28.9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 100

Geestelijk verzorger Mustafa Bulut: ‘Niet iedereen kan zich verzoenen met de dood’

0

Zorg voor patiënten met een migratieachtergrond kan lastig zijn door culturele verschillen, zegt geestelijk verzorger Mustafa Bulut. ‘Spreek niet over de dood, maar zeg: we doen ons best om u te helpen.’

Voor verpleegkundigen kan het schrikken zijn wanneer er twintig tot dertig familieleden rondom het bed van een patiënt staan, vooral als het ziekenhuis een maximum van twee bezoekers hanteert. Mustafa Bulut, geestelijk verzorger in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg, ziet dit steeds vaker gebeuren. Want tot de groeiende groep ouderen die zorg nodig heeft, behoort ook de generatie gastarbeiders die ooit naar Nederland kwam. Zij hebben eigen verwachtingen en opvattingen rondom zorg. ‘Voor ziekenhuispersoneel wordt het daarom steeds belangrijker om met diversiteit om te gaan’, vertelt hij. Met dat in gedachten schreef Bulut het boek Wilt u weten wat u heeft? over cultuurverschillen in de zorg, want die zijn er zeker.

Laten we even teruggaan naar dat moment. Een verpleegkundige komt binnen en treft twintig mensen in de kamer aan. Wat gebeurt er dan?

De verpleegkundige kan zich kwetsbaar voelen en bang zijn voor agressie, ook zonder dat daar aanleiding voor is. Vervolgens weet hij vaak niet hoe met de situatie om te gaan. Een veelvoorkomende reactie is dat de bezoekers worden aangesproken: ‘Wilt u hier allemaal weggaan alsjeblieft, want het is veel te druk.’

‘Het is beter dat de verpleegkundige met het hoofd van de familie praat’

‘Bij bezoekers met een biculturele achtergrond kan dat in acute situaties verkeerd overkomen. Zij willen er voor hun dierbare zijn, maar zijn niet welkom. Sommige mensen denken zelfs dat er bedoeld wordt dat ze niet welkom zijn in Nederland, terwijl dat natuurlijk niet de intentie was van de verpleegkundige. Zo diep gaat de pijn. Het is daarom beter dat de verpleegkundige met het hoofd van de familie praat en vriendelijk vraagt of hij iedereen naar buiten wil laten gaan.’

In uw boek maakt u onderscheid tussen de wij-cultuur en de ik-cultuur. Wat bedoelt u daarmee?

‘De Nederlandse cultuur is een ik-cultuur. We stellen de patiënt centraal. Bij gesprekken over de behandeling richten we ons tot de patiënt, dat is het individu dat geholpen moet worden. Maar een patiënt uit de wij-cultuur – waar ook moslims toebehoren – beslist samen met zijn meegekomen vrouw, dochter, zoon of broer over de behandeling. Bij hen staat niet het individu maar de familierelatie centraal.

‘Dat zorgt soms voor wrijving met de WGBO (de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst) die ook door de ik-bril naar de patiënt kijkt. Er is een behandelaar-patiëntrelatie, en zorgverleners mogen de families er niet direct bij betrekken. Maar als de patiënt dat wel wil, en het doet de patiënt ook goed, dan kan die benadering goede zorg in de weg staan.

Mustafa Bulut. Beeld: Luciano Ölz

‘Met name bij ongeneeslijk zieke patiënten is het belangrijk om cultuursensitief te zijn. In de literatuur noemen we dat hoog-context communicatie. Je spreekt niet over de dood, maar zegt: ‘We doen ons best om u te helpen.’ Een patiënt begrijpt dan, ik ga dood. In de laag-context communicatie (in de Nederlandse cultuur, red.) vraagt de patiënt, ga ik dood? De dokter zegt dan, ja. De patiënt kan daarna met de familie samen de boodschap dragen. Want wij gaan de kamer uit als zorgpersoneel, maar zij moeten verder.’

Ik kan me voorstellen dat de dokter zich afvraagt: begrijpen ze de boodschap wel echt? Het woord ‘dood’ is niet genoemd.

‘Ja, dat is zo. De doorsnee Nederlandse manier is om transparant en eerlijk alles te benoemen, wat fijn is omdat je zo goed informeert. Een nadeel daarvan is dat je te veel informatie geeft, want mensen onthouden nooit alles in een slechtnieuwsgesprek. Onzekerheid over de vraag of de patiënt en zijn familie de boodschap begrijpt, kun je bij beide culturen ondervangen door vragen te stellen. Kunt u voor mij even samenvatten wat ik heb gezegd? Zo check je hoe de informatie is overgekomen.’

‘Ik gebruik liever de term ‘diep gelovige mensen’

In uw boek las ik dat het levenseinde een complex onderwerp is, omdat moslims liever geen morfine nemen.

‘Ik gebruik liever de term ‘diep gelovige mensen’. Niet alleen moslims, maar ook orthodoxe protestanten en katholieken kunnen medicatie weigeren omdat zij geloven dat God een plan heeft en dat je bij bewustzijn moet blijven om alles te doorstaan.’

Dat kan lastig zijn voor artsen. Zij willen het lijden van hun patiënten graag verzachten.

‘Ja, het is moeilijk als mensen ervoor kiezen pijn te verdragen. Als arts kun je daardoor in gewetensnood komen. Maar je mag een ander niet dwingen om medicijnen in te nemen. Ik zeg altijd: blijf in dialoog. Zeg bijvoorbeeld: Ik begrijp dat u bij bewustzijn wilt blijven, maar dat kan ook met een lage dosering morfine. Wilt u dat misschien proberen?’

Kortere levensverwachting

Soms hoor je verhalen over mensen met een migratieachtergrond die te laat een diagnose krijgen of bij de dokter komen met een klacht, maar niet goed worden onderzocht.

‘Het is waar dat mensen met een bepaalde migratieachtergrond een kortere levensverwachting hebben wanneer ze de diagnose kanker krijgen. De vraag is echter of patiënten hun symptomen altijd serieus genoeg nemen. Sommige mensen, waaronder moslims, hebben de neiging hun klachten te bagatelliseren. Ze denken vaak: er zal wel niets aan de hand zijn. Tegen de tijd dat ze bij de huisarts komen, is het soms al te laat. Bijvoorbeeld bij kanker kan de tumor dan al zijn uitgezaaid.

‘Anderzijds vertellen patiënten dat ze zich tijdig bij de huisarts melden, maar het antwoord krijgen dat er niets aan de hand is, terwijl er wel degelijk iets mis is. De vraag ontstaat: had de dokter dit kunnen voorkomen? Of erger nog: heeft de dokter dit expres niet opgemerkt? Dit kan leiden tot de vraag of hun afkomst de reden is dat hun klachten niet serieus zijn genomen. Dat gevoel van niet serieus genomen worden leeft sterk onder mensen met een migratieachtergrond.’

Waarom denken zij dat ze niet serieus worden genomen?

‘Dat heeft te maken met het huidige politieke klimaat. Ze leven in een land waarin ze zich steeds minder welkom voelen en ook anders behandeld worden. Kijk maar naar de discussies die in de Tweede Kamer worden gevoerd over integratie.

‘Ik ben zelf bicultureel opgevoed, met Turkse ouders en geboren en getogen in Brabant. Toch gebeurt het mij regelmatig dat er wordt gezegd dat ik heel goed Nederlands spreek. In de beeldvorming van die ander ben ik dus nog steeds een buitenstaander en dat doet pijn.

‘Sommige patiënten met een tweede nationaliteit voelen zich veiliger bij een arts met dezelfde achtergrond’

‘Als je met zo’n gevoel van er niet bij horen in een ziekenhuis komt, dan raakt je beleving gekleurd. Je vraagt je af waarom jij zo lang moet wachten tot iemand naar je toekomt. Je denkt dat de dokter je niet aankeek terwijl hij dat wel deed. Dat is de beleving van mensen die zich minder voelen in de maatschappij.’

Gaan sommige patiënten daarom liever voor een behandeling naar bijvoorbeeld Turkije?

‘Dat zou kunnen. Sommige patiënten met een tweede nationaliteit voelen zich veiliger bij een arts met dezelfde achtergrond. Dat heeft te maken met ‘ons kent ons’. Net zoals Nederlanders in het buitenland het prettig vinden om in acute gevallen geholpen te worden door een Nederlandssprekende arts. Het biedt een stukje herkenning: ik word geholpen door iemand die net als ik is. Hoewel het natuurlijk maar de vraag is of die persoon echt zoveel op jou lijkt.

‘Daarnaast zijn er patiënten die te horen hebben gekregen dat verdere behandeling medisch zinloos is. Zij zoeken vaak hun toevlucht tot ziekenhuizen in België of Duitsland, waar behandelingen langer worden voortgezet. Onder hen zijn ook veel Nederlanders.’

Waarom stoppen artsen in Nederland eerder?

‘Ik denk dat dat deels te maken heeft met de stand van de zorg.  We kunnen gewoon niet iedereen tot het einde toe behandelen, met minder zorgpersoneel en een groeiend aantal ouderen. Dat schuurt met wat bijvoorbeeld bij diepgelovigen speelt; zij vinden vaak dat je vooral moet doorgaan tot het einde.

‘Een ander punt rondom het levenseinde is dat we, naar mijn gevoel, soms doorschieten in onze behoefte aan oprechtheid. We willen alles bespreekbaar maken, zelfs wanneer duidelijk is dat we een ziekte niet kunnen overwinnen en de dood er aan te pas komt. Dit kan goed zijn voor mensen die erover willen praten, maar als we die bespreekbaarheid gaan opleggen, gaan we te ver.

‘We hebben het vaak over de kwaliteit van leven en een voltooid leven. Maar wanneer is het leven nou voltooid? Net als het woord abstineren, de behandeling staken. Het werkwoord bestaat alleen in Nederland en België. In veel andere landen praten mensen helemaal niet over de dood zoals wij dat doen.

‘Deze man weigerde morfine omdat hij bij bewustzijn wilde blijven’

‘Het voordeel van er wél over praten, is dat je je laatste levenswensen kunt bespreken. Maar niet iedereen kan of wil dat, en je kunt mensen er enorm mee bang maken.

‘Ik was laatst op bezoek in een groot ziekenhuis in Istanbul en vroeg aan een van de artsen daar: Hoe breng jij slecht nieuws aan een patiënt? Hij antwoordde iets heel moois: We zijn eerlijk en vertellen het slechte nieuws, maar wat we nooit doen, is hoop wegnemen. We laten mensen altijd blijven hopen.’

Is dat echt mooi? Je ontneemt zo iemand de kans om zijn leven af te ronden en zich met de dood te verzoenen.

‘Dat is een moedige benadering van het levenseinde, maar dat is jouw overtuiging. Niet iedereen kan zich verzoenen met de dood. Sommigen hebben zich verzoend met het leven. In mijn boek beschrijf ik het verhaal van een jonge man die sterft in de woonkamer, terwijl zijn vrouw bloemen in een vaas schikt en zijn kinderen om hem heen spelen. Deze man wilde niet alles weten over zijn naderende dood en weigerde morfine omdat hij bij bewustzijn wilde blijven. Dat is voor ons misschien moeilijk te begrijpen, maar het was ook een goede dood.’

Mustafa Bulut, Wilt u weten wat u heeft?, De Arbeiderspers, 208 blz., €11,99

Turkije wordt mogelijk nieuwe uitvalsbasis voor politieke tak Hamas

0

De verkiezingswinst van Donald Trump bezorgt Qatar, waar de politieke tak van Hamas zich bevindt, kopzorgen. Volgens ‘Israëlische bronnen’ zou de golfstaat door de VS onder druk worden gezet om Hamas de deur te wijzen. Inmiddels wordt ook naar Turkije gekeken als een mogelijke nieuwe thuishaven voor Hamas, zo meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye.

Israël wil de verkiezingswinst van Trump maximaal uitbuiten door Hamas in de regio onder druk te zetten, meldt Middle East Eye. In enkele staten in het Midden-Oosten, zoals Qatar, Iran en Turkije, kon Hamas tot 7 oktober vrijelijk verblijven en reizen voor diplomatieke, financiële en militaire steun.

Sinds de aanhoudende oorlog is dat echter al lang niet meer het geval. Hamas-kopstukken worden met nietsontziende aanvallen geliquideerd.

Qatar ontkent formeel dat het politieke bureau van Hamas wordt gesloten, maar de geruchten nemen toe dat Turkije de nieuwe uitvalsbasis voor Hamas-bannelingen wordt.
Dit zou de toch al gespannen relatie tussen Turkije en de VS verder kunnen verslechteren.

Turkije profileert zich als voorvechter van de Palestijnse zaak, maar wordt ook sterk bekritiseerd omdat het nog steeds handel drijft met Israël. Turkije ontkent overigens niet dat Hamas-leden naar Turkije komen voor overleg en verwijst naar het feit dat dit in 2011 begon op Israëlisch verzoek in het kader van een gevangenenruil.

Onderwijsassistente: bespreek het geweld in Gaza in de klas

0
Volgens onderwijsondersteuner Sara Harderwijk moeten scholen in Amsterdam nu niet extra aandacht aan de Holocaust besteden, omdat dit averechts werkt. In plaats daarvan pleit ze in Het Parool voor lesprogramma’s die het geweld in Gaza behandelen.

Harderwijk reageert op PvdA-wethouder Marjolein Moorman, die in een brief aan alle scholen in Amsterdam schrijft over de spanningen in de stad die volgden op de rellen van 7 november. Moorman legt in haar brief veel nadruk op Holocausteducatie, vanuit de veronderstelling dat veel islamitische leerlingen niet goed geïntegreerd zouden zijn. Harderwijk is ervan overtuigd dat nog meer Holocausteducatie contraproductief is, mede vanwege de slechte timing.

‘In een week waarin anti-Israëlische protesten stelselmatig en onterecht één op één met antisemitisme worden verbonden, en waarin gelijktijdig het Nederlanderschap van veel van onze leerlingen op nationaal niveau tot in den treuren wordt bediscussieerd, is dit niet wat scholen nu nodig hebben.’

De onderwijsassistente pleit daarom voor lesprogramma’s die het geweld in Gaza bespreken, meer inzicht geven in het Israëlisch-Palestijnse conflict en islamitische en andere leerlingen handvaten geven hoe ze hun verdriet en woede over het Palestijnse leed op een constructieve manier kunnen uiten. Ook moet de gemeente Amsterdam islamitische leerlingen duidelijk laten weten dat ook zij erbij horen en gehoord mogen worden.

‘Onze leerlingen verdienen het om extra gehoord te worden, om even ongelijk geknuffeld te worden, en om de verzekering te krijgen dat ze hier horen en hier mogen blijven. In plaats daarvan krijgen hun leerkrachten tips met een nadruk op Holocausteducatie.’

De echte gezagscrisis is in Den Haag

0

De hysterische hyperbolen waren weer eens niet van de lucht. Van Wilders moesten ze allemaal meteen het land uit – van Wilders moet eigenlijk iederéén meteen het land uit die hem niet zint.

En de andere coalitiepartners wisten niet hoe snel ze onze nationale pyromaan van extra brandhout moesten voorzien. Caroline van der Plas loeide weer eens schaapachtig vanachter haar mestvaalt, en Dilan Yesilgöz ging met haar pathetische ‘in mijn Mokum’ als vanouds in de overdrive, doodsbang anders misschien een slappe indruk te maken.

Er vielen grote woorden in de Kamer over een ‘gezagscrisis’ in Amsterdam, met een persoonlijke aanval op de burgemeester. En ook dat kennen we van eerdere gelegenheden, omdat Wilders als seksistische Nedertrump graag jacht maakt op vrouwelijke politici, zoals Sigrid Kaag kan verhalen.

Er vielen naast grote woorden ook grove woorden in de Kamer, en vermoedelijk ook in het kabinet – voldoende grof in elk geval om NSC-staatssecretaris van Toeslagzaken Achahbar weg te jagen, wier kabinetsdeelname met het oog op haar achtergrond tot nu toe moest bewijzen dat ‘we in deze coalitie echt geen stelletje racisten zijn’.

De echte gezagscrisis is echter in Den Haag, waar op weg naar het illusoire einddoel van vier-jaar-kabinet-Schoof wel om de paar weken een minister of staatssecretaris als prooi van de Wilderswolven voortijdig van de wagen valt, als in het bekende liedje van Drs.P Omsk is een mooie stad, maar net iets te ver weg.

Het blijkt namelijk allemaal net iets anders te liggen, dan meteen na afloop van de rellen werd rondgetoeterd en te gemakzuchtig door veel binnenlandse en buitenlandse media voor waar werd aangenomen. Ik heb er speciaal naar gezocht, maar ik heb nergens expliciet gelezen dat Amsterdamse Joden een haar is gekrenkt. De ‘Jodenjacht’ betrof de bezoekende Israëlische supporters, voor een deel bewust provocerende hooligans van een uitgesproken nationalistische voetbalclub.

Het waren niet allemaal onschuldige lammetjes die hier werden afgetuigd

En dat is essentie nummer twee: hoezeer het geweld ook verwerpelijk is, het waren niet allemaal onschuldige lammetjes die hier werden afgetuigd. U heeft inmiddels de beelden kunnen zien, waarmee het vóór die nacht begon: racistisch schorriemorrie dat meende dat ‘mijn Mokum’ van hen was, Palestijnse vlaggen vernielde, willekeurige voorbijgangers molesteerde, en op de roltrappen voor het Centraal Station honend zong dat er in Gaza geen scholen, want geen kinderen meer zijn.

De meesten van deze Maccabi-fans bezitten de dienstplichtige leeftijd, hebben daarom vermoedelijk in Gaza gediend, en er zullen de nodigen onder zijn die in het kader van Netanyahu’s genocidale jacht op Palestijnen ook zélf de nodige oorlogsmisdaden hebben gepleegd.

Dat dan, als je in je eigen stad met deze ongehoorde brutaliteit geconfronteerd wordt, bij sommige Arabische Nederlanders die ginds zelf familieleden of vrienden hebben verloren, de stoppen doorslaan: daar kan ik mij iets bij voorstellen. En dat vervolgens de Nederlandse regering zich uitgerekend door deze Israëlische regering de les laat lezen, en naar Schiphol snelt om de Israëlische minister van Buiten­landse Zaken als vriend te ontvangen, in plaats van als oorlogsmisda­diger te arresteren: dat dat woedend maakt, snap ik maar al te goed.

Stelt U zich eens voor dat Russische hooligans in de straten van Warschau, een stad waar zich veel Oekraïense vluchtelingen bevinden, ‘Dood aan de Oekraïners’ hadden geroepen, of gezongen ‘In de Donbass zijn geen scholen meer, want geen kinderen meer’. Poetins oorlog heeft in bijna drie jaar 36.000 burgers het leven kost – die van de met ons ‘bevriende’ Netanyahu al in één jaar bijna anderhalf maal zoveel.

Het Nederlandse kabinet, met Wilders’ Schoofhondje voorop, wringt over Gaza hooguit jammerend de handen, maar doet niets. Dat is de echte morele gezagscrisis in dit land. De grote fouten zijn vóór deze relnacht gemaakt: dat Israëlische voetbalclubs nog mee mogen doen, terwijl alle Russische er in 2022 meteen zijn uitgegooid. En dat men vervolgens niet al die beruchte Maccabi-supporters bij voorbaat de toegang heeft ontzegd. In elk ander geval zou dat wèl zijn gebeurd.

En intussen reist ophitser Wilders af naar het kolonistentuig op de Westelijke Jordaanoever, zonder dat één coalitiepartner er iets van zegt.

Die fameuze ijskast: daarvan zijn de zekeringen allang doorgebrand. En vanachter de gesloten deur stijgt een stank van rotting en bederf op, die niet te harden is: het kabinet-Schoof in staat van ontbinding.

Barcelona wil toeristenwoningen teruggeven aan lokale bevolking

0

Barcelona heeft net als veel andere steden in Europa een tekort aan woningen. De burgemeester wil daarom de woningen die nu aan toeristen worden verhuurd, beschikbaar stellen voor de inwoners. Airbnb is het hier echter niet mee eens en wil toeristen blijven ontvangen

In juni dit jaar stelde burgemeester Jaume Collboni een plan voor dat als een bom insloeg. De woningen die momenteel aan toeristen worden verhuurd, moeten weer beschikbaar komen voor de reguliere woningmarkt. Tegen 2028 hoopt hij de binnenstad te hebben ontdaan van toeristenappartementen, onder andere door vergunningen niet meer te verlengen.

‘Het is heel drastisch, maar dat moet ook wel, want de situatie is erg moeilijk’, zei hij volgens the Guardian, verwijzend naar de stijgende huizen- en huurprijzen.

Theo Yedinsky, bestuurder bij Airbnb, merkte op: ‘De enige winnaar van Barcelona’s oorlog tegen kortetermijnverhuur is de hotelindustrie, die snel groeit en de prijzen verhoogt. We moedigen Barcelona aan haar aanpak te heroverwegen, omdat het duidelijk is dat Airbnb niet de oorzaak is van de historische problemen in de stad. We willen graag samenwerken met leiders aan nieuwe regels die lokale gezinnen ondersteunen en het toerisme duurzamer maken voor iedereen.’

Esmah Lahlah (GroenLinks) wil dat notulen ministerraad openbaar worden gemaakt

0

Tweede Kamerlid Esmah Lahlah (GroenLinks-PvdA) heeft er grote moeite mee om premier Dick Schoof op zijn woord te geloven als hij zegt dat er geen sprake is geweest van racisme in de ministerraad van vorige week. Ze wil de notulen inzien en zal hierover een debat aanvragen.

Dit zei ze gisteren in het programma Sven op 1 op NPO Radio 1. Ze heeft het over de ministerraad die staatssecretaris Nora Achabar van NSC ertoe bracht af te treden. Er gingen geruchten rond dat er racistische uitspraken waren gedaan, maar deze werden stellig ontkend door de minister-president.

Lahlah vertrouwt Schoofs woorden niet en vindt dat de notulen van de ministerraad met de Kamer gedeeld moeten worden. Dit is moeilijk, omdat de notulen als staatsgeheim worden beschouwd en pas na 20 jaar openbaar mogen worden.

Er zijn echter uitzonderingen mogelijk. Zo vroeg voormalig premier Mark Rutte om de notulen van een vergadering waarin de toeslagenaffaire werd besproken, in 2021. De huidige situatie leent zich volgens Lahlah voor zo’n uitzondering. ‘Er is een zweem van onduidelijkheid over wat er nu precies is gezegd. Er is een staatssecretaris afgetreden. Als minister-president zou ik dan alle twijfel over de redenen hiertoe willen wegnemen’, zei de politica in de radio-uitzending.

Ze vindt het bovendien vreemd dat de fractievoorzitters wel zijn geïnformeerd en vindt dat deze informatie gedeeld moet worden met de hele Kamer. ‘Ik verwacht dat er een meerderheid komt voor een debat hierover. Het zou me zeer verbazen als dit debat er niet komt, zeker gezien de nadruk van NSC op goed bestuur.'”

Emine Ugur wil niet van X af: ‘We moeten juist onze stem laten horen’

0

De verkiezing van Trump als volgende president van Amerika zorgde voor een vlucht van sociale mediagebruikers van hun oorspronkelijk favoriet X naar Bluesky. Maar zo laat je X over aan de schreeuwers, vindt columniste Emine Ugur. ‘We moeten juist onze stem blijven laten horen.’

De Turks-Nederlandse Trouw-columniste gaf vorige week een lezing in het Rotterdamse debathuis Arminius, over hoe ze zich staande hield op het medium waar menigeen wordt uitgescholden of bedreigd. Maar als het gematigde midden zich hier niet uitspreekt, laat je het over aan de schreeuwers, en dat mag niet gebeuren, vindt ze.

Ugur is een bekende op X. Met scherpe stellingnames en af en toe een uitgedeelde tik laat ze mensen zien dat ze prima in staat is om van zich af te bijten. Ze neemt het op voor de moslimgemeenschap of andere minderheden, iets wat haar op felle reacties komt te staan van ‘schreeuwend rechts’. ‘Hoi k*tmoslim, ik wens jou in een kist, je zal eindigen aan een boom’, is het voorbeeld dat ze aanhaalt tijdens de lezing in het Rotterdamse debathuis.

Frans heet hij, een van haar meest fervente bedreigers. Ze krijgt van alles over zich heen van Frans, maar ze kan ermee omgaan. De eerste keer toen ze zo’n bedreiging van hem kreeg, besloot ze hem te googelen. ‘Ik kwam terecht op zijn Linkedin-pagina en kwam erachter dat hij een hersentumor had gehad waardoor hij niet meer kon werken. Iemand zoals hij zou in het dagelijks leven aan mijn bureau kunnen zitten, afhankelijk van mijn hulp.’

Schuldhulpverlening

Ugur is in het dagelijks leven beleidsadviseur Armoede en Schulden bij de gemeente Den Haag. Haar cliënten zitten vaak in de schuldhulpverlening. Ze komen bij haar terecht met vragen over bijvoorbeeld een ‘verhuisvergoeding’, om maar iets te noemen. ‘Dit is een vergoeding die je krijgt als je moet verhuizen en dit niet zelf kunt betalen.’

Emine Ugur. Beeld: X

Tijdens haar lezing vertelde ze veel over haar werk en dat had een reden. Met haar anekdotes wil ze duidelijk maken dat je uiteindelijk altijd te maken hebt met mensen. ‘Neem bijvoorbeeld de vrouw die deze verhuisvergoeding aanvroeg. Haar aanvraag werd door ons afgewezen, omdat ze de week ervoor op vakantie was gegaan. Logisch, zou je denken toch?’

Toch besloot Ungur haar nog even te bellen, voordat ze de deur achter haar kantoorkamer dichttrok. De vrouw in kwestie vertelde dat ze een psychopaat als huisgenoot had. Hij schold haar uit, zwaaide met messen en was altijd direct aanwezig wanneer ze uit haar kamer kwam. Omdat ze er niet meer tegen kon, had ze een week bij haar moeder in het buitenland gelogeerd. En daar had ze besloten te gaan verhuizen, waarvoor ze de subsidie aanvroeg.

Ook op X zitten mensen

Het is precies deze instelling die ze wil meenemen naar X, wat ze trouwens gewoon Twitter blijft noemen, zegt ze. ‘Achter de berichten op X zit altijd een mens. Ook achter Frans zit een mens. Dus ik reageerde op zijn dreigberichten met de vraag: ‘Hoe is het met je gezondheid?’ Tot mijn verbazing antwoordde hij vrij direct: ‘Gisteren had ik hoofdpijn, maar verder gaat het goed’. Het is niet zo dat Frans en ik vrienden zijn geworden. Frans grijpt nog steeds elke kans aan om mij een k*tmoslim te noemen. Maar ik weet nu wel waar zijn boosheid vandaan komt.’

‘Je kunt ook op andere manieren je stem laten horen’

De zaal zit vol bewonderaars, die zich afvragen waar ze de moed vandaan haalt. ‘Ik doe het voor mijn zoon. Ik wil hem laten zien dat we een stem hebben. Het is juist aan het stille midden om je stem te gebruiken, anders worden we gedomineerd door de schreeuwers’, antwoordt ze.

De grote X-odus

Tegelijkertijd zijn er ook mensen die zich afvragen of X nog wel de moeite waard is. Veel mensen vinden het sociale medium te grof, negatief en vervuilend. Een veelgehoord argument is dat mensen er droevig van worden. Veel mensen verlieten om die reden het platform, zo ook een aantal kranten. De kwaliteitskrant Trouw besloot het, als eerste Nederlandse krant, in september voor gezien te houden. Vorige week kondigde de Britse krant the Guardian aan niet langer actief te zijn op X. Voor deze krant was het belangrijkste argument de Amerikaanse verkiezingsuitkomst.

The Guardian had het deze week over ‘the great X-odus’, die sinds de Amerikaanse verkiezingen is begonnen. Eigenaar van het platform Elon Musk speelde een belangrijke rol in de campagne van Donald Trump en zal het nieuwe departement Overheidsefficiëntie gaan leiden. Veel mensen zijn echter juist bang voor desinformatie en extremisme op X, nu Musk het medium heeft overgenomen.

‘Iemand zoals hij zou in het dagelijks leven aan mijn bureau kunnen zitten’

Ugur begrijpt wel dat er kranten zijn die afstand nemen van het medium, antwoordt ze op een vraag van de Kanttekening. ‘Tegelijkertijd denk ik dat journalisten het medium nog steeds nodig hebben. ‘Het blijft een belangrijk medium voor nieuwsgaring. Ook als alle kranten van het medium verdwijnen.’

Niet de uitzondering

Ugur begrijpt ook dat niet iedereen zich goed voelt bij het medium. ‘Je kunt ook op andere manieren je stem laten horen’, zegt ze. Maar voor haar blijft het een belangrijke manier om te laten weten dat ze er is, ‘als kind van allochtone ouders’. ‘Ik denk weleens dat de volgende generatie het vast makkelijker zal hebben, dat mijn zoon het makkelijker zal krijgen. Maar toch geloof ik dat we het ons niet kunnen permitteren om in onze veilige bubbel te blijven zitten.’

‘Als mensen mij uiteindelijk face-to-face ontmoeten dan denken ze vaak: oh, je bent een uitzondering. Jij bent een ‘goede’. Maar ik ben geen uitzondering. Er zijn heel veel goede moslims en juist daarom moeten we ons blijven laten horen op een medium als X.’

Wat doet Wilders in de reclamecampagne van NPO?

0

De NPO heeft de reclamecampagne ‘De Publieke Omroep, de plek van ons allemaal’ gelanceerd, die een verbindende boodschap wil overbrengen. Het valt echter op dat ook politici – Geert Wilders en Dick Schoof – erin voorkomen, die niet echt bekend staan om hun verbindende aanpak. Wat vinden deskundigen hiervan?

Journalist Hans Laroes, oud-hoofdredacteur NOS, reageert kort. ‘Ik vind het heel onlogisch om in een spotje dat over verbinding gaat, een van de minst verbindende momenten uit de afgelopen jaren op te nemen’, zegt hij.

Hij doelt op het moment in 2011, toen Wilders in de Kamer tegen Rutte in straattaal ‘doe ’s normaal man’ zei. Dit gebeurde in een discussie over Turkije, waarin de toenmalige premier en huidige president van Turkije, Erdogan, voor  ‘islamitische aap’ werd uitgemaakt.

‘Het kan wel lollig zijn bedoeld (‘doe zelf effe normaal’), maar het is echt een fout om een van de meest samenleving-splijtende politici op te nemen in een spotje dat verder over hele andere mensen en zaken gaat’, zegt Laroes.

Oud-Hollandse gezelligheid

Schrijver en onderzoeksjournalist Zoë Papaikonomou wil, los van de politici, eerst opmerken dat de gezichten in het spotje bijna allemaal wit zijn. ‘Dat is al frappant in een samenleving als de Nederlandse’, zegt ze. ‘Het lijkt ook echt een viering van een soort oud-Hollandse gezelligheid.’

En dan de politici. ‘Waarom komt Wilders in dat filmpje voor?’ vraagt ze zich verontwaardigd af. ‘Hij is veroordeeld voor groepsbelediging. We hebben het over iemand die voortdurend polariseert en een grote groep Nederlanders discrimineert en buitensluit. Die hoort daar gewoon niet in’, zegt Papaikonomou.

‘De publieke omroep: De plek van ons allemaal’ heeft als doel een scherper profiel te geven aan de waarde van de publieke omroep voor de Nederlandse samenleving, met haar unieke pluriforme bestel en onafhankelijke journalistiek’, zo omschrijft de publieke omroep de eigen campagne. Joost Jongerden, socioloog aan de Universiteit Wageningen: ‘Mijn eerste indruk is een rommelige mix fragmenten uit de tv-geschiedenis, sport en politiek. Ik haal hier de boodschap niet uit dat het een ‘plek van ons allemaal’ is.’

De keuze voor het fragment met Wilders en Rutte begrijpt hij niet. ‘Twee politici die elkaar de maat nemen – doe normaal, doe zelf normaal. Dat Wilders figureert in het filmpje is saillant. Je geeft een plek aan iemand die uitsluit, om zo te laten zien dat iedereen erbij hoort. Dat een vreemde boodschap.’

Pleasen van rechts

Merkdeskundige Marc Oosterhout wil vanuit zijn vakgebied op het reclamespotje reageren. ‘Het is een nietszeggende boodschap’, zegt hij. ‘Het gaat erom dat je duidelijk maakt wat je relevantie is voor het publiek van vandaag. Dat doe je niet met nostalgie.’

Het is voor hem überhaupt de vraag of daarbij politici nodig zijn. ‘Doe je dat toch, dan vind ik Lubbers, Kok, Balkenende en Rutte logischer dan Wilders’, zegt hij. Hij vermoedt dat de keuze voor politici zoals Geert Wilders, Dick Schoof en Sophie Hermans te maken hebben met het ‘pleasen van rechts.’

‘Dat moet de NPO vanuit haar rol nooit doen. Het moet gaan over de toegevoegde waarde van de NPO’, aldus Oosterhout.

Een woordvoerder van de NPO gaat niet in op de vraag waarom in het tv-spotje alleen rechtse en uiterst rechtse politici te zien zijn. ‘We laten in deze campagne zien dat wij trots zijn op onze programmering door de jaren heen, met een tal van prachtige, impactvolle en succesvolle programma’s en dat staat los van welke politieke sentimenten dan ook’, zegt hij.

Ik heb me nog nooit zo onveilig gevoeld

0

Op momenten van grote polarisatie, zoals vorige week, gaat het appverkeer ook bij mij keihard omhoog. Vrienden vertellen me op hoge toon wat er mis is met landelijke media en onze overheid. En kan ik ze ongelijk geven? Bijna het gehele Amsterdamse bestuur en de landelijke media zijn met de Israëlische propaganda meegegaan over een zogenoemde ‘pogrom’ tegen Joden.

Niemand benoemde het terroriseren van de plaatselijke Amsterdamse bevolking door Israëlische voetbalhooligans, dat daaraan voorafging. We zijn heel wantrouwend wanneer moslims worden aangevallen, maar lijken zonder al te veel feitenonderzoek mee te gaan in een glijbaan van leugens, die doelbewust door extremistische leden van dit extreemrechtse kabinet dag in dag uit worden verspreid.

Gelukkig is de burgemeester van Amsterdam daar nu van teruggekomen en heeft ze bij Nieuwsuur gezegd dat ze het niet meer over een pogrom zou hebben. Maar dat een land zo hard kan vallen voor de leugens van buitenlandse mogendheden, maakt me eerlijk gezegd bang.

Ja, ik kan de argwanende lezer al horen denken. Natuurlijk veroordeel ik het gewelddadige antisemitisme dat door mijn eigen Marokkaanse en islamitische Amsterdammers is geuit. Maar – en iedereen die vindt dat er geen ‘maar’ zou mogen zijn na zo’n veroordeling en dus aan één oog blind wenst te zijn voor de context hoeft wat mij betreft niet verder te lezen.

Moet ik blij zijn dat Nora Achahbar eindelijk is opgestapt?

De straat laat niet met zich sollen en neemt wraak wanneer er geen gerechtigheid is. En dat is nou precies waarom ons rechtssysteem ooit is bedacht: om eigenrichting en de wetten van de straat in te dammen, zodat we op een civiele manier met onze geschillen kunnen omgaan.

Er worden al meer dan een jaar dag in, dag uit Palestijnse kinderen gebombardeerd met steun van de Nederlandse staat. Elke dag gaan er moslims dood in een genocidale oorlog die zich steeds meer lijkt uit te breiden in de regio. Natuurlijk doet dat iets met ons, zoals het ook voor Amsterdamse Joden traumatiserend was wat er op 7 oktober gebeurde en sindsdien nog steeds plaatsvindt in die verdoemde regio.

We horen politici constant verwijzen naar 7 oktober, maar niet naar de genocide in Gaza. We horen politici en media constant over Jodenhaat, maar niet over islamofobie en racisme. We horen politiek Den Haag constant hun moslimhaat uitbraken op tv en sociale media, en dan moet ik blij zijn dat Nora Achahbar eindelijk is opgestapt? Nee, ze had daar, zeker als Marokkaan, nooit aan moeten deelnemen. Je hoeft een riool niet in te gaan om te weten dat je kleren vies worden.

Ik heb me nog nooit zo onveilig gevoeld in mijn eigen stad. Een overheid die doelbewust verdeling en haat aanwakkert. Ze kunnen de woningcrisis niet oplossen, maar de boel wel verder verzieken voor ons allemaal. Dat is het enige waar ze goed in zijn, terwijl jij nog twintig jaar kunt wachten op een sociale huurwoning.

Iedereen die mij kent, weet wat voor rustig persoon ik ben. Mijn oudere broer heeft daar een ietwat andere mening over, maar buitenshuis ben ik altijd de beschaafdheid zelve geweest. Maar wat er de afgelopen periode is gebeurd in mijn eigen stad, heeft iets in mij doen knappen. Mijn geloof in de Nederlandse droom hing al aan een zijden draadje, maar nu lijkt de Amsterdamse droom ook kwetsbaar. Er moeten nog heel veel autochtone, witte Nederlanders integreren in onze levens voordat dit ooit goedkomt.

Ja, witte stadsplanners van de gemeente Amsterdam, ik heb het ook over jullie. Je kunt ons niet decennialang in getto’s wegstoppen en daarna klagen dat we niet integreren. Integratie moet van twee kanten komen. Dus meer sociale huurwoningen in Amsterdam-Zuid, Noord en het centrum graag, zodat we het op loopafstand over antisemitisme, islamofobie, gentrificatie én genocide kunnen hebben.

‘Wie zegt dat je hier niet thuishoort?’

0

‘Nederland is allang meer dan alleen kaas en klompen’, vindt actrice en theatermaker Manoushka Zeegelaar Breeveld. Zij ziet een Nederland dat van vele markten thuis is, van oost tot west en van noord tot zuid. Met z’n allen vormen we een wervelende samenleving en daar mogen we allemaal trots op zijn. ‘Hoewel het voor sommigen nog zoeken is naar de kleur van samen.’ Manoushka is tot 8 december te zien in de theatervoorstelling Stepping Stones.

De voorstelling is een coproductie van het muziektheatergezelschap Orkater en het Bijlmer Parktheater. De centrale vraag is: wat doet het met je als er continu aan je wordt gevraagd of je hier wel thuishoort? Of dat er zelfs tegen je wordt gezegd dat je naar je eigen land moet vertrekken, terwijl Nederland gewoon jouw eigen land is. Waar zou je anders naartoe moeten?

Volgens Manoushka Zeegelaar Breeveld (1970) reageert iedereen verschillend op de vraag of hij of zij hier wel thuishoort. ‘Sommigen weten het goed naast zich neer te leggen. Anderen raken erdoor gefrustreerd. Ik denk dat het voor niemand goed is om steeds maar als ‘die ander’ te worden gezien. Je bent telkens geen volwaardig burger van dit land, alsof je hier geen recht van bestaan hebt. Dat werkt denk ik frustratie, ongenoegen en – nog veel erger – haat in de hand.’ Dat klinkt heftig of misschien zelfs confronterend. Helemaal goed, vindt Manoushka. Voor haar is het maken van theater meer dan alleen vermaak of een avondje uit.

Manoushka Zeegelaar Breeveld. Beeld: Nichon Glerum

Ziet het er zo uitzichtloos uit?

‘Er worden wel stappen gezet en het gaat steeds beter’, vervolgt Manoushka. Zij het met enig voorbehoud. Want helemaal gerust is ze er niet op, met een regering die er racistische ideeën op nahoudt. ‘Denk bijvoorbeeld aan het ‘minder Marokkanen’-debacle van een aantal jaar geleden. De mate van inzicht en begrip in ons land blijft zorgelijk. Alleen al daarom moeten we de verhalen blijven vertellen. Nog altijd waren racisme, discriminatie en uitsluiting rond in ons land. Alsof wij, al die Nederlanders die uit Suriname of een andere voormalige kolonie komen, een soort tweederangsburgers zijn. Om maar te zwijgen over vluchtelingen en asielzoekers. Het zou zo mooi zijn als we eens samen kunnen kijken, hoe we dat met elkaar en met respect voor elkaar kunnen oplossen. We zijn één samenleving en moeten het met elkaar vormgeven. Nederland is allang meer dan alleen kaas en klompen. Dat kun je ook zien als een groot cadeau.’

De samenleving verandert moeizaam

De muziektheatervoorstelling Stepping Stones is het derde deel en slotstuk van een trilogie van muziektheatergezelschap Orkater en het Bijlmer Parktheater over de komst van Surinamers in Nederland. Als er één ding is dat ze heeft geleerd in de vele jaren dat ze hier woont: de samenleving verandert moeizaam, of misschien wel helemaal niet. ‘We moeten ermee leren dealen. Daarom vind ik het zo belangrijk dat we de verhalen over ons koloniale verleden blijven vertellen, zodat we ook met z’n allen die geschiedenis beter leren begrijpen.’

Manoushka werd geboren in Rotterdam, maar groeide op in Suriname. Ze kwam 35 jaar geleden terug naar Nederland. ‘Ik heb hier culturele en maatschappelijke vorming gestudeerd aan de Haagse Hogeschool. Theater en het spelen kwamen later pas.’ In de loop der jaren ziet ze dat het wel anders gaat dan ten tijde van de eerste Surinamers die naar Nederland kwamen. Dat komt naar voren in het eerste deel van de trilogie, getiteld Woiski vs. Woiski. Dit vertelt het verhaal van Max Woiski sr., die in de jaren dertig als een van de eerste Surinamers naar Amsterdam kwam. Hij opende er een nachtclub. Samen met zijn zoon Max jr. maakte hij furore. Zij moesten zien te overleven in het witte Nederland. Ze verrijkten ons land met hun aanstekelijke muziek. ‘Kijk, dat kun je dus zien als een cadeau’, aldus Manoushka. ‘Tegelijk is het een verhaal over identiteit, immigratie en ontworteling, waarin kleur alles bepalend lijkt te zijn. Dat iemand van kleur met een wit iemand zou trouwen, was indertijd ondenkbaar. Gelukkig is dat in ieder geval tegenwoordig veranderd. Je ziet om je heen dat er steeds meer vermenging plaatsvindt. In dat opzicht gaat het goed met de zoektocht naar de kleur van samen.’

Wie gaat weg en wie blijft

Het tweede deel van de trilogie draagt de titel De Gliphoeve en gaat in op de onafhankelijkheid van Suriname in 1975. ‘Wie gaat weg en wie blijft hier’ van Hans Breeveld is in dat jaar een grote hit op de radio. Etta besluit met haar dochter Millie en zoon Glenn naar Nederland te gaan, vader Stanley blijft voorlopig in Suriname. Vol verwachting, energie en humor probeert deze sterke moeder haar kinderen een plek te geven in hun nieuwe vaderland. Ze krijgen geen warm welkom; niemand zit op ze te wachten, er is geen werk en er zijn geen woningen. Ze komen terecht in De Gliphoeve, de eerste flat in de Bijlmermeer die gekraakt wordt door Surinaamse activisten. Gezinnen leven er onder, boven en op elkaar, soms in bittere armoede. Men vindt er ook warmte: in eten en drinken, in muziek en in de gedeelde vastberaden wil om te slagen.

‘We zijn ons heel bewust van onze afkomst, maar waar zouden we naartoe moeten?’

De Gliphoeve is een voorstelling vol levenskracht en muziek als houvast om te overleven en door het beton heen te breken. Manouska lacht. ‘In die jaren kregen veel Surinamers de uitspraak ‘ga terug naar je eigen land’, naar hun hoofd geslingerd. Of je hoort hier niet. Tsja, hoe ga je daarmee om? Veel mensen zijn nooit iets anders geweest, dan een volwaardig Nederlands staatsburger. We zijn ons heel bewust van onze afkomst, maar waar zouden we naartoe moeten? Naar Afrika, China, Indonesië, India? Uit allerlei delen van de wereld hebben ze bevolkingsgroepen naar Suriname gebracht en bij elkaar gezet. Vanuit daar trokken velen naar Nederland om een nieuw leven op te bouwen.’ Manoushka kan gelukkig nog regelmatig terugkeren naar Suriname. ‘Het is veel te leuk om daar niet naartoe te gaan’, vindt ze. ‘Ook heb ik er nog familie wonen.’

Samen zijn we één cultuur

Stepping Stones gaat, als derde deel van de trilogie, over de generatie Surinamers die hier in Nederland is geboren en opgegroeid. Manoushka: ‘Sommigen zijn zelfs nog nooit in Suriname geweest. Hier wonen en werken ze in een samenleving die bestaat uit een scala aan mensen die een andere afkomst heeft. Met z’n allen zijn we één samenleving die we samen en met respect voor elkaar zouden moeten modelleren. Je leert van degenen die je voor gingen, staat op hun schouders en je maakt een sprong.’ Het verhaal in Stepping Stones gaat over de zus en broer Alyssia en Brian. Ze hebben allebei hun eigen dromen en ambities. De weg is voor hen vrijgemaakt door voorgaande generaties. Onder anderen door hun oom Orlando. Hij is rijk geworden in de modewereld als selfmade man en door oma Hedy, ooit zangeres van de band Stepping Stones. Alyssia en Brian zijn opgevoed door hun oma Hedy. Nu lopen ze ieder hun eigen pad en grijpen ze de kansen die passen bij hun overtuigingen. Onderweg zullen ook zij de nodige hordes moeten beslechten, zowel naar elkaar, de familie en de wereld waarin ze leven.

Stepping Stones. Beeld: Bas de Brouwer

Waar kom je echt vandaan?

‘Je hoeft niet de eerste twee delen van de trilogie te hebben gezien om Stepping Stones te kunnen volgen’, reageert Manoushka, die al vaker deze vraag heeft moeten beantwoorden. ‘Ieder deel staat op zichzelf en belicht een ander aspect van de Surinamers die naar Nederland kwamen. In het laatste deel gaat het vooral over hoe de derde generatie zich verhoudt tot de samenleving. Hoe bewust zijn zij zich van hun achtergrond, hoe bewust moeten of willen ze zijn? De samenleving ziet ze nog steeds als Surinamers, mensen uit een ver buitenland. Nog altijd wordt aan kinderen die hier geboren en getogen zijn gevraagd: ‘ja, maar waar kom je echt vandaan?’ Nog steeds wordt er als vanzelfsprekend vanuit gegaan dat ze alles weten over Suriname, maar sommigen zijn er nog nooit geweest. Mijn neefjes werden meermaals terug naar ‘hun eigen land’ verwenst, terwijl Nederland gewoon hun eigen land is.’

‘Ik hoop’, besluit de actrice/theatermaker, ‘dat de verhalen die we vertellen ook bijdragen aan het inzichtelijk en begrijpelijker maken van onze wereld. Met andere woorden: kijk, dit is hoe het ervoor staat. Denk erover na. Dat is waar kunst ook voor bedoeld is. Daarnaast is Stepping Stones een ontroerend verhaal over veerkracht en liefde. En zit het boordevol prachtige nieuwe muziek van Gery Mendes.’ Naast haar theatercarrière is Manoushka ook nog bezig met het verfilmen van het eerste deel van de trilogie Woiski vs. Woiski. ‘Het is al gehonoreerd door het Filmfonds’, vertelt ze met enige trots. ‘Natuurlijk wil ik het liefst alle drie de delen verfilmen. Wie weet. Hoe meer verhalen, ook in de bioscoop, hoe meer inzicht. Zie het maar als stepping stones. Bij iedere stap die je maakt, kom je toch een stuk verder.”