7.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 12

Diyanet opent expertisecentrum voor moslims in Nederlandse samenleving

0

Diyanet, het Turkse Directoraat voor Religieuze Zaken, heeft vrijdag de ISN Academie geopend. De door Turkije gefinancierde instelling in Den Haag zou een ‘brugfunctie’ voor de islamitische gemeenschap in Nederland moeten vervullen, zo schrijft de Turkse nieuwssite SonHaber.

‘In een tijd waarin polarisatie toeneemt en de samenleving steeds diverser wordt, is gedegen onderzoek belangrijker dan ooit. De ISN Academie zal fungeren als een toonaangevend expertisecentrum voor islam en moslims in de Nederlandse samenleving’, staat in een bericht op LinkedIn, met foto’s van academici en politici, waaronder Fonda Sahla (D66).

Ook de Turkse consul in Den Haag, Selçuk Ünal, en andere Turkse ambtenaren en imams waren bij de opening aanwezig.

SonHaber meldt dat de ISN Academie zich zal richten op islamitisch en maatschappelijk onderzoek, en dat hieruit educatieprogramma’s zullen voortkomen. Dit alles is bedoeld om een ‘brugfunctie voor de islamitische gemeenschap’ te vervullen, waarbij theorie en praktijk samenkomen.

De instelling wil ook een ‘platform’ zijn voor het delen van ideeën en samenwerking over maatschappelijke kwesties. De Turkse consul prees de ‘liberale waarden’ van Nederland en hoopt dat islamofobie hier geen voet aan de grond krijgt.

Mijn vader sprak niet over Auschwitz. Ik zal het voor hem doen

0

‘Maar hoe was dat nou, het onderduiken? Drie jaar! Dat moet toch heel erg zijn geweest?’
‘Ach’, mama wuift de angst van haar dochtertje en zoontje weg, ‘zo erg was dat helemaal niet. Papa heeft het erg gehad. Hij zat in het kamp!’

Vragend kijken wij onze vader aan. ‘Ook dat viel best mee. Zo hard hoefde ik me niet in te spannen. Ik zat in de groentetuin van het kamp. En als je daar aan het werk was gezet, had je in ieder geval nog wel eens wat extra te eten. Een wortel, een knol of een stuk kool. En dat kon je dan weer ruilen voor een stuk brood of een paar sigaretten. Dus zo erg was het niet.’

Met deze korte mededelingen moesten wij, kinderen van een vader die jaren in een concentratiekamp had gezeten en van een moeder die drie jaar op talloze adressen zat ondergedoken, het doen.

Wilden onze ouders ons niet vertellen hoe vreselijk het allemaal was geweest? Wilden ze hun kleine kinderen sparen? Dat is wel iets wat ik als klein jochie vaak dacht. Jaren later begreep ik dat er veel meer speelde.

Het was niet zo dat onze ouders niets wilden vertellen. Met onze vragen kwamen we er steeds meer achter dat zij er niet over kónden spreken. De pijn, de angsten en de verschrikkingen waren ook jaren na die oorlog nog steeds niet te beschrijven. En niet uit te leggen. Zwijgen was het enige wat hen dan overbleef.

‘Werken in de groentetuin van Auschwitz, ik had wel eens wat extra te eten…’

Het eerste kamp

De trein, die twee dagen eerder uit Westerbork vertrok, komt piepend tot stilstand. Een klein goederenstationnetje en wat huisjes op de achtergrond zijn het enige wat in de omgeving zichtbaar is. De deuren van de wagons worden opengegooid. Jongens die er niet te jong uitzien en mannen die niet te oud zijn, worden de trein uitgeslagen.

Dit was dus de Baustelle waar Louis van de Kamp zijn werkzaamheden begon

En zo zit mijn vader met zijn handen in zijn nek gevouwen op de keien voor het station, samen met honderden lotgenoten. Vrachtauto’s komen het terrein op rijden. Opgejaagd door soldaten met hun geweren, blaffende honden en de nodige klappen beklimmen de mannen de vrachtwagens. Vader is op weg naar zijn eerste kamp, waarvan hij later hoort dat het de naam Sint Annaberg draagt. Niet veel later volgt alweer een nieuwe bestemming: Kamp Oderthal. Uiteindelijk eindigt voorlopig zijn reis in Gleiwitz-II. Dit blijkt een van de vele satellietkampen van Auschwitz te zijn.

Kamp Gleiwitz-II is, als vader daar aankomt, nog gedeeltelijk in aanbouw. Van het verhaal over ‘werken in de groentetuin’ blijkt vooral nog geen sprake te zijn. Nieuwe barakken moeten worden gebouwd. Het is november 1942. In de kou van de Poolse winter, eerst in de ochtend voor dag en dauw het appel. Dan de hele lange dag ‘de Baustelle’ op. Opgejaagd door de beulen en de bewakers. Wanneer het eindelijk donker wordt, opnieuw appel. Voordat vader zijn brits mag delen met de anderen om die nacht een beetje door te komen, krijgt hij soms een homp brood. Andere dagen alleen maar een kom waterige koolsoep. Te weinig om de maag te vullen na de zware dag, maar iets anders is er niet. De wortel of de knol uit vaders verhaal over de groentetuin zijn nog helemaal niet in zicht.

Eindelijk hebben alle nieuwe gevangenen een dak boven hun hoofd. De barakken zijn klaar. De ervaring van de barakkenbouw komt vader goed van pas. Zijn werk wordt nu uitgebreid naar de in aanbouw zijnde fabriekshallen. Immense betonnen skeletten worden afgebouwd tot torenhoge fabriekshallen. De roet- en cementfabrieken moeten zo snel mogelijk klaar zijn. De constante stroom van nieuwe gevangenen, krijgsgevangenen en Joden uit alle delen van Europa zorgt voor een groot arbeidersarsenaal.

Vader overleeft de dwangarbeid op de ‘Baustelle’. Anders dan veel van zijn maten. De ontberingen door honger, ziekte, onbeschrijfelijk geweld en wat wordt beschreven als bedrijfsongevallen worden hen vaak te veel.

De oorlogsindustrie binnen de omheining van Gleiwitz-II begint te draaien. Nu verricht vader geen slavenarbeid meer hoog op de wankele stellages op de Baustelle. Nu gaat het om het afgebeuld worden in de industrie zelf. De mishandelingen, de stokslagen, de ongelukken en de doodsbedreigingen die veelvuldig worden uitgevoerd, zijn elke lange dag aanwezig. Net zoals de kou in de winter, de verzengende hitte in de zomer en de altijd knagende honger.

Het verhaal van de groentetuin, met hier en daar een extra wortel of een ui, maakt nog steeds geen deel uit van vaders werkzaamheden.

Doden begraven

De SS moordt erop los, ook binnen de hekken van de Gleiwitzkampen. En die doden moeten begraven worden. Vader heeft ooit wel eens verteld over doden die hij hielp begraven in opdracht van de kampbewakers op de Joodse begraafplaats in de stad Gleiwitz. Hoeveel dat er waren, onder welke omstandigheden, daar werd verder over gezwegen.

In de nu leegstaande fabriekshal kijk ik omhoog

Tijdens mijn reis naar de plekken waar die papa van toen zijn oorlogsjaren door heeft moeten brengen, sta ik bij de deur van een van de laatste nog overgebleven barakken. Dit was dus de Baustelle waar Louis van de Kamp zijn werkzaamheden begon.

In de nu leegstaande fabriekshal kijk ik omhoog. Daar, helemaal boven, stond hij dus met de anderen op die steigers te balanceren, in de hoop niet naar beneden te storten op de betonnen vloer. Iets wat bijna dagelijks gebeurde. De zwartgeblakerde muren verraden de altijd aanwezige pikzwarte walm van een mengsel van roet en olie, waar rubber van gefabriceerd moest worden voor de Duitse oorlogsindustrie. Een walm die ervoor zorgde dat de fabrieksarbeiders het niet lang volhielden…

Op de Joodse begraafplaats in Gleiwitz is nu zichtbaar dat vader niet ‘wel eens’ meehielp om voor een omgekomen medegevangene een graf te delven. Rechts op de begraafplaats sta ik bij de grafsteen die mij vertelt dat op deze plek alleen al meer dan zeventig geëxecuteerde gevangenen liggen begraven. We lopen naar heuvelachtige plekken aan de andere kant van de begraafplaats. Recent onderzoek laat zien dat op deze plaats twee massagraven zijn met naar schatting duizenden gevangenen uit de kampen in en rond Gleiwitz, die eerst door de nazi-beulen en kort na de bevrijding door het Russische leger zijn vermoord.

En dat onderzoek toont ook dat dit die doden waren die vader dus heeft helpen begraven. Niet een enkeling waar hij eens over vertelde, maar duizenden waar hij over zweeg.

We staan even buiten Gleiwitz. Zowel naar rechts, links als ver vooruit strekken zich over honderden meters de nu door sneeuw bedekte akkers uit. We weten nu dat dit de groentetuinen voor de naburige kampen waren. Hier lagen ze op hun knieën door weer en wind in de klei te ploeteren. Broodmagere mannen in hun gestreepte jasjes en broeken, op houten klompen.

Hij kon het allemaal niet vertellen. Dit zwijgen is voor mij een levensles

Dit is dus de plek waar mijn vader ons over vertelde. ‘Zo erg was het niet. Het waren maar de groentetuinen. Soms snaaide je een wortel, soms een kool weg, voor het oog van de nazi met zijn hond die de wacht hield. Als het lukte, had je in de avond iets te delen in de barak. Lukte het niet, dan haalde je de volgende ochtend waarschijnlijk niet.’

‘Ach, zo erg was het niet.’

Mijn vader sprak niet. Hij kon het allemaal niet vertellen. Dit zwijgen is voor mij een levensles.

Tachtig jaar later

Ik heb het in het verre Polen opnieuw met eigen ogen gezien. Tachtig jaar later leven wij in een samenleving waarin wij het recht hebben om vrijuit te praten. Het niet kúnnen vertellen van toen is voor onze generatie geworden tot een plicht om te móeten vertellen.

Te vertellen over wat de niet te beschrijven ellende van oorlog feitelijk betekent. Onze mond te openen over wat er gebeurt wanneer wij elkaar uitsluiten, achterstellen, mensonwaardig behandelen en uiteindelijk die ander het recht niet meer gunnen om er samen met ons in deze wereld te zijn.

In een wereld om ons heen, waar dit uitsluiten nu, veraf en dichtbij, opnieuw aan de orde van de dag is, doemen de te bouwen barakken, de betonnen skeletten voor fabriekshallen ten behoeve van de oorlogsindustrie weer op. De omheiningen rond de uitgesloten bevolkingsgroepen dreigen weer te worden opgebouwd. Ja, ook met grafheuvels.

En hier en daar iemand die vanuit onmacht misschien eventjes vertelt over een groentetuin waar het allemaal ‘nog wel een beetje meevalt.’

Terug in ons mooie land mag en zal ik niet zwijgen. Al is het alleen al omdat mijn vader niet kon praten.

——-

Het is tachtig jaar geleden dat vernietigingskamp Auschwitz werd bevrijd. De reis van Lody van de Kamp naar Polen, van 19 tot en met 21 januari, kwam tot stand op initiatief van de NOS en werd mogelijk gemaakt door de ondersteuning en het onderzoek van de stichting Holocaustkampen.

Een verslag van zijn reis was gisteravond te zien op NPO 2 tijdens de uitzending over de herdenking van de bevrijding van Auschwitz.

Mijn gedachten gingen naar de roman ‘Kaas’

0

De Rotterdamse gemeenteraad was vorige week verbolgen en verbijsterd. Geld dat bestemd was voor projecten voor deradicalisering van jongeren was bij een kaashandel in Marokko terechtgekomen. Een gemeenteambtenaar, en volgens bronnen een goede vriend van burgemeester Ahmed Aboutaleb, had ook persoonlijk geld aan de kaashandelaren geleend. De raad eiste onderzoek. Het OM had eerder onderzoek gedaan en een deal met de kaashandelaren gesloten. Juridisch was het feitelijk koek en ei.

Mijn gedachten gingen naar de roman Kaas (1933) van Willem Elsschot. Frans Laarmans is een kantoorklerk die in kringen terechtkomt waar handel en aanzien belangrijk zijn. Hij krijgt de kans een groothandel in kaas te beginnen. In Antwerpen zal hij de Nederlandse Gouda’s Glorie kaas doorverkopen. Met de mentaliteit van een kantoorklerk geeft hij invulling aan zijn bedrijf. Het mislukt faliekant. Net als de kaashandel van Frans Laarmans in de roman bestaat de kaashandel in Marokko niet meer.

Een ander noodzakelijk ingrediënt van de kaashandel is de Hollandse boer

Als je wel eens in Marokko bent, zie je snel dat kaas daar geen gebruikelijke voedingswaar is. Een gat in de markt. De kaashandelaren zullen ook zo hebben gedacht. Of de klimaatomstandigheden voor veeteelt gunstig zijn, weet ik niet. Geiten die op takken van bomen klimmen om te grazen komen er wel voor, maar uitgestrekt grasland voor koeien heb ik niet kunnen bespeuren. Die paar geiten in de boom moet je eerst naar binnen halen om daarna wat melk bij de koppige geit te winnen. Dan kun je geitenkaas produceren.

Voor een florerende kaashandel heb je echter Hollands grasland nodig. Een ander noodzakelijk ingrediënt van de kaashandel is de Hollandse boer. Om kaas te kunnen produceren zal hij er niet voor terugdeinzen om meren, plassen en ja, zelfs de Zuiderzee in te polderen. De koeien van de norse boer zullen er met honderden tegelijk gaan grazen.

Ik ken de mensen van de deradicalisering/kaashandel niet. Volgens mij hebben ze twee projecten met een maatschappelijk motief uitgevoerd. Jongeren die aan het radicaliseren zijn, met een gesubsidieerd project op het gematigde pad houden. Met een kaashandel de kleine Marokkaanse boer subsidiëren om vee te houden.

In het boek van Willem Elsschot konden ze vooraf al zien dat met een kantoorklerkenmentaliteit geen succesvolle businesscase in kaas te maken was.

Oud-minister informeerde Kamer onjuist over burgerdoden Hawija

0

Oud-minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) heeft de Tweede Kamer meerdere malen te laat en onjuist geïnformeerd over de bombardementen in Hawija (Irak) in 2015, meldt NOS. Het bombardement werd uitgevoerd door Nederlandse F-16’s, waarbij minstens zeventig burgerdoden vielen. 

De commissie-Sorgdrager, ingesteld in 2020 na een aangenomen motie in de Tweede Kamer voor onderzoek naar het bombardement, komt na ruim vier jaar tot deze conclusie.

Saillant detail: oud-minister Hennis was gedurende die jaren speciaal gezant voor de Verenigde Naties in Irak. Ook stond ze als hoofd van de Bijstandsmissie voor Irak (UNAMI) de Iraakse overheid bij, onder andere op het gebied van de mensenrechten.

Vorig jaar is ze door de VN als gezant overgeplaatst naar Libanon.

Het rapport is door ‘Haagse bronnen’ uitgelekt aan RTL Nieuws en wordt maandag pas gepresenteerd en overhandigd aan minister (en partijgenoot) Ruben Brekelmans (VVD) van Defensie.

De burgerslachtoffers in Hawija kwamen pas vier jaar na dato aan het licht in Nederland, na berichtgeving van NOS en NRC in 2019. Nabestaanden hebben, met advocaat Liesbeth Zegveld, de Nederlandse staat toen aangeklaagd.

De regering blijkt jarenlang te hebben gezwegen over de destructieve gevolgen van het bombardement. Zo zou Hennis kort na de aanval in 2015 hebben verzuimd om de Kamer in te lichten over burgerslachtoffers. Zij wilde dat ‘met zekerheid’ kunnen zeggen, maar toen ze die informatie alsnog kreeg, heeft ze de Kamer te laat en onjuist geïnformeerd over meerdere zaken, aldus de commissie-Sorgdrager.

Studenten archeologie onderzoeken Afrikaanse invloeden op Surinaamse plantage

0

Op een Surinaamse plantage, die na de afschaffing van de slavernij in handen kwam van nazaten van slaafgemaakten, wordt de komende weken archeologisch onderzoek gedaan. Studenten archeologie zullen op zoek gaan naar Afrikaanse invloeden.

Studenten van de Anton de Kom Universiteit in Suriname (AdeKUS) zullen de komende week doorbrengen op de voormalige suiker- en cacaoplantage Toledo, die na de afschaffing van de slavernij in handen kwam van de familie Weegman, nakomelingen van slaafgemaakten die op de plantage werkten. De kinderen en kleinkinderen van deze familie hebben de plantage altijd onderhouden, meldt Afro Magazine.

De studenten gaan op zoek naar aanwijzingen van de levensstijl van de nazaten. Er is tot op heden niet veel onderzoek gedaan naar de Afrikaanse invloeden; meestal gaat het om de invloeden van de Europese koloniale heersers, vertelt archeoloog en docent aan de universiteit Cheryl White aan Afro Magazine.

Het project, dat ook Nederlandse fondsen heeft ontvangen, is een initiatief van het Broos Instituut voor Afrocentrische Studies en Onderzoek. Marvin Hokstam, directeur en oprichter van het instituut, is zelf een kleinkind van Frederik Weegman, de laatste nazaat die zijn gezin op de plantage stichtte.

Zorgen om staakt-het-vuren in Libanon: Israël en Hezbollah houden zich niet aan afspraken

0

Aanstaande zondag 26 januari moeten Israël en Hezbollah voldoen aan de voorwaarden van het staakt-het-vuren in Libanon, maar deze deadline komt snel dichterbij. Israëlische troepen zijn nog steeds aanwezig in Zuid-Libanon en Hezbollah heeft nog niet alle militaire posten overgedragen aan het VN-leger UNIFIL.

Israël heeft gevraagd om een verlenging van de termijn met een maand. Het staakt-het-vuren in Libanon ging op 27 november in. Vanaf dat moment hadden beide partijen 60 dagen om aan de voorwaarden te voldoen. Israël zou de troepen volledig terugtrekken en Hezbollah zou zich terugtrekken tot de noordelijke oever van de Litani-rivier.

Hezbollah heeft Israël aangespoord Libanon voor aanstaande zondag te verlaten, maar volgens de Israëlische regering gaat de overdracht aan UNIFIL niet snel genoeg. Daarom heeft Israël om een verlenging van het staakt-het-vuren gevraagd, opvallend genoeg niet aan de Libanese regering, maar aan de nieuwe Amerikaanse president Trump. Deze heeft tot op heden geen gehoor gegeven aan het verzoek.

Ondertussen heeft de nieuwe Libanese president Joseph Aoun zijn zorgen geuit over de naderende deadline. Als deze niet wordt gehaald, bemoeilijkt dit ook de wederopbouw van het land en de uiteindelijke stationering van het Libanese leger in Zuid-Libanon. Aoun heeft de VS en Frankrijk aangespoord druk uit te oefenen op Israël.

Tweetalig opvoeden? ‘Wij spreken thuis alleen Turks’

0

Turkse Nederlanders maken zich zorgen over het slechte Turks van hun kinderen en kleinkinderen. Om de Turkse cultuur door te geven, is de ‘Ik spreek thuis Turks-campagne’ gestart. Maar is dat in Nederland wel praktisch? De Kanttekening sprak hierover met drie Turkse Nederlanders.

Het is waarschijnlijk geen overdrijving om te stellen dat de Turkse taal voor derde generatie Turkse Nederlanders – anders dan bij de tweede generatie, voor wie Turks vaak de enige optie was vanwege hun gemigreerde ouders – een belangrijk onderwerp is in de opvoeding. Sommige ouders kiezen ervoor thuis uitsluitend Turks te spreken, terwijl andere gezinnen meertalig opvoeden.

Volgens Ömer Demirözcan, docent Nederlands op een middelbare school in Amsterdam en lerarenopleider aan de Hogeschool van Amsterdam, is er in Nederland een positieve verschuiving gekomen rond het opvoeden in de moedertaal.

Turkse identiteit

‘Eerst was de focus dat het spreken van de moedertaal zou leiden tot achterstanden. Maar kinderen met een migratieachtergrond slagen gewoon op de havo, het vwo of in academische opleidingen en zijn maatschappelijk succesvol’, zegt Demirözcan, die ervaring heeft als docent Nederlands in multiculturele en witte contexten. Thuis heeft hij altijd Turks gesproken.

Hij heeft twee kinderen en vertelt dat het doorgeven van de Turkse taal bij hen geen enkel probleem is. ‘Dat gaat gewoon vanzelf. Wij zijn consequent en spreken thuis alleen Turks tegen onze kinderen. We vinden de ontwikkeling van de moedertaal belangrijk, omdat die nauw verbonden is met identiteit en cultuur.’

Suna Floret, docent aan het Albeda College in Rotterdam, heeft Turks van huis uit meegekregen en is haar ouders ‘enorm dankbaar’, omdat ze zo met haar grootouders kon communiceren.

‘Dat heeft me niet alleen geholpen om de taal goed te leren, maar ook om de verhalen en wijsheid die ze deelden echt te voelen. Als mijn opa iets vertelde, voelde ik dat tot in mijn kern. Die emotie zat in de taal. In vertaling zou dat nooit hetzelfde overkomen’, zegt ze met passie.

‘Taal is zoveel meer dan alleen woorden’

Floret sprak in de eerste jaren bewust Turks tegen haar zoontje. ‘Zodat hij aan de Turkse taal zou wennen’, vertelt ze. ‘Nu spreken we thuis vooral Nederlands, en dat werkt prima. Mijn ouders spreken nog steeds Turks tegen hem, en hij begrijpt het volledig. Dat vind ik heel waardevol. Taal is namelijk zoveel meer dan alleen woorden; het zit vol humor, spreekwoorden en cultuur. Dat maakt het van onschatbare waarde.’

Orhan Ünver uit Den Haag heeft zelf geen kinderen, maar ziet in zijn Turkse vriendenkring dat vooral Nederlands wordt gesproken. ‘Dat komt omdat hun Nederlands beter is dan hun Turks. Het is puur gemak, geen bewuste keuze’, vertelt hij.

Hij noemt het voorbeeld van zijn neef, die eerst alleen Nederlands tegen zijn kinderen sprak. ‘Daar kreeg hij later spijt van, omdat de communicatie met de grootouders daardoor moeilijk werd. Zijn kinderen moesten vervolgens op Turkse les, en uiteindelijk kwam het alsnog goed.’

Moeite met de Nederlandse taal

Floret merkt dat dit niet altijd zo gaat. ‘Ik ken geen ouders die alleen maar Nederlands met hun kinderen spreken. Bij mijn Turkse studenten spreken ze bijna allemaal goed Turks. Bij studenten met een Marokkaanse achtergrond komt het vaker voor dat er thuis alleen Nederlands wordt gesproken, waardoor sommigen minder goed Berbers of Arabisch spreken.’

Volgens Floret leidt de sterke focus op Turks soms tot problemen met de Nederlandse taal. ‘Ik zie nog te veel Turkse studenten die moeite hebben met Nederlands’, zegt ze. ‘Ze maken niet alleen spelfouten, maar hebben ook vaak moeite met het structureren van een goede tekst. Dat is zonde, want ze komen waarschijnlijk bij Nederlandse bedrijven terecht, waar goed communiceren essentieel is.’

‘Waarom zou een Amsterdams of Rotterdams accent geen probleem zijn, maar een Turks accent wel?’

Ze wijst ook op het probleem van accenten. ‘Het valt me op wanneer een 16-jarige student met een zwaar Turks accent Nederlands spreekt. Dat zou op die leeftijd eigenlijk niet meer zo moeten zijn. Bij mijn Marokkaanse studenten komt dat minder vaak voor.’

Ünver is het daar niet mee eens. ‘Waarom zou een Amsterdams of Rotterdams accent geen probleem zijn, maar een Turks accent wel? Accenten zijn juist een verrijking, zolang je goed en verstaanbaar Nederlands spreekt. Mijn familie in Eindhoven spreekt met een Eindhovens accent, en dat vind ik alleen maar grappig.’

Demirözcan kent enkele ouders die alleen Nederlands praten met hun kinderen. ‘Vaak zijn dat kinderen die bijvoorbeeld vwo doen en succesvol zijn. Maar zij staan meestal met een mond vol tanden in een Turkse omgeving, zoals op vakantie in Turkije.’

Daar komt volgens hem nog een probleem bij: het begrijpen van Turkse teksten, bijvoorbeeld in religieuze contexten. ‘Ze missen dan een stuk culturele diepgang, omdat veel bronnen die de Turkse gemeenschap gebruikt in het Turks zijn. Daar hebben sommige mensen later echt spijt van.’

Jong brein

Floret betreurt dat ze tegenwoordig minder Turks tegen haar zoon spreekt. ‘Maar omdat hij het begrijpt, ben ik ervan overtuigd dat het goedkomt. Ik wil dat zijn Nederlands perfect is. Meertalig opvoeden is absoluut mogelijk. Taal is een rijkdom die ik mijn zoon wil meegeven, maar het moet in balans zijn. Anders kan het problemen geven, en dat wil je voorkomen.’

Demirözcan sluit zich daarbij aan. ‘Ik ben zelf het bewijs dat het kan, en ik ben geen uitzondering. Je staat versteld van wat een jong brein aankan.’

Ünver eindigt met een citaat van de Arubaanse echtgenoot van een Turkse vriend: ‘Ik begrijp niet hoe meertalig opvoeden een probleem kan zijn. Wij leerden van jongs af aan Nederlands, Papiaments, Engels en Spaans. Dat is een rijkdom, geen last.’

België: veertienjarige opgepakt die aanslag op moskee wilde plegen

0

In België is een veertienjarige jongen opgepakt wegens het plannen van een terreuraanslag op een moskee. Volgens de Belgische krant De Morgen koesterde de jongen extreemrechtse ideeën. Bij een huiszoeking in zijn woning zijn wapens aangetroffen.

De jongen zou de aanslag willen plegen tijdens het vrijdagsgebed, een moment waarop moskeeën traditioneel druk bezocht worden.

Na ontvangst van informatie over de dreiging startten de autoriteiten onmiddellijk een gerechtelijk onderzoek. Donderdag vond een huiszoeking plaats in de woning van de verdachte, waarna hij werd gearresteerd. De jongen is inmiddels ondergebracht in een gesloten jeugdinstelling.

‘De minderjarige wordt ervan verdacht een terroristische moordaanslag te hebben voorbereid’, verklaarde procureur Moinil aan De Morgen. ‘In zijn woning zijn wapens en computermateriaal in beslag genomen. Om de integriteit van het lopende onderzoek te waarborgen, geven we momenteel geen verdere details.’

Uit de beantwoording van parlementaire vragen door de vertrekkend minister van Justitie, Paul Van Tigchelt, blijkt dat steeds meer minderjarigen betrokken raken bij terreurdossiers in België. Deze opmerking werd gemaakt naar aanleiding van het jaarverslag van de Staatsveiligheid.

‘De schuldenindustrie is gewoon een verdienmodel’

0

Het is absurd dat bedrijven geld kunnen verdienen aan mensen met schulden, vindt Sarah Reitema (PvdA). Vorige week werd ze verkozen tot beste raadslid van Rotterdam in 2024. ‘Dit is een erkenning van de strijd van al die mensen die ik vertegenwoordig.’

Reitema heeft een groot scala aan portefeuilles: armoedebestrijding, schuldhulpverlening, veiligheid, digitalisering, digitale inclusie, onderwijs en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Maar er is een rode draad in haar werk, vindt ze, namelijk dat iemands waarde niet bepaald mag worden door financiële status.

Ze stelt dan ook fundamentele vragen over hoe het komt dat mensen in armoede belanden. Ze legt er daags nadat ze de Rotterdamse prijs won aan de telefoon een paar voor aan de Kanttekening: ‘Waarom hebben mensen schulden? Waarom hebben mensen een betalingsachterstand? Waarom leven we in een samenleving waar we koste wat het kost kaal geplukt moeten worden? Wat ligt daaraan ten grondslag?’

Reitema heeft ook antwoorden. Volgens haar zijn veel problemen verbonden aan de kapitalistische samenleving waarin we leven. En niet alleen de schulden zelf, maar ook de schuldenindustrie komt voort uit deze samenleving. Want bewindvoerders hebben een winstoogmerk en hebben er dus belang bij om zo lang mogelijk te doen over het oplossen van iemands schuld, stelt ze. ‘Het is gewoon een verdienmodel.’

‘Gemeenten zijn vaak eigenlijk wel blij dat er ook vanuit de markt hulp geboden wordt’

Mensen met schulden

Vorige week publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek nieuwe cijfers over het aantal mensen met een betaalachterstand op 1 januari 2025. Het gaat om 210 duizend mensen, die een totaal 300 miljoen euro aan achterstanden hebben. Dit is een toename van 10 procent vergeleken met twee jaar geleden.

De gemeenten krijgen geld vanuit het rijk om mensen met schulden hulp te bieden. ‘Daartoe zijn ze verplicht. Maar hier zit ontzettend veel werk in en er zijn heel veel ambtenaren voor nodig. Want dat is de schaduwkant: gemeenten zijn helemaal niet ingericht op het uitvoeren van dit soort operaties, waardoor ze inefficiënt werken. Gemeenten zijn dus vaak eigenlijk wel blij dat er ook vanuit de markt hulp geboden wordt’, legt ze uit.

En dus is er een bloeiende industrie van bewindvoerders: bedrijven die mensen met schulden helpen om deze af te lossen, terwijl de volledige financiële autonomie van deze mensen is overdragen via de rechter. Reitema: ‘Deze bedrijven adverteren dat ze het sneller kunnen dan de gemeente. Dat ze je kunnen helpen. Ze doen actief marketing om te zorgen dat je voor hen kiest. Mensen die in een lastige situatie zitten, weten misschien niet dat ze ook bij de gemeente terecht kunnen en komen zo onnodig bij schuldenbedrijven terecht. Maar eigenlijk is bewindvoering een uiterst middel voor extreme gevallen.’

‘Bewindvoering voor mensen met schuld bestaat sinds 2014’, legt Reitema uit. ‘Er bestond eerder al een vorm van bewindvoering voor mensen die geestelijk niet in staat zijn om over hun eigen financiën te beschikken. Dat heet toestandbewind. In 2014 werd de wet veranderd en konden mensen met problematische schulden ook onder bewind worden gesteld. Bovendien zijn de tarieven hoger dan met toestandbewind. In de jaren erna zag je dan ook een explosieve groei van bedrijven die deze diensten gingen aanbieden.’

Malafide

Wat is het probleem, zou je kunnen denken. De markt vult immers de tekortkomingen van de gemeente aan. En dat klopt in zekere zin, want er zijn ook heel veel goede bewindvoerders die oprecht het beste voor hebben met hun klanten, ziet Reitema. ‘Deze sociale ondernemers hebben we ook nodig.’

Maar bewindvoerders hebben uiteindelijk een winstoogmerk, waardoor ze baat hebben bij goede klandizie. ‘Ze verdienen meer naarmate ze meer cliënten hebben. Daarom is kwantiteit voor sommige bedrijven belangrijker dan kwaliteit. De nadruk ligt eerder op meer cliënten en langer onder bewind, dan het oplossen van het probleem. Voor elke nieuwe zaak vragen ze bovendien opstartkosten. Soms zie je dat bedrijven klanten van elkaar overkopen, om zo meer geld binnen te halen.’

Daarnaast zijn er ook malafide bedrijven die echt niet deugen, vertelt het raadslid. ‘Dit zijn bedrijven die opzettelijk fraude plegen, bijvoorbeeld door geld te verduisteren. Hoewel de gemeente Rotterdam een Convenant Bewindvoering heeft waarin staat met welke bedrijven ze samenwerkt, komt het voor dat er onder deze partners malafide bedrijven zitten. Vorig jaar is er nog een bedrijf veroordeeld door de rechter, zonder dat de gemeente daarvan op de hoogte was, omdat die had verzuimd dit bedrijf tussentijds te controleren.’

‘Ik vraag me af of bewindvoering op grond van problematische schulden überhaupt zou moeten bestaan’

Politieke druk

Het zijn dit soort problemen waar haar partij continu vragen over stelt en moties over indient. ‘De gemeente lijkt geen kritiek te durven of willen uiten op de schuldenindustrie en blijft zich verschuilen achter ‘goede’ lijsten van bewindvoerderskantoren’, schrijft Reitema aan het college in juli.

‘We hebben vanaf de eerste dag dat we in het college zaten kritiek geuit’, vertelt ze. ‘Het gaat niet eens alleen om malafide partners. Het gaat veel verder dan dat. Ik vraag me af of bewindvoering op grond van problematische schulden überhaupt zou moeten bestaan. Het idee van bewindvoering is dat je iets van iemand overneemt omdat die persoon het niet kan overzien. En op het moment dat mensen in een schuldhulpverleningstraject zitten, zijn de schulden eigenlijk juist wel weer te overzien. Dan is er eigenlijk geen grondslag meer voor schuldenbewind.’

Er zijn volgens Reitema veel andere manieren om mensen met een schuld te helpen, zoals bijvoorbeeld budgetbeheer. ‘In Tilburg beslist de gemeente samen met de persoon welke hulpverlening geschikt is. Daar wordt bewindvoering alleen ingezet als een persoon het echt niet alleen kan. Het is gewoon een heel zwaar middel, je raakt financieel gehandicapt. En je betaalt hier geld voor, waarvoor je weliswaar een bijzondere uitkering kunt krijgen, maar dat kost de maatschappij dus eigenlijk geld.’

Kleine stapjes vooruit

Ondanks de politieke druk die zij en haar partijgenoten uitoefenen, is de vooruitgang ondermaats, verzucht het raadslid. ‘Een veel gehoord argument is dat mensen met schulden niet naar de gemeente toe komen voor hulp, omdat ze die niet vertrouwen. Daar moet dus wat aan gedaan worden. Mensen moeten weten dat je bij de gemeente kunt aankloppen als je in de problemen zit. Daarvoor moet de gemeente naast haar inwoners gaan staan.’

Toch zegt Reitema niet al te star te zijn in de opvatting dat deze taak per se bij de gemeente ligt. ‘Er zijn ook andere oplossingen en soms verschillen die per gemeente. Ook dragen bewindvoerders zelf ideeën aan om de kwaliteit van schuldhulpverlening te verbeteren. Een bedrijf waarmee we veel praten heeft zich onlangs laten omvormen tot stichting. Een stichting heeft geen winstoogmerk, waardoor die dus meer zal inzetten op het helpen van de persoon met schuld. Dat vind ik een mooi alternatief.’

Daarnaast heeft Reitema het Meldpunt Bewindvoering opgericht, waar mensen die vragen of twijfels hebben over een bewindvoerder melding kunnen doen. ‘Iemand die in de schulden belandt, wordt niet opeens een expert. Mensen weten niet altijd bij wie ze met hun twijfels terecht kunnen. Ze worden soms echt van het kastje naar de muur gestuurd en veel instanties zijn voor hun gevoel niet laagdrempelig genoeg. Je stapt niet zomaar naar de rechtbank om te vragen waar je recht op hebt.’

Het zijn kleine stapjes vooruit, maar Reitema is positief. ‘Wat we in ieder geval hebben bereikt, is dat er nu in Rotterdam erkenning is voor het feit dat er een schuldenindustrie bestaat. Ook worden er stappen gezet voor een belangenvereniging voor mensen onder bewind. We zijn in contact met verschillende mensen en bedrijven die het goed willen doen en dat is al een mooie ontwikkeling. Want er wordt altijd heel veel gedaan om de markt te beschermen, maar er bestaat maar weinig om de mensen die schulden hebben te beschermen. Mens boven markt, in plaats van andersom.’

Kolonisten vallen direct na bestand Palestijns dorp op Westoever aan

0

Israëlische kolonisten drongen zondagavond ‘brandstichtend’ een Palestijns dorp op de Westoever binnen, meldt NRC. Dit gebeurde na het ingaan van het bestand tussen Israël en Hamas. 

Tot de slachtoffers behoort de familie Fuqaha in Sihil, wier huis werd aangevallen en niet veel later in brand vloog door een Israëlische molotovcocktail. Geen staakt-het-vuren op de bezette Westelijke Jordaanoever, meldt NRC. In het hele gebied werden wegen afgesloten en trokken kolonisten met veel geweld rond.

‘Er komen wel vaker kolonisten schreeuwend en zingend het dorp in’, vertelt Suleiman Fuqaha, ‘Maar deze keer stichtten de kolonisten ook brand en werden er stenen gegooid. Twee auto’s gingen in vlammen op en in vier huizen werd brand gesticht’, vertelt hij tegen NRC.

Extremistische Joodse kolonisten verzetten zich tegen het bestand en zien zichzelf vermoedelijk gesterkt door de machtsovername van Trump, die meteen de sancties tegen hen heeft opgeheven.

Pro-Palestijnse Turkse kranten zijn feller in hun bewoordingen over het kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever. ‘De genocide is overgeslagen naar de Westoever’, kopt Yeni Safak en doelt daarbij op de aanval het vluchtelingenkamp in Jenin, waarbij tien doden zijn gevallen.

Ook VN-rapporteur Francesca Albanese, die eerder sprak van genocide in Gaza, vreest een nieuw bloedbad in Jenin. ‘Als de Israëlische doodsmachine op de Westoever niet wordt gestopt, dan zal de genocide niet beperkt blijven tot Gaza’, waarschuwt zij op X.