Libanezen leven in angst sinds de bombardementen van Israël. ‘Mensen slapen op het strand, in hun auto of langs de weg.’
Bij de inwoners van Libanon heerst grote bezorgdheid over de huidige escalatie van het geweld, die onvermijdelijk zal leiden tot meer burgerslachtoffers en verdergaande verwoestingen in het land. Volgens de laatste cijfers van het Libanese ministerie van Gezondheid is het dodental door de Israëlische aanvallen inmiddels opgelopen tot 1640 en zijn er ruim 8000 gewonden gevallen.
De Nederlandse Eveline (32), die al drie jaar in Beiroet woont om haar master te voltooien, vertrok enkele dagen geleden halsoverkop: ‘Ik was al van plan om deze week naar Nederland te reizen voor de geboorte van mijn nichtje, maar toen de situatie zo snel begon te veranderen en vluchten werden geannuleerd, heb ik besloten om eerder te gaan.’
Klein land
De doelen van de aanvallen van het Israëlische leger bevinden zich voornamelijk in de overwegend sjiitische buitenwijken in het zuiden van Beiroet, evenals in het zuiden en oosten van Libanon. Toch is de oorlog voelbaar voor alle burgers in het kleine land dat slechts 10.452 km² groot is. Een bombardement is nooit ver weg. De ziekenhuizen zijn overweldigd door de plotselinge patiëntentoename, alle scholen zijn gesloten en het merendeel van de commerciële vluchten is geannuleerd. Veel landen hebben hun burgers verzocht om zo snel mogelijk Libanon te verlaten nu er nog – weliswaar schaarse – commerciële vluchten zijn. Zondag nog viel er een bom op enkele honderden meters van het vliegveld.
‘Libanon blijft, ondanks alles, ons thuis’
Eveline woont naast een ziekenhuis in de wijk Hamra in Beiroet. Toen het nieuws over de exploderende piepers binnenkwam, zag ze de loeiende ambulances aan de lopende band langs haar woning rijden. Op de stoep zaten talloze gezinnen te wachten op nieuws van hun dierbaren. ‘Er worden plekken gebombardeerd die niet eerder in andere conflicten een Israëlisch doelwit waren. Met die wetenschap en na het aanschouwen van de gebeurtenissen in Gaza voelen veel Libanezen zich nergens meer veilig. Met mijn huis naast een belangrijk ziekenhuis heb ik me ook afgevraagd of dat niet een doelwit zou kunnen zijn. Ik ben daar ook door vrienden voor gewaarschuwd.’
Israëlische F-35 straaljagers
Ze vertelt hoe snel de sfeer omsloeg na de ontploffing van de piepers van de leden van Hezbollah op 17 september, waarbij ook burgerslachtoffers vielen. ‘De afgelopen anderhalve week kwam de situatie in een stroomversnelling, zegt ze. ‘De Israëlische dreiging was al bijna een jaar voelbaar, met onder meer Israëlische F-35 straaljagers die opzettelijk boven Beiroet de geluidsbarrière doorbreken, en natuurlijk ook door de aanhoudende aanvallen in het zuiden van het land. De oom en neven van een vriendin zijn daarbij gedood. Het conflict voelde dus al langer dichtbij.’
Op 25 september zinspeelde de Israëlische legerleider Herzi Halevi op een grondoffensief in Libanon (inmiddels is dit begonnen, red.). Ondanks de angst kiezen veel Libanezen ervoor om in Libanon te blijven. Mensen slaan wel de basisvoorraden in bij de supermarkt, maar er heerst geen paniek. Er is door de overheid gecommuniceerd dat er genoeg eten en medicijnen zal zijn voor ongeveer drie maanden. Er wordt getankt, maar ook daar lijkt de paniek vooralsnog niet toe te slaan. Libanezen zijn wel wat gewend.
Slachtoffers van een Israëlische aanval worden begraven in de zuidelijke stad Sidon op 30 september 2024. Beeld: Mahmoud Zayyat, AFP
Ook de Libanese Ossama (74) blijft voorlopig in Libanon. Hij woont in de christelijke wijk Achrafieh en ziet de rookpluimen in het zuiden van Beiroet vanuit zijn raam. Hij heeft al vele oorlogen meegemaakt en reageert relatief rustig: ‘Het is menselijk om bang te zijn. Het is onderdeel van ons overlevingsinstinct. En ik, net als veel andere mensen in Libanon, ben immuun geworden voor het woord ’toekomst’. We hebben het omarmd als een dierbare drijfveer in ons dagelijks leven. Wanneer een vijandelijke grondinvasie een onvermijdelijke zekerheid wordt, zullen we ons door angst laten leiden om de veiligste weg te bewandelen. Wat betreft het verlaten van het land geloof ik dat het zo’n persoonlijke, gewichtige en individuele beslissing is dat het moeilijk is te voorspellen of en wanneer deze zal worden genomen. In onze geschiedenis, in goede en slechte tijden, hebben mensen in Libanon altijd de drang gevoeld om groenere weiden over de hele wereld te zoeken. De Libanese diaspora over de hele wereld is daar een goed bewijs van. Maar Libanon blijft, ondanks alles, ons thuis.’
De Libanese Amanda (43), die zelf op dit moment in het buitenland verblijft, beaamt dit: ‘Mijn vader en familieleden zijn op dit moment in Libanon, gelukkig gaat het goed met hen, maar de situatie is zorgwekkend. Mijn familieleden en vrienden zijn niet van plan om te vertrekken. Libanezen zijn het zat om als expats te moeten leven. Persoonlijk ben ik niet bang voor een grondinvasie, Israël wel. Daarom vallen ze vanuit de lucht aan. Ze willen Libanon en Hezbollah zoveel mogelijk verzwakken voordat (en als) ze het land binnenvallen.’
Religieuze groepen
Libanon kent verschillende religieuze groeperingen. Iets meer dan de helft is moslim en ongeveer 35 procent christen. De belangrijkste groepen zijn maronitische katholieken, soennitische moslims en sjiitische moslims. De meningen over de huidige situatie verschillen sterk onderling, afhankelijk van religie, achtergrond en sociale klasse. Hezbollah werd in 1982 opgericht als reactie op de Israëlische bezetting van het zuiden van Libanon en is met name populair onder het sjiitische deel van de bevolking. Sommige Libanezen zien deze oorlog als een oorlog tussen Libanon en Israël, anderen als een oorlog tussen Hezbollah en Israël. ‘Het is zo klaar als een klontje. Deze oorlog speelt zich af tussen twee partijen: de staat Israël en Hezbollah’, zegt Ossama stellig.
‘Op social media zie ik veel wanhopige berichten’
Amanda bekijkt het anders: ‘Ik zie dit als een oorlog tussen Israël en Libanon. De mensen die nu sterven zijn Libanezen. Ze sterven in Libanon; Israël bombardeert overal in Libanon. Mijn land wordt geraakt, en daarmee iedereen en alles waar ik van houd: mijn volk, mijn erfgoed en mijn cultuur.’ Er zijn al meer dan 500.000 inwoners op de vlucht geslagen en dit cijfer groeit met de dag. De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR gaf aan dat er in slechts enkele dagen al ruim 100.000 mensen de grens tussen Libanon en Syrië zijn overgevlucht om te ontkomen aan de Israëlische bombardementen. Dat is opvallend, gezien de anderhalf miljoen Syrische vluchtelingen die zich juist in Libanon bevinden. Veel keuze hebben mensen niet: Libanon zit ingeklemd tussen Israël, Syrië en de zee. De files op de snelwegen zijn enorm. Mensen slapen op het strand, in hun auto of langs de weg. Eveline zag de straten van Beiroet volstromen met vluchtelingen: ‘Mijn wijk stroomde vol met mensen die uit het zuiden gevlucht waren. Mensen probeerden in hotels in te checken en tot ‘s avonds laat reden er volle auto’s met hele gezinnen rond. Veel mensen brengen nachten door in de auto. Scholen worden ingericht als opvangplaatsen en op social media zie ik veel wanhopige berichten van mensen die op zoek zijn naar veilig onderdak voor familie en kennissen.
Libanon als gijzelaar
In de media wordt de huidige situatie vergeleken met de oorlog van 2006. Deze oorlog zou erger zijn. Ossama kan zich niet vinden in dergelijke vergelijkingen: ‘Voor veel Libanezen zoals ik, die de afgelopen zes decennia een reeks van zulke vreselijke conflicten hebben meegemaakt in ons land, zou het ondenkbaar zijn om ze te labelen als slechter, minder erg of beter. Elke oorlog, in haar eigen context en tijdperk, is lelijk. Het gaat niet om kwalitatieve of kwantitatieve evaluatie, of om het vergelijken van statistische tabellen van menselijke slachtoffers en van infrastructurele schade. Het leidt tot hetzelfde trieste verlies van levens, hetzelfde verdriet om geliefden, dezelfde wederopbouw van een verwoestende nasleep, dezelfde hernieuwing van hoop.’
Het is dus afwachten hoe deze oorlog zich ontwikkelt, volgens Ossama: ‘De oorlog van 2006 ging grotendeels tussen twee landen: een binnenvallende en een andere die zich er volledig tegen verzette. De huidige oorlog is heel anders. Het gaat tussen een gewonde natie en een buitenlandse proxy-natie die een vredig Libanon als gijzelaar heeft genomen. De regels van betrokkenheid zijn dus totaal anders. Tot nu toe wordt deze oorlog vandaag de dag gevoerd op basis van chirurgische precisie.’
Na lange onderhandelingen tussen Berlijn en Ankara is er een deal bereikt over afgewezen asielzoekers. Meer dan 13.000 Turkse staatsburgers moeten terug naar Turkije, zo meldt de Duitse nieuwssite NTV.
In ruil voor ‘versnelde deportaties’ zou de Duitse regering Turkse visumaanvragen sneller moeten verwerken. Ankara wil op de lange termijn nog steeds visumvrij reizen.
Volgens NTV hebben de onderhandelingen maanden geduurd en moesten ze ‘de reputatie van Turkije’ niet al te veel schaden. Turkije had eerder bezwaren bij chartervluchten voor gedeporteerde landgenoten, waardoor alleen deportaties met lijnvluchten (met beperkte capaciteit) mogelijk waren. Nu zouden vluchten die speciaal voor deportaties worden uitgevoerd officieel ‘speciale vluchten’ heten, wat Ankara ‘wel kan bekoren’, aldus NTV.
De komende tijd moeten er wekelijks vijfhonderd afgewezen asielzoekers naar Turkije terugkeren. Vorig jaar werden al 871 mensen gedeporteerd, en in totaal gaat het om 13.500 Turkse staatsburgers.
De instroom vanuit Turkije is toegenomen, meldt NTV. De slechte economische situatie in het land en de herverkiezing van de autoritaire president Erdogan vorig jaar zijn hiervoor de achterliggende redenen. Na Syriërs vormen Turken de tweede grootste groep asielzoekers in Duitsland.
NTV noemt echter een ‘slagingskans’ van 13 procent voor Turken om als asielzoeker in Duitsland te mogen verblijven. De meerderheid van deze kansarme asielmigranten uit Turkije werd lange tijd gedoogd.
Met de dood van Hassan Nasrallah en de belangrijkste kopstukken van Hezbollah heeft Israël de organisatie een flinke klap uitgedeeld. Hoe staat Hezbollah er nu voor?
Het nieuws dat door Israël op vrijdagavond, en door Hezbollah op zaterdag werd bevestigd bracht verschillende emoties teweeg in het Midden-Oosten. Waar veel sjiieten en de Palestijnen treuren om de dood van de Hezbollah-leider, gingen in Syrië mensen dansend de straat op.
Hassan Nasrallah was een belangrijk figuur voor Hezbollah, een organisatie die in het Westen en door Israël gezien wordt als een terroristische organisatie, maar zichzelf neerzet als verzetsbeweging tegen de Israëlische bezetting. Onder zijn leiding werd de organisatie groot. De vraag welk effect zijn dood heeft op de organisatie, wordt dan ook wijd gedeeld.
Er lijkt geen eenduidig antwoord te zijn. Nieuwswebsite Middle East Eye citeert een anonieme bron die vertelt dat Hezbollah tijd nodig heeft, maar zich wel zal herstructureren. Hezbollah heeft een decentrale structuur, waardoor er meerdere mogelijke opvolgers zijn. De oudere leiders hebben jongere leiders getraind, en die zullen nu aan de beurt komen, legt de bron uit.
De plaatsvervangend leider van Hezbollah, Naim Qassem, zei vandaag dat de groep op basis van interne procedures een nieuwe leider zal selecteren, meldt Al Jazeera. Hij zei dat Hezbollah nog steeds de militaire capaciteiten heeft om te vechten en vertelde Israël dat het nog niet klaar is om zich over te geven.
Wat doet Iran?
De andere belangrijke vraag die veel gesteld werd dit weekend gaat over Iran. Wat zal Iran doen, als belangrijkste bondgenoot en geldschieter van Hezbollah? Iran zit in een lastig parket, zei Iran-kenner Peyman Jafari zaterdag tegen Nieuwsuur. ‘Als (president) Pezeshkian de relaties met het Westen wil verbeteren, kunnen ze zich geen nieuwe oorlog permitteren’, legt hij uit. ‘Anderzijds, als Iran de grote afwezige is op het moment dat Hezbollah klappen vangt, zal dat tot enorme demoralisatie leiden bij Hezbollah, maar ook bij de andere bondgenoten.’
Israël gaat ondertussen door met de bombardementen in Libanon. Vandaag voerde het de eerste aanval uit op de hoofdstad buiten de zuidelijke buitenwijken waar Hezbollah de dienst uitmaakte. Daarbij zijn drie leden van de Popular Front for the Liberation of Palestine group om het leven gekomen.
Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat 11 procent van de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder zich ‘sterk eenzaam’ heeft gevoeld in 2023, hetzelfde percentage als in 2022. Opvallend is dat eenzaamheid vaker voorkomt bij mensen met een migratieachtergrond.
Het CBS onderscheidt twee vormen van eenzaamheid: ‘emotionele eenzaamheid’, waarbij mensen gevoelens van leegte ervaren of het gevoel hebben dat ze anderen missen, en ‘sociale eenzaamheid’, waarbij men zich minder verbonden voelt met de mensen om zich heen. In 2023 voelde 11 procent van de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder zich ‘sterk eenzaam’, hetzelfde percentage als in 2022.
Opvallend is dat migranten die buiten Nederland zijn geboren zich vaker eenzaam voelen. Meer dan het dubbele (23,1 procent) van hen ervaart sterke eenzaamheid vergeleken met Nederlanders zonder migratieachtergrond (11,5 procent).
Hoewel sociale eenzaamheid bij Nederlanders met een migratieachtergrond (ouders buiten Europa geboren, zelf in Nederland geboren) zo’n 5 procentpunt lager ligt dan bij hun ouders, is deze nog steeds 5 procentpunt hoger dan bij Nederlanders zonder migratieachtergrond.
De Turkse consul-generaal in Amsterdam, Mahmut Burak Ersoy, ging onlangs op de Universiteit van Amsterdam in gesprek met studenten, zo meldt de Turkse nieuwssiteSonHaber.
Het evenement, georganiseerd door de studentenvereniging SIB Amsterdam, bood Amsterdamse studenten de gelegenheid om vragen te stellen aan de consul-generaal over diplomatie en het buitenlandse beleid van Turkije.
Tijdens het gesprek kwamen de betrekkingen tussen Turkije en de EU, de rol binnen het militaire bondgenootschap NAVO, de bestrijding van terrorisme en de laatste ontwikkelingen in het Midden-Oosten aan bod.
Volgens Ersoy is Turkije op internationaal gebied een vooraanstaande ‘actor’ en zou het ‘er alles aan doen’ om de ‘internationale vrede en stabiliteit’ te bewaren. Daarom zou Turkije een ‘actief buitenlands beleid’ nastreven.
De consul-generaal benadrukte verder het belang van werken in ‘een multiculturele samenleving’ voor diplomatie. Dat zou het mogelijk maken om conflicten vanuit verschillende perspectieven te bekijken. ‘Het is belangrijk om verschillende culturen te kunnen begrijpen’, aldus Ersoy.
Ook pleitte Ersoy voor ‘goede verhoudingen’ tussen de Turks-Nederlandse gemeenschap en ‘de plaatselijke bevolking’ in Nederland, en hij hoopt dat zulke evenementen daar ‘energie’ aan kunnen geven.
In Nederland werden lange tijd vraagtekens geplaatst bij de zogenoemde ‘lange arm van Turkije’. Er zou te veel invloed zijn van ‘onvrije landen’. Sinds de oorlog in Oekraïne uitbrak en de strategische rol van Turkije als NAVO-bondgenoot aan belang won, lijkt dit onderwerp steeds minder besproken te worden in de Nederlandse politiek.
Het kabinet heeft besloten om een laatste groep bewakers uit Afghanistan, die Defensie en de Nederlandse ambassade in Kabul hebben ondersteund, toch niet naar Nederland te halen. Voor de zomer kregen ze de toezegging om met hun kerngezin naar Nederland te komen, maar het huidige kabinet ‘maakt een andere afweging’.
Het gaat om een groep van ongeveer 45 Afghanen en hun gezinnen, die hebben bijgedragen aan de bewaking van de Nederlandse ambassade in Kabul en de beveiliging van de Nederlandse missie in Uruzgan. Vlak voor het zomerreces besloot het demissionaire kabinet dat zij in aanmerking kwamen voor asiel in Nederland, na jarenlang gesteggel over deze groep. Het was dankzij een motie van Kamerlid Kati Piri (GroenLinks-PvdA) dat de knoop werd doorgehakt in het voordeel van de Afghaanse bewakers.
Het zou de laatste groep zijn geweest die naar Nederland mocht komen. Een aantal lokale bewakers en tolken van de EU-politiemissie (EUPOL) kwamen niet in aanmerking voor een verblijf in Nederland. Maar nu is ook het lot van de ambassadebewakers en hun gezinnen gewijzigd met een simpel briefje van de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, Casper Veldkamp en Ruben Brekelmans. ‘Het kabinet maakt een andere afweging’, is de boodschap die verder niet wordt onderbouwd.
Kati Piri noemde de beslissing harteloos en woestmakend. ‘Migratie is een splijtzwam in de Nederlandse politiek, maar er is altijd een brede consensus geweest dat we onze ereschuld aan Afghaanse oud-medewerkers moeten inlossen’, schrijft ze op X.
Ook Roy Grinwis, een Afghanistanveteraan werkzaam bij de Koninklijke Landmacht is teleurgesteld. Hij was als tussenpersoon betrokken bij de evacuaties in 2021 en zet zich nog steeds in voor de Afghaanse bevolking, met de stichting Vets4Afghanistan. ‘De Afghanen die ons 20 jaar lang hebben bijgestaan, laten we keihard stikken onder de barbaarse Taliban. Beloftes aan hen blijken niets waard te zijn. We laten deze mensen achter in pure ellende’, reageert hij.
De eerste moslimmigranten in Nederland waren geen Turkse en Marokkaanse gastarbeiders, maar Indonesiërs en Surinamers uit de koloniën, toont de eerste tentoonstelling van het Moslimarchief. De islam is dus al veel langer verweven met de geschiedenis van ons land.
Nederland ooit het grootste moslimrijk ter wereld? Deze opmerking wordt vaak gemaakt. Mogelijk telde het Britse Rijk – dat ook het tegenwoordige India, Pakistan, Bangladesh, Maleisië en Nigeria omvatte – meer moslimonderdanen. Maar feit is wel dat honderd jaar geleden Nederland over meer dan vijftig miljoen moslims heerste in Nederlands-Indië en Suriname.
De geschiedenis van de islam in Nederland is dus veel breder dan de geschiedenis van Turkse en Marokkaanse gastarbeiders. Dat is ook de boodschap van de tentoonstelling ‘Wij zijn hier’, die is gemaakt door twee gastconservatoren van het Moslimarchief.
De expositie is tot 8 december te zien in het Nationaal Archief in Den Haag, op een steenworp afstand van het gebouw waar nu tijdelijk de Tweede Kamer huist. Bijzonder, want de Nederlandse politiek, in het bijzonder het nieuwe kabinet, lijkt moslims niet bepaald gunstig gezind. De islamofobe PVV van Geert Wilders is een van de coalitiepartners en wil een vluchtelingencrisis uitroepen, om op die manier nieuwe moslimmigranten te weren. Daarnaast staat het kabinet nog steeds vierkant achter Israël, dat een bloedige oorlog voert op de Gazastrook, met tienduizenden dodelijke slachtoffers als gevolg. Moslims worden niet als mens gezien, zegt Kamel Essabane, voorzitter van het Moslimarchief. Maar, en dat is tevens de boodschap van de tentoonstelling, moslims zijn er ook: ‘Wij zijn hier.’
Hindostaanse moskee in Suriname. Beeld: Nationaal Archief
Op de introductiewand van de tentoonstelling staan vijf teksten:
Wij zijn hier, want wij horen hier te zijn. (Emillio Kertokarijo)
Wij zijn hier, omdat Nederland ons heeft gekoloniseerd. (Gracia Rahman Khan)
Wij zijn hier, door onze gedeelde geschiedenis. (Fâris van de Lisdonk)
‘Een nationaal islammuseum is zelfs voor het progressieve Amsterdam een brug te ver’
Wij zijn hier, omdat Nederland beloftes niet is nagekomen. (Fâris van de Lisdonk)
Wij zijn het vergeten kindje van het grootste moslimland ter wereld: Indonesië (Emillio Kertokarijo)
Deze teksten geven ook meteen de richting van de tentoonstelling aan. Die gaat niet over het – bekende – verhaal van Turkse en Marokkaanse gastarbeiders die vanaf de jaren zestig naar Nederland emigreerden voor werk en daarna hun gezinnen lieten overkomen. Dat verhaal is vele malen verteld. Evenmin gaat het over de diplomatieke banden tussen de Nederlandse Republiek en het Ottomaanse Rijk, of piratenadmiraal Jan Janszoon die in dienst van de Marokkaanse sultan Europese schepen kaapte. De tentoonstelling gaat over de echt onbekende verhalen, die van de Indonesische, Molukse, Hindoestaans-Surinaamse en Javaans-Surinaamse moslims in Nederland. En hun geschiedenissen zijn al veel langer met die van Nederland verbonden.
Koloniale houding
De samenstellers van de tentoonstelling, Mirjam Shatanawi en Kashif Amin, hebben allebei een achtergrond in de museumwereld. Shatanawi is gespecialiseerd in het koloniaal erfgoed van Indonesië. ‘Indonesië is nu het grootste moslimland ter wereld, maar was eeuwenlang een Nederlandse kolonie. Maar over hoe moslims in Indonesië de islam beleefden, daar hadden de koloniale autoriteiten nauwelijks aandacht voor. Waar ze wel meer over wilden weten was het jihadisme, omdat dat een gevaar was voor het Nederlandse gezag. Die koloniale houding heeft Nederland eigenlijk nog steeds.’
Amin beaamt dit: ‘Ik gaf zo’n twintig jaar geleden rondleidingen in het Tropenmuseum in Amsterdam. Er was op dat moment een tentoonstelling over ‘Nederlands-Indië’, maar aan de islam werd helemaal geen aandacht besteed. Terwijl de meeste mensen in Indonesië moslim zijn. Dat werd genegeerd. Ik dacht toen: er moet een Nederlands islammuseum komen. Daarom heb ik nu deze tentoonstelling mede samengesteld. En dat museum, dat is nog steeds mijn doel.’ Amin geeft wel toe dat het politieke tij hem en Shatanawi nu niet bepaald positief gezind is. ‘Er komt een nationaal slavernijmuseum in Amsterdam, maar een nationaal islammuseum is zelfs voor het progressieve Amsterdam een brug te ver. Helaas. Maar juist daarom organiseren we deze tentoonstelling, voor moslims én niet-moslims. Om een ander narratief te vertellen. Een verhaal dat ook gehoord moet worden.’
Een bijzondere groep die aandacht krijgt in de tentoonstelling zijn de islamitische Molukkers. De meeste Molukkers in Nederland zijn christelijk, maar er is ook een kleine islamitische gemeenschap. Net als de christelijke Molukkers stammen zij af van voormalige KNIL-militairen, die na de Indonesische onafhankelijkheid naar Nederland moesten vluchten. De eerste Nederlandse moskee was van de Ahmadiyya (een groepering die door mainstream-moslims niet als islamitisch wordt beschouwd, red.), maar de eerste moskee met een minaret was Moluks en stond in Friesland. Shatanawi: ‘Die moskee werd mede gefinancierd door de overheid. Zoiets zou nu ondenkbaar zijn.’
OMG. Je ziet het vaak in berichten van jongeren. Ik kon er geen betekenis aan geven. Het was de afkorting voor ‘Oh mijn God’.
In onze jeugd kenden we deze uitdrukking niet. De Engelstalige ‘Oh my God’ kenden we wel uit Amerikaanse films. Daar voelden ze vaker de behoefte om de Schepper aan te roepen. De ondertiteling gaf vaak een andere betekenis.
God aanroepen was hier ‘not done’. Hier had de Tweede Wereldoorlog plaatsgevonden. Vele, vele miljoenen mensen hadden een gewelddadige dood gevonden. Miljoenen mensen waren in concentratiekampen op industriële schaal vermoord. Drukbevolkte binnensteden waren platgebombardeerd. Hoe kan het, zo redeneerde de generatie na de oorlog, dat er een God bestond die al deze wreedheden liet gebeuren?
Zo wordt het geloof in God bij het volk de nek omgedraaid
Omdat de geestelijkheid vaak onderdeel is van het establishment, laat zij zich te makkelijk meesleuren in medeplichtigheid aan misdaden van een repressief regime. Zo wordt het geloof in God bij het volk de nek omgedraaid.
De studentenpastor vroeg aan ons groepje geneeskundestudenten of we gelovig waren. Tot dan toe leefde ik in de veronderstelling dat ik omgeven was door goddeloze atheïsten. Mijn Hollandse klasgenoten, of beter gezegd Brabantse klasgenoten, hadden het nooit over het geloof. Ik dacht dat ze allemaal ongelovig waren. Omdat wij als moslims het juiste geloof hebben, was het ook makkelijk te plaatsen dat zij ongelovig waren. Eén voor één biechtten ze echter op dat ze eigenlijk wel geloofden. Dat had ik buiten de les, met de pastoor, bijna nooit gehoord.
Scholieren worden onderwezen om zichzelf te zijn. Dit recht leek christenen gedurende decennia ontnomen te zijn. Nu is ‘OMG’ aan de lopende band te horen. En dan wel in het Nederlands.
Morgen is het open azc-dag. Dan is het mogelijk om een asielzoekerscentrum te bezoeken.
Dit jaarlijkse evenement valt samen met Nationale Burendag, iets wat het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) graag benadrukt: ‘Azc-bewoners zijn buren van ons allemaal’, aldus de instantie die verantwoordelijk is voor de asielzoekerscentra in Nederland.
Niet alle asielzoekerscentra doen mee, maar veel wel. Bezoekers kunnen genieten van een hapje en drankje, bewoners ontmoeten en in gesprek gaan met medewerkers van de IND, de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) en VluchtelingenWerk. Daarnaast zijn er workshops, rondleidingen en activiteiten voor kinderen.
Met dit evenement wil het COA een inkijkje geven in het leven in een azc en de kans bieden om bewoners en buurtbewoners met elkaar in contact te brengen. ‘Vorig jaar bezochten zo’n 12.000 mensen de ruim 100 deelnemende COA-locaties’, meldt het COA.
Turkse supporters van Besiktas, de topclub uit Istanbul, zorgden gisteravond voor veel rumoer in de Amsterdamse binnenstad, totdat de wedstrijd begon. Ajax maakte met een 4-0 overwinning gehakt, of beter gezegd, sis kebab van de Turken. Zo meldt stadszender AT5.
Het begon nochtans feestelijk voor de Besiktas-supporters in Amsterdam. Zelfs degenen die niet deelnamen aan het gezang en de parade met Turkse vlaggen op de Dam, genoten thuis van de beelden en deelden die enthousiast.
De spelers van Besiktas, onder leiding van oud-international Giovanni van Bronckhorst, begonnen de wedstrijd redelijk goed. Maar al snel bleek dat Besiktas geen partij was voor het jonge talent van Ajax. Na een half uur kon Besiktas het niet meer bijbenen. Na de 1-0 liep de score snel op. De keeper van Besiktas, tevens eerste doelman van Turkije, moest nog drie keer goals incasseren. Eindstand: 4-0.
Ajax-Besiktas was de eerste Turks-Nederlandse confrontatie in de vernieuwde Europa League. Ook Fenerbahce en Galatasaray nemen het dit seizoen op tegen Nederlandse teams. Ajax, AZ en FC Twente hebben nog vijf wedstrijden te spelen tegen de Turkse topclubs uit Istanbul, toevallig allemaal in Nederland.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.