5.3 C
Amsterdam
Home Blog

Komt er in Turkije een generaal pardon voor gülenisten?

0

Ondanks voorzichtige oproepen voor een generaal pardon gaat de vervolging van gülenisten in Turkije door. Journalisten in ballingschap Erkam Tufan Aytav en Adem Yavuz Arslan denken niet dat die zal stoppen.

In het kielzog van het Koerdische vredesproces met de Turkse staat roeren Gülen-sympathisanten zich ook. Sinds de mislukte couppoging tien jaar geleden zijn zij categorisch tot ‘terroristen’ verklaard en vragen zij zich af waarom zij, terwijl zij nooit de wapens hebben opgepakt, nog steeds worden vervolgd.

Na tien jaar van verkettering worden in de Turkse politiek voorzichtig pogingen gedaan om een einde te maken aan het onrecht dat dagelijks wordt ervaren door de zogenoemde ‘KHK’ers’, genoemd naar de decreten met wetskracht waarmee zij na de mislukte couppoging van 2016 werden vervolgd.

Hoewel er al eerder incidentele pogingen zijn geweest, begon de nieuwste oproep voor een pardonregeling voor Gülen-sympathisanten met een interview van de gedegradeerde AKP-politicus Bülent Arinc. Daarna volgden meer ontboezemingen, onder meer van partijleiders Ali Babacan en Fatih Erbakan van de islamistische splinterpartijen Deva en de Nieuwe Welvaartspartij. Allen behoorden zij ooit tot het islamistische huis van Erdogan, maar belandden op een zijspoor of verlieten zelfs de partij na de autoritaire afslag die de Turkse president maakte.

Terwijl de vervolging van vermeende Gülen-sympathisanten onverminderd doorgaat, zowel in Turkije als daarbuiten – onlangs werd nog een gezin op verdenking van banden met de Gülen-beweging opgepakt in Kenia – twijfelen velen aan de oprechtheid van de Turkse politiek. De Kanttekening spreekt met twee gevluchte, prominente journalisten, Erkam Tufan Aytav en Adem Yavuz Arslan, die de ontwikkelingen in Turkije op de voet volgen. Zij verwachten niet veel van de nieuwe ontwikkelingen.

Erkam Tufan Aytav, die nu in Stockholm woont, spreekt liever van Hizmet, wat dienstbaarheid betekent, dan van de Gülen-beweging. ‘Zo noemen zij zichzelf’, zegt hij. ‘Het is, in tegenstelling tot een broederschap, een heterogene beweging van individuen die over veel onderwerpen verschillende meningen hebben.’

Hij noemt de uitspraken van Arinc en Babacan over de KHK’ers ‘belangrijk’ en vindt dat de ‘fouten’ hersteld moeten worden. Maar, en daar klinkt de karakteristieke kritische toon van Aytav, spreken over een generaal pardon voor de Hizmet-beweging is volgens hem problematisch, omdat er geen sprake kan zijn van ‘strafbare feiten’. Hij verwijst daarbij naar de vele uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. ‘Als de regering zich houdt aan de oordelen van het EHRM, dan zijn er geen problemen meer.’

Hoge hoed van Erdogan

De eveneens kritische Adem Yavuz Arslan, woonachtig in Washington, meent dat de kwestie van de ‘decreten met wetskracht’ voor gülenisten helemaal niets met recht te maken heeft, maar samenhangt met de mislukte couppoging in 2016. Die zou volgens hem uit de hoge hoed van Erdogan zijn getoverd om daarna zijn eenpersoonsregime van de grond te stampen. Deze theorie over de couppoging, waarbij meer dan 250 Turken omkwamen, wordt breder gedeeld onder gülenisten en andere seculiere en linkse oppositieleden.

Adem Yavuz Arslan

Vanuit het perspectief van het Erdogan-regime zijn deze vraagtekens bij het officiële verhaal over de mislukte couppoging in 2016 reden genoeg om Arslan en Aytav voorgoed achter de tralies te zetten. De bovengenoemde AKP-politicus Bülent Arinc, die nu voor een generaal pardon pleit, maakt daarom een scherp onderscheid tussen gewone Gülen-sympathisanten en mensen die daadwerkelijk geweld hebben gebruikt in 2016.

‘Mensen die het parlement hebben gebombardeerd, helikopters en tanks hebben ingezet tegen burgers — voor hen vragen wij geen pardon, dat moge duidelijk zijn’, aldus Bülent Arinc.

Aytav reageert verbeten wanneer deze zaken aan hem worden voorgelegd. ‘Fethullah Gülen zei dat er een internationale commissie moest worden opgericht, dat alles openbaar moest worden gemaakt en dat hij zich bij Turkije zou melden als er ook maar één bewijs zou worden gevonden. Gülens verzoek is tot op de dag van vandaag niet beantwoord. Bovendien is het onderzoeksrapport van het Turkse parlement over 15 juli nog steeds niet gepubliceerd. De regering heeft altijd geprobeerd de waarheid te verbergen’, aldus Aytav, die spreekt van een couppoging waarbij ‘mensen in de val zijn gelokt’.

Erkam Tufan Aytav

Daarom vindt hij dat soldaten die wapens hebben gebruikt ook in aanmerking moeten komen voor gratie. ‘Laten we niet vergeten dat 15 juli een operatie was om de bevolking te onderdrukken en in bedwang te houden. Soldaten werden de straat op gestuurd onder het mom van een antiterroristische operatie. Sommigen werden misleid doordat werd gezegd dat er een staatsgreep zou plaatsvinden onder leiding van de toenmalige chef van de generale staf, Hulusi Akar. Ze werden misleid. Degenen die hen misleidden waren Erdogan, Hakan Fidan, de huidige minister van Buitenlandse Zaken en oud-minister Hulusi Akar. Honderdduizenden burgers die niets met de gebeurtenissen te maken hadden, werden gearresteerd en ontslagen omdat zij als putschisten werden bestempeld.’

Arslan legt op zijn beurt de nadruk op ‘de individualiteit van een strafbaar feit’. De categorische vervolging van de Hizmet-beweging vormt volgens hem een flagrante schending van dat uitgangspunt in de rechtspraak. ‘Het is juridisch onmogelijk iemand schuldig te verklaren enkel op basis van een vermeende band met een bepaalde structuur, zonder concrete daden, opzet of bewijs. Toch werden leraren, huisvrouwen, studenten en handelaars als ’terroristen’ bestempeld omdat zij geld op de bank hadden gestort, hun kinderen naar school stuurden of een abonnement hadden op een krant. Dat is geen juridische beoordeling, maar politieke stigmatisering en collectieve bestraffing.’

Hij blijft erbij dat ‘15 juli’ een ‘middel’ was van de regering om de staat opnieuw in te richten

De journalist haalt het scherpe onderscheid tussen ‘gewone gülenisten’ en ‘mensen die de wapens hebben opgepakt’ van Bülent Arinc aan en redeneert als volgt: ‘Hiermee geeft hij toe dat niet iedereen aan de staatsgreep heeft deelgenomen en dat niet iedereen over één kam kan worden geschoren. Als degenen die wapens hebben gebruikt apart worden behandeld, waarvan worden de miljoenen anderen dan beschuldigd? Welke concrete daad hebben zij dan begaan? Deze vraag is tot op heden noch in de rechtbanken, noch in de publieke opinie eerlijk beantwoord.’

Hij blijft erbij dat ‘15 juli’ een ‘middel’ was van de regering om de staat opnieuw in te richten. ‘Het perfecte excuus om de rechtsstaat op te schorten en de samenleving in het gareel te brengen. Het strafrecht werd niet gebruikt om gerechtigheid te brengen, maar als middel om mensen uit te schakelen, te beroven en te onderdrukken. Vandaag de dag is er geen sprake van terrorismebestrijding, maar van een beleid van sociale vernietiging dat de onschuldpresumptie in de rechtspraak volledig negeert.’

Vergelijking met lot van Europese Joden

In zijn overdrive om het lot van de vervolgde beweging uit de doeken te doen, maakt Arslan zelfs de vergelijking met de eerste fase van sociale isolatie en ontmenselijking van Europese Joden die een Davidster moesten dragen in nazi-Duitsland. ‘Alleen was de markering bij vermeende gülenisten digitaal, waardoor zij nergens meer werk konden vinden.’

De hoogleraar Johan Vande Lanotte sprak eerder dit jaar van een ‘sociale dood’ van gülenisten in Turkije. Arslan wil miscommunicatie voorkomen vanwege de vergelijking met de Davidster in nazi-Duitsland en spreekt daarom van een ‘sociale genocide’. Arslan legt uit:

‘Het is niet juist om een directe vergelijking te maken met het lot van de Joden in nazi-Duitsland, omdat de Holocaust een uniek proces van fysieke vernietiging in de geschiedenis van de mensheid is. De eerste fasen van het proces dat daartoe leidde – namelijk het collectief stigmatiseren, demoniseren, buiten de wet stellen en uit het sociale leven verwijderen – vertonen echter ernstige parallellen met wat tegenwoordig ‘sociale genocide’ wordt genoemd. Eerst wordt een groep als ‘gevaarlijk’ bestempeld, vervolgens wordt zij uit de openbare ruimte verbannen, van haar werk ontheven, worden haar bezittingen in beslag genomen en haar kinderen gestigmatiseerd. Voordat de fysieke vernietiging begint, wordt de sociale en juridische vernietiging voltooid. In Turkije is het proces tegen de Hizmetbeweging precies volgens dit stramien verlopen. Kortom, met uitzondering van de fase van fysieke vernietiging heeft de Hizmetbeweging hetzelfde proces doorgemaakt als de Joden.’

Mensen wonen een gebedsdienst bij voor de overleden Turkse moslimgeestelijke Fethullah Gülen in New Jersey. Beeld: Leonardo Munoz/AFP

Een interessante vergelijkende analyse die nieuwsgierig maakt naar de processen van in- en uitsluiting van vervolgde groepen, waar Arslan bij navraag nog veel uitgebreider op ingaat. ‘Mensen die een losse band met de Hizmet-beweging hadden, zelfs mensen die er jaren geleden afstand van hadden genomen, werden als ‘potentiële criminelen’ beschouwd. Deze druk dwong een deel van de mensen ertoe uit angst hun identiteit volledig te ontkennen en zelfs hun verleden uit te wissen; bij een ander deel leidde het juist tot een sterker gevoel van verbondenheid en solidariteit.’

Angst om ‘ontdekt’ te worden maakte ‘onzichtbaarheid’ voor veel vermeende Gülen-sympathisanten tot een modus operandi, aldus Arslan. Hij vervolgt: ‘Sommigen kozen ervoor om te zwijgen of zelfs zichzelf te verloochenen. Maar tegelijkertijd waren er ook mensen in ballingschap, in de gevangenis en in de diaspora die hun identiteit op een meer bewuste en politieke basis opnieuw definieerden. Collectieve beschuldiging door de staat verandert niet alleen individuen, maar ook identiteiten. Dat is precies wat sociale genocide is: mensen doden zonder ze te doden, door hun leven en hun identiteit onleefbaar te maken.’

Kans op vrede met de Koerden

Terug naar het mogelijke pardon voor vermeende Gülen-sympathisanten in Turkije. Is er onder hen enige hoop dat ook zij kunnen profiteren van een mogelijke pardonregeling, die parallel loopt met het vredesproces met de Koerden?

‘Er is nog een sprankje hoop’, zegt Aytav, ‘maar het is een zoektocht naar hoop die voortkomt uit de wanhoop van deze mensen.’ Hij is overigens ook pessimistisch over de kans op vrede met de Koerden.

‘De Turkse staat omschrijft de onderhandelingen als ‘het proces voor een terrorismevrij Turkije’. Maar wat de regering hardnekkig niet wil zien, is dat terrorisme een gevolg is: het gevolg van het ontkennen van het bestaansrecht van Koerden en het verbieden van hun taal. Zolang de oorzaken van terrorisme niet worden weggenomen, zal het terrorisme niet verdwijnen. Als de PKK wordt ontbonden, zal er een andere organisatie voor in de plaats komen. Dat is ook wat de Dem-partij steeds benadrukt’, aldus Aytav, die Erdogans motieven wantrouwt.

‘Zolang de oorzaken van terrorisme niet worden weggenomen, zal het terrorisme niet verdwijnen’

Hij kan de in zijn ogen ‘fundamentele onrechtvaardigheid’ niet verkroppen. ‘Als aan de ene kant gewapende leden van een organisatie uit de bergen worden gehaald en in de samenleving worden geïntegreerd, is het niet acceptabel dat mensen worden opgesloten omdat ze een studiebeurs hebben verstrekt, lesgeven op legaal opgerichte scholen van de Hizmet-beweging, geld hebben gestort bij de legale bank Bank Asya of lid zijn van een legale vakbond.’

Hij wijst ook op de seculiere slachtoffers van het Erdogan-regime, zoals de gevangen burgemeester van Istanbul. ‘Imamoglu, de presidentskandidaat van de CHP die Erdogan bij de verkiezingen versloeg, zit al maanden in de gevangenis. Erdogan wil Imamoglu niet vrijlaten. Hij wil geen sterke tegenstander tegenover zich hebben.’

Eerherstel voor gülenisten

Arslan benadrukt nog een fundamentele kwestie voor de Gülen-beweging: hoe kunnen gülenisten ooit herstel van reputatie krijgen? ‘Een deel van de slachtoffers van de KHK zegt na tien jaar van onrechtvaardigheid: hoe dan ook moet er een amnestie komen en moet er een einde komen aan dit onrecht. Een klein aantal KHK-slachtoffers, van wie de meerderheid in het buitenland woont, eist echter een eervolle terugkeer.’

Volgens Arslan kan dat niet worden opgelost met een pardonregeling. ‘Met zo’n amnestie wil de regering geen onrecht rechtzetten, maar de al benadeelde groepen slechts onder voorwaarden het stempel ’terrorist’ afnemen. In feite wordt tegen de slachtoffers gezegd: ‘Jullie blijven terroristen, maar we vergeven jullie. Als jullie de komende vijf jaar niet opnieuw dezelfde vermeende misdaad begaan, wordt jullie dossier gesloten; zo niet, dan worden jullie opnieuw gearresteerd.’ Dat is geen echte oplossing. Daarom verzet een deel van de Gülen-beweging zich tegen deze opgelegde maatregel.’


Erkam Tufan Aytav (1966, Izmir)
Sinds 1987 vervulde hij diverse journalistieke functies, waaronder die van correspondent bij de in 2016 verboden krant Zaman. Vanaf 2008 maakte hij de overstap naar liveproducties voor radiozender Burc FM en voor televisie, met programma’s als Tarih Atlasi bij TVNET en Erkam Tufan’la Analiz bij Bugün TV. Na zijn vlucht uit Turkije zette hij zijn journalistieke werkzaamheden voort in Zweden, onder meer via zijn eigen YouTube-kanalen. Hij is getrouwd en heeft drie kinderen.

Adem Yavuz Arslan (1974, Silifke)
Arslan begon zijn journalistieke carrière in 1995 als rechtbankverslaggever. In 1998 ging hij in Istanbul werken bij het magazine Aksiyon, dat onderdeel was van de Zaman-mediagroep. In 2003 deed hij verslag van de Amerikaanse invasie in Irak vanuit Noord-Irak en Bagdad. Daarnaast rapporteerde hij ook uit andere conflictgebieden, zoals Pakistan, Bosnië en Kosovo. Hij werd bekend door zijn onthullingen in de moordzaak rond de Turks-Armeense journalist Hrant Dink en over de Turkse betrokkenheid bij het omzeilen van de Amerikaanse sancties tegen Iran. Ook hij werkt door als journalist in ballingschap, onder andere via een eigen YouTube-kanaal.

China houdt legeroefening vlak bij Taiwan

0

Taiwan verkeert in de hoogste staat van paraatheid nu China een grootschalige legeroefening uitvoert rond het eiland, dat het niet erkent als onafhankelijke staat.

Het Taiwanese ministerie van Defensie heeft inmiddels meer dan 89 militaire vliegtuigen en drones, evenals nog eens 28 militaire schepen, gedetecteerd. Hierdoor moesten ongeveer 1.000 commerciële vluchten in Taiwan aan de grond blijven. Dat meldt NU.nl.

Voor Taiwan luiden alle alarmklokken, omdat China de militaire oefening pas maandag, op dezelfde dag dat deze begon, aankondigde. De oefeningen worden als bijzonder bedreigend ervaren voor het eiland, dat pal voor de kust van China ligt en in wezen alleen dankzij Amerikaanse bescherming na de Tweede Wereldoorlog als ‘onafhankelijk’ kan worden beschouwd. Twee weken geleden werd bovendien bekend dat de Verenigde Staten voor 11,15 miljard dollar aan wapens aan Taiwan willen verkopen.

Hoewel Taiwan aangeeft te zullen ‘reageren’ als zich een bedreigende situatie voordoet, is de militaire superioriteit van China ten opzichte van Taiwan overduidelijk. Door de Chinese legeroefening is het eiland feitelijk omsingeld.

Chinese strijdkrachten maken er geen geheim van dat zij het eiland willen annexeren. Zo noemen zij de oefening in een persverklaring ‘een simulatie van een gecoördineerde aanval vanuit meerdere richtingen’.

Turkse operaties tegen IS gaan door na dodelijke clash in Yalova

0

De breed aangekondigde operaties tegen IS-militanten in Turkije hebben in de kleine stad Yalova onverwachts geleid tot een dodelijk treffen dat de hele nacht duurde. Drie politieagenten en zes Turkse IS-militanten lieten daarbij het leven.

De operaties zijn bedoeld om mogelijke aanslagen tijdens de feestdagen te voorkomen en worden voortgezet, zo meldt de Turkse nieuwssite Bianet.

De ouders van de Turkse politieagenten rouwen om hun gesneuvelde zonen. Gisteren werd hen in Yalova tijdens een staatsceremonie de laatste eer werd bewezen, zo meldt de islamistische krant Yeni Safak. Op beelden is te zien hoe een van de vaders opstaat en in alle staten ‘mijn zoon’ huilt, wanneer de drie ‘martelaren’ voorbij worden gedragen. Een andere vrouw schreeuwt het uit.

Een antiterreureenheid voerde in lijn met operaties in de rest van het land rond middernacht een inval uit bij een huis in het dorpje Elmalik, in Yalova. Deze inval ontaardde in een hevig vuurgevecht, dat tot in de ochtend aanhield.

Daarbij vielen niet alleen de eerder genoemde negen doden, maar raakten ook zeven andere agenten gewond. Hulptroepen uit Bursa moesten ingezet worden om het dodelijke treffen te beëindigen. Daarnaast werden vijf vrouwen en zes kinderen levend uit de woning gehaald.

De Turks-Armeense krant Agos meldt dat twee IS-militanten die eergisteren zijn gedood vorig jaar al waren opgepakt en zeven maanden gevangen hadden gezeten. Een van de jihadisten zou tegen de Turkse officier van justitie hebben verklaard dat hij de Turkse Republiek beschouwt als tagut, dat willen zeggen buiten de sharia. ‘Politieagenten die trouw hebben gezworen aan de principes en hervormingen van Atatürk zijn ongelovigen. Het vervullen van militaire dienstplicht en stemmen is godslastering. Ik beschouw de president als een ongelovige’, zou hij verder hebben gezegd.

Turkije heeft sinds het uitbreken van de Syrische burgeroorlog last van aanslagen door IS-militanten. Het land fungeerde lange tijd ook als ‘hub’ voor jihadisten die naar Syrië wilden uitreizen. Pas na jarenlange kritiek vanuit het Westen en pro-Koerdische partijen besloot Turkije wat tegen IS te doen. Tegelijkertijd bleef de regering andere jihadisten steunen. Sinds de val van Assad eind vorig jaar zijn gematigde jihadisten de baas in Syrië.

VS vallen locatie in Venezuela aan, CIA zit mogelijk achter deze operatie

0

Amerikaanse media melden, op basis van informatie van insiders, dat de CIA eerder deze maand mogelijk een aanval heeft uitgevoerd op Venezolaans grondgebied. Dit schrijft de nieuwssite NU.nl.

De berichten volgen op eerdere, vage opmerkingen van Donald Trump. De Amerikaanse president sprak over een actie van de Verenigde Staten tegen een locatie in Venezuela, waar volgens hem boten voor drugstransport werden voorbereid. ‘We hebben alle boten geraakt en nu hebben we het gebied geraakt’, zei Trump. Hij verklaarde dat de aanval ‘langs de kust’ plaatsvond, zonder verdere details te geven over de locatie.

De Amerikaanse president zei niet of het om een militaire actie of een operatie van de CIA ging. ‘Ik weet precies wie het was, maar ik wil niet zeggen wie het was’, antwoordde hij toen hem daarnaar werd gevraagd, aldus Deutsche Welle.

Volgens insiders trof de CIA een afgelegen haven aan de Venezolaanse kust. Die plek zou door de criminele organisatie Tren de Aragua zijn gebruikt voor de opslag en verscheping van drugs. Tijdens de aanval waren er geen mensen aanwezig, waardoor er geen slachtoffers vielen. Zowel het Witte Huis als de CIA en de Venezolaanse autoriteiten hebben tot nu toe niet gereageerd op vragen over de vermeende operatie.

De aanval komt op een moment waarop de spanningen tussen de Verenigde Staten en Venezuela sterk zijn toegenomen. Trump beschuldigt de regering van Nicolás Maduro al weken van grootschalige drugssmokkel richting de Verenigde Staten, zonder concreet bewijs te leveren. In dezelfde periode heeft het Amerikaanse leger tientallen boten voor de Venezolaanse kust aangevallen en meerdere olieschepen in beslag genomen.

Als de berichten kloppen, gaat het om de eerste Amerikaanse aanval op Venezolaans grondgebied zelf. Dat zou de toch al gespannen relatie tussen beide landen verder kunnen verscherpen.

Wie was Khaleda Zia, de eerste vrouwelijke premier van Bangladesh?

0

Khaleda Zia is op tachtigjarige leeftijd overleden. Ze werd in 1991 de eerste vrouwelijke premier van Bangladesh en speelde decennialang een bepalende rol in de politiek van het land. Dit schrijft de Vlaamse krant HN.

Haar partij, de Bangladesh Nationalist Party (BNP), maakte bekend dat Khaleda Zia al jaren kampte met gezondheidsproblemen. Begin 2025 verbleef ze enkele maanden in Londen voor medische behandeling, waarna ze naar Dhaka terugkeerde.

Ondanks het feit dat ze sinds 2006 geen regeringsmacht meer had en meerdere periodes in gevangenschap of huisarrest doorbracht, bleef Zia een centrale figuur binnen de BNP. De partij geldt als favoriet voor de verkiezingen van februari. Haar zoon Tarique Rahman, die bijna zeventien jaar in vrijwillige ballingschap leefde, keerde onlangs terug en wordt gezien als een belangrijke kandidaat voor het premierschap. Sinds de val van Sheikh Hasina in 2024, na massale studentenprotesten, wordt Bangladesh bestuurd door een interimregering onder leiding van Muhammad Yunus.

Zia’s politieke loopbaan kreeg vorm na de moord op haar echtgenoot, president Ziaur Rahman, in 1981. Hoewel ze aanvankelijk bekendstond als terughoudend en gericht op haar gezin, groeide ze uit tot leider van de BNP. Samen met haar latere aartsvijand Sheikh Hasina speelde ze een sleutelrol in de volksbeweging die in 1990 een einde maakte aan het militaire bewind van Hossain Mohammad Ershad. De samenwerking sloeg echter snel om in een langdurige en felle rivaliteit, die de politiek van Bangladesh decennialang zou domineren.

In 1991 won Zia de eerste vrije verkiezingen van het land, mede dankzij steun van Jamaat-e-Islami, de grootste islamistische partij van Bangladesh. Tijdens haar eerste termijn voerde ze institutionele hervormingen door en stimuleerde ze buitenlandse investeringen. Na een nederlaag in 1996 keerde ze in 2001 terug aan de macht, maar haar tweede termijn werd overschaduwd door de opkomst van extremistische groeperingen en beschuldigingen van corruptie.

In 2004 werd een politieke bijeenkomst van Hasina getroffen door een granaataanval waarbij tientallen doden en honderden gewonden vielen. De regering van Zia en haar islamistische bondgenoten werd door velen verantwoordelijk gehouden voor het creëren van de omstandigheden waarin de aanslag kon plaatsvinden. Jaren later werd haar zoon bij verstek veroordeeld voor betrokkenheid, al stelde de BNP dat de zaak politiek was gemotiveerd.

Na 2006 raakte Zia steeds verder verstrikt in juridische procedures en politieke confrontaties. Ze werd veroordeeld voor corruptie, maar begin 2025 sprak het Hooggerechtshof haar en haar zoon vrij in de belangrijkste zaken tegen hen. Dat had ook alles te maken met de veranderende machtsverhoudingen in het land: Sheikh Hasina is na de protesten tegen haar bewind het land ontvlucht en is per verstek tot de doodstraf veroordeeld.

De Indiase premier Narendra Modi zei dat hij ‘diep bedroefd’ is door het overlijden van Zia en bracht hulde aan haar bijdragen aan de ontwikkeling van Bangladesh en de relaties met India, zo bericht de BBC. ‘We hopen dat haar visie en nalatenschap onze samenwerking zullen blijven leiden’, schreef hij op X.

De Pakistaanse premier Shehbaz Sharif noemde Zia ‘een toegewijde vriend van Pakistan’, wiens diensten aan Bangladesh een blijvende erfenis zouden achterlaten.

Met het overlijden van Khaleda Zia verliest Bangladesh een icoon.

Felle schrijvers vragen in J’accuse aandacht voor genocide in Gaza

0

Begin deze maand verscheen de bundel J’accuse. Veertig auteurs willen via de publieke opinie druk uitoefenen zodat Israël stopt met het extreme geweld tegen de Palestijnen.

Al meer dan twee jaar, sinds 7 oktober 2023, is er een genocide in Gaza aan de gang. Deze heeft aan ten minste 69.000 mensen het leven gekost, maar het werkelijke dodenaantal ligt vermoedelijk een stuk hoger, richting de 100.000 of 200.000. Dit omdat vele lichamen nog onder het puin liggen of compleet zijn weggevaagd door het Israëlische geweld.

We schrijven veel over Gaza als de Kanttekening en dat zullen we blijven doen. Tegelijkertijd rijst bij elk nieuwsbericht en bij elk achtergrondstuk de vraag wat het nut hiervan is. Je raakt – onbewust – toch een beetje afgestompt. Al die omgekomen mensen zijn cijfers geworden, geen mensen met een naam en een gezicht, een familie, een levensverhaal; mensen met hoop en met dromen, met frustraties, maar ook met humor soms als gratis medicijn tegen de ellende. Als elk artikel en elk nieuwsbericht dat over Gaza in deze krant is geschreven een leven is dat door Israël is weggenomen, en dan heb je het over honderden stukken, dan nog zouden tienduizenden meer nodig zijn om de slachtoffers van de genocide in Gaza in ons journalistieke werk echt recht te doen. Een onmogelijke opgave.

Machteloosheid is ook wat de veertig Nederlandse, Vlaamse en internationale schrijvers van de bundel J’accuse (Frans voor: ‘Ik beschuldig’) voelen. ‘Dit boek komt veel en veel te laat’, geeft samensteller Teddy Tops toe in het voorwoord. ‘Maar het is er, onherroepelijk. Voor hen die nog steeds niet gehoord worden, hebben wij, veertig schrijvers uit verschillende landen, zorgvuldig onze woorden proberen af te wegen.’ Manon Uphoff beaamt dit: ‘Nu is de tijd om te krijsen als vogels – als de zwerm die we zijn.’

De auteurs, waaronder de Nederlandse schrijvers Sheila Sitalsing, Karin Amatmoerkin, Ramsey Nasr, Lotfi El Hamidi, Safae el Khannoussi en Haroon Ali, zijn woedend. Op Israël in de eerste plaats. Maar ook op de Nederlandse regering, die lange tijd geen protest aantekende en nu heel voorzichtig van mening is veranderd. Zullen hun verhalen de Israëlische regering van mening doen veranderen? De machiavellistische plucheplakker Benjamin Netanyahu en de openlijk genocidale extremisten Itamar Ben Gvir en Bezalel Smotrich? Natuurlijk niet. De open brief J’accuse die de Franse schrijver Émile Zola in 1899 aan de Franse president schreef, leidde er ook niet toe dat de onschuldige Joodse kapitein Alfred Dreyfus werd vrijgelaten en gerehabiliteerd, in ieder geval niet meteen. Het gaat erom de publieke opinie te bewerken. Alleen als onze regering van standpunt verandert door genoeg druk vanuit de samenleving, en als andere westerse landen dat ook doen omdat hun bevolking anders gaat denken, kan Israël worden gedwongen om het extreme geweld te stoppen.

Zullen hun verhalen de Israëlische regering van mening doen veranderen?

De bundel J’accuse begint en eindigt met een kort verhaal van Mahmoud Darwish (1941–2008), een vooraanstaande Palestijnse schrijver en dichter en een stem van het verzet tegen de Israëlische bezetting. In het verhaal De tweede olijfboom schrijft hij over de Palestijnse veerkracht. Palestina is een oude olijfboom die er al eeuwen staat. De Israëlische soldaten met bulldozers ontwortelen deze grootmoeder. Een Palestijnse jongen protesteert en gooit stenen, waarop de militairen hem doodschieten. Darwish: ‘Toen de soldaten in triomf wegtrokken, begroeven wij hem daar, in een diepe kuil, in de wieg van de grootmoeder. Om de een of andere reden waren we ervan overtuigd dat hij, na verloop van tijd, een olijfboom zou worden, een stekelige olijfboom, en groen.’

De volledige opbrengst van dit boek gaat naar de Nederlandse stichting Plant een Olijfboom, een initiatief dat duurzame hoop plant op Palestijnse grond.

Lisa Weeda en Teddy Tops, red., J’accuse. 40 schrijvers voor Palestina, De Bezige Bij, 224 blz., € 19,99

Israël erkent Somaliland, zorgen over mogelijke deportatie van Palestijnen uit Gaza

0

Israël blijft de gemoederen bezig houden. Niet alleen in de eigen regio, maar ook verder van huis: in Somalië, of beter gezegd Somaliland. Het land, dat zich begin jaren negentig onafhankelijk heeft verklaard van Somalië, wordt door Israël officieel erkend. Tot nu toe heeft geen enkel ander land dat gedaan. De erkenning leidt tot felle kritiek en protesten in Somalië. Zo meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye.

De Somalische president veroordeelt de Israëlische erkenning. In het land zijn ook protesten uitgebroken, onder meer in de hoofdstad Mogadishu. De demonstranten beschouwen de erkenning als een bedreiging voor de Somalische territoriale integriteit. Turkije en Saoedi-Arabië hebben eveneens formeel gereageerd op het besluit van Israël.

Een woordvoerder van het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken spreekt van ‘nog een voorbeeld van Netanyahu’s illegale acties, die zorgen voor meer instabiliteit in de regio en de wereld’.

Ook andere landen in de regio, zoals Qatar en Egypte, evenals de Afrikaanse Unie, hebben de erkenning door Israël afgekeurd. Zij vermoeden dat er meer achter zit dan slechts een formele erkenning: namelijk het gebruik van Somaliland als mogelijke locatie voor de diep gekoesterde wens om Palestijnen uit Gaza te deporteren. De Amerikaanse president Trump en Netanyahu hebben zich daar tijdens de genocide in Gaza openlijk voor uitgesproken.

‘Alles wordt bestudeerd, we gaan het verder bestuderen. Ik bestudeer veel dingen en maak altijd goede besluiten, en dan blijken ze correct te zijn geweest’, zei de Amerikaanse president Donald Trump in een eerste reactie op de erkenning door Israël. Hij voegde daar later echter ook het volgende aan toe: ‘Weet iemand eigenlijk wat Somaliland is?’

Want hoe zit het nu precies tussen Somaliland en Somalië? De kwestie begon al bij de onafhankelijkheid van Brits Somaliland (het huidige Somaliland) en Italiaans Somaliland (het huidige Somalië) in 1960. In dat jaar werden beide gebieden onafhankelijk van hun vroegere Europese heersers en op de dag van de Somalische onafhankelijkheid, 1 juli, ook met elkaar verenigd.

Na het uitbreken van de Somalische burgeroorlog, begin jaren negentig, scheidde Somaliland zich eenzijdig af van het ‘moederland’ Somalië. Sindsdien functioneert Somaliland de facto als een aparte staat, met een eigen regering en parlement, een eigen munteenheid, en is het relatief stabiel en vreedzaam in vergelijking met de rest van Somalië.

Dat kan echter snel veranderen. De Jemenitische Houthi’s, aan de andere kant van de Golf van Aden, hebben al te kennen gegeven dat zij elke vorm van Israëlische aanwezigheid in Somaliland zullen bestrijden met raketten.

Drie doden bij alawitische protesten in Syrië na bomaanslag op moskee

0

In Syrië zijn zondag zeker drie mensen om het leven gekomen tijdens protesten van leden van de alawitische minderheid in de kustprovincie Latakia. Duizenden alawieten gingen de straat op na een bomaanslag op een moskee in de stad Homs, waarbij vrijdag acht doden vielen.

Volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten werden twee demonstranten doodgeschoten toen veiligheidstroepen een protest uiteen dreven in Latakia. De staatsomroep SANA sprak later van drie doden en zestig gewonden en gaf leden van het voormalige regime de schuld van aanvallen op burgers en veiligheidstroepen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken bevestigde dat een van de doden een lid van de veiligheidsdiensten was, meldt de Franse nieuwsdienst AFP.

AFP‑correspondenten zagen hoe veiligheidstroepen ingrepen bij botsingen tussen demonstranten en aanhangers van de nieuwe islamistische machthebbers in Latakia en Jableh, waarbij waarschuwingsschoten werden gelost. Ook in Homs werden gewonden gemeld.

De protesten volgden op een oproep van alawitisch geestelijk leider Ghazal Ghazal, die na de aanslag waarschuwde dat de gemeenschap niet vernederd of gemarginaliseerd mag worden. De aanslag werd opgeëist door de soennitische extremistische groep Saraya Ansar al‑Sunna.

In 2026 heeft Europa een ‘plan B’ nodig

0

Nu we de drempel van 2026 naderen, dringt één zin zich op: For Whom the Bell Tolls, voor wie de noodklok luidt, om Hemingway te citeren, en het antwoord is eenvoudig: Europa.

De visumverboden die de regering-Trump op kerstavond oplegde aan vijf prominente Europeanen, onder wie Thierry Breton, de architect van de Europese Digital Services Act (DSA), samen met activisten uit het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en andere landen, zijn geen kinderachtige wraakactie.

Ze moeten worden gelezen zoals ze zijn: niet als een diplomatiek incident, niet als een overdreven reactie ingegeven door verkiezingspolitiek, en niet als een voorzichtige proefballon, maar als een duidelijke grens die wordt getrokken in een strategisch document. Een document waarin Europa minder wordt gezien als partner en meer als een rechtsgebied dat moet worden gecorrigeerd. Dit is beleid.

Het kan zomaar een van de laatste druppels zijn in een trans-Atlantische relatie die het risico loopt structureel, misschien zelfs onherstelbaar, te breken.

Wat deze episode onderscheidt van eerdere handelsconflicten of scherpe woordenwisselingen, is dat zij expliciet voortkomt uit de denkwijze van de regering-Trump. De framing is helder: Europese digitale regelgeving wordt neergezet als ‘extraterritoriale censuur’ die de Amerikaanse vrije meningsuiting, Amerikaanse bedrijven en de Amerikaanse soevereiniteit bedreigt. Het is een uitdrukking van hoe Washington vandaag de dag macht, technologie, diplomatie en rechtsmacht begrijpt in de 21e eeuw.

Voor Europa zou dit van groot belang moeten zijn. De DSA is geen ideologisch experiment. Het is een democratisch aangenomen kader dat bedoeld is om transparantie, verantwoordelijkheid en de rechtsstaat af te dwingen in digitale omgevingen die lange tijd buiten effectief publiek toezicht vielen. Negentig procent van het Europees Parlement stemde ermee in. Alle 27 lidstaten steunden het. Dat de ontwerpers en verdedigers ervan nu worden gesanctioneerd als ‘radicale activisten’ komt neer op het openlijk ontkennen van Europa’s regelgevende soevereiniteit. Dat kan terecht worden gezien als een vijandige daad.

Het Amerikaanse argument, dat de DSA censuur zou zijn, is gebaseerd op een fundamenteel andere opvatting van vrije meningsuiting. In het Amerikaanse model zijn platforms soevereine spelers, beschermd door zeer ruime interpretaties van het Eerste Amendement. In het Europese model bestaan rechten binnen een rechtsorde die vrijheid van meningsuiting afweegt tegen schade, manipulatie en illegaliteit. Het zijn onverenigbare visies. En Washington heeft nu laten zien bereid te zijn bondgenoten onder druk te zetten om zijn eigen visie af te dwingen.

Te veel Europese beleidsmakers blijven trumpisme zien als een tijdelijke afwijking

Europa ontvangt al langer signaal na signaal dat de relatie met zijn zogenoemde bondgenoot aan de overkant van de Atlantische Oceaan verandert, en de tijd dringt. Daarom is hoopvol afwachten, in de verwachting dat de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen uitkomst bieden, een strategische fout. Te veel Europese beleidsmakers blijven trumpisme zien als een tijdelijke afwijking, een storm die moet worden uitgezeten tot de politieke normaliteit terugkeert. Maar de visumverboden wijzen op continuïteit, niet op toeval. Ze passen in een bredere Amerikaanse verschuiving richting unilateralisme, economisch nationalisme en het inzetten van toegang, tot markten, visa en financiële systemen,  als machtsmiddel.

Zelfs als verkiezingsuitslagen veranderen, zal de onderliggende logica waarschijnlijk blijven bestaan. De belangen van Silicon Valley, de verstrengeling van veiligheid en meningsuiting, en het samenvloeien van cultuurstrijd en buitenlands beleid zijn inmiddels vaste onderdelen van de Amerikaanse machtsuitoefening. Europa kan het zich niet veroorloven zijn toekomst uit te besteden aan de hoop op een ander Congres.

Daarom moet 2026 het jaar worden waarin de Europese Unie een geloofwaardig plan B daadwerkelijk in werking zet, op alle fronten.

Plan B betekent accepteren dat strategische verwijdering geen theoretisch risico meer is. Op digitaal gebied moet Europa bereid zijn de handhaving van zijn regels te verdedigen met tegenmaatregelen als dat nodig is, waaronder handelsmaatregelen en wederzijdse beperkingen. Regelgevende autonomie zonder geloofwaardige handhaving is een illusie.

Op technologisch vlak moet Europa vaart maken met digitale soevereiniteit. Dat vraagt om investeringen in Europese cloudinfrastructuur, capaciteit voor AI-bestuur en alternatieven voor door de VS gedomineerde platforms. De strijd rond contentmoderatie is een waarschuwing: afhankelijkheid is kwetsbaarheid. Meer dan ooit.

Geopolitiek gezien moet Europa onder ogen zien dat een waarden­gedreven afstemming met Washington niet langer vanzelfsprekend is. Het schouwspel van Russische gezanten die welkom zijn in Miami terwijl Europese functionarissen de toegang wordt ontzegd, zou alle resterende illusies moeten wegnemen. Strategische autonomie is geen slogan, maar een voorwaarde voor politieke waardigheid.

Het belangrijkste is dat Europa dit conflict niet langer defensief moet benaderen. Dit gaat niet over Europa dat Amerika wil censureren. Het gaat erom dat Europa erop staat dat wat offline illegaal is, dat online ook blijft, en dat democratische samenlevingen het recht hebben om ruimtes te reguleren waar macht, winst en meningsuiting samenkomen.

De tijd wacht op niemand. De digitale wereld wordt het belangrijkste strijdtoneel waarop soevereiniteit wordt bevochten. Als Europa blijft aarzelen, versnipperen of uitstellen in de hoop op een ‘vriendelijker’ Witte Huis, zal het ontdekken dat de grond onder zijn voeten is verschoven.

De visumverboden zijn niet het begin van deze breuk maar ze kunnen wel het moment zijn waarop ontkenning onmogelijk wordt. 2026 moet het jaar zijn waarin Europa stopt met wachten en begint met voorbereiden.

Israëlische minister Ben Gvir wil verbod op islamitische gebedsoproep

0

Na pleidooien voor een verbod op versterkte islamitische gebedsoproepen in Europa wil de extreemrechtse Israëlische minister Itamar Ben Gvir eenzelfde verbod invoeren in bezet Palestijns gebied. Palestijnen zien dit als een regelrechte inbreuk op hun culturele identiteit en godsdienstvrijheid, zo meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye.

Ben Gvir staat bekend om zijn extremisme tegenover Palestijnen. Zo pleitte hij onlangs voor de doodstraf, uitsluitend voor Palestijnen, en liep hij demonstratief met een galg-speldje in de Knesset, het Israëlische parlement. Aan die onverzoenlijke reputatie kan hij nu opnieuw een wapenfeit toevoegen. In een wetsvoorstel wil hij de politie de bevoegdheid geven om luidsprekers op moskeeën te verbieden en hoge geldboetes uit te schrijven bij een ‘overtreding’.

Alleen met een vergunning van de Israëlische staat zouden uitzonderingen mogelijk zijn. Daarvoor gelden wel strikte criteria, zoals het volumeniveau, dempingsmaatregelen en de locatie van een moskee, waarbij ook de nabijheid van woningen en ‘de impact’ op omwonenden (lees: Israëlische kolonisten) worden meegewogen. Met andere woorden: de Palestijnse godsdienstvrijheid wordt aan Israëlische banden gelegd.

In het wetsvoorstel wordt gesproken van ‘onredelijk lawaai’ door de muezzin, diegene de islamitische gebedsoproep uitvoert. Palestijnen zien dat helemaal niet op die manier en beschouwen het wetsvoorstel als opnieuw een poging van Israël om de Palestijnse religieuze en culturele identiteit uit te wissen.

‘Dit gaat niet om lawaai. De gebedsoproep is geen lawaai’, zegt Khaled Zabarqa, een Palestijnse mensenrechtenactivist, tegen Middle East Eye. ‘De gebedsoproep bestaat al eeuwenlang, en dus veel langer dan de staat Israël. Daardoor kan zij niet plotseling tot lawaai zijn veranderd.’

Volgens hem komt het lawaai juist vanuit de Israëlische staat, die de gehele openbare ruimte wil ‘judaïseren’ door alles wat niet-Joods is uit de bezette Palestijnse gebieden te verwijderen.