17.9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 120

Iran heeft de kans op vrede in het Midden-Oosten vergokt

0

Met de liquidatie van Hezbollah-leider Nasrallah door Israël gaat het Midden-Oosten een uiterst onzekere tijd tegemoet. Nasrallah was de kroonprins van het proxy-netwerk van Iran, het leger van terreurgroeperingen zoals Hezbollah, Hamas, de Houthi’s in Jemen en verschillende Iraakse sjiitische milities: de zogeheten ‘As van Verzet’ waarmee Iran al decennialang een schaduwoorlog in het Midden-Oosten tegen Israël en de VS voert.

Op 7 oktober vorig jaar bereikte deze alliantie haar hoogtepunt. Met de aanval van Hamas die tot diep in Israël reikte, leek het machtige Israël te wankelen. Het gevolg was dat het Midden-Oosten in oorlog en chaos verzandde. Weg was de kortstondige periode van vrede die gekenmerkt werd door de Abraham-akkoorden, de vredesverdragen tussen Israël en diverse Arabische landen, en de toenadering die het pro-westerse Saoedi-Arabië zocht met zowel Israël als Iran. In plaats daarvan kwam de bloedige wraak van de gewonde tijger Israël, die niet alleen leidde tot de vernietiging van Gaza en tienduizenden doden, maar ook tot massale onrust in het Midden-Oosten en op de straten en universiteitscampussen in het Westen, waar de pro-Palestina-beweging, die veelal ook pro-Iran, Hezbollah, Hamas en de Houthi-beweging is, zich roerde.

Vanaf 8 oktober begonnen de proxies van Iran Israël verder aan te vallen. Hezbollah opende een nieuw front in het noorden door vrijwel dagelijks raketten op Israël af te schieten, in de hoop de Israëlische aandacht te kunnen verdelen en daarmee Israël te verzwakken. Israël wachtte echter geduldig. Na de verpulvering van Gaza, waarmee ook de militaire tak van Hamas grotendeels gedecimeerd leek te zijn, richtte Israël haar aandacht op het noorden.

‘Het Westen dient Israël, ondanks haar beperkingen, in dit conflict te steunen’

Het was de calculatie van zowel Iran als Hezbollah dat Israël niet all-in zou gaan in haar strijd tegen de Libanese sjiitische beweging. Een oorlog op twee fronten zou het land verzwakken, en uit eerdere oorlogen tegen Hezbollah was Israël lang niet altijd als winnaar naar voren gekomen. Waar de As van het Verzet niet op had gerekend, was hoe diep zij door de Israëlische geheime dienst was geïnfiltreerd.

Niet alleen de ontploffende communicatieapparatuur van Hezbollah kwam van een Israëlische leverancier, maar dankzij een spion die waarschijnlijk tot in de hogere regionen van zowel Hezbollah als Iran reikt, wist Israël zo ongeveer de hele hogere commandostructuur van Hezbollah te decimeren, alsook een groot deel van haar lanceerinstallaties en de wapens en raketten van de beweging te vernietigen.

Het gevolg: Hezbollah is nu ernstig verzwakt, en het is de vraag of de beweging de grondoorlog met Israël die zich nu ontvouwt, überhaupt nog kan inzetten. Het overgebleven leiderschap is waarschijnlijk op dit moment volstrekt paranoïde: wie is de mol? Als Israël Nasrallah kon raken, dan kunnen ze iedereen raken. De kaarten op het schaakbord van het Midden-Oosten worden daarmee opnieuw geschud. Israël heeft haar afschrikkingskracht hersteld. Ondanks dat nu de Iraanse raketten in grote getale op Israël landen, lijkt het eerder Iran zelf dan Israël te zijn dat ernstig verzwakt is. Het spelletje dat Iran het afgelopen jaar heeft gespeeld, heeft allesbehalve positief uitgepakt voor de ayatollahs. Iran heeft daarnaast de levens van tienduizenden Palestijnen, het voortbestaan van Gaza, de stabiliteit in Libanon en Jemen, en de kans op verdere toekomstige vrede in het Midden-Oosten vergokt.

Demonstranten op de straten en universiteitscampussen in het Westen wijzen uiteraard met de vinger naar Israël en de VS als grote boosdoeners, maar ze zouden er goed aan doen om ook eens kritisch naar Iran te kijken. Deze bondgenoot van Rusland is uiteindelijk de kwade genius achter veel van de gebeurtenissen die het afgelopen jaar het Midden-Oosten in een spiraal van chaos en oorlog hebben gestort. Via haar proxies gokt Iran met de levens van Palestijnen, Libanezen, Jemenieten en Irakezen. Het destabiliseert het Midden-Oosten moedwillig, omdat verdeeldheid in haar belang is. En zolang Iran hier ongestraft mee weg kan komen, is stabiliteit in het Midden-Oosten voorlopig heel ver weg.

Het grotere geopolitieke plaatje is dat Rusland en Iran, en hun proxies, weten hoe ze Israël kunnen uitdagen tot het begaan van de wreedheden die zowel het Midden-Oosten als de straten van het Westen in vuur en vlam zetten. Het wereldwijde conflict dat in 2022 met de inval van Rusland in Oekraïne aanving, wordt nu met de Iraanse aanval op Israël voortgezet. Rusland en Iran zijn bondgenoten. En het Westen dient dan ook niet alleen Oekraïne, maar ook Israël, ondanks haar beperkingen, in dit conflict te steunen. Want zolang het huidige regime van de ayatollahs in Iran aan de macht blijft, zal het Midden-Oosten de zo gewenste vrede niet kennen.

Jongeren volgen het nieuws niet meer

0

Jongeren hebben steeds minder interesse in het nieuws. Een zorgwekkende ontwikkeling volgens het Commissariaat voor de Media, dat het rapport Jongeren, nieuws en sociale media uitbracht.

Voor jongeren zijn hun vrienden het belangrijkst. Als ze wakker worden, kijken ze eerst op WhatsApp, Snapchat, Instagram en TikTok. ‘Nieuwssites bezoeken zit totaal niet in de ochtendroutine van jongeren’, meldt Villamedia op basis van het nieuwe rapport. Jongeren met een migratieachtergrond zouden nog minder gebruikmaken van professionele nieuwsbronnen.

Het onderzoek is uitgevoerd onder 2000 jongeren tussen de 16 en 24 jaar. Sociale media zijn allesoverheersend. Het nieuws dat binnenkomt, komt vooral uit de algoritmes die op de desbetreffende platforms ‘automatisch’ bovendrijven.

Een zorgwekkende ontwikkeling volgens de onderzoekers. ‘Sociale media en zoekmachines vormen inmiddels voor veel jongeren (en ook veel ouderen) de primaire poort naar cruciale informatie die nodig is voor een gezond publiek debat en vrije meningsvorming. Er is echter geen grip op de Big Tech-spelers die met hun algoritmes bepalen wie welk nieuws op sociale media te zien krijgt en welke informatie als eerste wordt aangeboden via de zoekmachines’, schrijven zij in het rapport.

Het commissariaat concludeert dat jongeren via die platforms bereikt moeten worden, maar jongeren kunnen ook ‘directer’ worden aangesproken over waarom een bepaald onderwerp relevant voor hen is.

‘Sartre vindt dat je verantwoordelijk bent voor de wereld om je heen’

0

Je bent altijd ten volle verantwoordelijk voor wat je doet, was de boodschap van de filosoof Jean-Paul Sartre. Ger Groot vertaalde een beroemde lezing.

Het was het moment waarop de Franse filosoof Jean-Paul Sartre echt doorbrak. Op 29 oktober 1945 hield hij een lezing in een overvolle zaal in Parijs met de titel L’existentialisme est un humanisme – existentialisme is een vorm van humanisme. Volgens Ger Groot aarzelde de organisator van tevoren of deze titel wel aansprekend genoeg was. Zou het publiek wel komen? Achteraf bleken dit onnodige twijfels, zegt Groot, die bijna tachtig jaar later de invloedrijke lezing vertaalde en er een inleiding bij schreef.

Sartre (1905-1980) was toen al wel beroemd om zijn ideeën over vrijheid, zegt Groot. ‘Hij had een dik boek geschreven, Het Zijn en het Niet, dat in 1943 werd gepubliceerd. Hoewel bijna niemand dat had gelezen, was zijn naam gevestigd als existentialist. Daarnaast had hij de succesvolle roman Walging (1938) gepubliceerd.’

Na de oorlog ging het snel met Sartre. ‘Hij schreef romans, toneelstukken, filmscenario’s en zelfs liedteksten, waarin hij zijn ideeën verwerkte. Je hoefde bij hem niet ingespannen te lezen om erachter te komen wat hij bedoelde. Het existentialisme werd een hype onder jongeren en verspreidde zich vanuit Frankrijk over heel Europa en Noord-Amerika. Existentialisten hadden een herkenbare stijl – zwarte coltruien, leren jassen – en luisterden naar jazzmuziek. In Parijs ontmoetten ze elkaar in kelderruimtes, terwijl ze in Nederland samenkwamen om Franse kaas te eten en visnetten aan de muur te hangen.’ Het was een nogal oppervlakkige levensstijl volgens Groot. ‘Sartre probeerde met deze lezing meer filosofische diepgang te bieden.’

Wat sprak zo aan in het denken van Sartre?

‘Sartre paste precies in de toenmalige tijdgeest. Frankrijk had het Frans-Duitse conflict en twee wereldoorlogen achter de rug. De maatschappelijke, maar ook morele orde van de negentiende eeuw was vernietigd. Miljoenen mensen waren omgekomen. Na de Tweede Wereldoorlog moest er een wereld worden opgebouwd, waarin de dingen opnieuw betekenis konden krijgen. Het was belangrijk dat mensen op een andere manier invulling konden geven aan hun bestaan en de vragen ten aanzien van goed en kwaad. Sartre stelde zich de vraag die hij zijn hele leven bleef stellen: hoe moet ik leven?’

‘Jouw keuze raakt immers ook het bestaan van andere mensen’

Wat is zijn antwoord?

‘Dat je in je leven, omdat je een mens bent, ook mens moet willen zijn. Dat klinkt heel logisch, maar hij onderscheidt twee manieren van bestaan. Er zijn dingen die bestaan en zijn wat ze zijn: zoals een boom is een boom. Voor mensen geldt iets anders. Zij zijn niet zomaar wat ze zijn. Zij zijn altijd, in zekere zin, op afstand van zichzelf. Dat wil zeggen, een mens heeft mogelijkheden om zich te ontwikkelen. Het leven biedt keuzevrijheid als het gaat om opleiding, werk en partnerkeuze, bijvoorbeeld.’

Kunt u dat uitleggen?

‘In tegenstelling tot objecten of eenvoudig leven, is een mens vrij. Dat is een specifieke bestaanswijze. Als dat zo is, zegt Sartre, dan moet je ook op die manier mens zijn. Dat wil zeggen, dan moet je ook de vrijheid ervaren. Dat is hét fundamentele kenmerk van het menselijk bestaan. Hij bedoelt eigenlijk dat je je verantwoordelijkheid moet nemen, je vrijheid moet grijpen en je eigen keuzes moet maken. Bovendien vindt hij dat je je ook bewust moet zijn van het feit dat wat je doet en bent, jouw keuze is. Hij verzet zich tegen de oude bourgeoismentaliteit van voor de oorlog, waarin je, bij wijze van spreken, hetzelfde beroep moet uitoefenen als je vader omdat je nu eenmaal voortgaat in de voetsporen van het verleden.’

Jean-Paul Sartre in 1967. Beeld: Moshe Milner/ Wikimedia Commons

‘Vrijblijvend is de vrijheid van Sartre niet. Als je keuze hebt, heb je tevens de verantwoordelijkheid om te kiezen. Die mag je dus niet afschuiven op iets of iemand anders. Wat je doet, daar ben je altijd ten volle verantwoordelijk voor. Je kunt nooit zeggen: ‘Ik moest dat doen van een ander, en daarom kun je het mij niet aanrekenen.’ Dat betekent ook dat je soms moet ingaan tegen de wens van je omgeving of je familie.’

Dat kun je ook als egoïstisch beschouwen.

‘Dat is ook een van de problemen waar Sartre mee worstelt. In dat grote geschrift dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef, gaat hij uit van de individuele mens die keuzes voor zichzelf maakt. Na de Tweede Wereldoorlog realiseert hij zich dat er ook een samenleving en een toekomst moeten worden opgebouwd.’

‘In die lezing L’existentialisme est un humanisme uit 1945 probeert hij een brug te slaan tussen het individualisme en het humanisme, waarbij de gemeenschapsmens centraal staat. Hij probeert aan te tonen dat het existentialisme juist een filosofie van hoop is, een filosofie die de mens de mogelijkheid biedt om zichzelf en de wereld te vormen. Hij komt met het argument dat wanneer je voor jezelf een keuze maakt, je tegelijkertijd een keuze maakt voor de mensheid. Jouw keuze raakt immers ook het bestaan van anderen. Hij vindt dat je verantwoordelijk bent voor de wereld waarin je leeft.’

Vindt Sartre dat je je moet inzetten tegen al het onrecht in de wereld, of alleen in je eigen omgeving?

‘Sartre zelf zette zich in ieder geval in voor alle problemen in de wereld. Hij heeft waarschijnlijk het wereldrecord petitie-ondertekenen en demonstreren op zijn naam staan. Ook opinies en essays zijn voor hem een gevolg van keuzes.’

‘Een onderwerp dat hem sterk bezighoudt, is de onafhankelijkheidsstrijd van Algerije. Net zoals de huidige verdeeldheid rondom de Gaza-oorlog, was Frankrijk in de jaren vijftig gespleten over de vraag of Algerije onafhankelijk moest worden. Sartre vond dat Algerije onafhankelijkheid verdiende en sprak zich daar op alle mogelijke manieren voor uit in de pers. Dit maakte hem impopulair bij tegenstanders, wat leidde tot meerdere bomaanslagen op zijn huis. Hoewel hij zelf nooit gewond raakte, was een van die aanslagen zo ernstig dat een deel van een manuscript verloren ging. In de tijd dat hij zijn voordracht houdt, speelt dat nog niet; dan staat Sartre aan het begin van zijn carrière en moet zijn roem nog beginnen.’

Jean-Paul Sartre, Existentialisme is humanisme, vert. Ger Groot, Noordboek, 112 blz., € 17,90.

Hoogopgeleide moslims overwegen steeds vaker emigratie

0

De xenofobe politieke cultuur in Nederland steekt vooral hoogopgeleide en goed geïntegreerde moslims. Voor velen wordt emigreren, vooral naar Marokko, een steeds serieuzere optie, meldt de Volkskrant.

‘Als je je niet volledig aanpast, blijf je voor Nederlanders een vreemdeling’, vertelt Mohammed, een docent, aan de Volkskrant. Hij heeft jarenlang geprobeerd zich aan te passen, maar zonder resultaat. Zijn vrouw, Yasmine, deelt zijn frustratie: ‘Mensen kijken op me neer omdat ik een hoofddoek draag’, zegt ze. ‘We zijn het zat om in vernedering te leven.’

Hoewel er geen harde cijfers zijn over het aantal moslims dat daadwerkelijk vertrekt of dit overweegt, is de onvrede onder de tweede en derde generatie – mensen die in Nederland zijn geboren en getogen – duidelijk. Schrijver Abdelkader Benali merkte eerder dit jaar op dat moslims vervreemden door de combinatie van buitenlandse conflicten zoals Gaza en de binnenlandse retoriek van politici zoals Geert Wilders.

Borja Martinović, hoofddocent interdisciplinaire sociale wetenschappen aan de Universiteit Utrecht, noemt dit de integratieparadox. ‘Hoger opgeleide en economisch beter geïntegreerde mensen met een migratieachtergrond voelen zich vaker uitgesloten en vervreemd dan lager opgeleiden’, legt hij uit. Dit komt volgens hem doordat hogeropgeleiden zich meer bewust zijn van politieke ontwikkelingen en vaker te maken krijgen met discriminatie in voornamelijk witte omgevingen.

Ik ging met mijn moeder op reis naar Rotterdam

0

In de trein kom je weleens luidsprekende Amerikaanse toeristen tegen die denken dat ‘the locals’ hun taal niet verstaan. Alleen zijn zulke momenten bloedirritant, maar met Turks gezelschap kan je er heerlijk over roddelen. Terwijl de man de koelheid zelve was, maakte zijn partner zich erg druk. ‘I think it would be wise, since every minute counts, that we already stand up and go to the door, because all these people will move slowly.’ En dat de hele rit op repeat van Amsterdam Lelylaan naar Schiphol. De man gaf geen kik, maar ik kon zijn bloed zien koken bij elke ‘these people this’ en ’this people that’.

These people can hear you!’ wou ik nog uitschreeuwen, maar goed, je wilt ook geen schande zijn voor moederlief die voor het eerst in tijden weer uit Amsterdam Nieuw-West komt. Ik ging met haar naar Rotterdam voor de nieuwe fototentoonstelling Je moest eens weten over de eerste generatie vrouwen uit Turkije van de fotograaf en beeldend kunstenaar Çigdem Yüksel. Extra bijzonder om daarheen te gaan met een vrouw uit Turkije, dus veel foto’s gemaakt en gedeeld op sociale media.

Het was overigens wel een heel karwei om met de trein te gaan. Even meereiskorting fixen is niet meer wat het is geweest. Je moet eerst de NS-app downloaden en dan een samenreiskorting appen naar de meereiziger. Die moet het dan weer betalen met Ideal en dan komt er een ticket naar je mail. Een retourtje naar Rotterdam is dan nog steeds 25 euro en zo’n uitje met eten en drinken al meteen 80 euro, voor twee personen.

Helemaal eens dus met Kamerlid Habtamu de Hoop (GroenLinks-PvdA), die zegt dat reizen eigenlijk alleen maar is weggelegd voor rijkere Nederlanders. We zouden vrij zijn in Nederland, maar beweeg van a naar b en kijk hoe ver je komt. Als je dan niet tot de conclusie komt dat rijke Nederlanders vrijer zijn in hun bewegingsvrijheid, eet ik mijn hoed op.

‘Ik las het leven van de vrouwen aan haar voor’

Voor het megawaardevolle werk van Yüksel over de eerste generatie vrouwen uit Turkije en dus onze geschiedenis, had ik het wel over. Het is prachtig geworden. Je kan gewoon zien hoeveel tijd en zorg de makers in deze expositie hebben gestoken. Het laat zien hoe Nederlanders, met en zonder migratieachtergrond, kunnen excelleren en boven zichzelf kunnen uitstijgen.

Samenwerken loont, dacht ik constant. Maar twee dingen maakten me wel verdrietig. Ten eerste dat deze verhalen over migranten niet meer zijn te horen in het politieke debat. Daar overheerst nu vooral het geluid van blank, verongelijkt Nederland. Mensen die ‘buitenlanders’, ‘allochtonen’ en moslims haten als de pest en die nietsontziende haat tot beleid willen sch(o)offeren. Je moet ‘eigen volk eerst’ niet mooier maken dan het is en ook niet goedpraten met de woningnood of het zorginfarct, die door de VVD zelf zijn gecreëerd

Is de fototentoonstelling Je moest eens weten dus een bubbel van progressieve Nederlanders die steeds meer gemarginaliseerd raken in een rechts-conservatief land dat extreemrechts goedpraat? Daar lijkt het wel op. Want het Nederlands Fotomuseum verdwijnt. Dit is de laatste expo die daar te zien is.

Een tweede punt van verdriet is dat mijn moeder bijna alles niet uit eerste hand heeft kunnen volgen, omdat ze de taal niet spreekt. De patriarchale en gegettoïseerde ellende die daar mede voor heeft gezorgd, speelt haar elke dag parten en maakt duidelijk hoeveel afstand er tussen ons is ontstaan. Op de terugreis konden we in een lege trein nu wel naast elkaar zitten en pakten we het boek van Yüksel erbij. Ik las het leven van de vrouwen aan haar voor, een leven dat zij ook heeft geleefd, maar waarvan ze de Nederlandse woorden helaas nooit echt heeft verstaan. Wij, de nieuwe generaties, verstaan de Nederlandse woorden wel. Ook als die niet recht in ons gezicht worden gezegd.

Linkse oppositie reageert kritisch op inval in Libanon

0

Linkse oppositiepartijen reageren kritisch op het grondoffensief van Israël in Libanon, dat vanochtend begon. Rechtse partijen blijven daarentegen grotendeels stil nu het conflict een nieuwe fase ingaat. Dit blijkt uit een rondgang onder de partijleiders op sociale media.

‘De internationale gemeenschap riep op tot een staakt-het-vuren. Netanyahu kiest met het grondoffensief in Libanon voor escalatie, waarbij veel onschuldige slachtoffers zullen vallen, voor bloedvergieten en voor de onveiligheid van miljoenen mensen in de regio. Dit moet stoppen’, schrijft Kati Piri (GroenLinks-PvdA) vandaag op Twitter, de dag dat Israël het grondoffensief begon in Libanon.

Rob Jette (D66) stelt op hetzelfde platform dat het Midden-Oosten geen vrede zal krijgen door meer oorlog. ‘Na de dood van de Hezbollah-leiders vragen Europa en Amerika om een staakt-het-vuren, maar Netanyahu kiest voor escalatie.’

Een aantal politici roept de regering op tot actie. Zo schrijft Laurens Dassen (Volt) dat ‘wij als Europa niet langer aan de zijlijn staan, maar onze krachten moeten bundelen voor vrede in heel de regio.’ Jimmy Dijk (SP) heeft het zelfs over sancties om Israël onder druk te zetten voor een staakt-het-vuren.

Kati Piri vindt dat Nederland beter zijn best moet doen om eigen burgers weg te halen uit het conflictgebied. ‘Mensen kunnen niet weg, maar Buitenlandse Zaken blijft schermen met lijnvluchten – die zitten vol. Bondgenoten helpen hun eigen burgers inmiddels uit de brand. Gaat het kabinet weer wachten tot het te laat is? Tijd voor actie, nu!” schrijft zij vandaag op X.

Ondertussen is er onduidelijkheid ontstaan over de vraag of het Israëlische leger vanmorgen daadwerkelijk ‘gerichte grondaanvallen’ op dorpen in Zuid-Libanon heeft uitgevoerd. Het Libanese leger heeft laten weten geen grondtroepen te hebben waargenomen, aldus de Franse nieuwsdienst AFP.

Turkije ontkent ‘deportatiedeal’ met Duitsland over afgewezen asielzoekers

0

Terwijl Duitsland met trots aankondigde dat er een deportatiedeal met Turkije is gesloten voor afgewezen asielzoekers, laat Ankara een andere visie horen. De Turkse regering ontkent het bestaan van een overeenkomst voor het terugsturen van Turkse staatsburgers, meldt nieuwsdienst AFP.

De Duitse minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser presenteerde de deal op X als ‘nog een bouwsteen voor het beperken van irreguliere immigratie’ door ‘sneller en effectievere terugkeer naar Turkije’ mogelijk te maken. Maar de Duitsers lijken nu toch van een koude kermis thuis te komen.

Een woordvoerder van het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken ontkende vrijwel meteen de berichtgeving in Duitse media. ‘Er is geen enkele praktijk met betrekking tot de massale deportatie van onze burgers goedgekeurd’, aldus de woordvoerder. Er zouden tussen Turkije en Duitsland al maanden gesprekken plaatsvinden over het terugsturen van afgewezen asielzoekers uit Turkije. Naar schatting zou het gaan om meer dan 13.000 mensen, en bij een mogelijke deal konden er wekelijks 500 Turkse staatsburgers uit Duitsland teruggevlogen worden met zogenoemde ‘speciale vluchten.’

In ruil voor ‘versnelde deportaties’ zou de Duitse regering Turkse visumaanvragen sneller moeten verwerken. Ankara wil op de lange termijn nog steeds visumvrij reizen. Vermoedelijk is dit niet genoeg voor de Turkse regering en is de deal daarom afgeketst.

Religieuze voorgangers bezorgd over ‘strengste asielbeleid ooit’

0

Voorgangers van verschillende geloofsgemeenschappen ondertekenden een brief aan minister-president Schoof en de Kamerleden, waarin ze hun bezorgdheid uiten over het asielbeleid. Strenger dan het asielbeleid in de jaren dertig mag het niet worden, aldus de brief.

‘Een vluchteling zal voortaan als een ongewenst element voor de Nederlandse maatschappij en derhalve als een ongewenste vreemdeling te beschouwen zijn, die derhalve aan de grens geweerd en, binnenlands aangetroffen, over de grens gebracht zal moeten worden.’

Dit is geen zinsnede uit het huidige regeerakkoord, maar een stuk uit het asielbeleid van de jaren dertig, toen de grote toename van Joodse vluchtelingen uit Duitsland zorgde voor een algehele stop aan de grens.

De briefschrijvers halen de passage aan om te laten zien wat ‘het strengste asielbeleid ooit’ zou kunnen betekenen. ‘Uw ambitie voor een nog strenger asielregime dan de Nederlandse regering in de jaren ’30 dwingt ons om ons uit te spreken en om onze zorg te laten klinken’, staat er in de brief.

De oproep aan de regeringsleiders is een initiatief van Jan de Beer, in het dagelijks leven afdelingshoofd Herstel Kinderopvangtoeslag, die ‘de slaap niet kon vatten’ toen hij het regeerakkoord voor het eerst gepresenteerd kreeg. Hij begon te schrijven en stuurde deze brief rond onder verschillende religieuze gemeenschappen. De brief is inmiddels 389 keer ondertekend.

In de brief klinkt kritiek op het uitroepen van de asielcrisis. Er wordt gesteld dat Nederland relatief gezien helemaal niet zo veel vluchtelingen opneemt. Dit wordt ondersteund met cijfers van het CBS. ‘In 2023 kwamen er in totaal 48.500 asielzoekers en nareizigers naar Nederland, terwijl wereldwijd 117,3 miljoen mensen op de vlucht zijn: 0,04 procent van alle gevluchte mensen op deze wereld vraagt asiel aan in Nederland.’

De ondergetekenden vragen de regering om gerechtigheid en barmhartigheid voor de mensen die hun toevlucht zoeken in Nederland. De brief is vooral ondertekend door protestantse dominees en slechts één imam.

Hoop voor bed-bad-brood vanwege nieuwe uitspraak

0

Wellicht is het einde voor de bed-bad-broodregeling vanwege een nieuwe rechterlijke uitspraak (Hof van Justitie van de EU) toch nog even uitgesteld. En van uitstel komt afstel, hopen vele zorgbehoevende, uitgeprocedeerde asielzoekers. Het migratie-kritische kabinet Schoof zei eerder met de regeling te stoppen.

Het Hof oordeelde vorige maand in de zaak Changu dat de menselijke waardigheid in het geding is als de overheid – eenvoudig gesteld – de illegaal verblijvende derdelander die nog niet wordt uitgezet, op straat zet, terwijl het deze derdelander ‘niet in staat stelt om te voorzien in zijn meest elementaire behoeften, zoals eten, zich wassen en beschikken over woonruimte’, schrijft onderzoeker Carolus Grütters (migratierecht) op LinkedIn.

‘Een lidstaat is niet verplicht om op grond van dwingende humanitaire overwegingen een verblijfsrecht toe te kennen aan een derdelander die thans illegaal op zijn grondgebied verblijft, ongeacht hoe lang deze derdelander reeds op dat grondgebied verblijft. Zolang zijn verwijdering niet heeft plaatsgevonden, kan die derdelander zich echter beroepen op de rechten die hem zowel door het Handvest van de grondrechten als door artikel 14, lid 1, van richtlijn 2008/115 worden gewaarborgd’, aldus het Hof in de zaak Changu.

Carolus Grütters leest hierin een duidelijke zorgtaak voor de Europese lidstaten en dus ook ons land: ‘Illegaal of niet: het voorkomen van het belanden in een situatie van verregaande materiële deprivatie, is een taak van de lidstaat’, zegt hij. ‘Noodopvang – of welke opvang dan ook – is dan geboden indien een (illegaal verblijvende) derdelander niet in staat is om zich te voorzien in de meest elementair behoeften.’

Shantie Singh brengt de verhalen van Hindostaanse vrouwen tot leven

Waar ze maar kan, vertelt Shantie Singh de verhalen van vrouwen uit de Hindostaanse migratiegeschiedenis, omdat die volgens haar ontbreken in de Nederlandse geschiedenisboeken. Afgelopen vrijdag stond ze met de voorstelling Her (s)tories in Theater Zuidplein in Rotterdam.

De ‘s’ staat tussen haakjes, want torie is Surinaams voor verhaal, en Suriname is belangrijk in de migratiegeschiedenis van de Nederlandse Hindostanen. Nadat de slavernij was afgeschaft, was er behoefte aan nieuwe arbeiders, die werden geworven in Brits-Indië. ‘De slavernij was dan misschien afgeschaft, maar ging in een andere vorm verder’, vertelt Shantie Singh.

De voorstelling is een ode aan de vrouwen uit deze migratiegeschiedenis, en wordt gebracht door middel van dans, zang, beeld en gesproken woord. In twee uur tijd neemt Singh je mee op de reis van India, via Suriname, naar het Nederland van nu, waar je de vrouwen ontmoet die deze werelden samenbrengen.

In 1873 vertrok de eerste boot met ‘kantraki’s’, zoals de contractarbeiders genoemd worden. Er zouden nog 63 boten volgen. Op een van die boten zat Adjie Obradjie, toen nog een kind. Zij was de overgrootmoeder van Tanja Jadnanansing, een van de vertellers in de voorstelling, die in het dagelijks leven voorzitter is van stadsdeel Amsterdam Zuid. ‘Ze zat op het schip, kwetsbaar voor de vele gevaren als een van de weinige meisjes, drie maanden lang. Maar ze was zo moedig’, vertelt Jadnanansing.

Voordat Singh in haar leven kwam, kende ze haar grootmoeder niet. ‘Ik vroeg haar iets te vertellen over haar voorgeschiedenis. Toen is ze dat gaan uitzoeken en op deze manier leerde ze ‘Adjie’ kennen’, vertelt Singh. Dit was voor Jadnanansing een belangrijke ontdekking. Dagelijks voelt ze zich gesteund door de moed van haar overgrootmoeder, bijvoorbeeld wanneer ze als enige vrouw in een vergaderzaal zit, vertelt ze op het podium.

‘Ik wil de geschiedenis corrigeren’

Het is Singh’s missie om de migratiegeschiedenis van de Hindoestanen onderdeel te maken van het collectieve historisch besef. Of zoals ze het zelf verwoordt: ‘Ik wil de geschiedenis corrigeren.’ ‘Met de afschaffing van de slavernij werd geen punt gezet, maar een komma. Er is nu veel aandacht voor het slavernijverleden, er zijn excuses aangeboden, maar ik hoop dat we als samenleving ook toekomen aan wat er daarna is gebeurd, het verhaal na de komma’, vertelt ze aan de telefoon.

Angel Aruna en Rubaina Bhikhie tijdens de voorstelling Her (s)tories. Beeld: Majorie van Leijen

Volgens Singh is dat verhaal lang niet bij iedereen bekend. Ze krijgt vaak de vraag: ‘Waar kom je vandaan?’ gevolgd door: ‘Maar waar kom je dan echt vandaan?’ ‘Als ik dan antwoord dat ik uit Almelo kom, mijn ouders uit Suriname, en mijn overgrootouders uit Indië, roept dat regelmatig vraagtekens op. Kijk, we zijn echt niet vorig jaar gemigreerd. Maar deze verhalen ontbreken in de geschiedenisboeken, en daardoor weten mensen het niet. Daar hebben we als samenleving nog werk te doen.’

Vrij opgevoed

Singh’s focus op de vrouwen in deze geschiedenis is een bewuste keuze, legt ze uit. ‘Deze geschiedenis is sowieso niet goed zichtbaar, en vrouwen waren hierin in de minderheid. Hun verhalen zijn nog minder gehoord.’ Haar interesse in vrouwenemancipatie bestond echter al langer. ‘Dit had ik al als kind. Ik kon er gewoon niet over uit dat de wereld zo scheef kon zijn als je toevallig geboren bent als vrouw. Gelukkig ben ik zelf heel vrij opgevoed, maar mijn leeftijdsgenoten kregen iets anders mee. Dat raakte enorm aan mijn gevoel voor rechtvaardigheid’, vertelt ze.

In haar voorstelling komen vrouwenemancipatie en koloniale geschiedschrijving samen. Het leven van de kantraki’s was zwaar, laat staan voor de schaarse vrouwen die hier opeens een nieuw leven moesten opbouwen. Uitbuiting was aan de orde van de dag, vertelt Singh het publiek. De omstandigheden waren allesbehalve ideaal. Een vrouw die zich hiertegen verzette, was Tetary. Zij werd echter vermoord, en haar naam verdween uit de geschiedenis, maar het gezelschap wil dat veranderen. ‘Nu we weten wat haar is overkomen, zullen we haar verhaal vertellen. We zullen haar vieren’, zegt zangeres Angel Aruna, die het publiek trakteert op Hindostaanse liederen.

‘Het verhaal van Tetary spreekt me erg aan’, zegt Singh. ‘Het toont aan dat de slavernij in die tijd nog helemaal niet verdwenen was. Er waren protesten tegen de koloniale heersers, en Tetary was de enige vrouw die in onze zoektocht naar voren kwam als deelnemer. Maar er waren natuurlijk ook stille heldinnen en stoere moeders die het fundament legden voor ons, zodat wij hier in volle glorie op het podium kunnen staan.’

Veranderingen in Suriname

Hoewel de vrouwen hard moesten werken in Suriname, waren er ook positieve ontwikkelingen. Waar in India een traditionele rolverdeling gold, waarbij gescheiden vrouwen en weduwen weinig rechten hadden, was dat in Suriname niet het geval. ‘De vrouwen werden feministischer, kregen meer ruimte om hun stem te laten horen. Ze gingen hun vrouwzijn op waarde schatten en beseften dat ze een machtspositie hadden, aangezien er schaarste was en ze iets hadden dat mannen wilden. Sommigen hadden meerdere relaties’, vertelt Singh.

Shantie Singh vertelt over de levens van gemigreerde Hindostaanse vrouwen. Beeld: Majorie van Leijen

Maar dit veranderde weer. Naarmate de groep groter werd, kwam ook het collectieve denken terug, wat leidde tot nieuwe hokjes waar je misschien niet in paste. De eer van de vrouw werd weer belangrijk, een ander thema dat Singh na aan het hart ligt. Hoewel we nu ruim een eeuw verder zijn, blijft de eer van de vrouw een punt van discussie binnen de Hindostaanse gemeenschap, en Singh heeft hier veel over te zeggen. ‘Zou het niet fijn zijn om die hokjes gewoon te vergeten? Om niet te denken “wat zullen de mensen denken,” maar “wat zullen de mensen genieten van mijn eigenheid?”’ is haar voorstel.

‘Om vooruit te komen, moet je achterom durven kijken’

Maatschappelijke kwesties zoals deze worden afgewisseld door muzikale optredens, waarbij vooral Rubaina ‘Rubi Love’ Bhikhie opvalt. De dichteres, met een achtergrond in hiphop, stelt met scherpe teksten de migratiegeschiedenis aan de kaak. Ook professionele danseres Indu Panday weet het publiek te boeien met haar Indiase dans. ‘Is het niet leuk dat we nog steeds op hetzelfde ritme dansen als in India?’ merkt Singh op.

Uiteindelijk neemt ze het publiek mee naar het laatste stuk migratie. Toen Suriname in 1975 onafhankelijk werd, vertrokken veel Hindoestanen naar Nederland. Veel van de moeders waarover de artiesten op het podium vertellen, wonen nu hier, hoewel ze in Suriname geboren zijn. Deze verhalen zijn makkelijker te vinden, maar daarom niet minder belangrijk om te vertellen, aldus Singh. ‘In Suriname keken vrouwen niet achterom. Maar om vooruit te komen, moet je achterom durven kijken’, zegt ze tegen het publiek.

Indiase namen

Daarnaast roept ze de Hindostaanse gemeenschap op om hun eigen geschiedenis te leren kennen, Indiase namen in ere te houden en vooral trots te zijn op hun afkomst. ‘Laatst kwam een jonge vrouw na de voorstelling naar me toe. Ze wist nu waar ze vandaan kwam en was daar trots op. Dat ontroerde me enorm.’

Op 16 november presenteert het gezelschap de voorstelling opnieuw in Theater aan het Spui, in Den Haag. Waarom ze na twee shows en drie boeken nog steeds niet uitverteld is? ‘Misschien gaat het niet om het vertellen, maar om wie er luistert. Veel van deze verhalen mochten niet gehoord worden, maar ze werden meegedragen over zeven generaties heen, tot er zich een luisterend oor voordeed.’