16.6 C
Amsterdam
Home Blog

Gemeenteraad van Schiedam stemt in met nieuw azc

0

De gemeenteraad van Schiedam heeft gisteravond ingestemd met de komst van een asielzoekerscentrum (azc) in een kantoorgebouw aan de ’s-Gravelandseweg, waar veel bedrijven zijn gevestigd. Een meerderheid van de raadsleden ging akkoord met het plan.

Op zaterdag 4 oktober gingen een paar honderd mensen in Schiedam de straat op om te protesteren tegen de komst van het azc. Ook leden van de extreemrechtse groep Defend Netherlands waren aanwezig, net als een groep tegendemonstranten. Dat zorgde voor spanningen in de stad, maar het kwam niet tot een confrontatie.

Volgens de Spreidingswet moet Schiedam 327 asielzoekers opvangen. Die hadden er eigenlijk al per 1 juli moeten zijn. Op dit moment liggen er twee asielboten in de stad, maar het nieuwe azc wordt een vaste locatie.

Lees verder:
De spanning is te snijden tijdens azc-protest in Schiedam

Nederland is niet vol

0

In de verkiezingsdebatten is Nederland overvol. Te veel mensen op een kluitje, te weinig ruimte. En bovenal dat prangende gebrek aan woningen. Links legt de vinger op het gebrek aan klimaatruimte en groen om te bouwen, rechts wijst naar de overvloed aan mensen, lees: migranten.

Goed dat alle politieke partijen woningnood als gedeeld probleem zien, maar de probleemanalyse van zowel links als rechts gaat mank. Neem dat ruimtegebrek. We hebben meer dan genoeg land. Als je eeuwenlang meren en waterplassen droogmaalt, heb je veel grond. Toen we die weilanden gingen bemesten en ‘ruilverkavelen’, schoot onze agrarische output door het dak. Boterbergen, veestapels en mestoverschotten waren het gevolg. Onze landbouw- en veeteeltproductie is nog altijd bestemd voor de halve wereld. Dan heb je als land geen ruimtegebrek.

Rond 1980 besloot de regering onze wateren niet verder in te polderen. We staakten het droogmaken van de Waddenzee en de Markerwaard kwam er evenmin.

Een flink deel van ons agrarisch land, zoals in Noord- en Zuid-Holland, bestaat uit veenweiland. Dat wordt ook wel groen asfalt genoemd: graslanden die, vanwege de geoxideerde plantenresten in de bodem, zelfs zonder mest en chemische bestrijdingsmiddelen broeikasgassen uitstoten. Zeker als boeren de grondwaterstand laag houden, is het zware industrie. Het vernatten en ver-naturen van dit soort gebieden is de oplossing. Mede daarom zetten we sinds deze eeuw sommige drooggepompte polders weer onder water.

Door deze omzetting tot natuurgebied wordt het klimaat van Nederland straks minder het probleem. De uitstoot in ons land zal omlaag gaan, waardoor er ruimte komt voor woonlocaties en bedrijventerreinen. Onze grond zit nog wel gevangen in twintigste-eeuwse bestemmingsplannen. Dáár moeten we iets aan doen, net als aan de overdreven hoge bouwkosten, grondprijzen, belastingen en complexe regelgeving.

Met de vergrijzing in aantocht komen we handen tekort

Dan die overbevolking waarmee rechts Nederland de verkiezingen ingaat. Oké, het aantal inwoners per vierkante kilometer is hoger dan in veel andere Europese landen. Maar qua bevolkingsdichtheid staan we niet in de wereldwijde top tien. We hebben geen enkele megapolis. Amsterdam staat met ruim 900.000 inwoners niet eens in de top 500 steden.

Ons vlakke land laat zich efficiënt inrichten – de Beemster in Noord-Holland is van bovenaf net een Mondriaan. We hebben geen onleefbare woestijnen, geen dode steenvlaktes of reusachtige gebergten. Wie wel eens een rondje door de drukst bevolkte delen van de Randstad heeft gefietst, weet dat je zo in het groen bent. In provincies als Groningen, Zeeland en Limburg zijn dorpjes waar de laatste scholen en winkels zijn verdwenen.

Hoeveel mensen passen er in ons land? De meeste onderzoeken naar een ‘Nederlands bevolkingsplafond’ vermijden concrete cijfers. Volgens mijn berekening passen er zeker dertig, en misschien wel veertig miljoen mensen in Nederland. Waar het op aankomt, is het land slim in te richten. Smeer geen woonwijkjes uit over polders, maar bouw stedelijke gebieden met hoge dichtheid. Positioneer werkgelegenheid en voorzieningen binnen infrastructuur.

Benut de Noordzee bij IJmuiden niet alleen voor windmolens, maar ook voor een zee- en luchthaven. Door vrijval van agrarisch gebied komt er veel nieuwe natuur bij – het blijft leefbaar en voelt ruim aan. Het land raakt dan niet vol, maar groeit toe naar een efficiënt optimum.

Dat overbevolkte Nederland met ruimtegebrek bestaat vooral in de hoofden van lijsttrekkers en hun in paniek rakende kiezers. Hooguit bedreigt ons een tekort aan inwoners. Met de vergrijzing in aantocht komen we handen tekort in vele sectoren: artsen, verpleegkundigen, ingenieurs, maar ook uitvoerend technisch personeel, chauffeurs en horecamedewerkers.

Het goede nieuws is dat duizenden mensen op onze poorten bonzen om toegelaten te worden. Laten we die instroom goed opleiden. Deze verkiezingen vinden plaats in een collectieve waanwerkelijkheid. Wat er bij moet, zijn woningen, veel mensen – en heel veel geestelijke ruimte.

Flotilla-vaarders zijn weer thuis. ‘We hebben het ware gezicht van Israël gezien’

Deze week keren veel opvarenden van de Global Sumud Flotilla terug naar huis, na hun detentie in een Israëlische woestijngevangenis. Deelnemers met een Arabische achtergrond kregen er de hardste behandeling. ‘Even dacht ik: als ik hier doodga, zal niemand ooit weten wat er gebeurd is.’

Zestien van de 450 deelnemers aan de internationale vloot naar Gaza kwamen uit Nederland. Vanuit verschillende havens stapten ze op diverse boten, die uiteindelijk stuk voor stuk door het Israëlische leger werden onderschept. Daarna volgden dagen van onzekerheid. Twee Nederlandse deelnemers vertellen over hun reis, de arrestatie en de Israëlische gevangenis.

Roos Ykema

Ze zit weer op haar eigen bank, thuis in Amsterdam. Ze moet nog wel even bijkomen, maar wil er graag over praten. ‘Waar zal ik beginnen?’ vraagt Roos Ykema (30), oprichter van mensenrechtenorganisatie MiGreat. Het grootste gedeelte van haar reis was te volgen op sociale media. Ze postte over droneaanvallen, zeeziekte en de hoop op een bevrijd Palestina. Toen ze dicht bij de Gazaanse kust voeren, wist ze dat hun schip elk moment geënterd zou worden, vertelt ze in haar laatste post. Daarna verdween ze van de radar.

‘Ja, dat is toen ook vrij snel daarna gebeurd. Een militair schip met grote koplampen kwam op ons afvaren. Op dat moment gooiden we onze telefoons in het water, zoals ons was verteld tijdens de trainingen. Dit is omdat je niet wilt dat het Israëlische leger weet hoe de reis is georganiseerd. De militairen vroegen inderdaad direct om onze telefoon toen ze aan boord kwamen.’

Op het dek in de brandende zon

Wat ze ook meteen deden, was het doorsnijden van de videokabels, vertelt ze verder. ‘Ze willen niet dat de wereld kan meekijken. Vervolgens werden we, op ons eigen schip, naar de kust gebracht. We moesten uren op het dek zitten in de brandende zon. Het was slopend, maar de militairen waren niet onaardig. Op dat punt kregen we nog water te drinken.’

Dit veranderde aanzienlijk toen ze eenmaal aan wal waren, vertelt ze. De schepen werden meegenomen; de bemanning moest op de kade zitten, op een stuk heet asfalt, wederom in de brandende zon. ‘We moesten naar de grond kijken; als je opkeek, kreeg je een klap op je kop.’

‘Hij noemde ons babykillers’

De autoriteiten in Israël waren ronduit onbeleefd, vertelt ze verder. ‘Ze schreeuwden, trokken, duwden en sloegen. We kregen geen eten of water; ze legden niets of nauwelijks iets uit. We werden naar een gevangenis in de woestijn gebracht; daar moesten we met veertig vrouwen in een kooi. Het was toen al middernacht. En toen kwam minister Ben Gvir langs, om ons toe te spreken en dat te filmen. Hij noemde ons babykillers. Het filmpje stond even later op sociale media.’

Arabische achtergrond

Uit veel van de getuigenissen die rondgaan op sociale media blijkt dat het vooral mannen met een Arabische achtergrond waren die de hardste behandeling kregen. Een van die mannen was Mohammad Kotesh, een Palestijns-Nederlander, actief voor de Rotterdam Palestina Coalitie. Vanaf het moment dat zijn achtergrond bekend was, veranderde alles, vertelt hij.

‘Toen we aankwamen, vroegen ze waar ik vandaan kwam. Met ‘Nederland’ namen ze geen genoegen. Toen ik vertelde dat ik Palestijns was, antwoordden ze dat Palestina niet bestond. Ik zei: ‘Het bestaat wel, ik ben nu in Palestina.’ Dat was de trigger.

‘Hier zijn we allemaal Maccabi-fans,’ zeiden de soldaten. Ze knipten mijn veters af en stukken van mijn broek. Daarna werd ik geblinddoekt en geboeid, zo strak dat mijn handen ervan bloedden. Ik werd meegenomen in een bus; we reden urenlang. Tijdens de reis speelden ze met de temperatuur: soms werd het heel koud, dan weer heel warm. Ik had al twaalf uur niets gedronken, een blinddoek tot over mijn neus, en ik had het gevoel dat ik geen adem kon halen. Even dacht ik: als ik hier doodga, zal niemand ooit weten wat er gebeurd is.’

Twee soldaten stelden voor hem in elkaar te slaan

Ook Mohammad werd in de kooi gezet, en ook hij kreeg bezoek van minister Ben Gvir, die hem vroeg of hij baby’s wilde vermoorden. Twee soldaten stelden voor hem in elkaar te slaan, maar een derde soldaat merkte op dat dit geen goed idee was, omdat Mohammed een Nederlands paspoort had. Hij werd samen met veertien anderen in een cel ondergebracht. Een Tunesische celgenoot werd op een gegeven moment meegenomen en is niet meer teruggebracht. ‘We weten niet waar hij is. Hij heeft geen ‘sterk’ paspoort; die mensen haalden ze eruit,’ vertelt de Rotterdammer.

Mohammad Kotesh

‘We hebben het ware gezicht van Israël kunnen zien. Als dit is wat ze met ons doen, wat zullen ze dan de Palestijnen aandoen? We hadden totaal geen rechten in de gevangenis. Eten kregen we als het de bewaker uitkwam. Ze maakten ons om de twee uur wakker, met honden en zwaarbewapend. En toen we ‘Free Palestine’ zongen, moesten we weer de kooi in.’

Hoewel er advocaten beschikbaar waren voor de deelnemers, kreeg niet iedereen de kans om hem of haar te spreken. ‘Ik werd direct bij mijn advocaat weggehaald. Ook het bezoek van de Nederlandse ambassade is aan mij voorbijgegaan’, zegt Mohammed.

Dit terwijl Roos en haar celgenoten hen wel te spreken kregen. ‘Dat was heel fijn. Ze vertelden dat we uiteindelijk wel weer thuiskwamen, maar dat het even zou duren. Deels vanwege de Joodse feestdagen, deels omdat het aantal deelnemers aan de Flotilla zo groot was dat het nogal een logistieke uitdaging was iedereen naar huis te krijgen. Dat was de enige bron van informatie die we vertrouwden.’

Kilo’s aan eten en drinken

Wat er met de schepen is gebeurd, weet niemand. De kilo’s aan eten en drinken, bedoeld voor de Gazaanse bevolking, hebben de bestemming niet bereikt. ‘Ik had ook niet de verwachting dat de Flotilla er daadwerkelijk in zou slagen om de blokkade te verbreken. Ik ging er vanaf het begin vanuit dat we gearresteerd zouden worden. Dat heeft de Israëlische regering vanaf het begin heel consequent gezegd, en ze lijden niet graag gezichtsverlies’, vertelt Roos.

‘Mensen weten door een actie als deze wat een blokkade inhoudt’

Toch had de actie wat haar betreft absoluut geen louter symbolische waarde. ‘Ik geloof wel dat we ooit de blokkade gaan doorbreken. Ze zeggen ook wel: verandering is onmogelijk, totdat het onvermijdelijk is. Als de vloot steeds groter wordt en de stakingen wereldwijd groeien, kan het niet anders. Bovendien weten mensen door een actie als deze wat een blokkade inhoudt. Het bewustzijn groeit. We kregen nu zelfs militaire begeleiding van Italië en Griekenland. Dat is een grote verandering.’

Een dag vissen

Ook Mohammed heeft zeker geen spijt, ondanks de ervaringen die hij in de Israëlische gevangenis opdeed. ‘Ik wilde me bij de vorige vloot ook al aanmelden. Toen heb ik ervan afgezien, omdat gewaarschuwd werd voor de risico’s die ik liep vanwege mijn Palestijnse achtergrond. Maar toen de situatie in Gaza alleen maar erger werd, dacht ik: dit moet ik niet meer uitstellen. Ik wil nu iets doen.’

‘We hadden geen idee hoe we moesten zeilen’

De reactie van Israël op de vloot toont bovendien aan dat het wel degelijk kwetsbaar is voor acties als deze, zegt Roos. ‘Het hele land was in rep en roer. We hebben een veel groter probleem gecreëerd dan verwacht, omdat we met zoveel waren. En we waren gewoon willekeurige mensen, die op gammele bootjes stapten en geen idee hadden hoe we moesten zeilen. Bovendien, omdat de militairen zo druk bezig waren met ons, konden Palestijnen weer even vissen.’

‘Ja, dat de Palestijnen voor een dag konden vissen, voor een dag een goede maaltijd hadden, dat is meer dan genoeg voor mij,’ zegt Mohammed.

Meer dan twintig doden bij paraglideraanval van leger in Myanmar

0

In Myanmar zijn meer dan twintig mensen omgekomen bij een aanval met een paraglider, uitgevoerd door het leger, meldt de Arabische nieuwszender Al Jazeera.

Dorpelingen in de Sagaing-regio van Myanmar waren samengekomen om te bidden voor de vrijlating van politieke gevangenen, toen ze twee keer werden geraakt door een bom uit de kleine, gemotoriseerde paraglyder, een soort parachute.

Volgens Amnesty past deze aanval op vreedzame burgers in een patroon van geweld door de putschisten die sinds 2021 de macht hebben gegrepen. Onderzoeker Joe Freeman van Amnesty zei hierover tegen Al Jazeera: ‘Terwijl het leger later dit jaar probeert zijn macht te versterken met een geënsceneerde verkiezing, voert het zijn toch al brute campagne tegen verzetshaarden nog verder op.’

Het officiële dodental is nog niet bevestigd, maar de BBC spreekt inmiddels van 24 doden.

Volgens de VN is het bombarderen van burgers met gemotoriseerde paragliders een bekende tactiek van het Myanmarese leger.

Sinds het uitbreken van de burgeroorlog in 2021 zijn al meer dan 75.000 doden gevallen en meer dan drie miljoen mensen ontheemd geraakt.

‘In de wijken, daar klopt het hart van de democratie’

0

Op 6 oktober sprak jurist Terra Dakota Stein in de Rode Hoed over de staat van de Nederlandse democratie. Dit is haar voordracht.

De Nederlandse democratie is springlevend. Je vindt haar niet in marmeren zalen, maar in de buurt. In de dagelijkse praktijken van zorg, waar mensen elkaar leren overeind te blijven in een bureaucratie die vaak tégen hen werkt in plaats van vóór hen.

Ik kan het weten. Jarenlang heb ik via mijn juridische spreekuur bewoners ondersteund. Mensen die soms dachten dat een blauwe envelop een vonnis was. Ik hielp hen brieven te openen en te begrijpen, de wet te vertalen naar gewone taal, een bezwaarschrift te schrijven, of gewoon even mee te lezen zodat ze zich niet meer alleen hoefden te voelen.

Vaak was het niet eens de papierwinkel die het zwaarste woog, maar de schaamte, de vermoeidheid, het gevoel telkens weer te moeten vechten tegen een muur.

Lege koelkast

Democratie leeft in mensen zoals Linda Carolus. Een informele zorgdrager die in haar wijk een spil is van hoop, zorg en liefde. Zij zorgt dat buren toegang krijgen tot voorzieningen, dat er eten op tafel komt als het geld op is, en dat er laagdrempelige uitstapjes zijn zodat mensen niet geïsoleerd raken.

Als er ergens een koelkast leeg is, belt Linda rond tot die gevuld wordt. Als iemand niet mee kan doen, trekt zij aan de bel. En ondertussen geeft ze haar gemeenschap iets wat onbetaalbaar is: het gevoel dat niemand er alleen voor staat.

Onze democratie is niet te vinden op het Binnenhof

En precies daar ligt de kracht. Want terwijl de parlementaire democratie steeds meer mensen van zich vervreemdt, zie ik in buurten en gemeenschappen een andere democratie ontstaan.

Een democratie van onderop.
Een democratie die niet in woorden, maar in daden leeft.
Een democratie die zich niet laat vangen door de grenzen van een coalitieakkoord, maar groeit in verbondenheid, creativiteit en samenwerking.

Dáár klopt het hart van onze democratie.

Onze democratie is niet te vinden op het Binnenhof. Niet in de vergaderzalen, niet in de partijpolitiek. Daar is de parlementaire democratie in crisis: gevangen in machtsspelletjes, wantrouwen en buitensluiting.

Het is ook de plek waar onze basale mensenrechten en internationale verdragen, die Nederland zelf heeft ondertekend, onder druk staan. Waar universele rechten plotseling worden weggezet als een politieke keuze.

Alsof het een kwestie van links of rechts zou zijn of je zeggenschap hebt over je eigen lijf.
Alsof het een mening is of je je boodschappen kunt betalen.
Alsof het ter discussie staat of je recht hebt op een dak boven je hoofd.

Daar klopt het hart van wat democratie werkelijk kan zijn

De échte democratie leeft in de wijken en buurten. Daar waar mensen samen eten, samen bouwen, samen zorgen. Daar klopt het hart van wat democratie werkelijk kan zijn.

En juist daarom voelt het ongemakkelijk om hier te staan en te doen alsof democratie vanzelfsprekend is. Voor velen van ons is dat nooit zo geweest.

Ik ben opgegroeid in een werkelijkheid waar rechtvaardigheid niet cadeau kwam. Waar ongelijkheid geen abstract begrip was, maar dagelijks voelbaar.

In mijn straat, waar gezinnen soms drie of vier banen nodig hadden om rond te komen, terwijl anderen zonder moeite op vakantie gingen.
In mijn schooltijd, waar verwachtingen niet altijd gelijk waren, waar sommigen kansen kregen en anderen voortdurend moesten bewijzen dat ze erbij hoorden.
En in mijn eigen lijf: in de blik die je voelt, in de woorden die je hoort, in de grenzen die onzichtbaar maar tastbaar zijn.

Solidariteit was een levenslijn

In die wereld was solidariteit geen mooi begrip, maar een letterlijke levenslijn. Het was de tante die op je lette als je moeder weer een dubbele dienst draaide. Het was de buurman die de kinderen meenam naar het park omdat er thuis te weinig ruimte was. Het was de gemeenschap die overeind bleef, juist omdat niemand het alleen redde.

Ik ben opgegroeid in de tijd dat het neoliberalisme zijn opmars maakte. We zijn ermee groot geworden, en nu zien we hoe dat systeem volwassen is geworden en steeds vaker doorslaat in autoritair denken en uitsluiting.

Want het grenzeloze neoliberalisme ging niet over vrijheid voor iedereen. Het ging over meer macht en meer geld voor wie dat toch al had. En precies dát heeft de basis gelegd voor de tijd waarin we nu leven: een tijd waarin autoritaire leiders terrein winnen, waarin mensenrechten worden uitgehold, waarin gemeenschappen systematisch worden weggezet alsof ze er niet bij horen.

Wat verdedigen we precies?

En dan klinkt vaak de oproep: ‘We moeten onze democratie verdedigen.’ Maar dan stel ik mezelf de vraag: wat verdedigen we precies?

Want laten we eerlijk zijn: het is vooral de parlementaire democratie die in crisis verkeert. Een systeem dat vaak meer bezig is met partijbelangen en machtsspelletjes dan met rechtvaardigheid. Een systeem dat decennialang velen buitensloot en daardoor steeds meer wantrouwen oproept.

Maar democratie is méér dan het parlement. Democratie is niet alleen wat er in Den Haag gebeurt; het is ook wat mensen dagelijks samen doen in hun straat, hun wijk, hun stad. En dáár zie ik dat democratie leeft.

Tussencultuur

Ik geloof dat de toekomst van onze democratie ligt in wat ik noem de tussencultuur: een cultuur die ontstaat wanneer je opgroeit tussen meerdere werelden. Thuis een taal, buiten een andere. Thuis geworteld in een erfgoed, buiten geconfronteerd met verwachtingen die daar soms haaks op stonden.

En daarnaast altijd die verbinding met bredere migratiegemeenschappen: de moskee, de buurthuizen, de sportclubs, de pleintjes. Plekken waar we leerden om ons eigen pad te maken, ook al paste het niet in de standaard blauwdruk.

Dat was soms een strijd, maar het bracht ook creativiteit. Het leerde schakelen. Het leerde bouwen zonder handleiding. Het leerde dat er niet één norm is, niet één manier van Nederlander-zijn, niet één manier van mens-zijn.

Hoe eerlijk is het om over 2050 te praten, terwijl zoveel mensen nu al buiten de boot vallen?

Twee jaar geleden zat ik in deze zaal, bij een debat tussen vertegenwoordigers van de gevestigde politieke partijen over de toekomst van Amsterdam in 2050. Mooie visies, grote woorden, inspirerende dromen.

Maar terwijl ik luisterde, dacht ik: dit klinkt prachtig… en tegelijk — hoe eerlijk is het om over 2050 te praten, terwijl zoveel mensen nu al buiten de boot vallen? Buiten de boot door beleid dat juist door diezelfde partijen is vormgegeven.

Dus stelde ik één eenvoudige vraag: Wat is de bijdrage van uw partij geweest aan het verval en de sociale problemen van deze stad?

Het werd stil. En die stilte zei eigenlijk alles. Want reflectie op je eigen rol, je eigen verantwoordelijkheid, blijkt vaak de moeilijkste vraag. Maar misschien is het wel de belangrijkste.

Lees verder:

Een avond over angst en inclusie in de Rode Hoed

Vrachtschepen varen van Turkije naar Israël, ondanks exportverbod

0

Het vrachtverkeer van Turkije naar Israël is het afgelopen jaar vrijwel onverminderd doorgegaan, ondanks een door de regering-Erdogan ingesteld exportverbod. In de eerste negen maanden van 2025 bereikten 456 vrachtschepen vanuit Turkse havens Israël, meldt Turkish Minute.

Officieel geldt in Turkije sinds mei 2024 een exportverbod naar Israël. Vanuit de regering-Erdogan wordt bovendien veelvuldig harde taal richting Israël gebezigd. Zo beschuldigde de Turkse president Israël van ‘genocidaal gedrag’ en vergeleek hij de acties van Netanyahu meerdere malen met het naziregime in Duitsland.

Toch ging de handel tussen beide landen in de tussentijd gewoon door. Vanuit de Turkse havens Iskenderun, Mersin, Izmir en Izmit zijn in de eerste negen maanden 456 commerciële schepen met goederen naar Israëlische havens zoals Haifa en Ashdod gesignaleerd. Het zou gaan om een zeer veelzijdige handel.

Veel schepen voeren onder een zogenoemde ‘vlag van gemak’: vrachtschepen die geregistreerd zijn in landen waar ze niet daadwerkelijk vandaan komen. In dit geval voeren 110 vrachtschepen onder Panamese vlag, 98 onder Liberiaanse vlag en andere onder de vlag van de Marshalleilanden of Kameroen. Toch waren er ook acht schepen die gewoon onder Turkse vlag aanmeerden bij Israëlische havens.

Schepen met Turkse namen, zoals de Sahin 2 of Bozkurt, voeren bijvoorbeeld onder de vlag van Vanuatu of Liberia.

Hoewel niet alle schepen onderdeel zijn van directe handel tussen Turkije en Israël, wijzen critici erop dat het gebruik van Turkse havens als tussenstop niet past bij het beeld van een volledig exportverbod dat de regering-Erdogan naar buiten brengt.

Voor Marokko dreigt een Arabische winter

0

Het jaar 2025 is het jaar dat generatie Z de straat op ging. Eerder dit jaar waren er grote protesten van jongeren tegen overheidsbezuinigingen in Indonesië, tegen het socialemediaverbod in Nepal, protesten tegen corruptie in de Filipijnen en Kenia, en tegen de regering in Madagaskar en Peru. De meest recente protesten vinden as we speak plaats in Marokko, waar jongeren massaal de straat op gaan voor betere zorg en onderwijs.

Mijn Marokkaanse vrienden delen momenteel weinig anders dan beelden van deze protesten op hun sociale media: beelden van demonstranten die de straat opgaan, steunbetuigingen voor deze protesten, de eisen van beter bestuur, beter onderwijs en betere zorg, en beelden van politiegeweld tegen demonstranten. Veel jonge mensen in Marokko zijn klaar met de uitzichtloosheid, de corruptie in het land en het slechte beleid dat er gevoerd wordt.

Marokko is een prachtig vakantieland, en een gewone toerist zal er weinig van merken, maar in veel opzichten verkeert het nog steeds in slechte staat. De economische groei van de laatste jaren, waar met name de grote steden van profiteren, maskeert naar buiten toe de harde realiteit: de enorme ongelijkheid tussen de welvaart in de grote steden en de armoede in grote delen van het platteland, de hoge jeugdwerkloosheid, de migratie van zowel werkloze jongeren als hoogopgeleide afgestudeerden, de slechte staat van het onderwijs en de gezondheidszorg, en het falen van de overheid om jongeren in Marokko hoop te bieden op een betere toekomst.

De Marokkaanse overheid zal inspelen op de angst voor instabiliteit die de Arabische wereld heeft getroffen na de Arabische Lente

Dit zijn de voedingsbodems van de huidige protestgolf die door Marokko raast. De trigger was de bouw van voetbalstadions voor de Afrika Cup deze winter en het WK voetbal van 2030. Deze voetbaltempels, die al gebouwd waren of nog moesten komen, en waarvoor soms hele dorpen of woonwijken moesten wijken, zijn voor veel Marokkaanse jongeren symbolen van ongelijkheid. Want waarom zijn er wel miljarden om een WK te organiseren, maar geen geld voor het aanpakken van de vele problemen van het land?

De eisen die de demonstranten hebben, zijn niet bepaald onredelijk: beter onderwijs en betere gezondheidszorg, betaalbare huizen, goed openbaar vervoer, lagere voedselprijzen, hogere salarissen en meer werkgelegenheid. En ook, zeer interessant, Engels als tweede taal van het land in plaats van Frans, waarmee Marokko, net als veel andere Afrikaanse landen, zich uit de francofone sfeer zou verwijderen. Niet bepaald eisen waar een regering heel veel problemen mee zou kunnen hebben, zou je denken.

Maar Marokko is geen democratie. De macht ligt uiteindelijk bij de koning. Het land heeft een parlement en vrije verkiezingen, maar op vrijwel alle terreinen heeft de koning ofwel de volledige macht, ofwel het laatste woord. Bovendien wordt hij omringd door een Marokkaanse elite die er geen belang bij heeft haar eigen welvaart te delen met het volk. De vergelijking met hoe het afliep met eerdere protesten in Marokko dringt zich dan ook op. In 2011 gingen, in de context van de Arabische Lente, Marokkanen ook massaal de straat op. De koning van Marokko beloofde toen, in reactie op deze protesten, meer democratie en een nieuwe grondwet. De protesten hielden toen op, in de hoop op betere tijden, maar van de gedane beloftes kwam uiteindelijk vrij weinig terecht.

In 2016 en 2017 ging de bevolking van de noordelijke Rif-regio massaal de straat op om te protesteren tegen corruptie en politiegeweld, en voor beter onderwijs en gezondheidszorg. Ook dit waren allesbehalve onredelijke eisen. Maar in plaats van dat de Marokkaanse regering ze inwilligde, werden de protesten met grof geweld neergeslagen. De leiders van de protesten verdwenen voor decennia achter de tralies, en veel Riffijnen durfden uit angst niet meer de straat op te gaan om op te komen voor hun rechten.

Een soortgelijk scenario lijkt ook nu in de maak. De eerste doden zijn inmiddels al gevallen in confrontaties met de politie. De regering zegt open te staan voor dialoog met de demonstranten. Ongetwijfeld zal het paleis ervoor kiezen om de regering te hervormen, en er zal beloofd worden om aan de eisen van demonstranten tegemoet te komen. De protesten die daarna nog voortduren, zullen hard neergeslagen worden, en de leiders die niet meewerken, zullen achter de tralies verdwijnen. De Marokkaanse overheid zal inspelen op de angst voor instabiliteit die de Arabische wereld heeft getroffen na de Arabische Lente, en daarmee brede steun voor voortzetting van de protesten ondermijnen. De positie van de koning zelf zal überhaupt niet ter discussie komen te staan.

Het gevolg: amper verandering en het voortduren van de uitzichtloosheid. Marokkaanse jongeren die proberen de zaken in eigen land te veranderen, zullen dit opgeven en in plaats daarvan proberen te migreren naar oorden waar hen een betere toekomst wacht: voor hogeropgeleide talenten via bedrijven in Europa en de Golfstaten, en voor werkloze jongeren via de boten over de Middellandse Zee. Het is absoluut te hopen voor de toekomst van Marokko en haar inwoners dat deze protesten tot positieve verandering zullen leiden, maar de recente geschiedenis van het land stemt echter weinig hoopvol. Ook voor Marokko dreigt eerder een Arabische winter dan een Arabische lente.

Een avond over angst en inclusie in de Rode Hoed

0

Wat is de toekomst van de Nederlandse democratie, in deze tijden van polarisatie, discriminatie en identiteitspolitiek? Hierover gingen kandidaat-Kamerleden gisteravond in gesprek in het Amsterdamse debatcentrum Rode Hoed. De opkomst is divers en het gesprek soms ongemakkelijk. Want hoe inclusief is Nederland echt en wie mogen hierover meepraten?

Het is een halfvolle zaal in de Rode Hoed. Zo’n kleine tachtig mensen zijn afgekomen op het debat over de toekomst van de Nederlandse democratie, georganiseerd door stichting Kleur de Kamer. De helft van de bezoekers is van kleur, de andere helft wit, inclusief Chris Aalberts en ondergetekende.

De avond begint met een kleine teleurstelling. Tofik Dibi, lijsttrekker van BIJ1, zegt op het laatste moment af. De partij stuurt geen vervanger. Jammer, want het zou interessant zijn geweest als BIJ1 wel aanwezig was. Dibi lanceerde onlangs nog het voorstel om Nederlandse medeplichtigen aan de genocide in Gaza strafrechtelijk te vervolgen. Critici trokken meteen de vergelijking met het beruchte tribunalenplan van Pepijn van Houwelingen (Forum voor Democratie), die de verantwoordelijken voor het coronabeleid wilde laten berechten.

De Rode Hoed. Beeld: Ewout Klei

Prostaatmonologen

Geen Dibi dus, maar er is wel vuurwerk. Wanneer na het eerste panelgesprek het woord aan de zaal is, melden zich alleen oude witte mannen, allemaal lang van stof. Een strengere moderator had hen al lang gemaand het kort te houden, maar Guilly Koster, een gemoedelijke Surinaamse Nederlander op leeftijd, is te vriendelijk.

De heren houden monologen over asielzoekers die meer zouden moeten bijdragen aan de samenleving, en over het kapitalisme. Ondertussen lijken ze niet te beseffen, of negeren ze bewust, dat deze avond bedoeld is voor Nederlanders van kleur, die in de politiek vaak onvoldoende worden gehoord.

Na het tweede panel neemt opnieuw een van de mannen opnieuw het woord. Hij vraagt zich af waarom er alleen zwarte mensen in het panel zitten, en geen Marokkanen. Want, zo zegt hij, ‘Marokkanen hebben veel meer last van discriminatie dan andere minderheidsgroepen.’ Misschien heeft hij daar een punt, maar zijn opmerkingen vallen slecht in de zaal.

Koster wordt zichtbaar geraakt en vertelt dat hij in zijn jonge jaren veel gevangenissen van binnen heeft gezien. De oude witte man voelt zich weggezet als racist, maar Koster stelt voor om het tijdens de borrel rustig uit te praten. Daarmee de-escaleert hij de situatie.

Angst voor de ander

Tussen het ongemak door worden er ook zinnige dingen gezegd. Anouschka Biekman, wethouder in Schiedam en nummer 16 op de kandidatenlijst van D66, stelt dat angst de grootste bedreiging vormt voor de democratie. ‘Wanneer mensen onzeker zijn, over hun baan, hun woning, of hun toekomst, zoeken ze houvast’, zegt ze. ‘En die houvast vinden ze vaak in het aanwijzen van een zondebok: iemand van kleur, een vluchteling, of iemand uit de regenbooggemeenschap. Dat is een gevaarlijk mechanisme.’

De angst voor vluchtelingen en migranten is volgens haar niet terecht. Het idee dat ‘ze onze banen en huizen afpakken’ is een narratief dat partijen als de PVV gebruiken als verdienmodel. ‘Maar hoe vaker Geert Wilders en de zijnen die boodschap herhalen, hoe meer mensen erin gaan geloven’, zegt Biekman.

Algoritmes jagen angst aan

Volgens haar ligt de sleutel in ontmoeting. Door werkelijk contact te maken kunnen angsten verdwijnen. Ze vertelt over een oude witte man die zijn wijk ziet veranderen: hij voelt zich wat ontheemd, maar past zich ook aan. Hij eet een broodje shoarma en doet zijn boodschappen bij de Turkse supermarkt, omdat het daar goedkoper is. ‘Dat laat zien hoe complex de werkelijkheid is, veel complexer dan het politieke frame’, aldus Biekman.

Michael Teng-Li Tai, nummer 17 op de kandidatenlijst van Volt, wijst op de rol van social media. ‘Algoritmes jagen angst aan’, zegt hij. ‘Mensen lezen geen kranten meer en zijn gevoelig voor nepnieuws.’ Tegelijk waarschuwt hij dat hoogopgeleide Volt-kiezers in hun eigen bubbel kunnen blijven hangen. ‘Het perspectief binnen Volt is te wit, te hoogopgeleid, te Randstedelijk. We moeten echt openstaan voor andere ervaringen en werelden.’

Echte inclusie

Progressieve partijen doen meer aan diversiteit en inclusie dan conservatieve, maar ook zij worstelen ermee. VVD, JA21, BBB en de confessionele partijen laten deze avond aan zich voorbijgaan; de PVV is niet uitgenodigd. Toch blijkt ook bij D66, GroenLinks-PvdA en de Partij voor de Dieren dat inclusie niet vanzelfsprekend is.

D66-Kamerlid Mpanzu Bamenga vertelt dat partijleider Rob Jetten soms zijn ideeën overneemt, juist omdat Bamenga als ervaringsdeskundige of expert meer weet over bepaalde onderwerpen. Dat is inclusief leiderschap, zegt hij.

Fatihya Abdi, PvdA-raadslid in Amsterdam en nummer 24 op de GroenLinks-PvdA-lijst, benadrukt dat partijen echt moeten investeren in inclusiviteit. Ze wil dat GroenLinks-PvdA opnieuw werk maakt van netwerken, zoals de Rode Vrouwen destijds, om vrouwen en andere groepen binnen de partij te emanciperen.

Ines Kostic van de Partij voor de Dieren sluit de avond af. Haar partij telt veel vrouwelijke leden, maar nog te weinig vrouwen van kleur. ‘We proberen inclusiever te worden,’ zegt ze. ‘Met inclusieve vacatureteksten, maar ook door vrouwen van kleur beter wegwijs te maken in de partij, zodat ze zich thuis voelen en hun ambities kunnen waarmaken.’

Netanyahu wil niet dat ‘Palestijnse Mandela’ Barghouti vrijkomt

0

Nu steeds meer islamitische landen het vredesplan van Trump steunen worden er harde onderhandelingen gevoerd tussen Hamas en Israël. Daarbij gaat het onder meer over de vrijlating van Marwan Barghouti, beter bekend als de Palestijnse Mandela, zo meldt de Italiaanse krant La Repubblica.

De Israëlische minister-president Benjamin Netanyahu wil niet dat Barghouti vrijkomt. En dat is niet zonder reden: Barghouti is namelijk populair, en die populariteit vrezen de Israëlische autoriteiten.

Barghouti werd in 1959 geboren in Ramallah, in hetzelfde jaar waarin de verzetsbeweging Fatah ontstond. In 1974 zou hij zich bij die groep aansluiten. Niet lang daarna werd hij voor het eerst door Israël gearresteerd. Hij bracht toen vier jaar in de gevangenis door, maar gebruikte die tijd om Engels en Hebreeuws te leren. Nadat hij in de jaren tachtig vrijkwam, ging hij aan de Birzeit-universiteit geschiedenis en politicologie studeren. Daar ontmoette hij ook zijn vrouw, de jurist Fadwa Ibrahim, met wie hij in 1984 trouwde.

Tijdens de Eerste Intifada in 1987 kreeg hij naamsbekendheid onder Palestijnen vanwege zijn leiderschapskwaliteiten. Hij werd daarom jarenlang verbannen naar Jordanië. Pas in 1994, na de Oslo-akkoorden, mocht hij terugkeren. Gedurende de Tweede Intifada in 2000 speelde Barghouti opnieuw een prominente rol in het Palestijnse verzet en werd hij opnieuw een doelwit van Israël.

Toen in 2002 een opinieartikel van zijn hand in de Washington Post verscheen, was voor Israël de maat vol. Barghouti werd opgespoord, gearresteerd en in 2004 veroordeeld tot vijfmaal levenslang.

Vermoedelijk zijn de leiderschapskwaliteiten van Barghouti de reden dat de extreemrechtse Israëlische minister Itamar Ben-Gvir hem in de periode na 7 oktober in zijn cel vernederde door het volgende op video te verklaren: Je zult ons niet verslaan. Wie zich tegen het volk van Israël keert en onze zonen en vrouwen doodt, zal worden uitgeroeid. Dat moet je weten.’

Vader en geestelijk verzorger krijgen celstraf, na uit de hand gelopen winti-ritueel

0

De rechtbank in Rotterdam heeft een vader en een geestelijk verzorger veroordeeld tot celstraffen, omdat ze bij een rituele winti-wassing gevaarlijke stoffen gebruikten, waarbij een jonge vrouw blijvend letsel aan haar ogen opliep. Dit meldt de site Rechtspraak.

Het gaat om de Surinaamse winti-wassing. Het achttienjarige slachtoffer liep bij het ritueel ernstige verwondingen op aan haar ogen. Ze ziet nu nog maar minder dan vijf procent met beide ogen.

Het ritueel vond in september 2023 plaats in de badkamer van haar vaders huis in Rotterdam. De winti-wassing zou de kwade geest moeten verdrijven waarmee de jonge vrouw te maken had, zo was de overtuiging van de vader.

Tijdens het ritueel, dat normaalgesproken met kruiden wordt uitgevoerd, goot de geestelijk verzorger onder meer water met ammoniak en stukken scherpe madame jeanette-pepers over het gezicht van de vrouw. De vrouw gilde van de pijn en werd zelfs korte tijd geboeid.

De rechtbank stelt dat beide mannen bewust de kans hebben aanvaard dat het meisje ernstig letsel zou oplopen. Culturele of religieuze overtuigingen maken dit volgens de rechter niet minder strafbaar.

De vader kreeg twaalf maanden celstraf, de geestelijk verzorger vijftien maanden. Die laatste moet ook ruim 121.000 euro schadevergoeding betalen.