Voor het eerst sinds 1953 zal er op 4 mei tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam weer een krans worden gelegd ter nagedachtenis aan Indonesische verzetsstrijders.
Een van deze verzetsstrijders was de vader van Iwan Faiman, bericht NH Nieuws. Slamet Faiman hielp onder meer Joden onderduiken en hield zich bezig met spionageactiviteiten.
Al jaren zet Iwan Faiman zich in om de erkenning van Indonesische verzetsstrijders terug te brengen op de Dam. Dat ze decennialang niet werden herdacht kwam door de spanningen tussen Nederland en Indonesië. Tussen 1945 en 1949 voerde Nederland een bloedige strijd tegen Indonesië, met als doel het eilandenrijk opnieuw te koloniseren na de Japanse bezetting.
Waarom streden Indonesiërs in Nederland in de jaren 1940-1945 tegen de Duitse bezetter? Volgens Iwan is het antwoord op deze vraag simpel: ‘Als ze onafhankelijkheid wilden in Indonesië, moesten ze ervoor zorgen dat Nederland niet fascistisch werd.’
Indonesiërs die tijdens de Duitse bezetting aan Nederlandse zijde hadden gestreden werden in 1953 ons land uitgezet. ‘Dat was het moment waarop veel Indonesiërs zeiden: als Nederland dit kan doen, dan kunnen we niet langer samen herdenken’, zegt Iwan. Maar inmiddels, nu Nederland excuses heeft gemaakt voor het koloniale verleden, leeft het gevoel dat gezamenlijke herdenking weer mogelijk is.
Nationalistische en communistische studenten
Slamet Faiman was lid van Perhimpunan Indonesia, een studentenvereniging voor Indonesische studenten in Nederland. Toen de Duitsers Nederland bezetten besloten veel studenten om in het verzet te gaan. ‘Ze hadden in 1938 in de gaten: als we ons doel willen bereiken, moeten we ervoor zorgen dat Nederland niet fascistisch wordt’, vertelt Iwan. Daarom sloten de studenten zich volgens hem aan bij het verzet, om de democratische idealen te beschermen waarin zij geloofden.
Perhimpunan Indonesia was in 1908 opgericht als de Indische Vereeniging, een studentenvereniging die koos voor gezelligheid en studentikoziteit. Maar na de Eerste Wereldoorlog sloeg de vereniging een activistische, pro-onafhankelijkheidskoers in, mede omdat er steeds meer studenten uit Indonesië lid werden. In 1923 veranderde de vereniging haar naam daarom in Perhimpunan Indonesia, Maleis voor Indonesische Studentenvereniging. Het tijdschrift van PI heette Indonesia Merdeka, onafhankelijk Indonesië, dat ook stiekem naar Indonesië werd gesmokkeld. De studentenvereniging voerde vanaf 1922 ook een rood-witte vlag, die daarna de nationale vlag van Indonesië zou worden.
Het bekendste lid van Perhimpunan Indonesia was zonder twijfel Mohammed Hatta, die op 17 augustus 1945 samen met Soekarno de onafhankelijkheid van Indonesië zou uitroepen. Hatta studeerde aan de Hogeschool van Rotterdam, de latere Erasmus Universiteit. In 1927 werden Hatta en enkele andere studenten gearresteerd en aangeklaagd voor opruiing. In de gevangenis schreef Hatta het later beroemd geworden pamflet Indonesië vrij.
In 1931 veranderde de vereniging weer van karakter. Communistische studenten namen de macht over en veranderden de Perhimpunan Indonesia in een mantelorganisatie van de Communistische Partij Holland. Hatta en andere nationalisten werden geroyeerd. PI-voorzitter Roestem Effendi werd in 1935 als eerste Indonesiër in het Nederlandse parlement verkozen, voor de CPH.
In Duitsland wordt pro-Palestijns protest steeds minder getolereerd. Ook Joodse Duitsers die kritiek hebben op Israël merken hoe weinig ruimte er is voor zulke geluiden, meldt De Morgen.
Bij de protesten tegen de oorlog in Gaza vallen de paarse vlaggen van de Jüdische Stimme op, een groep antizionistische Joden in Duitsland. ‘De Duitse antizionistische evenknie van Een Ander Joods Geluid’, typeert De Morgen hen. Maar nu Duitsland harder optreedt tegen pro-Palestijnse demonstraties, doen ook zij minder vaak mee.
‘Ik ben bang dat ik mijn baan kwijtraak’, zegt een van hen op anonieme basis tegen De Morgen. Hij is zeker niet de enige die de Duitse autoriteiten vreest. Ook de 76-jarige Thomas, kind van Holocaust-overlevenden, moest eraan geloven na een demonstratie. Hij loopt met de sticker Jüden gegen Genozid rond. Na een toespraak in Berlijn werd hij opgewacht door de politie, naast het podium.
‘Ze stopten me in een busje en namen me mee naar het bureau’, vertelt Thomas aan De Morgen. ‘Wegens verheerlijking van een strafdaad.’ Hij had de terreuraanval van 7 oktober vergeleken met de Joodse opstand tijdens de Tweede Wereldoorlog in het getto van Warschau. ‘Ik ben opgegroeid met volkerenmoord, dus ik herken het wanneer ik het zie’, zegt hij.
Hij is het totaal oneens met de Duitse overheid, die volgens politicoloog Lode Vanoost een resolutie aannam waarin elke kritiek op Israël als antisemitisme wordt gezien, aldus Daarmee zet Duitsland een stap verder in zijn steun aan de genocide in Gaza, schrijft hij in De Wereld Morgen.
Nog niet zo lang geleden werd Duitsland opgeschrikt door een reeks dodelijke aanslagen, en recent gingen daar opnieuw scholen dicht vanwege extreemrechtse dreigementen. Ook in Baarn moesten scholen tijdelijk sluiten na een dreiging. Maken jullie je weleens zorgen over mogelijke aanslagen in Nederland?
Ayala Levinger, softwareontwikkelaar
‘Extreemrechts wint al jaren terrein en tegelijk wordt de haat tegen minderheden steeds normaler. Ze zijn al jaren bezig met ophitsen: tegen vluchtelingen, tegen moslims, tegen queerpersonen — vooral tegen transgenders en non-binaire mensen. Dan is het op een gegeven moment geen kwestie van ‘of’, maar van ‘wanneer’ racisten de wapens oppakken en aanslagen plegen. Als een Palestijnse vlag op je balkon ertoe leidt dat buitenlandse hooligans je woning aanvallen, en die daders in Nederland het voordeel van de twijfel krijgen, dan is er iets goed mis.
‘Ik ben queer, net als veel van mijn vrienden. Transfobie is altijd al een directe bedreiging voor ons geweest. En als je een keffiyeh draagt, is het grootste gevaar niet eens een willekeurige aanslag op straat, maar de politie zelf. De afgelopen weken was ik bang dat ik net als andere Palestina-demonstranten intimidatie aan mijn deur zou krijgen van de politie.
‘Maar weet je wat? Al die haat, die dreiging, die pogingen om ons klein te krijgen… het houdt me niet tegen. Ik blijf strijden — tegen de genocide, tegen islamofobie, tegen elke vorm van onrecht. En ik ga niet uit de buurt verhuizen omdat dat misschien ‘veiliger’ zou zijn. Ik ben niet bang om zichtbaar te zijn. Ik ben niet bang om te blijven strijden.’
Ahmed Abdillahi, postbezorger
‘Eerlijk gezegd niet echt. Waar ik me wél zorgen over maak, is de toenemende verrechtsing van de samenleving. Ik ben een fervent gebruiker van platform X, en wat ik daar zie, de bagger over moslims, asielzoekers en linksgeoriënteerde mensen, is echt zorgwekkend. Sommige medelanders worden letterlijk ontmenselijkt. En dat maakt de weg vrij voor extreme maatregelen tegen hen. Want: ontmenselijkte mensen hoeven volgens die extremistische logica niet menswaardig behandeld te worden.
‘Rechtse politici, met name van partijen als de PVV en de VVD, dragen daar actief aan bij. Dit moet écht stoppen. Anders loopt het verkeerd af. John F. Kennedy zei ooit: ‘In een tijd van nationale crisis moeten mensen van goede wil en vrijgevigheid zich kunnen verenigen, ongeacht partij of politiek.’ Daar sluit ik me van harte bij aan.’
Ruben Arnhem, docent
Foto: Ruben Arnhem
‘Aanslagen zijn helaas een terugkerend fenomeen: extremisme, jihadisme, verwardheid. De afgelopen jaren hebben we het allemaal voorbij zien komen in Nederland. Ik denk dat dit komt doordat we steeds minder met elkaar praten. Mensen met frustraties kunnen die nergens kwijt, behalve op social media of in obscure groepen op het dark web, waar frustratie omslaat in haat.
‘De GGZ heeft wachtlijsten, en de eigen omgeving heeft geen tijd meer voor je, omdat iedereen het druk heeft. Zelf ben ik altijd een voorstander geweest van het gesprek, hoe radicaal het onderwerp ook is. Zo sprak ik laatst een jongeman van 18 die zonder vader is opgegroeid en als oudste zoon vijf broertjes en zusjes moet onderhouden. Zijn moeder toont geen interesse of dankbaarheid, terwijl hij de kostwinner is. Voor de buitenwereld is hij een mooiboy of een fuckboy — hij versiert meiden en dumpt ze na de seks, alsof ze objecten zijn.
‘Mensen met frustraties kunnen die nergens kwijt’
‘Gevoed door types als Andrew Tate op social media is dat voor hem normaal gedrag geworden. Tijdens een gesprek met hem over mannelijkheid, respect voor vrouwen en zijn thuissituatie, barstte hij in tranen uit. We gaan nu met andere partijen kijken hoe we zijn leven wat aangenamer kunnen maken. Door meer met elkaar te praten kunnen we mensen helpen die dreigen vast te lopen, en misschien voorkomen dat zij later een serieverkrachter, moordenaar of terrorist worden. Praten helpt!’
Mostafa Hilali, militair
‘Helaas zijn aanslagen van alle tijden. Vroeger waren er de Rote Armee Fraktion, RaRa, de IRA en de ETA. Later kwam het gevaar van extreem-islamitische zijde: Al Qaida, DAESH. De laatste jaren zien we ook steeds meer geweld van extreemrechtse en nationalistische kant. Denk aan Breivik, Christchurch, en 6 januari in Amerika.
‘Eerlijk gezegd maak ik me niet echt zorgen over aanslagen. Dat komt deels door mijn karakter, deels door mijn werk: ik heb als militair al het een en ander meegemaakt tijdens missies. Maar vooral wil ik terroristen niet laten winnen. De bedoeling van terrorisme is ons zo bang maken dat we ons gedrag aanpassen. Die overwinning gun ik ze niet.
‘Wat me wél zorgen baart, is hoe extreemrechts geweld vaak wordt gebagatelliseerd, terwijl aanslagen van extreem-islamitische of linkse hoek juist enorm worden uitgelicht. Geweld is geweld en moet altijd worden veroordeeld. Dreigen met geweld is al onacceptabel.
‘De bedoeling van terrorisme is ons zo bang maken dat we ons gedrag aanpassen’
‘Maar jarenlang werd gezegd: ‘De kogel komt van links’. Tegenwoordig komt het geweld steeds vaker van rechts, maar daar wordt nauwelijks over gepraat. Niemand vraagt rechtse politici om afstand te nemen, terwijl moslims en linkse mensen dat voortdurend moeten doen. Die dubbele standaard helpt niet om een samenleving op te bouwen waarin we ons verbonden voelen en extremisme geen kans krijgt.’
Jakob de Jonge, kunstenaar
‘Ik maak me niet per se zorgen over aanslagen. Mijn eerste zorg is een overheid die de maatschappij ondermijnt door allerlei wetgeving door te voeren die een bedreiging vormt voor de rechtsstaat. Een overheid, en in haar kielzog een maatschappij, die een genocide in Gaza laat gebeuren. Een maatschappij die zich voorbereidt op oorlog en zich bewapent. Dat zijn zaken die mij bezighouden.
‘En aanslagen — ja, die kunnen gebeuren — maar eerlijk gezegd houd ik mij daar niet zoveel mee bezig in de context van de hierboven genoemde, grotere bedreigingen voor onze samenleving.
‘Elk incident zal worden aangegrepen om de samenleving verder uit elkaar te trekken’
‘Waar ik me wél zorgen over maak bij een aanslag, is het effect ervan op een doorgeslagen overheid. Want elk incident wordt gebruikt om de agenda van verdere ondermijning van de samenleving door te drukken. Elk incident wordt aangegrepen om middels rampen- en shocktherapie wetgeving door te voeren die onze samenleving verder militariseert en onze democratische rechten verder uitholt. Er wordt geknaagd aan de sociale voorzieningen die juist bedoeld zijn om de maatschappij bij elkaar te houden.
‘Van het allerkleinste incident — zoals dat met Lenny Kuhr destijds — werd een heel statement gemaakt vanuit de Tweede Kamer, met allerlei wetsvoorstellen, een taskforce antisemitisme, en andere draconische maatregelen. Terwijl zulke incidenten vaak ook een vorm van legitiem verzet zijn tegen de genocide in Gaza. Dit is een overheid die niet meer te vertrouwen is, en elk incident zal worden aangegrepen om de samenleving verder uiteen te drijven.’
Gewapende mannen hebben in Pahalgram, een toeristenoord in het door India bestuurde deel van Kasjmir, een aanslag gepleegd waarbij 26 mensen zijn omgekomen. Volgens persbureau AFP is het de dodelijkste aanval op burgers sinds 2000.
Alle slachtoffers, op één Nepalees na, hadden de Indiase nationaliteit en waren mannen. ‘De daders spaarden overduidelijk de vrouwen’, aldus een ooggetuige tegen AFP.
De veiligheidsdiensten zijn een klopjacht gestart op de daders. Premier Narendra Modi sprak van een ‘afschuwelijke daad’ en beloofde de daders te vervolgen.
Geen enkele organisatie heeft de verantwoordelijkheid opgeëist. Opvallend is wel dat de aanslag plaatsvond een dag na het bezoek van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, JD Vance.
Kasjmir is een betwist gebied tussen India en Pakistan, die beide claimen het volledig te bezitten, maar elk een deel controleren. Sinds 1989 is er een gewapende opstand tegen het Indiase gezag, vooral vanuit de moslimmeerderheid in de regio. De opstandelingen streven naar onafhankelijkheid of aansluiting bij het islamitische buurland Pakistan.
Bij een ander incident in het grensgebied Baramulla zou het Indiase leger schoten hebben gewisseld met gewapende mannen die via Pakistan Kasjmir probeerden te infiltreren. Daarbij zouden twee terroristen zijn gedood, aldus het Indiase leger.
Nathalie Nede, raadslid voor de ChristenUnie in Arnhem, deed aangifte van een racistische e-mail die leidde tot een rechtszaak. ‘De verdachte bleef het n-woord herhalen.’
De verdachte stuurde Nede op 24 mei 2024 een e-mail met hatelijke en racistische inhoud. Daniël N. was boos, omdat Nede een week eerder in de gemeenteraad schriftelijke vragen had gesteld over gehandicaptenparkeerplaatsen en het feit dat gemeente Arnhem in haar eigen parkeergarage een rolstoelopgang een ‘invalidenoprit’ noemde. ‘Dat is een woord dat letterlijk onwaardig betekent’, aldus Nede. Daniël N. was hierdoor getriggerd en stuurde het CU-raadslid een boze e-mail: ‘Wat is het weer aanstootgevend zo’n invalidebordje. Natuurlijk stoort een n-woord er weer aan. Jullie soort zijn misselijk’, schreef hij.
Nede vertelt dat ze eerst geen aangifte wilde doen, omdat ze verwachtte dat hier toch niets mee zou worden gedaan. Vrienden echter adviseerden haar om dit wel te doen, evenals een antidiscriminatiebureau dat ze had gecontacteerd. Nede was enigszins verrast toen het toch tot een rechtszaak kwam, op dinsdag 25 februari.
Het n-woord
‘Het was een zware zitting’, vertelt Nede aan de Kanttekening. ‘De verdachte werd niet bijgestaan door een advocaat, maar deed de verdediging zelf. Hij bleef het n-woord herhalen, maar vond dat dit gewoon kon. De rechter probeerde hem uitwegen te bieden en bood hem aan om spijt te betuigen, maar Daniël N. bleef het woord claimen. Het was pijnlijk om het n-woord te horen, vooral omdat het woord ook enkele keren werd herhaald door de rechter en de officier van justitie. Zij moesten – althans, dat denk ik – het woord letterlijk citeren. Dat maakte het extra confronterend voor mij.’
Bij de zitting waren slechts weinig mensen aanwezig. Nede kreeg morele steun van de griffier en iemand van het antidiscriminatiebureau die met haar mee was gegaan. ‘Met die steun was ik erg blij’, zegt Nede. ‘Maar helaas was er weinig aandacht voor deze racismezaak in de media, behalve in AfroMagazine.’ Komt dit omdat Arnhem geen Amsterdam is, of omdat ze bij de ChristenUnie zit en niet bij een linkse partij? Nede durft dat niet te zeggen, maar vertelt dat ze de media ook niet actief heeft opgezocht.
‘Ik ben – tot nu toe – blij met ons rechtssysteem’
Over hoe sommige media berichten is ze kritisch, bekent ze. ‘Media spelen een grote rol in hoe mensen naar politici kijken. De Gelderlander schreef bijvoorbeeld alleen wat ik zei over invalideparkeerplaatsen, terwijl mijn betoog veel uitgebreider was. Ik begrijp de drang naar ophef, maar het is niet goed.’
Daniël N. werd veroordeeld tot een boete van 600 euro aan zijn slachtoffer, en verder tot een taakstraf van 60 uur, waarvan 30 uur voorwaardelijk. Maar nu gaat hij hierin tegen beroep, vertelt Nede aan de Kanttekening. ‘Ik weet nog niet wanneer deze zitting is. Ik was opgelucht toen hij werd vervolgd en vervolgens ook veroordeeld. Ik ben – tot nu toe – blij met ons rechtssysteem. Maar vanwege dit hoger beroep ben ik bang dat hij misschien toch wordt vrijgesproken. Ik heb trouwens geen flauw idee of de verdachte weer zijn eigen verdediging zal doen, of straks wordt bijgestaan door een advocaat.’
Raadslid in Arnhem
Nede is fractievoorzitter en het enige raadslid van de ChristenUnie in Arnhem. Toch weet ze veel impact te maken. Dankzij Nede moest het College van Burgemeester en Wethouders in 2021 een kritisch rapport over discriminatie openbaar maken, dat dankzij wethouder Jan van Dellen in de la was blijven liggen. Volgens de wethouder was het rapport nog niet af, maar de wetenschappers durfden niettemin de conclusie te trekken dat mensen met een niet-westerse achtergrond minder snel een baan kregen bij de gemeente Arnhem dan anderen. Nede bleef de wethouder naar het rapport vragen, totdat hij er eindelijk mee over de brug kwam.
Beeld: Rinus Baak
‘Dankzij deze kwestie is representatie echt een belangrijk speerpunt voor mij geworden’, zegt Nede hier nu over. ‘Representatie was één van de redenen waarom ik mij verkiesbaar heb gesteld. Het achterhalen van dit rapport heeft het belang van representatie onderstreept.’
Ze heeft zich daarna ingezet voor de Keti Koti-herdenking in Arnhem en mede dankzij haar komt er nu ook een monument voor de slachtoffers van de slavernij. ‘Ik trek hier veel op samen met D66 en GroenLinks, vertelt ze. ‘En omdat we een linkse meerderheid in de gemeenteraad krijg ik veel voor elkaar.’
Als raadslid is Nede vaker slachtoffer geweest van racisme. Het bleef niet bij de email van Daniël N. Zo maakten boze burgers enkele jaren geleden vanaf de publieke tribune scheetgeluiden toen Nede aan het woord was, tijdens het debat over Zwarte Piet in de Arnhemse gemeenteraad. En onlangs kreeg Nede een zogenoemd grappig bedoelde opmerking van een collega-raadslid van een lokale partij naar haar hoofd geslingerd, toen ze vroeg om een wit paaseitje omdat ze nu eenmaal meer van witte chocolade houdt. ‘Dat was ook discrimineren, zei hij. Gelukkig hoorde een collega van de Partij van de Dieren dit gesprek ook, en stak mij toen een hart onder de riem. Dat waardeer ik enorm.’
ChristenUnie en diversiteit
Nede is christelijk en zit daarom bij de ChristenUnie, omdat ze het belangrijk vindt om dit geluid te laten horen. ‘Er is geen partij waar je het 100 procent mee eens bent, maar lokaal is er ruimte om eigen invulling te geven. De ChristenUnie is sociaal en christelijk-sociaal. De partijcultuur is goed; we maken anderen niet zwart. En we staan voor gelijkwaardigheid: alle mensen zijn gelijk geschapen, naar Gods beeld.’
‘In de grote steden is de ChristenUnie divers’
Binnen de ChristenUnie zet Nede zich in voor diversiteit en inclusie via het ‘veelkleurig netwerk’. ‘Klassiek gezien is de ChristenUnie sterk verbonden met witte gereformeerde kerken, waar veel onwetendheid is over diversiteit. Maar er zijn ook leden van kleur die invloed hebben, zoals Don Ceder in de Tweede Kamer en oud-Kamerlid Cynthia Ortega-Martijn in het verleden. In de grote steden in het Westen van het land, zoals Amsterdam, Rotterdam en Almere, is de ChristenUnie divers. In de provincie is dat minder het geval. We zijn vooral zichtbaar in de raden nu. Maar in de verschillende organen van de partij, denk aan het landelijk bestuur en het wetenschappelijk bureau, is dat minder het geval. Ik denk dat dit op termijn veranderen zal. Het heeft tijd nodig.’
Het diversiteitsnetwerk heeft volgens Nede ook invloed gehad op de koers van de ChristenUnie. Als voorbeeld noemt ze Zwarte Piet. ‘Gert-Jan Segers, de voormalige ChristenUnie-leider, vertelde dat hij hierover anders is gaan denken. Hij is niet de enige die van mening is veranderd.’
Het aantal Nederlanders dat het regeringsbeleid ten aanzien van de oorlog in Gaza steunt, wordt steeds kleiner. Dat concludeert onderzoeksbureau Ipsos I&O.
Sinds oktober 2023, het begin van de oorlog, heeft Ipsos I&O vier peilingen uitgevoerd om te onderzoeken hoe Nederlanders kijken naar de betrokken partijen, het handelen van de Nederlandse regering en de impact van het conflict. In oktober 2023 stond 23 procent achter het regeringsbeleid. Dat percentage daalde gestaag en was in april 2025 nog maar 12 procent, aldus het bureau.
‘Het aandeel dat ‘helemaal niet’ achter het regeringsbeleid staat, groeide in het afgelopen halfjaar van 19 naar 27 procent. Ruim de helft (54 procent) vindt nu dat de Nederlandse regering kritischer moet zijn ten opzichte van Israël. Eind vorig jaar was dat nog 47 procent.’
De kloof tussen de houding van de regering en de mening van de bevolking valt al langer op. Regelmatig vinden er grote demonstraties plaats tegen het regeringsbeleid, zoals afgelopen weekend in Rotterdam, waar 10.000 mensen op afkwamen.
Onlangs deden vijf grote mensenrechtenorganisaties een oproep aan minister-president Schoof om grenzen te stellen aan het geweld van Israël. Zij vroegen onder andere om het trekken van een ‘rode lijn’, maar die kwam er niet.
‘De publieke opinie over Israël verschuift. Steeds meer mensen worden zich bewust van het onrecht dat Palestijnen wordt aangedaan. De oorlog in Gaza kreeg veel aandacht, waardoor mensen zich zijn gaan verdiepen in de bredere context. Tegelijkertijd wordt het steeds moeilijker om de politiek te overtuigen. Het was nooit makkelijk, maar met de huidige samenstelling van de regering is het misschien wel lastiger dan ooit’, zei Thomas van Gool, projectleider Israël-Palestina bij vredesorganisatie PAX, onlangs in een interview in de Kanttekening.
‘Het probleem is dat mensen hun standpunten hierover vaak niet meenemen het stemhokje in. Daar spelen heel andere kwesties mee. Terwijl lang niet iedereen die stemt op een partij die de Israëlische koers steunt, die standpunten ook zelf deelt.’
Het CDA staat bovenaan in de politieke integriteitsindex 2024, gevolgd door FvD en PVV. Deze lijst laat zien welke partijen het vaakst betrokken zijn bij schendingen van politieke integriteit. Net als vorige jaren kwam wangedrag in de privésfeer het vaakst voor.
Afgelopen jaar telde Nederland 57 politieke integriteitsaffaires, zo meldt Binnenlands Bestuur. Het CDA telde acht affaires, FvD en PVV allebei vier. FvD heeft echter slechts drie Kamerzetels en staat daardoor relatief gezien bovenaan met het grootste aantal affaires per zetel, aldus de politieke nieuwssite. Opvallend is dat de VVD, die normaal gesproken bovenaan staat, dit keer slechts twee affaires kende.
Zoals bijna ieder jaar staat ook in de nieuwe index ‘wangedrag in de privésfeer’ bovenaan, met zestien incidenten. Daarna volgen ‘belangenverstrengeling’ (vijftien incidenten), ‘ongewenste omgangsvormen’ (acht incidenten) en ‘misbruik en manipulatie van informatie’ (zes incidenten).
Voorbeelden van bekende affaires zijn die van CDA-burgemeester Pieter van Maaren van Zaltbommel, die de ramen van zijn monumentale woning uit de 16e eeuw liet vervangen; staatssecretaris Vicky Maeijer van de PVV, bij wie plagiaat werd ontdekt in haar scriptie; en Pim Astro, raadslid in Leeuwarden voor GroenLinks, die met een hakbijl naar een muziektent ging vanwege geluidsoverlast.
Het gaat goed met het CDA. De partij heeft maar vijf zetels in de Tweede Kamer, maar staat in de laatste peilingen op 18 zetels. Dit succes is mede te danken aan fractievoorzitter Henri Bontenbal, die het redelijke midden vertegenwoordigt. Maar wie is Henri Bontenbal? En wat kan hij betekenen voor onze samenleving en vooral voor biculturele Nederlanders? Hoofdredacteur Mehmet Cerit spreekt met de CDA-leider.
U groeide op in Rotterdam-Zuid, als vierde van acht kinderen. Welke waarden en lessen uit uw jeugd hebben u het meest gevormd?
‘Opgroeien in een groot gezin betekent dat je moet leren inschikken. Het draait niet om wie het hardst roept. Je leert dienstbaarheid, verantwoordelijkheid en rekening houden met elkaar.
‘Wat me ook sterk is bijgebleven is hoeveel tijd en energie mijn ouders in het gezin staken. Ze hebben zichzelf vaak weggecijferd om acht kinderen op te voeden en kansen te geven. Dat zie je pas echt goed als je zelf ouder wordt: hoeveel ze hebben opgeofferd in termen van tijd, carrière, hobby’s en ontspanning, om ons groot te brengen.
‘We leefden van één salaris. Dat betekende dat er weinig geld was voor luxe. Vakanties waren beperkt, cadeaus bescheiden, merkkleding had ik niet. Vaak droeg ik kleren van mijn oudere broers. Maar mijn ouders vonden het belangrijker dat we ons konden ontwikkelen. Daarom mochten we bijvoorbeeld wél op muziekles.
‘Dat leert je ook iets over armoede. Armoede gaat niet alleen over een laag inkomen, maar ook over sociaal kapitaal. Heb je een omgeving die je ondersteunt, die meedenkt, en bijspringt als je het moeilijk hebt? Mijn ouders gaven ons dat mee. En dat is van onschatbare waarde geweest.’
Wat hebben de keuzes van uw ouders met u gedaan, op de lange termijn?
‘Tachtig procent van hoe ik denk, komt voort uit het ethos van mijn ouders. Daarom ben ik ook nooit liberaal geworden, maar christendemocraat. Een liberaal begint bij vrijheid. Maar voor mij begint het met verantwoordelijkheid – vooral bij degenen die het beter hebben. Vrijheid is niet simpelweg ‘doen wat je wilt’. Vrijheid betekent: de mogelijkheid om het goede te doen. Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn bij mij onlosmakelijk met elkaar verbonden.’
‘In de katholieke sociale leer draait het om het algemeen welzijn’
Hoe vertaalt u dat naar uw politieke keuzes vandaag de dag?
‘Ik probeer altijd het algemeen belang voorop te stellen. Dat is een kernbegrip binnen het CDA. In de neoklassieke economie zie je vaak het idee dat als iedereen zijn eigen belang nastreeft – als een soort homo economicus – dat dit vanzelf leidt tot het beste voor de samenleving. Maar in de katholieke sociale leer draait het om het algemeen welzijn. En dat is méér dan de optelsom van individuele belangen. Dat idee van gemeenschapszin, van verantwoordelijkheid voor elkaar.’
U noemt zichzelf weleens een ‘protestant met een katholiek hart’. Wat bedoelt u daarmee?
‘Ik ben protestants – lid van de Protestantse Kerk in Nederland. Maar in het katholicisme zie ik iets wat mij diep aanspreekt: het laat ruimte voor het mysterie. Het relativeert de menselijke rede en het verstand.
‘Zeker in onze tijd, waarin we zoveel weten – ook over andere religies en levensbeschouwingen – is het belangrijk om je eigen overtuiging te hebben, maar tegelijk mild en open te zijn naar anderen. Die bewustwording van onze menselijke beperktheid, dat wij nooit alles kunnen begrijpen of overzien, is voor mij een belangrijke religieuze waarheid. Het helpt me ook om mensen met andere overtuigingen – onder wie moslims – met openheid en respect tegemoet te treden.’
Wat bedoelt u?
‘Dat je erkent dat waarheid niet alleen binnen je eigen religieuze stroming te vinden is. Er zijn ook andere waarheden en waarden, andere manieren om te zoeken. En juist dat woord – ‘waarde’ – vind ik mooi. Je gaat op zoek naar de waarde die je herkent in andere religieuze stromingen.
‘En daarbij weet je ook: elke religie heeft zijn donkere kanten. Ook het christendom. Dat besef helpt om een bescheiden houding aan te nemen. Tegelijk: het CDA is natuurlijk een christendemocratische partij. En dat is iets anders dan een christelijke partij. Daarom zal je mij vaak horen teruggrijpen op de kernwaarden van het christendemocratisch denken, maar veel minder op de religieuze bronnen daaronder. Omdat ik denk dat dat gezonder is. Als politicus moet je zoeken naar het gemeenschappelijke – het goede dat je deelt met anderen.’
‘Ook moslims, mensen van andere religies of zonder religie, kunnen zich daarin herkennen. Als ik sommige moslims vraag naar wat voor hen belangrijke waarden zijn, dan noemen ze rentmeesterschap, solidariteit, gerechtigheid – en dat zijn ook christelijke waarden. Dus in het CDA zie je die pluriformiteit ook terug. In de leden, in de manier waarop we naar de samenleving kijken. En dat helpt enorm bij het verbinden. En heel eerlijk: ik denk dat veel Nederlanders, ongeacht achtergrond, zich in die waarden herkennen.’
Hoe staat u tegenover de zogenoemde ‘joods-christelijke traditie’? Sluit je daarmee niet moslims uit?
‘Daar zou ik twee dingen over willen zeggen. Eén: je hoeft je afkomst niet te verloochenen. Natuurlijk heeft Nederland een geschiedenis. Natuurlijk is ons denken geworteld in het joods-christelijk denken. Dat is gewoon een feit. Net zoals dat er ook humanistische invloeden zijn. Maar, en dat is twee, het wordt problematisch als je die erfenis gebruikt om anderen uit te sluiten.
Beeld: CDA
‘Sterker nog, het is eigenlijk nog veel complexer dan alleen die joods-christelijke traditie. Neem bijvoorbeeld iemand als Thomas van Aquino – een hele invloedrijke denker binnen het christelijk denken, zowel op het gebied van ethiek als van dogmatiek. Maar als je goed kijkt, zie je dat hij heel duidelijk is beïnvloed door de Griekse filosoof Aristoteles. De hele deugdenethiek, die wij nu als iets christelijks beschouwen, is voor een groot deel gebaseerd op Grieks denken. Dus je kunt niet zeggen dat die stromingen helemaal los van elkaar staan.
‘Onze samenleving is gevormd door het joods-christelijke denken, ja, maar óók door andere bronnen. Denk aan de Verlichting, denk aan de Romantiek – dat zijn allemaal tradities die ons ideeën hebben aangereikt over mens-zijn, over samenleven, over hoe je met verschil omgaat. En dat is ook relevant als we kijken naar de islam in Nederland. Want juist vanuit die bredere traditie hebben we kaders ontwikkeld om met andere religies in dialoog te treden.’
Wat is dan de basis waarop we elkaar als burgers beoordelen?
‘Dat is voor mij democratisch burgerschap. En de kern daarvan – echt het hart – zijn een paar hele fundamentele principes. Gelijkwaardigheid van ieder mens. Dat is een onopgeefbaar ingrediënt.
‘En dan gewetensvrijheid, in combinatie met vrijheid van godsdienst. Dat zijn basisprincipes die we met elkaar moeten delen. Het betekent dat niemand onder dwang mag geloven – maar óók dat je een ander niet mag beletten om te geloven wat hij of zij wil. En daarbij hoort ook de erkenning dat we in een pluriforme samenleving leven. Die pluriformiteit moet je niet willen wegdrukken. Integendeel: het is onderdeel van wie we met elkaar zijn.
‘Voor mij is het uitgangspunt niet wát iemand precies gelooft, maar hóé iemand zijn democratisch burgerschap vormgeeft. Dáár ligt het criterium. Dus als een moslim zijn of haar democratisch burgerschap serieus neemt – zich inzet voor de samenleving, de grondbeginselen onderschrijft – dan is diegene volwaardig onderdeel van onze samenleving. Punt.’
De vraag was: wanneer is het genoeg, wanneer mogen wij echt Nederlander zijn?
Zijn moslims potentiële kiezers voor het CDA?
‘Absoluut. Sterker nog, zij behoren tot onze kiezers. Dat zijn ze in het verleden ook altijd geweest.’
Sinds de gedoogconstructie met PVV in 2010 verloor het CDA veel van de islamitische achterban. Als de moslims kiezers van CDA zijn, hoe wilt u het vertrouwen herstellen en behouden?
‘Het jaar 2010 staat voor heel veel CDA’ers in het geheugen gegrift. Dit is niet het hoofdstuk in de geschiedenis van onze partij waar ze met plezier op terugkijken.
‘Ik heb er veel over gezegd. Ik was destijds geen voorstander van die samenwerking. Ik neem het de voorstanders ook niet kwalijk, want mensen maakten toen met allerlei motieven keuzes, maar we hebben wel een harde les geleerd. Ik ga met de PVV niet samenwerken.
‘Het gaat ons om de kernwaarden. Wil je een rechtvaardige samenleving? Wil je een samenleving waar mensen zich kunnen ontplooien? Waar mensen vrij zijn? Maar niet in de liberale zin van ‘doe maar wat je zelf wilt’, maar de vrijheid om het goede te doen, de vrijheid om je te ontwikkelen?
‘Iedereen die zich herkent in die kernwaarden, is welkom bij ons. En zeker ook moslims. Want ik merk daar ook een enorm engagement, bijvoorbeeld voor solidariteit en gerechtigheid. Ik zou het mooi vinden als mensen die net als wij willen strijden tegen onrecht, bij ons willen aansluiten en niet voor partijen kiezen die uiteindelijk alleen maar polariseren.’
Hoe bedoelt u dat, polariseren?
‘Kijk, het risico van deze tijd is ook identiteitspolitiek. Dat je kiest voor degene die het meest op jou lijkt en dus je eigen belang verdedigt. Maar ik denk dat we politieke partijen nodig hebben die zeggen: ‘Wij gaan voor het algemeen belang en niet voor één specifiek belang.’ Het is natuurlijk veel eenvoudiger je te richten op de belangen van één groep, bijvoorbeeld christenen, moslims, of dieren. Maar uiteindelijk drijft dat soort identiteitspolitiek de samenleving uit elkaar.’
Als het straks goed gaat en jullie bijna twintig zetels halen, geven jullie dan mensen met verschillende geloven en achtergronden een plek op de kandidatenlijst?
‘Dat weet ik nog niet of wij bijna twintig zetels gaan krijgen. Maar wij zijn wel een vrij brede volkspartij, met allerlei types mensen—theoretisch, praktisch opgeleid, arm, rijk, verschillende soorten geloven, wel of geen migratieachtergrond. Natuurlijk kan het beter. Dit is ook een opdracht voor de partij en voor mij, bijvoorbeeld in de selectie van mensen om dit goed te representeren.’
‘Wij zijn ook maar gewone mensen die weleens fouten maken’
Het CDA heeft niet alleen onder uw voorgangers, maar ook onder uw leiding keuzes gemaakt die biculturele Nederlanders niet begrijpen. Denk aan de steun voor de motie van VVD-Kamerlid Bente Bekker over het bijhouden van gegevens over ‘culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond’.
‘Wij hebben destijds vrij achteloos voor die motie gestemd. Dat leidde tot een stevige discussie. Het waren overigens mensen uit de CDA-achterban met een migratieachtergrond die bij mij aan de bel trokken. Hoewel ook anderen kritiek hadden. Dit geeft aan dat die tegenstem gelukkig binnen het CDA zit. Wij zijn ook maar gewone mensen die weleens fouten maken.’
Hoe moeten dit soort fouten worden voorkomen in de toekomst?
‘Door in de opbouw van je partij ook divers genoeg te zijn. Ik denk dat wij mensen met een migratieachtergrond kunnen aanspreken door het over het algemeen belang te hebben en een taal te spreken die niet polariseert, die niet mensen opsluit in hun etniciteit of geloof. De meeste mensen willen gewoon volwaardig burgers van Nederland zijn.
‘Want wat ik in die discussie daarna vaak heb teruggekregen, was niet dat mensen zeiden van: spreek mij nou eens aan als moslim, spreek mij nou eens aan als christen, spreek mij nou eens aan als Turk, Marokkaan of Antilliaan. De vraag was: wanneer is het genoeg, wanneer mogen wij echt Nederlander zijn? Dat heeft ons als fractie geraakt.
‘De ophef heeft ons dus wel geholpen. Het heeft ons bewuster gemaakt. En hierdoor zijn onze contacten met de mensen ook verbeterd.’
Polariserende motie
Een paar weken later kwam Denk met een motie om de eerder aangenomen motie van Bente Becker in te trekken en u steunde deze motie niet. Kun u toelichten wat uw afwegingen waren?
‘Wat mij betreft is het duidelijk: wat Denk doet is in zekere zin het spiegelbeeld van wat de VVD doet. Ze kiezen bewust voor polarisatie. De reden dat wij de tweede motie van Denk niet hebben gesteund, is omdat we niet opnieuw in dezelfde val willen trappen. De motie had vooral een polariserend karakter. Wij willen bijdragen aan verbinding in de samenleving, niet aan verdeeldheid.
‘Sindsdien kijken we veel scherper naar moties. Soms lijkt een motie op het eerste gezicht een goed standpunt te nemen, maar als de motie bedoeld is om de groepen verder uit elkaar te spelen zullen wij die niet steunen.’
Betekent dit dat het CDA extra kritisch gaat kijken naar moties van partijen als PVV en Denk?
‘Ja, en dat geldt voor alle partijen aan de uiterste rechter- en linkerkant. We kijken ook goed naar de thematiek van een motie, omdat we weten dat bepaalde onderwerpen gevoelig liggen. In zulke gevallen benaderen we de motie dus met extra zorg.’
Nederland is een seculiere staat en u bent zelf actief christen. Hoe ziet u de rol van religie in de openbare ruimte? Kan geloof een verbindende kracht zijn?
‘Juist geloof is een verbindende kracht. Want geloof maakt vaak deel uit van wie mensen zijn, van hun identiteit. Ja, de overheid moet neutraal zijn in haar omgang met religies. Dat betekent dat de staat geen enkel geloof mag bevoordelen, bijvoorbeeld door lesmateriaal te gebruiken dat bepaalde religies voorrang geeft.
‘Geloof biedt steun, het creëert solidariteit binnen gemeenschappen en het zorgt er zelfs voor dat gemeenschappen solidair kunnen zijn met mensen buiten die gemeenschappen. Dus de staat mag dan wel neutraal zijn, maar dat betekent niet dat geloof geen rol speelt in de publieke ruimte. Sterker nog, ik denk dat we de publieke ruimte tekortdoen door geloof enkel achter de voordeur te plaatsen.’
Waar ligt voor u de grens, wat betreft geloofsvrijheid?
‘Als mensen andere mensen die vrijheid niet gunnen. Als een ouder een kind verbiedt om zijn of haar eigen geloof te kiezen, dan ligt daar de grens. Ook geweld en andere extremen zijn uiteraard niet acceptabel. Dit geldt voor alle geloofsovertuigingen.’
Er zijn in elk geloof kleine groepen die zich niet willen aanpassen en niet willen meedoen in de samenleving. Dat geldt voor orthodoxe moslims, joden en christenen. Toch wordt vooral bij de islam vaak zo’n radicale groep eruit gepikt en gezien als voorbeeld voor de hele gemeenschap. Wat vindt u daarvan?
‘Het klopt, dat is iets wat we in alle religies tegenkomen. Ook binnen het christendom en het jodendom bestaan dergelijke extremistische groepen.
‘Wij proberen zo genuanceerd mogelijk te zijn en niet toe te geven aan de verleiding om in zwart-witbeelden te spreken. Dit maakt onze positie soms lastig, omdat we dan vaak het verwijt krijgen dat we niet duidelijk genoeg zijn. Maar de realiteit is vaak ingewikkelder en kent vele schakeringen.’
Kritischer op Israël
Israël wil geen tweestatenoplossing. Ziet het CDA dan nog een toekomst voor een Palestijnse staat? En moet Nederland die staat nu gewoon erkennen?
‘Het CDA is altijd voor de tweestatenoplossing geweest, dus voor een zelfstandige Israëlische staat en een zelfstandige Palestijnse staat. Momenteel is de situatie veel ingewikkelder geworden door de ellende die er nu plaatsvindt. Desondanks blijven wij pleiten voor die oplossing.
‘Wat de kolonisten doen op de Westbank is niet acceptabel’
‘Onze boodschap aan Israël is duidelijk: hoe je het ook wendt of keert, je zult ruimte moeten maken voor een Palestijnse staat. Mijn collega Derk Boswijk werd de afgelopen tijd steeds kritischer, bijvoorbeeld over het Israëlische nederzettingenbeleid. Wat de kolonisten doen op de Westbank is niet acceptabel. Derk Boswijk is daar geweest en heeft gezien hoe mensen van hun land worden verdreven, hoe het land wordt ingepikt, hoe wegen worden afgesloten en waterputten worden dichtgegooid. Hij heeft die ellende met eigen ogen gezien.
‘Ook op sociale media heeft hij zijn kritiek geuit, bijvoorbeeld over de beschieting van een ambulance. We proberen onze woorden daar wel zorgvuldig te kiezen. We kiezen niet voor polarisatie, ook niet in het parlement. We kijken precies naar de situatie en steunen soms moties die kritisch zijn op Israël. Zo hebben we bijvoorbeeld moties gesteund die pleitten voor het onderzoeken van sancties via de EU.’
Het CDA is dus kritischer geworden op Israël.
‘Inderdaad. Maar het is tegelijkertijd zo tragisch, en je voelt je machteloos. Wat kun je als Nederland doen? Ook het opvolgen van het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof tegen Benjamin Netanyahu hebben we gesteund. Wij zeggen: als je internationaal recht belangrijk vindt, kun je niet selectief zijn. Het was voor ons als fractie ingewikkeld, want niet iedereen in onze achterban vindt dit even makkelijk, maar je moet wel principieel blijven.’
Tot slot: waar hoopt u over tien jaar te staan als politicus en partijleider? Welke doelen wilt u dan bereikt hebben, vooral op het gebied van saamhorigheid en de positie van religieuze minderheden?
‘Ik hoop dat de huidige geopolitieke crisis een soort ommekeer teweeg brengt, dat we de waarden die echt belangrijk voor ons zijn weer durven koesteren en verdedigen. Dat betekent samen leven, solidariteit, en burgerschap.
‘Ik hoop komende tien jaar dat andere partijen zullen inzien hoe waardevol het is om gemeenschappen te vormen en iets over te hebben voor een ander. Juist dat raakt aan de essentie van wat mensen zijn. En ik hoop dat ik samen met andere partijen ertoe kan bijdragen dat het individualisme afneemt en dat wij een echte samenleving worden!’
En wat heeft u persoonlijk over tien jaar bereikt? Is de heer Bontenbal minister-president van Nederland?
‘Nee, dat kan nooit het doel op zich zijn. Dat is aan de kiezer.’
Veel moslimleiders hebben lovende woorden geuit over de overleden paus Franciscus, omdat hij stond voor interreligieuze dialoog en nooit zou hebben weggekeken van het voortdurende Palestijnse lijden, zo meldt KRO-NCRV.
Volgens de president van de Palestijnse Autoriteit, Mahmoud Abbas, was Franciscus ‘een trouwe vriend van het Palestijnse volk’, die Palestina erkende en toestemming gaf om de Palestijnse vlag te hijsen in het Vaticaan. Dat deed de paus tegen de zin van Israël in, dat er ook niet van gediend was dat hij opriep tot een genocide-onderzoek naar het Israëlische geweld in Gaza.
Een woordvoerder van de Blauwe Moskee in Amsterdam liet aan KRO-NCRV weten dat moslims vooral zijn gecharmeerd van zijn ‘continue inzet voor vrede, het veroordelen van oorlog en wapenhandel, en zijn bereidheid tot dialoog’. De woordvoerder hoopt dat zijn opvolger dezelfde koers voortzet.
Ook de presidenten van Turkije en Egypte, Erdogan en Sisi, lieten van zich horen. Zij prezen de paus voor zijn inzet bij ‘humanitaire tragedies’ en noemden daarbij de Palestijnse zaak.
De opvallendste reactie komt misschien wel van Hamas-leider Bassem Naim, die eveneens de genocide in Gaza benoemt en de paus een ‘standvastige pleitbezorger’ noemt tegen de (nieuwste) oorlog in Gaza – die begon met de terreuraanval van Hamas op 7 oktober, waarbij 1200 Israëlische doden vielen.
Naar schatting zijn afgelopen zondag 10.000 Rotterdammers de straat op gegaan uit protest tegen de ‘aanhoudende genocide’ in Gaza. De demonstratie, die vanuit de moskeeën van de Maasstad is opgezet, werd geleid door imams, onder wie Azzedine Karat. ‘Stop de genocide’ en ‘Zwijgen is geen optie’ werd er gescandeerd, zo meldt het AD.
Het protest begon bij de Essalam-moskee in Rotterdam-Zuid en trok via de Laan op Zuid en de Erasmusbrug naar de Coolsingel, bij het stadhuis.
De imams riepen op tot een vreedzame demonstratie zonder antisemitisme of haatzaaiende taal, meldt de Turkse nieuwssite SonHaber.
Imam Azzedine Karat verbindt in een reactie aan het AD het succes van de demonstratie aan de reactie van het kabinet. Hij en vele duizenden demonstranten willen dat het kabinet het geweld in Gaza veroordeelt en de diplomatieke banden met Israël verbreekt. ‘Sta op voor Gaza’, werd herhaaldelijk geroepen.
De kans dat dit kabinet, met PVV, NSC, VVD en BBB, iets verandert, is heel klein. Het weigert grenzen te stellen aan Israël en blijft het land steunen, ondanks de aanhoudende oorlog in Gaza.
Voor de imams is dat onbegrijpelijk. ‘Moeten er nog meer kinderen worden vermoord? Beste kabinet: is het nog niet genoeg? Heeft de wereld niet genoeg bloed gezien?’
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.