten die er zijn met behulp van de diplomatie tot een oplossing probeert te brengen. Dat je meeleeft met slachtoffers en nabestaanden, die allen met trauma’s opgezadeld worden. Die trauma’s gaan over van generatie op generatie dat weet ik uit ervaring.’
Maakte u antisemitisme mee in uw leven?
‘Als kind was er een buurvrouw die uit het raam hing en riep: “Ze zijn vergeten jou te vergassen.” Daarop ben ik maar naar huis gerend.
‘Ik woon hier in Amsterdam-Zuid. Dat is een veilige omgeving, er wonen veel Joden en linkse mensen. Er is tolerantie. Maar ik merkte tot mijn schrik dat ik me ongerust maakte over vriendinnen die een grote Davidster dragen, en dacht: zou je dat wel doen? (Polak draagt een klein gouden sterretje zichtbaar om haar hals).
‘Aan het begin van deze oorlog in Gaza, dus na 7 oktober, dacht ik dat iedereen mij medeschuldig achtte aan wat Israël aan het doen was. Ik wilde het liefst iedereen vertellen dat ik niet achter die oorlog stond. Zonder dat er een woord werd gezegd, hè? Maar dat gevoel had ik.’
Zo erg voelt u zich verbonden met Israël.
‘Ja. Daar komt het op neer. Blijkbaar is dat zo.’
Zijn er mensen in uw omgeving die vertellen over antisemitisme?
‘Ja, zelfs mensen die zich uitspreken over de oorlog in Gaza, en helemaal niet voor Netanyahu zijn, kunnen zulke bagger over zich heen krijgen. Dat is niet te geloven. Er is heel veel angst. Ik ken een jong Joods gezin in Buitenveldert dat echt heel bang is.’
Waar zijn ze bang voor?
‘Voor antisemitisme. Joden worden ten onrechte op het gedrag van Israël aangesproken. Ook kinderen op de basisschool en op de middelbare school. Je hoort over kinderen die door hun ouders van school worden gehaald en naar een Joodse school gebracht. Misschien is de angst groter dan nodig is. Maar er is angst.’
Waarom is die angst zo groot?
‘Daarvoor moet je de geschiedenis in. In Nederland is in de Tweede Wereldoorlog 75 procent van de Joden vermoord. Er kwam maar een kwart terug uit de vernietigingskampen en de onderduik. Zij werden totaal aan hun lot overgelaten. Ik heb daar kortgeleden een roman over geschreven, Het verdriet van de vrede. De teruggekeerde Joden moesten zelf maar zien hoe ze weer een plekje vonden om te wonen, want hun huizen en spullen waren vaak ingepikt. Die kregen ze niet meer terug. Ze moesten soms zelfs achterstallige belasting betalen over de tijd dat ze in een concentratiekamp zaten. Er was een vrij vijandige tot onverschillige – of andersom, onverschillige tot vijandige – houding tegenover de Joden na de oorlog.
‘Op een gegeven moment werd het minder well done om je antisemitisme te uiten. Maar het was er altijd, hoewel jarenlang bedekt. Na 7 oktober, met name toen Israël begon zich excessief te verdedigen en aan te vallen, is dat laagje beschaving weggetrokken.’
Denkt u dat echt?
‘Ja, dat denk ik. Niet bij iedereen – ik wil helemaal niet generaliseren. Maar je kunt nu onder de paraplu van kritiek op Israël behoorlijk antisemitisch zijn. Aan de andere kant wordt terechte kritiek op Israël vaak afgedaan als antisemitisch.’
In uw essay staat u stil bij de gevolgen van de oorlog voor Israëliërs en Gazanen als de oorlog voorbij is.
‘Dat is wat me ook zo bedrukt. Slachtoffers in Israël en in Gaza – dat zijn er veel en veel meer – en in Libanon, zijn getraumatiseerd. Hun trauma wordt doorgegeven aan kinderen en kleinkinderen, dat hebben wij ondervonden na de Tweede Wereldoorlog. Als er vrede wordt gesloten in Gaza, zijn er massa’s therapeuten nodig. Maar die therapeuten, die mensen zo hard nodig hebben, zijn er niet.’
Heeft u zelf nog last van uw verleden?
‘Het heeft me wel gemaakt tot wie ik ben. Er is in mij een meer van verdriet. Dat wordt aangeraakt door deze oorlog. Het is heel fijn dat ik dit essay heb kunnen schrijven. Ik krijg zoveel mooie reacties. Mensen die zeggen dat ze zich niet meer zo alleen voelen. Ook hoor ik vaak: ‘Het heeft mij woorden gegeven voor iets waar ik zelf nog geen woorden voor had.”
‘Er is in mij een meer van verdriet’
U schrijft over familie in Israël die geen oog heeft voor de Palestijnse slachtoffers van de oorlog in Gaza. U hebt het daar moeilijk mee.
‘Ja, dat vind ik heel moeilijk, maar ik kan het ook begrijpen. Ze worden en voelen zich bedreigd. Israël heeft een kleine bevolking. Iedereen kent wel iemand die op 7 oktober is vermoord of gegijzeld, of er familie van is. Of ze kennen iemand die in het leger gewond is geraakt of gedood.
‘Ouders en grootouders van wie kinderen en kleinkinderen in het leger zitten, kunnen ‘s nachts van angst niet meer slapen. Op de Israëlische televisie en de radio is veel aandacht voor eigen pijn en verdriet. Maar vrijwel geen aandacht voor wat zich in Gaza afspeelt. Ik denk dat 95 procent van de Israëliërs dat ook niet echt weet. Haaretz, een goede linkse krant die wel over Palestijnse doden schrijft, is in de ban gedaan (door de Israëlische regering, red.). Al werd die krant maar door 5 procent van de Israëliërs gelezen.’
Hoe is het mogelijk dat ze daar niet bij stilstaan? Ze weten toch dat er voortdurend aanvallen zijn in Gaza.
‘Ze zijn zo in bezit genomen door hun eigen angsten en verdriet dat ze daar geen oog voor hebben. Zo werkt dat, leggen trauma-deskundigen uit. Ze zijn getraumatiseerd door 7 oktober en de omstandigheden die ik net beschreef. En een geschiedenis van vervolging.
‘Ze worden ook onvolledig en dus vals voorgelicht. Ze denken echt dat hun leger het meest humane op aarde is. En er alleen wordt gebombardeerd op plekken waarvan zeker is dat Hamas daar zit: wapenopslagplaatsen, een gangenstelsel, of wat dan ook.
‘Er zijn in Israël wel critici van de regering, maar zij hebben geen leven’
‘En het klopt ook dat Hamas onder ziekenhuizen gaat zitten, en onder scholen en in woonwijken. Maar de Israëliërs realiseren zich onvoldoende wat dat betekent voor de burgerbevolking. Er zijn in Israël wel critici van de regering, maar zij hebben geen leven – zij worden zwartgemaakt.’
Heeft dat Israëlische perspectief ook invloed op hoe mensen hier naar de oorlog in Gaza kijken?
‘Het zou kunnen dat als je hier woont en je hebt familie in Israël en je laat je heel erg leiden door wat zij daar zeggen, dat je daar naar kijkt zoals de gemiddelde Israëliër.’
U schrijft dat de sympathie van de Nederlanders bij de Palestijnen ligt. Ze kiezen een bepaalde kant. Ervaart u dat zo?
‘O ja, de stemming is heel anti-Israël op het ogenblik. En pro-Palestina.
‘Mijn missie is om uit te dragen: ga niet achter de ene of de andere vlag aan. Maak een verschil tussen leiders en regeringen enerzijds en de bevolkingen, die ook maar van alle kanten onvolledig worden voorgelicht, anderzijds. Sluit de rijen, ga de dialoog aan, en demonstreer samen voor vrede. Voor een Joods en voor een Palestijns land. Ga niet tegenover elkaar staan – dat is de oplossing niet.’
Er zijn ook veel mensen die juist vinden dat Nederland partij kiest voor Israël.
‘Nee, de regering kiest voor Israël, maar ik heb het over de Nederlanders. Wie ik ook spreek, bijna iedereen is woedend op Israël en heel begaan met het lot van de Palestijnen.
‘Ga niet tegenover elkaar staan – dat is de oplossing niet’
‘Ik bedoel, Hamas deugt van geen kanten. De bevolking in Gaza is de dupe van de politiek van Hamas, dat vóór 7 oktober al zijn eigen bevolking terroriseerde. Ze wisten ook goed dat Israël zich zou gaan wreken.’
Denkt u dat het mogelijk is om, zoals u voorstelt, samen de straat op te gaan?
‘Ja, en ik ben niet de enige. De mensen van Standing Together en Deel de Duif, en de schrijver Natascha van Weezel. Zo zijn er meer die zeggen: hou op met tegenover elkaar staan. Daar helpen we niemand mee. We kunnen noch in Israël, noch in Gaza iets doen. Maar we kunnen wel hier in Nederland de boodschap uitdragen: laten we ons verenigen tegen het geweld van een foute regering in Israël én in Gaza, want de bevolkingen zijn de dupe.
‘Na 7 november waren er eerst alleen extreme reacties. En al snel kwamen er stemmen op, ook van rabbijnen, die zeiden: deze weg is zinloos, het ligt genuanceerder, we moeten de dialoog voeren.
‘Burgemeester Femke Halsema is hiermee bezig. Ze houdt gesprekken in haar ambtswoning. Bij enkele daarvan was ik aanwezig. Ze nodigt moslims en Joden uit, Amsterdammers, en zoekt naar wat zij samen kunnen doen. Je kunt niet zeggen: ik houd mijn mond maar, we krijgen ze toch nooit bij elkaar. Dat heeft geen zin. Je moet het blijven proberen.’
De islamitische vrijwilligers van Stichting Harmonie werken hard om het vertrouwen van anderen te winnen en samen kerst te vieren. Tegelijkertijd kan één man in het buitenland alles weer kapotmaken, schrijft de Turkse vluchteling Hasim Yilmaz.
Ik zag een zwart lint met de hashtag ‘Magdeburg’ en de Duitse vlag op zijn WhatsApp-status. Ik vroeg hem: ‘Broer, waar gaat dit over?’ en hij vertelde me over de aanval op de kerstmarkt in Maagdenburg. Hij zei: ‘Ik deel dit om te laten zien dat ik me ongemakkelijk en verdrietig voel over de aanval (als moslim).’ Ik voelde me ook verdrietig, omdat het een vrolijke dag had moeten zijn voor de mensen op de markt in Maagdenburg. En nu was het een tragische dag voor heel Duitsland en Europa.
Ik typte ‘Magdeburg’ op YouTube in, en de eerste video was van DW. Het was een Engelstalige video. Ik luisterde ernaar en keek ook naar de reacties. Reacties zoals: ‘Usual suspect?‘, ‘All religions can live together except one‘, ‘Nothing to do with Islam, right?‘ en meer van dat soort opmerkingen. Wat kan ik zeggen? Als moslim weet ik eerlijk gezegd niet wat de motivatie achter de aanslag is. Maar ik was wel bezorgd dat het een terreuraanslag was. Ik wist uit ervaring dat zulke aanslagen enorme invloed kunnen hebben op het publiek.
In de video waren er geen aanwijzingen over een verband tussen de aanslag en een terroristische groep of iets dergelijks. Maar onduidelijkheid zorgt soms voor nog meer ruimte voor speculatie. Een van de reacties zei: ‘The fact the news doesn’t tell WHO DID IT tells us EVERYTHING we need to know.’ Mensen hadden hun oordeel al klaar.
Het is moeilijk om vertrouwen op te bouwen
Ik ben vrijwilliger bij een stichting die zich inzet voor het vieren van kerst, vooral om banden tussen verschillende culturen te versterken. Onze stichting heet zelfs Harmonie. Uit ervaring weet ik al dat het faciliteren van zulke banden, zoals mensen benaderen met een kerstkaart van een vreemde of zelfs kerstcadeautjes geven, niet altijd makkelijk is. Mensen kunnen zich afvragen: ‘Waarom geven die moslims dat nou aan mij?’ als we geen hechte band met hen hebben. Het is soms moeilijk om de ouderenzorg ervan te overtuigen dat we alleen maar met hen kerst willen vieren. Het kost tijd, gesprekken, moeite en ambitieuze vrijwilligers. En om dan te zien wat er is gebeurd bij de kerstmarkt in Maagdenburg, maakte me ontzettend verdrietig.
Het is moeilijk om vertrouwen op te bouwen, zelfs met veel mensen, tijd en gesprekken, social media-posts en uitnodigingen. Maar dan kan één persoon in een ander land meer invloed hebben dan wat wij samen kunnen doen.
In deze tijd van het jaar, vol warmte en samenhorigheid, is het zo verdrietig om te horen over de tragedie in Maagdenburg. Ik leef mee met de slachtoffers en hun dierbaren in deze moeilijke tijd. Maar ik vroeg me af: zijn al die mensen in de reacties ook zo verdrietig? Of zijn ze misschien op een bepaalde manier blij, omdat ze hun vooroordelen bevestigd zien? Soms lijkt het alsof de waarheid minder goed voelt dan het gevoel van gelijk krijgen. Soms denk ik, en voel ik, dat sommige mensen blij zijn als ze zien dat een man uit het Midden-Oosten wordt beschuldigd. Het maakt niet uit of die man de AfD steunt, geen moslim is, of psychisch kwetsbaar is. Zolang hij eruitziet als een ‘gevaar’, is dat voor sommigen genoeg.
Dit is een ingezonden opinie en geeft niet noodzakelijk het standpunt van de Kanttekening weer.
Voor duizenden Roemeense kinderen is het dagelijkse leven getekend door de afwezigheid van hun ouders. Die werken in het buitenland om een beter inkomen te verdienen. Alexandra Corcode, winnaar van de Tom Stoddart-prijs voor fotojournalistiek, belicht in een digitale fototentoonstelling de impact van migratie op de achterblijvers.
Centraal in deze tentoonstelling staan de zussen Larisa (18) en Monica (21). Zij wonen in het dorp Vătava en worden verzorgd door hun oma, terwijl hun ouders in Spanje werken. Vader en moeder verlieten Roemenië jaren geleden vanwege beperkte economische kansen. Volgens ngo Save the Children in 2023 groeit een kwart van de Roemeense kinderen op zonder directe ouderlijke zorg, net als Larisa en Monica.
Larisa en Monica zoeken emotionele steun bij grootouders, partners en familieleden, terwijl ze tegelijkertijd worstelen met volwassen verantwoordelijkheden. Larisa zit op de middelbare school. Ze heeft dagelijks telefonisch contact met haar ouders, maar ziet hen slechts een paar keer per jaar. ‘Deze gedwongen volwassenheid heeft me geleerd hoe de wereld is, maar voor een 15-jarige was het – en is het nog steeds – erg pijnlijk’, vertelt ze. Monica, inmiddels moeder van een zoon, vertelt over de leegte die ze voelt. ‘Als ze niet waren vertrokken, waren we dicht bij elkaar en misten we elkaar niet.’
Roemenië staat wereldwijd op de 17e plaats als land van herkomst voor migranten, volgens de Global Migration Report 2022. Het project van Corcode roept op tot meer aandacht voor de achterblijvers, wier verhaal vaak wordt overschaduwd door de focus op migranten die vertrekken. ‘Migratie beïnvloedt niet alleen degenen die vertrekken, maar ook de kinderen die achterblijven’, benadrukt de fotograaf.
In 2024 stond Nederland op een beslissend moment. Een reeks gebeurtenissen liet zien hoe verdeeld de samenleving eigenlijk was. Wat eerst leek op losse incidenten, bleek een teken te zijn van grote problemen in hoe het land omgaat met verschillen, conflicten en zijn eigen verleden.
In november brak geweld uit na een voetbalwedstrijd in Amsterdam tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv. Israëlische fans werden aangevallen in wat de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema aanvankelijk een ‘pogrom’ noemde — een term waar ze later spijt van kreeg. Het incident raakte een bijzonder gevoelige snaar toen koning Willem-Alexander het in verband bracht met historische tekortkomingen door te zeggen: ‘We hebben de Joodse gemeenschap van Nederland in de Tweede Wereldoorlog in de steek gelaten, en gisteravond hebben we weer gefaald.’
Dit ging niet alleen over voetbalgeweld. De aanvallen benadrukten het hardnekkige antisemitisme onder sommigen en de aanhoudende islamofobie onder anderen in de Nederlandse samenleving, en riepen ernstige vragen op over de aanpak van integratie. Deze problemen hebben hun wortels in het multiculturele beleid dat in de jaren vijftig werd ingevoerd. Ondanks goede bedoelingen heeft dit beleid sociale verdeeldheid vaak versterkt in plaats van verminderd.
De spanningen bleven niet beperkt tot de straat. Nederlandse universiteiten werden slagvelden van een ander soort, toen pro-Palestijnse protesten zich verspreidden over campussen in Amsterdam, Utrecht en Rotterdam. Studenten richtten kampementen op en organiseerden sit-ins, waarbij zij universiteiten opriepen de banden met Israëlische instellingen te verbreken.
Hoewel deze demonstraties wereldwijde bezorgdheid weerspiegelden, onthulden ze ook diepe verdeeldheid binnen de Nederlandse academische gemeenschap over hoe universiteiten zouden moeten reageren op internationale conflicten.
De belangrijkste verschuiving vond misschien wel plaats in de Nederlandse politiek. De extreemrechtse Partij voor de Vrijheid, geleid door Geert Wilders, trad toe tot de regeringscoalitie, wat een dramatische verandering betekende in de manier waarop Nederland immigratie en integratie benadert. Wilders’ reactie op de rellen in Amsterdam — waarbij hij de daders ‘multicultureel uitschot’ noemde en deportatie eiste — betekende een scherpe afwijking van de traditionele Nederlandse aanpak van diversiteit.
‘Simpelweg doorgaan met het bestaande beleid is geen optie’
De opname van de PVV in de regering leidde onmiddellijk tot spanningen. Toen staatssecretaris van Financiën Nora Achahbar aftrad vanwege polariserende uitspraken, werd duidelijk hoe moeilijk het was geworden om politieke eenheid te bewaren bij het aanpakken van gevoelige maatschappelijke kwesties. Dit ging niet alleen over politieke meningsverschillen; het onthulde fundamentele conflicten over de Nederlandse identiteit en waarden.
Deze gebeurtenissen zijn belangrijk omdat ze laten zien hoe beslissingen uit het verleden over immigratie en integratie hedendaagse conflicten blijven beïnvloeden. De reputatie van Nederland op het gebied van tolerantie en succesvol multiculturalisme heeft onderliggende problemen gemaskeerd die niet langer genegeerd kunnen worden. Het geweld na de voetbalwedstrijd, de protesten op universiteiten en de politieke verschuivingen wijzen allemaal op dezelfde conclusie: de huidige aanpak werkt niet.
Vooruitkijkend staat Nederland voor moeilijke keuzes. Simpelweg doorgaan met het bestaande beleid is geen optie; de gebeurtenissen van 2024 hebben de tekortkomingen ervan pijnlijk duidelijk gemaakt. Maar de oplossing is niet zo eenvoudig als strengere maatregelen nemen of terugvallen op oude benaderingen. Het land moet nieuwe manieren vinden om sociale verdeeldheid aan te pakken en tegelijkertijd de rechten en waardigheid van alle inwoners te beschermen.
De uitdaging gaat verder dan beleidsveranderingen. Het vereist eerlijke gesprekken over hoe de Nederlandse samenleving omgaat met verschillen, haar verleden verwerkt en haar toekomst vormgeeft. De opkomst van extreemrechtse politiek, toenemend antisemitisme en onrust op de campus zijn allemaal signalen dat het huidige sociale contract moet worden herzien.
Dit gaat niet alleen over Nederland. Nu andere West-Europese landen worstelen met vergelijkbare problemen op het gebied van immigratie, integratie en sociale cohesie, biedt de Nederlandse ervaring belangrijke lessen. Het laat zien hoe goedbedoeld beleid soms juist de problemen kan versterken die het probeert op te lossen, en hoe historische trauma’s op onverwachte manieren weer de kop kunnen opsteken.
De weg vooruit vereist meer dan het beheersen van spanningen – het vraagt om het aanpakken van de onderliggende oorzaken. Dit betekent dat instellingen, van universiteiten tot overheidsorganen, kritisch moeten kijken naar hoe zij omgaan met diversiteit en conflicten. Het betekent het ter discussie stellen van aannames over integratie en multiculturalisme die te lang onaangeroerd zijn gebleven. Het belangrijkste is dat er nieuwe manieren moeten worden gevonden om sociale cohesie op te bouwen zonder uniformiteit te eisen.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.