13.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 110

Veteraan Nico Storre: ‘Wij zijn voorgelogen’

0

Nico Storre (98) werd in 1947 opgeroepen om zijn dienstplicht te vervullen in het toenmalige Nederlands-Indië. ‘Voor de Indonesiërs waren wij de bezetters, terwijl wij onszelf zagen als ordehandhaving.’

‘Ik was nog maar net twintig jaar en had geen idee wat me te wachten stond’, zo begint Nico Storre zijn verhaal. ‘De oorlog in Europa was voorbij, maar in Indonesië was het nog lang niet rustig. Toen ze me vertelden dat ik naar Indonesië moest, voelde ik een mix van angst en nieuwsgierigheid. We waren ons niet volledig bewust van de omvang van het conflict daar.’

Nico Storre. Beeld: Lonneke de Hoog

De aankomst in Batavia, nu Jakarta, staat nog helder op zijn netvlies. ‘Het was een vreemde gewaarwording, dat warme, vochtige klimaat, de geuren, de geluiden. We werden in tenten gestationeerd, midden in een gebied dat nog lang niet veilig was. Vanaf het begin was duidelijk dat dit geen gewone militaire oefening zou zijn. Dit was oorlog, met alle gevaren die daarbij horen.’

‘We waren niet geliefd, dat is zeker’

Storre herinnert zich de spanningen met de lokale bevolking. ‘We waren niet geliefd, dat is zeker. Voor de Indonesiërs waren wij de bezetters, terwijl wij onszelf zagen als ‘ordehandhaving’. De meeste mensen wilden simpelweg onafhankelijkheid, en wij stonden tussen hen en hun vrijheid in. Dat zorgde voor een vijandige sfeer. Het hielp ook niet dat sommige soldaten zich misdroegen. Achteraf heb ik verhalen gehoord over deze misdragingen en hoe die jongens zomaar burgers doodden. Ik heb zelf nooit zoiets gezien in ons bataljon. En gelukkig maar, ik vind het vreselijk.’

Moeder, ik ga dood

Storre vertelt verder over een missie die hem nog steeds achtervolgt. ‘Er was een dag waarop we werden opgeroepen om naar een theefabriek te gaan die in brand stond. Deze was waarschijnlijk door verzetsstrijders aangestoken. We reden erheen, maar halverwege werden we beschoten. Het was een hinderlaag, en de paniek was meteen voelbaar. Onze chauffeur werd geraakt, en ik zie het nog voor me: zijn darm hing eruit. Hij riep om zijn moeder. Op dat moment schakel je over naar een soort overlevingsmodus. Je denkt niet na, je handelt gewoon. We moesten terugschieten en proberen te overleven.’

Gebeurtenissen als deze hebben een diepe impact op Storre achtergelaten. ‘Sommige dingen vergeet je nooit. Heel af en toe lig ik nog wel eens wakker, dan komen die herinneringen terug. Het geschreeuw van die jongen om zijn moeder hoor ik zelfs nu nog soms, wanneer ik in bed lig. ‘Moeder, moeder, ik ga dood’, riep hij. Ik probeer er niet te veel aan toe te geven, want anders zou ik mezelf verliezen in het verleden. Ik praat er ook niet vaak over, maar wanneer ik dat wel doe, komen de details weer boven, alsof het gisteren was. Ik merk ook dat wanneer ik het gesprek probeer aan te gaan, velen niet eens weten waar ik het over heb. Vooral de jongere zusters, die mij thuis helpen, hebben geen idee van wat er in Indonesië is gebeurd. Terwijl het toch iets is wat niet vergeten mag worden.’

Het fotoboek van Nico Storre over zijn diensttijd in Nederlands-Indië

Ondanks de angstaanjagende momenten was er af en toe ruimte voor ontspanning, al bleef de spanning altijd voelbaar. ‘We voetbalden soms met de lokale bevolking, van jong tot oud. Er waren ook momenten waarop we liedjes zongen of grappen vertelden, om de stress van ons af te schudden.’ Wat Storre ook op de been hield, was zijn meisje, Nel. Ze schreven elkaar brieven over dat ze elkaar misten en wat beiden meemaakten, Storre in Indonesië en Nel in het Nederlandse dorpje Berkel en Rodenrijs.

Uitgemaakt voor moordenaar

Toen hij in maart 1950 terugkeerde naar Nederland, voelde het onwennig voor Storre. ‘Aan de ene kant was ik blij om thuis te zijn en om mijn familie weer te zien. Maar het was moeilijk om weer in het gewone leven te passen. Het leven hier was doorgegaan, terwijl wij in een totaal andere wereld hadden geleefd. Ik voelde me vervreemd van alles en iedereen. Ik dacht dat wij als helden zouden worden onthaald, maar niets was minder waar. Ik werd uitgemaakt voor moordenaar. De discussies die ik heb gevoerd, doen me nog steeds pijn. Wij zijn voorgelogen door de regering.’

Op de vraag of hij iets anders zou hebben gedaan, blijft Storre even stil. ‘Dat is moeilijk te zeggen. Natuurlijk zijn er dingen die ik liever anders had gezien, maar ik heb nooit iets gedaan waar ik nu achteraf spijt van heb. Ik ben dankbaar dat ik het heb overleefd. Ik kijk terug op een heel leerzame tijd voor de jonge knul die ik was. Ik heb vrienden gemaakt voor het leven. Ook al zijn er niet veel meer over. Ik ben de op één na laatste veteraan van ons bataljon. De rest is allemaal al overleden.’

‘Ik dacht dat wij als helden zouden worden onthaald’

Herinneringen

Storre heeft geen familie meer en heeft twee vrouwen overleefd. Deze maand heeft hij 98 kaarsjes uitgeblazen. Ondanks zijn leeftijd probeert hij zelfstandig te blijven, met de steun van thuishulp. Zijn dagen zijn eenvoudig, gevuld met televisie en kranten, maar de herinneringen aan zijn tijd in Indonesië blijven hem bij. Hij vermijdt nieuws over hedendaagse conflicten, omdat het hem terugbrengt naar herinneringen die hij liever achter zich zou laten. In plaats daarvan vindt hij vreugde in het kijken naar sport en natuurfilms, een manier om de dagen door te komen en bepaalde herinneringen op afstand te houden.

‘Ik kijk terug op een tijd die ik niet had willen missen. Het heeft mij gevormd tot wie ik vandaag de dag ben. Ik heb niet alleen vervelende dingen meegemaakt. Ik heb ook hele mooie momenten gehad. De pracht van de natuur, de bijzondere mensen en hun levensstijl, en de vrienden die ik er heb gemaakt. Soms vind ik het jammer dat ik nooit meer terug ben gegaan naar Indonesië. Maar nadat mijn eerste vrouw ernstig ziek werd, heb ik nooit meer de kans gehad om terug te gaan. Alles zal toch wel veranderd zijn. We zijn nu 74 jaar verder. Voor sommigen is dat een heel mensenleven.’

Intersectionaliteit zorgt voor verdeeldheid

0

Pinguïns kennen geen religieuze geschriften en religieuze leiders. Pinguïns stellen zichzelf en anderen ook geen vragen over hun seksuele identiteit. Laat staan dat dit tot conflicten of banvloeken leidt.

Ruim een week geleden overleed in het Sea Life Aquarium in de Australische metropool Sydney de ‘homopinguïn’ Sphen, die met een andere mannetjespinguïn jarenlang een intiem koppel had gevormd, tweemaal een ei had uitgebroed en daarna het kuiken had grootgebracht.

De hele pinguïnkolonie nam gezamenlijk zingend afscheid van de overleden vogel. Daarmee werd weer eens een vaste aanname van religieuze zeloten gelogenstraft: dat homoseksualiteit ’tegennatuurlijk’ en daarom afkeurenswaardig is. Niets wijst erop dat het pinguïnstel sociale outcasts waren. De ‘uitvaart’ verliep in vrede en rust.

In vrede en rust: dat kon niet gezegd worden van de Amsterdamse Gaypride afgelopen zomer. Het concept van intersectionaliteit – het idee dat alle vormen van achterstelling en onderdrukking wereldwijd met elkaar samenhangen – heeft ook de lhbtqi-gemeenschap bereikt en vervolgens (onvermijdelijk) tot verdeeldheid geleid.

Mensen die niet alleen tot een seksuele, maar ook tot een etnische minderheid behoorden, voelden zich extra gediscrimineerd en vonden zich in voorgaande jaren niet voldoende gepresenteerd. De Gaypride zou vanouds te eenzijdig door witte homomannen worden gedomineerd, die daarmee de anderen onderdrukten.

Iemand onderdrukken is niet exclusief ‘wit privilege’

En dus kwam het tot een breuk, en waren er al snel twee rivaliserende clubs die beiden aanspraak maakten op de festiviteiten. Vervolgens kwam de gemeente Amsterdam met een klassiek-Hollandse oplossing: we doen alle activiteiten dubbel, alles komt gewoon twee keer, de eerste week krijgt de ene club de organisatie, de week daarop de andere.

Desalniettemin ging het mis vanwege onenigheid binnen de minderheden-binnen-minderhedengroep. Want als alles met alles samenhangt, elke vorm van onderdrukking met alle andere, dan kom je dezer dagen onvermijdelijk al snel uit bij Gaza en Israël. ‘No pride in genocide‘, aldus de leus van pro-Palestijnse deelnemers aan de optocht, waarmee zij deelnemende Joodse homo’s, die met Israëlische vlaggen zwaaiden, uiteindelijk verjoegen.

Dat zagen we al eerder bij enkele klimaatmarsen van Extinction Rebellion, waar sommigen ook al nadrukkelijk die link wilden leggen, wat veel geruzie en de verjaging van andersdenkenden veroorzaakte. En bij alle sympathie voor de Palestijnse zaak: dit is inderdaad niet de juiste weg. Concentreer je per demonstratie op één thema, haal niet alles erbij en kaap zo niet andermans demonstratie met jouw hoofdthema weg.

Dat is niet alleen onverstandig – je jaagt zo veel mensen tegen je in het harnas – maar ook inhoudelijk dubieus. Veel hangt op deze aarde met elkaar samen, ook veel vormen van onderdrukking – maar niet zwart-wit. Hoe meer je erbij sleept, hoe gecompliceerder het wordt, omdat onderdrukte minderheden soms ook zelf weer andere minderheden onderdrukken. Iemand onderdrukken is niet een exclusief ‘wit privilege’.

Juist Israël vormt een frappant voorbeeld. Het land onderdrukt – daarover geen twijfel – de Palestijnen. Maar homo’s zijn in Israël veel beter af dan in Palestina. Palestijnse homo’s worden in Israël onderdrukt als Palestijn, maar door Hamas als homo. Zodoende verklaarde een lesbisch Palestijns koppel tegenover Volkskrant-verslaggever Bo Hanna op 25 oktober 2022 zich in Tel Aviv vrijer te voelen dan thuis.

Een vorige keer had de organisatie van de Gaypride vlaggen neergezet van alle landen waar homoseksualiteit strafbaar was – dus ook de Palestijnse. Dat was voor sommigen een onwelkome boodschap, dat onderdrukten ook zelf onderdrukken, en prompt volgden protesten – waarna de organisatie helaas door de knieën ging.

De ‘No pride in genocide‘-demonstranten keerden zich nu tegen de Israëlische vlag met het argument dat het bij de Israëlische homorechten slechts ‘pinkwashing‘ betrof, een lege façade die de wandaden van Netanyahu moet schoonwassen, die zo onweersproken kan pretenderen westerse vrijheden te verdedigen. Die functie zal het voor de huidige extreemrechtse regering (waarvan het religieus-fundamentalistische deel die rechten ook vast graag zou kortwieken) best hebben, maar dat laat onverlet dat die rechten er in Israël voor homo’s wel zijn, door henzelf bevochten. In Hamas-gebied zijn hun Palestijnse soortgenoten rechteloos.

Je kunt je afvragen of op een Gaypride überhaupt nationale vlaggen thuishoren. Maar dat geldt dan natuurlijk ook voor de Palestijnse vlag.

Journalisten uit Gaza krijgen een onderzoeksplek in Amsterdam

0

Twee journalisten uit Gaza zijn de komende vijf maanden onderdeel van het onderzoeksteam van het Netherlands Institute for Advanced Study (NIAS) in Amsterdam. ‘Hier kunnen ze op adem komen en in rust werken aan hun onderzoek’, aldus de onderzoeksinstelling.

Naast de twee journalisten uit Gaza komen er ook vier journalisten uit Oekraïne naar Nederland. Ze zullen gebruikmaken van het Safe Haven Fellowship, dat het NIAS nu al drie jaar beschikbaar stelt voor onderzoekers, journalisten, artiesten en schrijvers uit conflictgebieden.

Vandaag komt Amal Helles aan in Nederland. Ze komt oorspronkelijk uit Gaza en werd in oktober vorig jaar van de ene op de andere dag oorlogsverslaggever, zo schrijft het NIAS. Ze gaat onderzoek doen naar de rol van vrouwen in de verslaggeving van de Gaza-oorlog. De tweede journalist uit Gaza, Mohammed Alzanoon, komt in februari naar Nederland. Als fotojournalist en documentairemaker wil hij zijn familie in beeld brengen en hun persoonlijke verhaal vertellen. Beide journalisten zijn onlangs uit Gaza gevlucht.

Volgens het NIAS wordt de academische vrijheid wereldwijd in toenemende mate bedreigd. ‘De Academic Freedom Index laat zien dat 23 landen momenteel achteruitgang van academische vrijheid vertonen, waaronder Nederland, terwijl er in slechts tien landen sprake is van toename.’

Het is de eerste keer dat het onderzoeksinstituut journalisten uit Palestina binnenhaalt. De afgelopen drie jaar ging het om wetenschappers uit Oekraïne, Rusland en Wit-Rusland.

Veilige gebieden in Syrië, hoe reëel is dat?

0

Nederland gaat onderzoeken of Syriërs nog steeds recht hebben op asiel. Daarbij zal het een nieuwe veiligheidsanalyse maken, want het huidige beleid is verouderd. Wat kunnen we verwachten van deze herziening?

Een uitspraak van Geert Wilders vorige week deed veel stof opwaaien. Syriërs die nog geen verblijfsvergunning hebben, moeten volgens hem teruggestuurd worden en ook nieuwe aanvragen zouden niet ingewilligd moeten worden. Want, zo stelt de PVV’er, delen van Syrië zijn inmiddels veilig. 

‘Een Duitse rechtbank (Hoog Administratieve Hof uit Münster) heeft onlangs bepaald dat Syrië inmiddels veilig genoeg is. Zweden en Denemarken vonden eerder al dat delen van Syrië veilig zijn, schreef hij op X, Hij kreeg bijval van coalitiegenoten NSC en BBB.

Het lijkt geen toeval te zijn dat Wilders juist nu dit ‘inzicht’ deelt. De steekpartij in het Duitse Solingen, waarvan een uitgeprocedeerde Syrische asielzoeker de verdachte dader is, deed in heel Europa de vraag opdoemen of Syriërs nog wel bescherming nodig hebben. Acht andere landen in Europa, te weten Denemarken, Duitsland, Italië, Griekenland, Kroatië, Oostenrijk, Tsjechië en Slowakije, willen deze zomer opnieuw zien of delen van Syrië veilig verklaard kunnen worden. 

Hoe werkt dit in Nederland?

Maar zo snel gaat het niet. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft aangegeven dat het op zijn vroegst eind dit jaar of begin volgend jaar met een nieuwe veiligheidsanalyse zal komen. Bovendien merkte het op dat het hier al mee bezig was voordat Geert Wilders om een herziening vroeg. 

‘Van sommige landen verschijnt er jaarlijks een nieuw ambtsbericht, dat is ook het geval bij Syrië. Dat betekent dat er elk jaar onderzoek wordt gedaan naar de ontwikkelingen en veiligheidssituatie in het land’, zegt Marjon Rozema van Amnesty International Nederland aan de telefoon. Het ambtsbericht speelt in Nederland een belangrijke rol. De Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) raadpleegt het document bij asielaanvragen, maar het luistert hierbij ook naar het persoonlijke verhaal van de asielzoeker, legt Hemme Battjes Hoogleraar Europees migratierecht uit in Trouw

Mark Klaassen, universitair docent migratierecht, legde uit in Nieuwsuur dat het asielrecht toestaat om bepaalde landen of regio’s als veilig aan te merken waardoor er, behoudens individuele asielgronden, geen internationale bescherming meer nodig is. ‘Niet iedereen uit een land hoeft bescherming te krijgen’, maar al naar gelang de regio waar de vluchteling vandaan komt en wat het vluchtverhaal is.’

Tot nu toe werd heel Syrië door Nederland als onveilig beschouwd. Het laatste ambtsbericht over de veiligheidssituatie in Syrië dateert van augustus 2023. In dit ambtsbericht wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende regio’s. Er zijn er gebieden die relatief veel geweld ervaren, en gebieden die relatief weinig met geweld te maken krijgen, zo staat er. Maar de risico’s die Syriërs lopen zijn ook afhankelijk van hun positie in de maatschappij, of hun standpunten ten opzichte van de regering. 

Hoofdstuk 10 van het ambtsbericht gaat over terugkeer naar Syrië. Daarover stelt het dat ‘Syriërs die terugkeerden naar regeringsgebied konden worden geconfronteerd met een groot aantal mensenrechtenschendingen, waaronder willekeurige detentie, marteling, gedwongen verdwijningen, afpersing en mishandeling door de Syrische autoriteiten’. Met het regeringsgebied worden de regio’s bedoeld die door het regime worden beheerst. Er zijn ook regio’s die worden beheerst door de oppositie, de Koerden, IS of door Turkije.

‘Niet echt veranderd’

De vraag is nu in hoeverre deze informatie is verouderd. Volgens verschillende ngo’s is er niet veel aan deze situatie veranderd. Vluchtelingenwerk stelt dat het ‘nu niet veilig is voor Syriërs om terug te keren’, en dat ze ‘nog steeds recht op bescherming hebben’. 

‘Geen enkel deel van Syrië is veilig. Mensen die worden teruggestuurd, lopen een reëel risico op vervolging. Nederland moet mensen die Syrië zijn ontvlucht beschermen. Uitzetting is inhumaan’, reageert Amnesty International Nederland.

‘Alleen omdat deze mensen het land verlaten hadden en hun toevlucht ergens anders hebben gezocht waren ze doelwit’

Mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty International, Human Rights Watch en het Syrian Network for Human Rights, blijven documenteren hoe Syrische veiligheidstroepen en aan de regering gelieerde milities vluchtelingen die terugkeren willekeurig vasthouden, martelen, laten verdwijnen en doden. Deze schendingen zijn vaak een direct gevolg van de vermeende banden met de oppositie. Alleen omdat deze mensen het land verlaten hadden en hun toevlucht ergens anders hebben gezocht waren ze doelwit’, stelt Rozema.

Sinds augustus 2023 zijn er inderdaad nieuwe rapporten gepubliceerd, door organisaties die voor het samenstellen van het ambtsbericht worden geraadpleegd. In het laatste ambtsbericht bestond de bronnenlijst uit onder andere de VN Veiligheidsraad, UNHCR, Amnesty International, de EUAA en Human Rights Watch. De laatste publiceerde in januari dit jaar een verslag van de situatie in 2023. Het EUAA deed dit nog recenter: in april 2024, vier maanden geleden. 

EU Agentschap voor Asiel (EUAA): reden van vluchten van belang

Het EU Agentschap voor Asiel bracht in april 2024 een rapport uit over de veiligheidssituatie in Syrië in de periode augustus 2022-November 2023. De conclusies komen grotendeels overeen met de informatie in het Nederlandse ambtsbericht van 2023. Het rapport legt bovendien de nadruk op het feit dat, hoewel het in bepaalde gebieden in Syrië inderdaad veilig is voor de lokale bevolking, dit een ander verhaal kan zijn voor Syriërs die het land zijn ontvlucht. ‘Het is niet het feit dat ze gevlucht zijn, maar de redenen waarom ze gevlucht zijn dat hen blootstelt aan het risico op vervolging’, zo stelt het rapport. 

Als een persoon zich bijvoorbeeld heeft uitgesproken tegen de regering, deel heeft genomen in een demonstratie of heeft meegevochten in de burgeroorlog, dan riskeert die persoon gevangenisstraf, marteling of andere vormen van vervolging als hij terugkeert naar een gebied dat door de huidige regering wordt beheerst. Dit is wellicht anders voor een persoon dat regeringsgezind was, of voor een persoon die terugkeert naar een gebied dat momenteel door rebellen wordt beheerst, maar dit kan niet met zekerheid worden vastgesteld, concludeert de EUAA.

De risico’s die een persoon loopt bij terugkeer naar Syrië zijn allesbehalve vast te stellen van te voren, beschrijft de EUAA. Bij aankomst in Syrië kunnen terugkeerders onderworpen worden aan een veiligheidscheck en statusregeling. Deze procedures worden uitgevoerd door de Syrische inlichtingendienst. ‘Er zijn geen uniforme procedures die een terugkeerder moet doorlopen voordat hij teruggaat naar Syrië, noch een proces dat garanties biedt over veiligheid bij terugkeer’, merkt het EUAA op. Daarnaast is er in Syrië de mogelijkheid iemand aan te geven bij de inlichtingendienst, iets dat een dagelijkse gang van zaken is in Syrië. Dit kan uit wraak zijn of voor een vergoeding en gebeurt zelfs onder buren en familieleden, stelt het.

Zijn de adviezen bindend?

De veiligheidssituatie kan dus per gebied, maar ook per persoon verschillen en kan niet met zekerheid worden vastgesteld, daar komt het op neer. De conclusies van de EEAA worden door veel landen gebruikt bij het bepalen van hun richtlijnen, waaronder door Nederland. De adviezen in het rapport zijn niet bindend, maar volgens de EUAA zijn de lidstaten overeenkomstig artikel 11 van de EUAA-verordening verplicht om bij de behandeling van verzoeken om internationale bescherming rekening te houden met de richtlijnen en de gemeenschappelijke analyse, hoewel ze uiteindelijk bevoegd zijn om zelf om over individuele verzoeken te beslissen.

‘Dit soort uitlatingen zorgen voor heel veel onrust onder Syrische inwoners van Nederland’

Ook het ambtsbericht van Nederland is niet bindend, de minister kan ervan afwijken als ze dat zou willen, legt Lynn Hillary, universitair docent migratierecht aan de Universiteit van Amsterdam uit in Trouw. Maar de minister heeft niet het laatste woord, dat heeft de rechter, zegt Battjes in hetzelfde artikel. Een asielzoeker kan bezwaar maken op een beslissing van het IND, en de rechter kan dan oordelen dat de veiligheidssituatie niet juist is beoordeeld, legt hij uit. 

Asielzoekers hebben bepaalde rechten, waarop zij zich kunnen beroepen wanneer vanuit de politiek een roep is om strengere handhaving. Dit is in Nederland zo, en in heel Europa. Maar dat neemt de zorgen niet direct weg bij asielzoekers, die rechtse politici plotseling de bescherming die ze genoten in twijfel zien trekken, merkt Vluchtelingenwerk op. 

‘Dit soort uitlatingen zorgen voor heel veel onrust onder Syrische inwoners van Nederland. Zij hebben een oorlogssituatie en een wreed regime ontvlucht en hebben na een lange wachttijd veiligheid en rust gevonden in Nederland. Ze richten zich nu op de Nederlandse samenleving en nemen daar actief aan deel. Afwegingen over het al dan niet veilig zijn van een land van herkomst moeten dan ook zeer zorgvuldig gedaan worden’, aldus de ngo.

Lees ook:

Wat zijn de euro’s waard voor Syriërs in Libanon?

Onder de 2000 asielzoekers gelukt, maar blijft moeilijk in Ter Apel

0

Dit weekend werden bewoners van het azc in Ter Apel noodgedwongen overgeplaatst naar andere locaties in het land om het aantal onder de 2000 te brengen. Dit is gelukt, maar voor hoe lang?

‘Voor het eerst sinds maart is het afgelopen weekend gelukt om het aantal mensen in Ter Apel onder de 2000 te brengen, zoals in de bestuursovereenkomst met de gemeente Westerwolde is vastgelegd. Dat is het gevolg van extra maatregelen’, meldt het COA op maandagmiddag 2 september.

‘Zoals we nu kunnen inschatten zal de bezetting in Ter Apel komende dagen met deze oplossingen onder de 2000 kunnen blijven’, gaat het verder. Maar of dit zal blijven lukken is niet zeker. ‘We blijven behoefte hebben aan een structurele maatregel.’

Afgelopen vrijdag kondigde minister Marjolein Faber van Asiel en Migratie een noodmaatregel aan. Voor zondag moesten 100 tot 200 asielzoekers worden overgeplaatst naar andere COA-locaties in het land, om ervoor te zorgen dat het aantal in Ter Apel onder de 2000 kwam. ‘Deze actie is inderdaad uitgevoerd’, zegt het COA.

Bestuursvoorzitter Milo Schoenmaker: ‘Wij willen niets liever dan ons aan de bestuursovereenkomst houden. Daarom hebben wij een grote logistieke operatie gerealiseerd, waarbij we wederom een groot beroep hebben gedaan op onze medewerkers, die zich hiervoor hebben ingezet.’

Maar een structurele oplossing was de overplaatsing niet. ‘We hebben nog steeds behoefte aan meer opvangplekken en een betere doorstroming naar andere gemeenten.’ Hoewel het COA zegt dat het alles zal doen om het aantal bewoners onder de 2000 te houden, geeft het toe dat dit niet zomaar gaat.

‘De druk blijft onverminderd hoog. Er is nog steeds een groot tekort aan opvangcapaciteit en er zijn ook voortdurend sluitingen van tijdelijke locaties. Daarnaast speelt dat nieuwe tijdelijke locaties vaak later beschikbaar komen dan aanvankelijk voorzien.’

Ook op andere COA-locaties in Nederland is de bezettingsgraad bijna 100 procent. Bovendien is er een groot aantal statushouders die in de COA-locaties verblijven omdat zij geen woonruimte kunnen vinden. ‘Van de 77.000 mensen die we opvangen, is zeker 20.000 statushouder. De helft daarvan is er al langer dan veertien weken, terwijl dat de maximale periode zou moeten zijn.’

Gemeente naar de rechter

De noodmaatregel van de minister kwam niet uit de lucht vallen. De gemeente Westerwolde is al langer kritisch op het COA over het aantal bewoners in het azc van Ter Apel, waar het gros van de asielzoekers in Nederland aankomt. Voor elke dag dat het COA het maximale aantal van 2000 overschreed, betaalde het vanaf januari dit jaar een boete aan de gemeente. In juni werd het maximum van deze boete – 1,5 miljoen euro – bereikt. De gemeente dreigde daarna opnieuw naar de rechter te stappen als het bewonersaantal van 2000 nog steeds zou worden overschreden. Op vrijdag 30 augustus stond de teller op 2117.

De noodmaatregel van de minister viel niet in goede aarde bij de gemeenten, die stelden dat er niet ongevraagd asielzoekers in de opvanglocaties geplaatst konden worden. Per locatie ging het om enkele bedden, maar wanneer hierdoor het maximum op een locatie wordt overschreden, dan kan de veiligheid in het geding komen, of kan er weerstand ontstaan vanuit de maatschappij, legde een woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) uit aan NOS.

Hijabi neemt zitting in Belgisch parlement

0

België is een islamitisch parlementslid met een hoofddoek rijker. De Marokkaans-Belgische Farida Tahar neemt voor de klimaatvriendelijke partij Ecolo haar plek in het Brusselse parlement in, zo meldt de Turkse nieuwssite SonHaber.

Tahar is na Mahinur Özdemir Göktas – de Turks-Belgische moslima die tussen 2009 en 2015 Brussels parlementariër was en nu de Turkse minister van Familiezaken is – de tweede hijabi die als volksvertegenwoordiger zitting mag nemen in Brussel.

Tahar vervangt Marie Lecocq, die volgens de statuten van Ecolo vanwege haar co-voorzitterschap voor de partij niet meer als volksvertegenwoordiger mag dienen. Lecocq zat sinds 2019 in het parlement van het Brusselse gewest. Tahar stond bij de gemeenteraadsverkiezingen op plek twee op de lijst.

Volgens SonHaber vervult Tahar, die eerst (van 2012 tot 2018) in Molenbeek gemeenteraadslid was voor de Parti Socialiste, een belangrijke rol in de Belgische politiek wat betreft diversiteit en representatie.

Tahar zet zich sinds het begin van haar carrière in tegen de discriminatie van vrouwen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Ook werd ze actief lid van de Beweging tegen Racisme, Antisemitisme en Xenofobie (MRAX), waarvan ze van 2016 tot 2018 de vicepresident was.

Turkije boos op Netflix-serie over Cyprus, ‘Griekse propaganda’

0

Turkije is niet blij met de nieuwe Netflix-serie Famagusta, een Griekse productie (eind september te streamen) over de Turkse militaire interventie op Cyprus in 1974. De Turken nemen aanstoot aan het woord ‘bezetting’, terwijl Turkije de interventie – die uiteindelijk tot de opdeling van het eiland in een Turks en Grieks deel zou leiden – beschrijft als een ‘vredesoperatie’, zo meldt de Turks-islamistische krant Yeni Safak.

Volgens het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken zou de serie zich schuldig maken aan ‘geschiedvervalsing’ door de Turken als bezetters af te schilderen. ‘De serie Famagusta die binnenkort op een digitaal platform te zien is, verleent de zwarte propaganda van het Griekse bestuur in Cyprus een dienst’, aldus een verklaring van het ministerie.

Volgens Turkije houdt de serie geen rekening met de gruwelen die Turkse Cyprioten in de jaren 1963-1974 hebben meegemaakt en met de coup die in 1974 plaatsvond met het doel het eiland te verenigen met Griekenland. Turkije claimt dat het land op basis van een verdrag uit 1960 het recht had om in 1974 te interveniëren. Uiteindelijk heeft de Turkse interventie geleid tot een afscheiding van het noordelijke gedeelte, waar in 1983 Turkse Cyprioten een republiek hebben uitgeroepen die alleen door Turkije wordt erkend. Duizenden Turkse militairen zijn nog steeds aanwezig, en ondanks vele vruchteloze verzoeningspogingen blijft het eiland verdeeld.

Wordt Karim Bouamrane premier van Frankrijk?

0

Bijna twee maanden na de parlementsverkiezingen heeft de Franse president Macron nog altijd geen nieuwe premier benoemd. Karim Bouamrane, burgemeester van de Parijse voorstad Saint-Ouen, wordt steeds vaker genoemd als topfavoriet. Wie is deze zoon van Marokkaanse migranten?

Op de linkeroever van de Seine, tegenover het presidentiële Élysée, staat het herenhuis Hôtel Matignon, waar de Franse premier zetelt. Na de eclatante overwinning van het radicaal-rechtse Rassemblement National (RN) bij de Europese Parlementsverkiezingen, vreesden velen in Frankrijk dat de parlementsverkiezingen voor het eerst in de geschiedenis een radicaal-rechtse premier zouden opleveren. RN won vervolgens de eerste ronde van de parlementsverkiezingen, maar de linkse coalitie Nouveau Front Populaire ging er onverwacht in de tweede ronde met de winst vandoor. Bijna twee maanden later krijgt het Matignon in plaats van een radicaal-rechtse premier nu mogelijk een premier van Marokkaanse afkomst als nieuwe bewoner.

Bekendheid dankzij de Olympische Spelen

De Olympische spelen in Parijs kennen in Frankrijk meerdere politieke winnaars. Allereerst president Macron, die zijn politieke steun ziet afbrokkelen en wiens presidentschap wordt gekenmerkt door massale demonstraties tegen zijn hervormingsplannen. Hij kan zich nu op de borst kloppen als de president die ondanks de moeilijke veiligheidskwesties en de pessimistische krachten in het land, een succesvol wereldevenement heeft weten te realiseren. Vervolgens Anne Hidalgo, die zich als burgemeester van Parijs al jaren inzet voor een autoluwe stad. Ze werd tijdens de Spelen geroemd voor haar ecologische visie voor Parijs, die niet in de weg heeft gestaan van de bereikbaarheid van de stad.

Maar bovenal Karim Bouamrane, de socialistische burgemeester van de Parijse banlieue Saint-Ouen. Hoewel hij zich al bijna dertig jaar in het politieke spectrum begeeft, was hij lange tijd niet bekend bij het grote publiek. Als burgemeester van een stad waar een deel van de Olympische Spelen werd gehouden, dook hij de afgelopen weken veelvuldig op in de media als de man die de arme buitenwijken van Parijs wil laten delen in het succes van de Spelen. In het licht van de Spelen wist hij publiek en privaat geld los te krijgen voor de transformatie van zijn stad. Zo wist hij verschillende bedrijven, waaronder Tesla, te overtuigen kantoren te openen in Saint-Ouen. Met de extra belastinginkomsten werden vervolgens nieuwe basisscholen gefinancierd. Zijn ster is snel rijzende. De New York Times portretteerde hem op de voorpagina en de Duitse krant Die Welt omschreef hem als ‘Obama aan de Seine’.

Macron houdt van verrassingen

De afgelopen dagen wordt Bouamrane in Frankrijk steevast genoemd als een van de favoriete kandidaten voor het premierschap. Politiek analist Solenn de Royer vertelt dat een keuze voor Bouamrane geen verbazing wou wekken. ‘Macron houdt ervan te verrassen. Eerst koos hij met Élisabeth Borne voor een vrouw en vervolgens met de benoeming van Gabriel Attal voor de jongste premier in de geschiedenis van de Vijfde Republiek. De benoeming van de zoon van een Marokkaanse metselaar, die heeft bijgedragen aan het succes van de Olympische Spelen, zou onmiddellijk de geschiedenis ingaan. Ook al heeft Bouamrane zelf er een hekel aan te worden gereduceerd tot zijn afkomst.’

‘Ik ben Karim Bouamrane, zoon van Sadia en Allal Bouamrane’

Jonge politieke betrokkenheid

De ouders van Bouamrane, beiden analfabeet, immigreerden vanuit Marokko naar Saint-Ouen. De vader vond er werk als metselaar. Nadat vele fabrieken in de jaren zeventig hun deuren moesten sluiten werd de Parijse banlieue waar Bouamrane opgroeide het toneel van armoede en misdaad. De arme voorstad werd tot voor kort alleen nog bezocht door buitenstaanders voor een bezoek aan de enorme vlooienmarkt, die bekend staat om zijn grote aanbod aan namaakartikelen. Bij zijn kandidaatstelling als burgemeester vertelde hij dat zijn politieke betrokkenheid vroeg begon. ‘Op mijn vijftiende nam ik deel aan mijn eerste politieke demonstraties. Ik ging de straat op om de Sandinisten te steunen in de oorlog in Nicaragua. Vervolgens eiste ik bij een volgende demonstratie de vrijlating van Nelson Mandela.’

Van de communistische partij naar Silicon Valley

In de stad, die 69 jaar lang onder leiding stond van communistische burgemeesters, wordt zijn politieke talent en betrokkenheid eerst opgemerkt door de lokale communistische partij. Op zijn tweeëntwintigste wordt hij namens die partij gemeenteraadslid. Na economie en rechten te hebben gestudeerd vervolgt hij zijn carrière in de IT-wereld. Het leidt hem, ver weg van zijn communistische geboortegrond, naar het hyperkapitalische Silicon Valley in San Francisco, waar hij een paar jaar werkt als ondernemer in de cybersecurity.

Bij zijn terugkeer naar zijn geboorteplaats stapt hij over naar de Parti Socialiste (PS) en stelt hij zich kandidaat als burgemeester. Hij krijgt tijdens zijn eerste campagne steun van Jean-Christophe Cambadélis, de machtige eerste secretaris van de PS. Hij ontmoette Bouamrane bij een partijbijeenkomst in 2014 en zag in hem een groot talent met een bijzonder verhaal. ‘Hij belichaamde de linkse politicus die daadwerkelijk de wijken ingaat.’ Bij zijn tweede poging in 2020 wist Bouamrane te winnen en volgde hij William Dellanoy op, de eerste rechtse burgemeester in de geschiedenis van Saint-Ouen. Zijn eerste bijdrage op het gemeentehuis opende de Marokkaans-Franse politicus met de woorden: ‘Ik ben Karim Bouamrane, zoon van Sadia en Allal Bouamrane, en ik ben de nieuwe burgemeester van Saint-Ouen.’

Kritisch op het radicaal-linkse La France Insoumise

Tijdens de Olympische Spelen, terwijl Macron zich bezint op de nieuwe bewoner van Matignon, trekt Bouamrane in een interview met de centrumrechtse krant Le Figaro fel van leer tegen La France Insoumise (LFI), de radicaal-linkse coalitiegenoot van de PS. ‘Het links van LFI was er niet toen we maar 7000 francs (omgerekend 1100 euro) hadden om rond te komen, of toen mijn vader werkloos raakte en we woonden in uitgeleefde panden. Ik trek de oprechtheid van hun strijd in twijfel. Bij LFI zijn veel kinderen van aristocraten of van de bourgeoisie te vinden die zich willen wreken op hun vader en die zich vervolgens geroepen voelen om te bepalen wat goede en wat slechte linkse politiek inhoudt. Ik maak me vooral grote zorgen als ik zie hoe hun vermogen om het land te verdelen via het etnisch-religieuze prisma resulteert in een verzwakking van het republikeinse fundament.’

‘Het Élysée heeft mij niets aangeboden. Ik ben geen fenomeen’

Het is een boodschap die Macron zal bekoren. Macron sluit het radicaal-linkse LFI en het radicaal-rechtse RN uit. Hij wil vooral samenwerken met de gematigde machten binnen de centrumlinkse en centrumrechtse partijen.

Voetballiefhebber die trots is op zijn achtergrond

Bouamrane laat zich vooral voorstaan op zijn verdiensten als persoon, maar schroomt niet zijn arbeiders- en  migratieachtergrond te benoemen. Hij speelde tot ver in de twintig niet onverdienstelijk bij voetbalclub FC Sevres en is hartstochtelijk fan van de voetbalclub Red Star FC. Die laatste club komt uit in de tweede divisie en is de tegenhanger van Paris Saint-Germain. Bij PSG klotsen de Qatarese oliedollars tegen de plinten en worden de wedstrijden gespeeld in Stadion Parc des Princes in het chique 16e arrondissement. Red Star FC is daarentegen genesteld in de arme buitenwijken van Parijs. De club staat verder bekend om de extreemlinkse banden en de culturele diversiteit van de supportersgroepen.

Tijdens zijn burgemeesterschap zette Bouamrane zich in voor de renovatie van het vervallen stadion van de club. Toen de club promotie maakte naar de tweede divisie omschreef hij dit op Instagram als  ‘een overwinning voor het volk’.

Ook plaatst Bouamrane elk jaar op 1 mei op de Dag van de Arbeid een post op zijn sociale mediakanalen over Brahim Bouraam. Hij was een tweeëntwintigjarige Marokkaanse vader van twee kinderen, die op 1 mei 1995 bij een racistische aanval door skinheads in de Seine werd gegooid en verdronk. ‘We zullen het nooit vergeten. Een andere 1 mei voor een gehele generatie’, luidde dit jaar het bijschrift bij de post van Bouamrane.

Premier of president

Bouamrane reageert nuchter op de hype rondom zijn naam, terwijl hij tegelijkertijd zijn ambities vrijgeeft. ‘Het Élysée heeft mij niets aangeboden. Ik ben geen fenomeen. Ik ben een politicus, rijk aan lokale en nationale ervaring. Die ervaring kan worden omgezet in een mondiaal collectief project.’

Ja, Bouamrane wil best premier worden, lijkt hij te zeggen. Maar er gaan ook steeds meer stemmen op dat hij geschikt is als presidentskandidaat. ‘A star is born. Hij heeft duidelijk het profiel voor het Élysée,’ zei Gaspard Gantzer, adviseur van oud-president François Hollande deze week. Hij ziet in Bouamrane de toekomstige president van Frankrijk. Hetzelfde geldt voor Jean-Louis Borloo, de vooraanstaande politiek leider van het rechtse Union des Démocrates et Indépendant, die volgens Le Monde in privé zijn steun zou hebben uitgesproken voor een toekomstige kandidaatstelling voor het presidentschap .

Het profiel en netwerk dat Bouamrane in dertig jaar politiek heeft opgebouwd stelt hem mogelijk in staat hoger te mikken dan het Matignon. Als hij niet wordt benoemd tot premier, wacht hem later wellicht de weg naar de andere kant van de Seine.

‘Wij zijn allemaal Hollanders’

0

Als middelbare scholier ben ik een keer naar Rotterdam gegaan om te kijken naar een voorstelling van de mehter. Voor het stadhuis op de Coolsingel gingen mannen in klassieke Ottomaanse kledij marsen en liederen opvoeren. Het was een prachtig gezicht om naar te kijken.

De mehter is een Turks militair orkest, niet van het huidige Turkse leger, maar van de legers van de zonen van de Ottomanen. In de Ottomaanse tijd liep de mehter met het leger mee. Lofzangen op glorieuze overwinningen in het verleden en in de toekomst gaven de soldaten moed.

Het dappere volk werd bezongen. Het dappere leger werd bezongen. Osman Pasha werd verheerlijkt. Hij was zo moedig, zo moedig als maar kan. Osman Pasha zou Plevne nooit opgeven.

De mether is nu folklore

Ik weet niet waar Plevne ligt, maar het ligt zeker niet in Turkije. Latere, minder dappere pasha’s hebben het wel opgegeven. Osman Pasha zou zich in zijn graf omdraaien.

De glorieuze Ottomaanse legers zijn er niet meer. Velen vinden dat het sindsdien dood en verderf is in het Midden-Oosten. Minder dappere legers beschieten burgerbevolkingen in Jemen, Aleppo en Gaza.

De mehter is nu folklore. De oude liederen van moed en glorie worden nu als kunst opgevoerd. Patriottische Turken huren soms een mehter in voor hun bruiloft. Tijdens de trouwerij worden dan strijdliederen gezongen.

Dit jaar ging er een filmpje rond van een mehter in Nederland. Waarschijnlijk was het bij de opening van een winkel. In klassieke kledij zongen norse Turkse mannen met snorren luidkeels:

‘Hollanders, Hollanders, wij zijn allemaal Hollanders.’

Netflix-tip: film over zwarte vrouwenbataljon tijdens WOII

0

In december is het oorlogsdrama The Six Triple Eight te zien op Netflix, over een zwart vrouwenbataljon dat tijdens de Tweede Wereldoorlog ervoor zorgde dat de mannen aan het front post kregen van hun families thuis.

Six Triple Eight is de bijnaam van het 6888ste Central Postal Directory Battalion. Dit bataljon bestond voornamelijk uit zwarte vrouwen, en zij waren de enige zwarte vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog naar het buitenland werd gestuurd.

In de oorlog was er een groot tekort aan militairen die de post voor Amerikaanse soldaten in het buitenland konden verzorgen. In 1944 drong de Amerikaanse burgerrechtenactiviste Mary McLeod Bethune er bij First Lady Eleanor Roosevelt op aan zwarte vrouwen een nuttige rol te gunnen voor de oorlog in het buitenland. Haar lobby had succes. 855 vrouwen, onder leiding van majoor Charity Adams, kregen een basistraining en vertrokken daarna naar het Verenigd Koninkrijk.

De dames moesten een enorme hoeveelheid niet-verzonden post verwerken. Het ging om zo’n 17 miljoen poststukken, die naar de militairen in Europa moesten worden gestuurd. Het was geen gemakkelijke klus, omdat op veel brieven en pakketten alleen de voornaam van de beoogde ontvanger stond of een bijnaam. Maar met een slim systeem slaagden ze er toch in om de achterstallige post te versturen naar de soldaten aan het front, wat goed was voor het moreel van de troepen.

De film is geregisseerd door Tyler Perry. Het verhaal is gebaseerd op een gelijknamig artikel uit 2021 in het historische tijdschrift WWII History. De trailer van de film kunt u hier bekijken.