Sinds begin dit jaar heb ik officieel een politieperskaart. Die is mij toegestuurd door de Nederlandse Vereniging van Journalisten. Aangezien ik me als journalist en onderzoeker graag onder de mensen begeef – bij demonstraties, maar ook in zaaltjes en bij andere evenementen – en hen vragen stel over de beweegredenen van hun participatie. Zo’n kaart is dan wel zo handig, al merk ik dat het sommige mensen ook afschrikt. En dat wil je juist niet hebben als je hun verhalen wilt noteren.
Ik kon mijn werk vaak gewoon zonder perskaart doen en dicht bij de mensen komen. Maar Nederland lijkt Nederland niet meer, sinds de pro-Palestijnse studentenprotesten tegen de genocide in Gaza. Willekeurig staatsgeweld trof ook mij vorig jaar, middels geduw en getrek in verschillende hoedanigheden.
Zo werd ik precies een jaar geleden als journalist op Roeterseiland door de ME naar de activisten geduwd, omdat ik ‘in de weg zou lopen’. Ik had toen geen officiële perskaart, maar op AT5 is duidelijk te zien dat ik daar vreedzaam aan het filmen was.
Vervolgens werd ik ook aangepakt bij de zogenoemde Maccabi-rellen, nu als bewoner bij Plein 40-45, toen ik een patatje wilde halen bij de Febo die nog gewoon open was. Tot mijn grote schrik zag ik een brute show of force van de ME. Precies op het moment dat ik tegen een fietser vertelde dat hij beter een blokje om kon fietsen, werd ik uit het niets aangevallen door een ME’er, die me met een aanloop van tien meter drie stappen naar achteren duwde.
Als journalist moet ik mijn werk ongestoord kunnen doen
‘Zo ga je niet met vreedzame bewoners van Nieuw-West om’, schreeuwde ik toen tegen hem. Een Parool-journalist was getuige, maar koos ‘heel collegiaal’ de kant van de politie. Terwijl je ook onder hoogspanning onderscheid moet kunnen maken tussen relschoppende tieners en een man van 39, die alleen maar stond te kijken. Nieuwsuur heeft een paar dagen later mijn woede en tranen opgenomen, maar niet volledig uitgezonden. Ik heb de politie toen bij een bewonersavond laten weten dat ik niet van de aanval gediend was, maar ik had geen zin om een klacht in te dienen.
Drie weken later ging het in de Amsterdamse Mars voor Gaza van Geuzenveld naar het centrum weer mis, dit keer als activist. Bijgestaan door journalist Frederike Geerdink en Bij1-politica Dorien Ballout werd ik op het Mercatorplein, bij de aangekondigde pitstop, door een boa naar achteren getrokken. Gelukkig was de politie, met wie ik vooraf vriendelijk contact had en bij wie ik de demonstratie had aangemeld, er snel bij, zodat de boa in kwestie mijn demonstratievrijheid niet verder kon inperken en ik gewoon door kon lopen.
Dit alles heeft mij genoopt tot de aanvraag van een perskaart, al moet ik zeggen dat ik meteen al weinig vertrouwen had dat die me echt zou kunnen beschermen tegen de losse handen van opgefokte dienaars van de staat. Vorige week in Den Haag werd dat bevestigd.
Een agent sloeg, ondanks mijn perskaart, mijn telefoon uit mijn hand, omdat ik ‘de hele tijd’ zijn collega’s aan het filmen was. Ten eerste: dat klopt niet. Ik filmde als journalist de openbare weg, waar een demonstratie plaatsvond. Dat is nieuws. En als journalist moet ik mijn werk ongestoord kunnen doen. Hij gaf me ook geen enkele waarschuwing vooraf. Hij sloeg er meteen op los. Ten tweede: wie geeft een agent het recht om andermans eigendom mogelijk te vernielen? Dat is gelukkig niet gebeurd, maar op basis waarvan deed hij dat?
Ik heb op advies van collega’s en vrienden een klacht ingediend over deze mogelijke aanval op de persvrijheid. Nederland gaat de verkeerde kant op. Een week geleden interviewde ik nog historicus René van Stipriaan, die nog niet wil spreken van ‘code rood’ wat betreft de staat van de persvrijheid in Nederland. Dat is wat mij betreft te optimistisch. Het is sowieso te laat als zelfs mijn niet zo solidaire collega’s van de NPO en ‘kwaliteitskranten’ klappen beginnen te vangen. Dan heeft het staatsgeweld ook de elite bereikt. Je bent gewaarschuwd.
Het besluit van de PKK om zichzelf op te heffen en te ontwapenen wordt in Turkije en internationaal met voorzichtig optimisme ontvangen. Niet iedereen is echter tevreden, vooral seculiere en andere oppositiegroepen die niet betrokken zijn bij het vredesinitiatief en zich zorgen maken over de onderhandelingen. Dit meldt de nieuwssite Turkish Minute.
Volgens de PKK, die door Turkije en het Westen als terreurorganisatie wordt beschouwd, heeft de gewapende strijd zijn doel bereikt. De Koerdische zaak staat nu op de politieke agenda en kan via democratische wegen worden aangepakt, terwijl het bestaan van de Koerden meer dan 40 jaar geleden werd ontkend en zij onderdrukt werden.
De Europese Unie spreekt van een ‘positieve stap’, maar benadrukt dat er een ‘geloofwaardig vredesproces’ moet komen voor een duurzame politieke oplossing van de Koerdische kwestie. Alle partijen wordt gevraagd het moment te grijpen.
De president van Iraaks-Koerdistan, Nechirvan Barzani, is ook lovend. ‘Dit is een teken van politieke vooruitgang die de weg vrijmaakt voor stabiliteit en samenwerking in de regio’, reageert hij.
Toch blijven er nog vragen over de juridische en politieke positie van de PKK. Zal de organisatie nu bijvoorbeeld van de terreurlijst worden verwijderd? En wat gebeurt er met de duizenden politieke gevangenen, waaronder de Koerdische politicus Selahattin Demirtaş, die door Erdogan sinds 2015 als terrorist wordt gezien, wat leidde tot zijn gevangenschap sinds 2016?
De pro-Koerdische partij DEM wil nu stappen zien vanuit de Turkse staat. ‘Er is geen excuus meer voor het bouwen van een democratisch Turkije’, zegt parlementariër Tuncer Bakirhan. ‘We hopen dat we dit proces kunnen bekronen met vrede.’
De top van de seculiere partij CHP is ook positief. Burgemeester Ekrem Imamoglu meldt vanuit de gevangenis ‘erg blij’ te zijn met de ontwikkelingen. Maar bij de streng seculiere achterban leidt het besluit tot forse, nationalistische boosheid. ‘Özgür Özel (CHP-voorman, red.) geeft een toespraak in Van en zegt Koerd dit, Koerd dat, de hele tijd Koerd, Koerd en Koerd, terwijl hij Turk moet zeggen. We leven in de Turkse Republiek. Dit land is een Turks land en iedereen is Turks’, aldus de gepensioneerde officier Cihat Yaycı op Sözcü TV.
Als het aan de BoerBurgerBeweging ligt, wordt er helemaal geen Kinderklimaattop meer georganiseerd. ‘Voorlichting moet informeren, niet indoctrineren’ stelt Kamerlid Henk Vermeer. Hij heeft Kamervragen gesteld over wat hij noemt ‘eenzijdige klimaatpropaganda’ in de klas.
De Kinderklimaattop wordt jaarlijks georganiseerd. Leerlingen uit groep 7 en 8 van basisscholen komen bijeen om te leren debatteren over natuur en duurzaamheid. Ook kunnen zij innovatieve ideeën aandragen.
Scholen zijn vrij om deel te nemen aan de Kinderklimaattop, maar de BBB noemt dit niet in haar kritiek op de klimaatbijeenkomsten. De partij gebruikt grote woorden zoals ‘indoctrinatie’ en ‘propaganda’ om het klimaatinitiatief in twijfel te trekken.
‘Wat gepresenteerd wordt als burgerschapsvorming, is in werkelijkheid een links-ideologische voorstelling vol halve waarheden, angstzaaierij en activistische boodschappen gericht op kinderen van 9 tot 12 jaar’, aldus Vermeer.
Hij beschuldigt de organisatoren ervan ‘gemanipuleerde nieuwsberichten’ en ‘suggestieve teksten’ te gebruiken. Ook zou de klimaatproblematiek worden gepresenteerd als een vorm van ‘religieus schuldbesef’.
Op sociale media klinkt ook kritiek op de BBB. Zo vraagt Anouar zich af waarom de door de BBB voorgestelde ‘verplichte landbouwlessen‘ niet als indoctrinatie worden gezien.
De eerste Afrikaners die door Trump een nieuw leven aangeboden krijgen in het ‘vrije Amerika’, zijn gisteren gearriveerd. De Amerikaanse president beweert dat zij in Zuid-Afrika worden vervolgd.
De Zuid-Afrikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Ronald Lamola, ontkent stellig dat Afrikaners worden vervolgd, maar dit veranderde niets aan het Amerikaanse plan om de witte Zuid-Afrikanen te hervestigen. De eerste lichting, een groep van 49 Afrikaners van uiteenlopende leeftijden, werd met veel bombarie onthaald. ‘Welkom in het land van de vrijheid’, zei de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken, Christoph Landau.
Afrikaners zijn veelal nazaten van Nederlandse kolonisten, die tussen 1948 en 1990 het apartheidsregime in Zuid-Afrika in stand hielden. Vaak zijn zij nog steeds welvarender dan zwarte Zuid-Afrikanen, schrijft nieuwsdienst AFP. Dit werd nog eens benadrukt door president Cyril Ramaphosa van Zuid-Afrika. Hij stelde dat Afrikaners niet meer dan de zwarte bevolking te lijden hebben onder de hoge criminaliteitscijfers, en dat er geen sprake is van raciale vervolging.
De gedachte dat dit wel zo is, leeft vaak in extreemrechtse kringen. Ook Elon Musk, die opgroeide in Zuid-Afrika, hangt deze opvatting aan. De verwelkoming van deze ‘vluchtelingen’ is extra wrang gezien het strenge vluchtelingenbeleid van de nieuwe Amerikaanse regering. In tegenstelling tot de Afrikaners zijn vluchtelingen uit andere landen niet langer welkom in Amerika.
In Schiedam wapperen de komende weken 63 vlaggen met een zwarte rouwwimpel van landen waar homoseksualiteit strafbaar is. Met het Zero Flags Project wil lhbti-belangenorganisatie COC hier aandacht voor vragen, in de hoop dat het aantal ooit nul wordt.
Eerder waren de vlaggen te zien in Amsterdam tijdens Queer & Pride. Nu is Schiedam aan de beurt. De stad staat deze maand in het teken van de Regenboogmaand, een lokaal initiatief waarbij de boodschap van het Zero Flags Project goed aansluit.
In de 63 landen worden homoseksualiteit en genderdiversiteit nog steeds bestraft. De straffen variëren van gevangenisstraffen tot lijfstraffen, zoals in Oeganda (levenslang), Maleisië (20 jaar) en Marokko (3 jaar). In elf landen, waaronder Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten en Nigeria, kan zelfs de doodstraf worden opgelegd.
‘Elk jaar worden honderden transgenders straffeloos vermoord, simpelweg omdat ze zijn wie ze zijn’, aldus het Zero Flags Project. ‘Een kwart van de wereldbevolking, ongeveer 2 miljard mensen, leeft in een land waar homoseksualiteit strafbaar is.’
Met vlaggen vraagt Schiedam aandacht voor het verbod op homoseksualiteit in 63 landen.
In Nieuwe Pioniers spreekt de Kanttekening migranten met een eigen onderneming. Deze keer de 42-jarige Dima Al Tabbaar, eigenaresse van een Arabisch restaurant in Zwolle. In 2016 vluchtte ze uit Syrië.
In het centrum van Zwolle, vlak bij museum De Fundatie, zit sinds 2021 Arabisch restaurant Dima’s Huis. Eigenaresse Dima is een bevlogen vrouw die anderen kansen geeft die zij zelf ook kreeg. Dat er Nederlanders zijn die vinden dat ze na de val van het Assad-regime terug naar Syrië moet, doet aan haar missie niets af. ‘Ik voel dat ik hier voor altijd mag én zal blijven.’
Rond het middaguur ruikt het in het kleine, sfeervol ingerichte restaurant naar Arabische koffie. Er klinkt Arabische muziek, van oud tot de moderne beats van Befdiki (vrij vertaald: ik offer me voor je op) van de Turks-Syrische zanger Al Shami. Dima onderbreekt het interview een paar keer om het personeel bij te staan. Haar man helpt volop mee en pakt voor klanten baklava in. De menukaart loopt van lamsshoarma tot pasta met linzen en granaatappel. De maaltijd van de week is maqlouba: rijst, aubergine en vlees. ‘Een soort warme taart die je in de pan moet omdraaien’, legt Dima uit. Het restaurant werd in korte tijd populair: ‘Ik stuur dagelijks klanten weg, omdat er geen plek is.’
Dima’s man werd door politieke activiteiten door het Assad-regime in 2013 in de gevangenis gezet. ‘Een moeilijke tijd: ik had twee zoontjes, een tweeling van drie jaar.’ Om hun vader vrij te krijgen, moest het gezin geld betalen. Eenmaal vrij wist hij: hun toekomst lag buiten Syrië. Dima’s echtgenoot ging vooruit en na een boottocht over de Middellandse Zee en een wekenlange wandeltocht vanuit Griekenland kwam hij aan in Nederland en vestigde zich in Zwolle. Dima en de toen vijfjarige tweeling kwamen na een jaar met het vliegtuig.
Vader was een raketgeleerde
Damascus – ze herinnert zich ‘een mooie stad’, waar ze in ‘een warme familie’ opgroeide. ‘Een moderne familie. We zijn niet streng islamitisch opgevoed.’ Haar vader was ingenieur, een raketgeleerde die in Rusland had gestudeerd. Haar moeder was huisvrouw. Met twee zussen en een broer groeide Dima op. Eén van haar zussen verliet Syrië om politieke redenen al in 2000. Ook haar vader wilde niet voor het regime van Bashar Hafiz al-Assad werken en vertrok met Dima’s moeder in 2013 eveneens naar Frankrijk. ‘Het was voor hem te gevaarlijk om te blijven.’ Ook Dima’s andere zus verliet Syrië en haar broer bouwde een leven op in Canada.
Dat Dima in de horeca furore zou maken, lag niet voor de hand. ‘Ik had chemie aan de universiteit gestudeerd en daarna in Damascus een baan als apotheker gevonden.’ Ook haar man had een goede baan voordat hij in problemen kwam met het regime. ‘Wij woonden in een fijne straat. Niet luxe, maar wel een goed leven.’
Aan dat leven kwam dus een einde. ‘Mijn man koos voor Nederland. Ik weet niet precies waarom. Wat God beslist, is voor jou het beste, zoiets.’ Op wat toeristische clichés zoals tulpen na wist Dima niets van Nederland. ‘Niets had ik voorbereid. Je hebt net je leven opgebouwd en in één dag moet je weg.’ De eerste tijd in Zwolle, waar haar man een huis had toegewezen gekregen, was een soort van schok. ‘Waar ben ik? Geen werk, uitkering. Een andere taal! Ja echt, waar ben ik?’
‘Mijn man koos voor Nederland. Ik weet niet precies waarom’
Al gauw pakte ze in Zwolle de draad op. ‘Mensen zijn hier heel vriendelijk. Mijn kinderen maakten snel vrienden. En iedereen op school en andere moeders wilden ons helpen.’ Om in Zwolle als apotheker te werken werd lastig. ‘Ik moest dan eerst een stage doen en dat was niet te combineren met de zorg voor de tweeling.’ Ze meldde zich aan bij Present, een stichting voor nieuwkomers. ‘Er was een kerstdiner en dat heb ik samen met de Nederlandse coördinator georganiseerd. Erg leuk om te doen.’
Iemand opperde vervolgens dat ze thuis eten ging maken en verkopen. ‘Op de eerste dag kreeg ik van de stichting een opdracht voor dertig personen.’ Omdat je vanuit huis geen eten mag bezorgen, huurde ze later een kleine keuken van een wijkcentrum. Als een lopend vuurtje groeide haar bekendheid in Zwolle. In 2019 ging ze koken in een restaurantje van Saeed, een stichting die statushouders helpt om op eigen benen te staan. Dima’s Huis is daar het resultaat van.
Beeld: Arjan van Westen
Haar kennis van de Arabische keuken zit in haar genen. ‘Alle Syrische vrouwen kunnen lekker koken.’ Haar vader verbood haar juist om in de keuken te werken. ‘Wij moesten altijd studeren.’ Maar haar nieuwsgierigheid won het. ‘Wat maakt mijn moeder? Dan ging ik kijken!’
‘Alle Syrische vrouwen kunnen lekker koken’
In Zwolle ging ze op zoek naar de Nederlandse smaak. Arabisch eten is kruidig met smaken van zuur tot zoet. ‘Twee jaar lang heb ik op Nederlandse vrienden nieuwe recepten getest en ze verbeterd. Ons eten is een beetje vettig en we gebruiken veel vlees. Ik heb dat een beetje aan de Nederlandse smaak aangepast.’
Ze gebruikt recepten van haar moeder. ‘Die komt soms over uit Parijs en sleutelt dan mee aan de recepten.’ Haar vader overleed vorig jaar. Hij maakte het succes van Dima’s Huis nog mee. Ondanks dat hij niets zag in een loopbaan van zijn dochter in de horeca, was hij heel trots. ‘Alleen hij kon niet naar het restaurant komen, hij was te ziek.’
Voor Dima is eten meer dan je maag vullen. ‘Eten is ook om familie en vrienden te verbinden.’ Syriërs hechten veel waarde aan de presentatie. ‘Een volle tafel met mooie borden en glazen.’ Ze wijst naar de sfeervol gedekte tafels. ‘Klanten zijn vaak verrast over de mooie Syrische borden.’
Vluchtelingen in de keuken
Dima is verantwoordelijk voor een groeiend personeelsbestand. ‘Ik heb er vijf in de keuken, twee voor de bediening en één bezorger. Twee Irakezen en de anderen komen uit Syrië. Allemaal vluchtelingen.’ Daar kiest ze heel bewust voor. Ze legt uit hoe moeilijk het is voor vluchtelingen om werk te vinden. ‘Vooral voor mensen uit de AZC’s, deze mensen zijn eenzaam. Ze hebben geen familie, geen werk, geen geld.’ Juist deze mensen perspectief bieden, was van het begin af aan haar plan met Dima’s Huis. ‘Vooral Arabische vrouwen aan werk helpen, want zij komen moeilijk naar buiten.’
‘Ik wil geen ruzie maken over politiek’
Samen met haar man ging ze in februari drie dagen terug naar Syrië. ‘Heel spannend om na negen jaar, en voor mijn man na tien jaar, terug te zijn.’ Het bezoek maakte haar wat somber. Syrië, zo realiseerde ze zich, heeft veel tijd nodig ‘om mee te doen, om te gaan genieten’. Ze bezochten ook hun oude straat, spraken buren. ‘Ik voelde: dit is niet Syrië, dit is niet Damascus. Iedereen is anders geworden. Je ziet het op de gezichten, de stad is echt moe.’ Armer ook. ‘Mensen die bij de overheid werken, verdienen soms twintig euro per maand. Maar alle prijzen zijn net als hier in Zwolle.’
Aan de tafels van Dima’s Huis wordt nauwelijks gediscussieerd over Syrische politiek. ‘Er komen niet zoveel Syriërs’, verduidelijkt de eigenares. ‘Ik heb Syrië achter me gelaten en wil me niet met politiek bemoeien.’ De politiek bespreekt ze ook niet met haar personeel. ‘Iedereen heeft zijn mening. Iedereen heeft gelijk. Ik wil geen ruzie maken over politiek. Want iedereen denkt dat hij gelijk heeft.’
Hatelijke ‘Wilders-kaart’
De val van Assad kreeg voor Dima een wrang kantje. Ze kreeg een kaart van ‘Geert Wilders’ met de cynische tekst: ‘Wordt het niet tijd om terug te gaan naar Syrië! Het is wel mooi geweest in Nederland. Wegwezen. Groet Geert Wilders.’ Ze begreep het eerst niet. ‘Waarom stuurt Wilders dit naar mij?’ Ze liet de kaart aan een buurman zien. Die werd boos en plaatste de hatelijke kaart op sociale media. Binnen vijf minuten stroomden vele hartverwarmende reacties binnen, ook van onbekenden. Er kwamen bossen bloemen, heel veel kaartjes en klanten kwamen langs om een knuffel te geven. ‘Dan voel je je gesteund.’ Het is onopgehelderd wie de ‘Wilders-kaart’ stuurde. Duidelijk is dat de schrijver woorden herhaalde van de echte Wilders twee dagen eerder.
Het incident bracht Dima niet van haar stuk. Ze zit vol ambities om de Arabische keuken bij het grote publiek te brengen. Niet door een groter pand met meer tafels te openen. De onderneemster heeft een andere droom: haar gerechten als diepvriesproducten aan supermarkten verkopen. ‘Arabische hapjes die net als loempia’s in de frituur of airfryer kunnen. Bijvoorbeeld falafel, sambusa.’ Een naam heeft ze nog niet. ‘Het begint met een idee, toch!’
Ondernemend Nederland moppert nogal eens over strenge regelgeving. Dima relativeert. Ze denkt aan de corruptie in Syrië. ‘Open je daar een restaurant, dan betaal je. Geen diploma? Maakt niet uit! Heb je geen geld en kennissen bij de overheid, dan ben je niet gelijk aan iemand anders. In Nederland voel je echt: ik ben mens.’
Nederlandse klanten willen alcohol drinken
Inrichting en menukaart van Dima’s Huis zouden in Damascus volgens haar zeker aanslaan. ‘Wat ze misschien niet leuk vinden, is dat we alcohol serveren.’ Ook sommige Syriërs in Zwolle waarderen dat niet. Ze heeft geprobeerd het alcoholvrij te houden. Onmogelijk. ‘Nederlandse klanten willen eten en alcohol drinken.’ Vooral wat oudere vrouwen gingen mopperen. ‘Die willen een wijntje. En onze mazza’s, kleine gerechtjes als tapas, passen goed bij wijn.’ Na zes maanden vroeg Dima een alcoholvergunning aan. Libanees bier en rode en witte wijn uit Libanon schenkt ze nu.
Haar puberzonen helpen soms met bezorgen. Dat de jongens later in de horeca gaan werken, is niet vanzelfsprekend. ‘Eén van hen wil voetballer worden. Hij heeft er het talent en passie voor. Mijn zonen zeggen: ‘Dit is ons land.’ Ze zijn hier opgegroeid, gaan hier naar school. Ze kunnen geen Arabisch schrijven. Ze voelen zich Nederlander.’ Ook Dima ziet haar toekomst hier: bij haar gezin, bij haar klanten in Zwolle en straks met de diepvriesmaaltijd bij klanten in heel Nederland. En Syrië? ‘Dat heeft vooral tijd nodig om beter te worden. Het zal niet makkelijk zijn, maar uiteindelijk lukt het ze.’
We hebben in de illusie geleefd dat oorlog in Europa iets uit het verleden is. De meest ellendige oorlogen van de mensheid zijn hier uitgevochten. Daar hebben we veel van geleerd. De mensheid ontwikkelt zich toch verder?
Niets is minder waar. Er is al drie jaar een ouderwetse oorlog met een risico op verdere verspreiding. Met ouderwets bedoel ik ook echt ouderwets: een front en loopgraven. Beelden van de oorlog in Oekraïne krijgen we niet veel. Ze waken ervoor dat te gruwelijke beelden het moreel van het volk kunnen breken.
Mondjesmaat komen er wel beelden. Wanneer een Russische brug over een rivier verwoest wordt, zien we dat weer wel. ‘Kijk eens wat een succes.’ Ik kan niet zeggen dat ik blij word van de verwoesting van een brug. Een brug moet je bouwen en niet verwoesten. Geliefden moeten over bruggen om elkaar te bereiken. Vrachtwagens met voorraden moeten over bruggen om mensen te voorzien.
De waardevolle vrijheid die we hier nu beleven, moeten we wel beschermen
Telkens wanneer ik in een grote Duitse stad kom, moet ik aan het ellendige verhaal denken. De binnensteden zijn platgebombardeerd. Nu zien ze er mooi uit. Maar alles is herbouwd. De Innenstadt heeft een treurig verhaal. Dichter bij huis spreekt het woord Rotterdam boekdelen.
De generaal heeft geen boodschap aan deze melancholie. Hij is vooral bezig met de aanvoerlijnen van de vijand. Die moeten doorsneden worden. Hij is trots op zijn manschappen die dat doen. Hij is weer bezig met plannen om de vijand het leven verder zuur te maken.
Het krachtenveld in de wereld verandert. Europa denkt hardop na over een eigen leger. Veel mensen vragen zich af of een Europees leger mogelijk is. Eerder is het ook gelukt. In 1815 heeft een verenigd Europa onder leiding van Engeland en Pruisen de kleine tiran Napoleon bij Waterloo definitief verslagen.
‘Freedom is not free’, zeggen ze in het Engels. De waardevolle vrijheid die we hier nu beleven, moeten we wel beschermen. Dat druist wel in tegen de waarheid dat je geld beter aan armoedebestrijding en voorzieningen kunt besteden. Maar ik vraag me af of pacifisme voldoende bescherming biedt.
Volgens paus Leo XIV is er sprake van een gefragmenteerde Derde Wereldoorlog. Dit zei hij tijdens zijn eerste zondagsgebed gisteren op het Sint-Pietersplein in Rome.
De nieuwe paus sprak nadrukkelijk zijn zorgen uit over de verschillende oorlogen die de wereld op dit moment kent. Hij noemde Gaza, Oekraïne en het conflict tussen India en Pakistan. ‘Ik ben diep bedroefd door wat er in de Gazastrook gebeurt. Er moet onmiddellijk een staakt-het-vuren komen, humanitaire hulp aan de uitgeputte burgerbevolking en de vrijlating van alle gijzelaars’, zei hij in zijn toespraak, volgens de Turkse nieuwssite Diken.
Hij zei ook pijn in zijn hart te hebben voor het Oekraïense volk en sprak de hoop uit dat er snel een werkelijke, rechtvaardige en duurzame vrede komt. Ook hier moeten alle gevangenen worden vrijgelaten en kinderen terugkeren naar hun families, aldus de spiritueel leider.
Ambtenaren van de gemeente Amsterdam voelen zich gecensureerd in hun uitingen over het Israëlbeleid van de Nederlandse regering. Ze hebben een petitie gestart om dit onder de aandacht te brengen. Dit meldt Binnenlands Bestuur. Maar liefst 450 ambtenaren hebben de petitie ondertekend. Ze willen dat de censuur stopt.
De censuur zou zich uiten in de vorm van officiële waarschuwingen, ‘foei-gesprekken’ of het met naam en toenaam noemen van ambtenaren die zich kritisch uitlaten over het Israëlbeleid tijdens vergaderingen. Omdat dit niet gebeurt wanneer ambtenaren zich solidair tonen met Oekraïne, vinden ze dat er sprake is van een dubbele standaard en een angstcultuur.
Personeelswethouder Hester van Buren legt uit dat het medewerkers vrij staat zich te uiten over de politiek, maar dat ze zich wel moeten houden aan de ambtseed. Ambtenaren mogen geen uitlatingen doen die hun eigen functioneren of het functioneren van de gemeente kunnen schaden, zegt ze tegen Binnenlands Bestuur.
Begin dit jaar werd de ambtseed aangepast. In de nieuwe tekst staat duidelijker dat ambtenaren het algemeen belang van het land moeten dienen. Veel ambtenaren, ook op landelijk niveau, vinden echter dat kritiek op het Israëlbeleid van de Nederlandse regering dit algemeen belang dient. Zo zegt Erik Gool, die zich bezighoudt met ethiek in het ambtelijk vakmanschap, dat goed ambtsmanschap niet alleen blijkt uit wat een ambtenaar doet, maar ook uit wat hij zegt.
Na de coup in Turkije werden de ouders van de student Hasim Yilmaz ontslagen en vervolgd. Later moest hij zelf vluchten, niet omdat hij iets fout deed, maar vanwege wie zijn familie.
Toen ik 18 was, werden mijn ouders ontslagen uit hun functies als docent en ingenieur vanwege de noodwetten die volgden op de mislukte coup. Toen mijn moeder gevangen zat, was ik 18. Mijn broertjes waren toen 15 en 13. Ik was 20 toen mijn vader Turkije ontvluchtte. Toen mijn moeder met de familie van mijn tante en hun twee kinderen, een neefje van 14 en een nichtje van 12, de Evros-rivier overstak, was ik 21. Ikzelf moest het land ontvluchten toen ik 22 was.
Na mijn vertrek uit Turkije werd ik opgeroepen om te getuigen tegen een vriend die als terrorist werd bestempeld, enkel vanwege onze band met de Hizmet-beweging toen we allebei 14 waren.
Nu ben ik 27. Een goede vriend van mij, 24 jaar oud, wacht momenteel op zijn nader gehoor bij de IND. Hij is uit Turkije gevlucht. Hij was 16 toen zijn vader, een voormalig politiechef, werd gearresteerd. Zijn broertje was 10 toen zwaarbewapende agenten hun huis binnenvielen. Dat broertje is nu 19, en werd op 6 mei opgepakt in Turkije. Gisteren besloot de rechter dat hij naar de gevangenis moet. Zijn misdaad? Hij is naar Bosnië gereisd. De aanklacht: terrorisme. Een jongen van 19 beschuldigd van terrorisme. Zonder bewijs. Zonder toegang tot een advocaat. Zonder het recht op onschuldpresumptie. Alleen omdat hij de zoon is van iemand die ooit als terrorist werd bestempeld.
Zijn misdaad? Hij is naar Bosnië gereisd
Zo makkelijk is het. Je hoeft geen wapen te hebben. Je hoeft geen slechte intenties te hebben.
Het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken meldde trots via X dat op 6 mei 208 studenten waren opgepakt. Ze werden meteen bestempeld als ‘terroristen’. Later liep het aantal arrestaties op tot 320, vooral studenten, vooral meisjes. Wat hadden die studenten gedaan, vraag je? Enkele vragen die hen werden gesteld: ‘Op welke scholen heb je gezeten?’ ‘Hoe kon je je vliegticket betalen?’ ‘Is er een onderzoek naar een van je familieleden?’ ‘Welke sociale media heb je gebruikt?’ En het bewijs? Een paar bankbiljetten die ze bij zich hadden.
Zo werkt het. Je leeftijd maakt niets uit. Je bent een gevaar voor de samenleving.
Duizenden, ikzelf inbegrepen, zagen zich genoodzaakt asiel aan te vragen, in Nederland en elders. In Nederland word ik niet als gevaar beschouwd. In Turkije wel. Daar is het al genoeg als je ouder ooit een abonnement had op een bepaalde krant, een rekening had bij een bepaalde bank, of een bepaalde app gebruikte. Dan word je ontslagen. Dan ga je naar de gevangenis. Dan ben je een terrorist. En als je kind bent van iemand die verdacht wordt, word jij dat ook. Er is niets dat je kunt doen om het tegendeel te bewijzen.
Want vergis je niet: jij hoeft niet onschuldig te blijven tot het tegendeel bewezen is. Nee, jij wordt schuldig geboren, en moet zélf aantonen waarom je géén terrorist bent.
Ik ben nu 27. Ik heb nog geen kinderen. Maar ik weet één ding zeker: ook zij zullen later hun onschuld moeten bewijzen. Mijn kinderen, die nu nog niet eens geboren zijn.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.