17.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 16

Internationaal Gerechtshof onderzoekt Israëls blokkade van hulp naar Gaza

0

Afgelopen maandag begon in het Internationaal Gerechtshof in Den Haag een nieuwe zaak tegen Israël. Dit keer staan de blokkade van humanitaire hulp en de relatie met UNRWA ter discussie.

De zaak komt voort uit een resolutie van Noorwegen vorig jaar, waarin het VN-land juridische vragen stelt over de verplichtingen van Israël om hulp aan de Palestijnen mogelijk te maken. De hele week zullen er hoorzittingen plaatsvinden, waarbij vertegenwoordigers van veertig landen en vier mensenrechtenorganisaties aan het woord komen.

In de meest brede zin gaat het in deze zaak om de manier waarop Israël zich verhoudt tot de Verenigde Naties (VN), waarvan het zelf lid is. Maar Israël is steeds kritischer over de VN, schrijft NRC. Het land is met name kritisch over UNRWA, een organisatie die al sinds 1949 hulp biedt aan Palestijnse vluchtelingen. Volgens Israël heeft de organisatie banden met Hamas. Het is een lastercampagne begonnen om de rest van de wereld hiervan te overtuigen. Bovendien bemoeilijkt het de werkzaamheden van UNRWA in de Palestijnse gebieden.

Sinds 2 maart dit jaar blokkeert Israël bovendien alle humanitaire hulp in Gaza, naar eigen zeggen om de druk op Hamas op te voeren om alle gijzelaars vrij te laten. Volgens Israël zou er nog voldoende humanitaire hulp in het gebied aanwezig zijn. Volgens de VN en hulporganisaties klopt dit niet. De voedselvoorraden die tijdens het staakt-het-vuren zijn aangelegd raken op. Hongersnood is een feit en de gaarkeukens zijn leeg. Wat hier nog bovenop komt, is dat medewerkers van hulporganisaties, waaronder de UNRWA, zijn aangevallen door Israël en in sommige gevallen gedood.

Als VN-lid zou Israël zich aan bepaalde regels moeten houden wat betreft het werk van VN-organisaties. De VN genieten bepaalde privileges en een zekere onschendbaarheid, schrijft NRC. Het mag daarom niet zomaar VN-gebouwen in eigen land binnenvallen en VN-medewerkers mogen niet aangevallen worden. Het moet de VN bovendien zijn werk laten doen. Hierop zou Israël kunnen worden aangesproken door het gerechtshof.

Peiling: 21 procent van de Turken steunt arrestatie Imamoglu

0

Uit een peiling blijkt dat slechts een vijfde van de Turken de arrestatie van de seculiere burgemeester van Istanbul, Ekrem Imamoglu, gerechtvaardigd vindt. De helft van de bevolking is tegen het vasthouden van de burgemeester en ruim een kwart ‘weet het niet’. Zo meldt het peilingbureau Özdemir Research.

Imamoglu wordt nog steeds gezien als de enige kandidaat die kans maakt tegen Erdogan bij de presidentsverkiezingen in 2028. Sinds 2019 versloeg hij Erdogans partij AKP drie keer in lokale verkiezingen.

De burgemeester werd op 19 maart gearresteerd vanwege een uitgebreid corruptieonderzoek en zit sindsdien vast. Hij wordt beschuldigd van ‘omkoping’, ‘fraude’ en ‘het leiden van een criminele organisatie’.

De arrestatie leidde tot de grootste straatprotesten sinds de Gezi-opstand in 2013. Veel jongeren zitten nog steeds vast. Ook is er een boycot van Erdogan-gezinde bedrijven ingesteld, waaronder populaire boekwinkels en koffietenten.

Intussen verhoogt het Turkse OM de druk op de seculiere volkspartij CHP door nog eens 52 mensen, waaronder ambtenaren, op te pakken bij politieoperaties in de steden Istanbul, Ankara en Tekirdag. Ze worden eveneens verdacht van ‘het leiden van een criminele organisatie’, ‘omkoping’ en ‘fraude’.

Turkije onderdrukt maar praat tegelijk over vrede

0

In Turkije spelen twee belangrijke ontwikkelingen die elkaar tegenspreken: de grootste oppositiepartij wordt aangevallen, terwijl Ankara verzoening met de Koerden belooft. ‘Hoe valt dit te begrijpen?’ vraagt journalist Yavuz Baydar zich af.

Terwijl de wereld steeds onrustiger wordt, lijkt Turkije dat tempo zelfs te versnellen. Wat er binnen het land gebeurt, komt echter zelden in het nieuws. Dat komt deels doordat de aandacht wereldwijd ergens anders ligt. Maar het is vooral omdat het erg moeilijk is te begrijpen wat er precies in Turkije gebeurt en welke kant het opgaat.

Op 19 maart werd Ekrem Imamoglu, de burgemeester van Istanbul en leidende oppositieleider, gearresteerd. Veel mensen noemen dit een soort coup. Het lijkt erop dat de regering zo wil voorkomen dat hij meedoet aan de verkiezingen tegen president Recep Tayyip Erdogan. De onmiddellijke golf van sociale onrust die dit veroorzaakte, was opmerkelijk.

Maar de protesten zijn inmiddels minder geworden. De autoriteiten gebruikten hun bekende aanpak en pakten vooral studenten aan, die het dynamische hart van de beweging vormden. Zesenveertig studenten zitten nu in de gevangenis, en honderden anderen wachten op een aanklacht. Hun toekomst aan de universiteit is onzeker.

De autoriteiten pakten vooral studenten aan

Hun families worden steeds bezorgder, terwijl de belangrijkste oppositiepartij, de CHP, schijnbaar geen interesse meer heeft om hen te verdedigen. ‘Als de aandacht voor hen blijft verwateren, zal hun tijd in de gevangenis onvermijdelijk verlengd worden’, waarschuwde columnist Tugçe Tatari. Het regime speelt het slim en wacht af — vertrouwend op angst en vermoeidheid. Eerst pakken ze de jongeren hard aan, zodat oudere generaties wel twee keer nadenken voor ze gaan protesteren.

Kunstmatig kanaal

Zes weken na de arrestatie van Imamoglu, leidde een andere grootschalige operatie tot schokgolven door de gemeente Istanbul. In de vroege ochtend van zaterdag 26 april arresteerde de politie 51 hoge functionarissen, voornamelijk van de Water- en Riolering Administratie (ISKI), op beschuldiging van ‘opzet bij aanbestedingen’, ‘gekwalificeerde fraude’, en ‘omkoping’.

Özgür Özel, de leider van de CHP, reageerde fel. ‘Er zijn twee motieven achter deze arrestaties’, zei hij. ‘Ten eerste, om de wil van het volk te ondermijnen; ten tweede, om de winsten van Istanbul in handen te krijgen. Op het moment dat burgemeester Ekrem gevangen werd gezet, werd het omstreden Kanal Istanbul-project weer opgestart. Terwijl burgemeester Ekrem — de beschermer van Istanbul — in de Silivri-gevangenis zit, schittert Recep Tayyip Erdogan in commercials op Arabische tv-kanalen. Daar promoot hij huizen met uitzicht op het kanaal, woningen aan het meer en vastgoed dat een Turks paspoort oplevert, allemaal in spotjes van 3,5 minuut.

Kanal Istanbul is een groot bouwproject dat een kunstmatig kanaal wil maken tussen de Zwarte Zee en de Zee van Marmara, naast de Bosporus. De regering zegt dat het nodig is als oplossing voor de scheepvaartdrukte. Maar critici beschouwen het als een ecologische ramp in de maak en zien het als een manier om land goedkoop aan regeringsvrienden te geven. Na zijn verkiezingsoverwinning annuleerde Imamoglu belangrijke onderdelen van het project, wat Erdogan woedend maakte.

Beeld: Kemal Aslan/AFP

De nieuwe golf van arrestaties laat zien dat het regime niet van plan is om milder te worden, zoals sommige oppositiemedia hadden gehoopt. Integendeel: er zijn berichten dat aanklagers in Ankara en Istanbul werken aan een nieuwe zaak. Die zou gericht zijn op het ongeldig verklaren van het CHP-partijcongres van 2023, waarbij Özgür Özel leider werd. Mogelijk willen ze zelfs een toezichthouder aanstellen voor de partij. Mei lijkt een maand vol politieke spanningen te worden.

Betere omstandigheden voor Abdullah Öcalan

Ondertussen raken Turkije-volgers in de war of worden zelfs wantrouwig: president Erdogan en zijn nationalistische bondgenoot Devlet Bahçeli hebben hoop gewekt bij de Koerden van Turkije en hun politieke partij, DEM. Bahçeli noemt het een ‘historisch vredesproject’. In theorie zou dit betekenen dat de PKK haar wapens neerlegt en zich ontbindt, in ruil voor betere omstandigheden voor hun gevangengenomen leider Abdullah Öcalan.

In de afgelopen zes maanden is er iets opvallends veranderd in hoe men over Öcalan praat. Eerst werd hij nog een ‘babymoordenaar’ genoemd, nu wordt hij opeens geprezen als een ‘stichtend leider’. Het lijkt erop dat verzoening voorlopig werkt.

Toch voelt de situatie voor veel van de Turkse samenleving onwerkelijk. In werkelijkheid lijkt Turkije vast te zitten in een soort tegenstrijdigheid. Aan de ene kant is er harde onderdrukking van de belangrijkste oppositie, terwijl aan de andere kant juist beloften worden gedaan van ‘vrede en democratie’ aan een andere oppositiegroep.

Koerden blijven in een hoopvolle bubbel, terwijl de CHP zich verzet

Niemand weet hoe dit alles zal uitpakken. Binnenlandse commentatoren zijn verward, omdat de twee grote oppositiegroepen in hun eigen hoeken worden gedrukt — de Koerden blijven in een hoopvolle bubbel, terwijl de seculier-centrische CHP zich verzet. Het publieke debat zit vol verwarring, agressieve discussies en wilde speculaties. De gepolariseerde media dragen bij door desinformatie te verspreiden of zichzelf te censureren. Deze chaotische situatie is precies waar Erdogan door de jaren heen goed in is geworden om de controle te behouden.

Het omstreden Kanal Istanbul-project

Verstevigen van de macht

Bizar of niet, er kan een logica zitten achter de strategie van Erdogan en Bahçeli. Sommige Turkse analisten denken dat ze good cop/bad cop spelen, of dat er spanningen zijn binnen de regerende alliantie. Toch zijn er nog geen duidelijke scheuren te zien in de machtsstructuren — althans nog niet. Wat is hun strategie?

‘Maandenlang heeft de Turkse regering geprobeerd drie belangrijke taken tegelijkertijd uit te voeren — of bijna zo — om haar greep op de macht thuis te verstevigen en haar invloed in de bredere regio te vergroten’, schreef Robert Pearson, een voormalig Amerikaanse ambassadeur in Ankara en onderzoeker bij het Middle East Institute (MEI).

‘De driedelige aanpak bestaat uit: 1) het verpletteren van de democratie en het afbreken van de politieke oppositie in Turkije door ernstige strafrechtelijke aanklachten in te dienen tegen Ekrem Imamoglu, de populaire burgemeester van Istanbul en een sleutelfiguur binnen de belangrijkste oppositiepartij CHP; 2) het in een coalitie opnemen van de pro-Koerdische partij DEM om de volgende nationale verkiezingen te winnen en het 22-jarige regime van president Recep Tayyip Erdogan uit te breiden — waarmee hij in feite ‘leider voor het leven’ wordt; en 3) het benutten van zijn groeiende invloed in Syrië om de Koerdische macht zowel in het noordoosten als binnen de Syrische nationale regering te neutraliseren.’

‘Wat er nu gebeurt, lijkt niet echt op een vredesproces’

Pearson merkt terecht op dat ‘Trump (Erdogans) binnenlandse antidemocratische maatregelen niet zal bekritiseren. Hij zal moeten uitleggen hoe Turkije de Syrische regering kan helpen haar belangrijkste prioriteit — stabilisatie — te bereiken, terwijl het tegelijkertijd in lijn blijft met de Amerikaanse bezorgdheden over het herstel van Syrië’, in plaats van zich uitsluitend op de Turkse belangen te richten.’

Reeks beleefde bezoeken

Ondanks alles, zijn de risico’s voor de Koerden in Turkije aanzienlijk. Tot nu toe blijft het zogenaamde ‘vredeproces’ niet veel meer dan een reeks beleefde bezoeken aan Erdogans paleis en verschillende ministeries. De pro-Koerdische DEM-partij heeft gekozen voor een niet-transparante houding, terwijl er geen tekenen zijn dat de regering echt iets doet om haar beloftes waar te maken.

‘Er is momenteel een lopend proces, maar we merken dat de staat geen van de noodzakelijke stappen heeft gezet’, zei Hüseyin Küçükbalaban, medevoorzitter van de Human Rights Association. Terwijl de staat niets doet, vragen mensen zich nu af of de PKK binnenkort zal ophouden te bestaan. Kortom, alle kaarten liggen nog op tafel, wat leidt tot veel achterdocht. En naarmate de tijd verstrijkt, worden er steeds meer Koerdische stemmen gehoord, die het groeiende wantrouwen benadrukken.

Moeten we dit ‘proces’ serieus nemen? Deze vraag werd onlangs gesteld aan Ilnur Çevik, die ooit als senior adviseur in Erdogans paleis diende. Zijn antwoord was somber:

‘Wat er nu gebeurt, lijkt niet echt op een vredesproces’, zei hij. En toen hem werd gevraagd of er een officiële routekaart of werkdocument in Ankara was, antwoordde hij:
‘Blijf zoeken, maar je zult er geen vinden. Net zoals het Dolmabahçe-proces (de vorige vredespoging tussen 2013 en 2015) eindigde in een grote teleurstelling, zal hetzelfde nu gebeuren. Dat is de Turkse mentaliteit: ‘Zet de karavaan op de weg en repareer het onderweg.”

Van wapens tot water: de ware motieven achter Israëls acties in Syrië

0

Sinds de machtswisseling in Syrië valt Israël militaire doelen aan. Het heeft de bezetting van de Golanhoogvlakte uitgebreid en werpt zich op als de beschermer van de druzen. Wat zit hier achter? Het antwoord hangt af van wie je de vraag stelt. De Kanttekening ging in gesprek met een Nederlandse oud-diplomaat en een Amerikaanse Midden-Oostendeskundige.

Koos van Dam is een Syrië-kenner. Tien jaar geleden werd hij benoemd tot speciaal gezant voor Syrië namens het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij is inmiddels gepensioneerd, maar schrijft nog steeds veel over Syrië en de geopolitieke ontwikkelingen in het Midden-Oosten. Henri Barkey is Midden-Oostendeskundige en professor aan de Leigh Universiteit in de Verenigde Staten. Hij is tevens een internationaal spreker en is ook in Europa bekend om zijn werk.

Israël is vooral in het zuiden van Syrië actief, de regio waar het grenst aan Israël. Hier heeft het meerdere luchtaanvallen uitgevoerd op plekken waar wapens lagen opgeslagen. De voormalige dictator Bashar al-Assad had een uitgebreid wapenarsenaal, mede dankzij de toevoer vanuit Iran en Hezbollah. Deze wapens wil Israël vernietigen, naar eigen zeggen als veiligheidsgarantie, omdat het de huidige Syrische leiders niet vertrouwt.

‘Het nieuwe regime in Syrië komt voort uit Al Qaida. Politieke leiders gaan altijd uit van het ergste. Misschien blijkt HTS uiteindelijk een vreedzame organisatie, maar ze willen de mogelijkheid uitsluiten dat de wapens die Syrië heeft in de verkeerde handen vallen. De ironie wil dat Bashar al-Assad – hoewel Israël niet blij met hem was – voorspelbaarder was dan de huidige leider’, zegt Barkey. Het gaat overigens niet alleen om de leiders in Damascus, gaat hij verder. ‘Het huidige regime heeft nog helemaal geen controle over het land, er zijn tal van groeperingen in verschillende delen van het land die het regime niet erkennen. Israël wil ook voorkomen dat de wapens in handen van deze groepen vallen.’

Henri Barkey

De aanwezigheid van hoogwaardig militair materieel in een land is inderdaad al vaker een risico gebleken. Ook nadat de VS wapens het land instuurde om rebellen te ondersteunen in hun strijd tegen het Assad-regime, kwamen deze wapens uiteindelijk in handen van islamistische groeperingen, die door de VS als vijandig werden gezien. Toch denkt Van Dam dat de veronderstelling dat Syrië een bedreiging vormt voor Israël niet klopt. ‘Syrië heeft nog nooit een ernstige bedreiging gevormd voor Israël, want Israël is altijd al de baas geweest, in de hele regio. Israëls leger werd wel bedreigd door Syrië tijdens de Oktober-oorlog van 1973, maar die was bedoeld om de door Israël bezette Golanhoogte terug te veroveren, niet om Israël te bezetten; net zoals Egypte toen de door Israël bezette Sinaï terug wilde.

De kans dat deze dreiging nu wel ontstaat, is inmiddels weggenomen, zo stelt hij. Israël heeft het Syrische leger geheel tandeloos gemaakt. Hiermee heeft het niet alleen het huidige regime verzwakt, maar ook de mogelijkheid vergroot voor andere landen om te interveniëren. Syrië kan zich namelijk niet meer verweren.’

Tijdelijke bufferzone of bezetting? 

Direct na de machtsovername nam Israël de bufferzone in het zuidwesten van Syrië in, dat grenst aan het reeds door Israël bezette Golanhoogvlakte. Het eerder bezette gedeelte van dit gebergte is in handen van Israël sinds 1967. De vraag is welke motieven het land heeft om dit gebied uit te breiden met een bufferzone, die slechts enkele kilometers toevoegt aan het reeds bezette gebied.

Israël zelf gooit het wederom op veiligheid. Het zou om een tijdelijke bezetting gaan, totdat er een volwaardige regering is en dan zou Israël zich weer terugtrekken. Volgens Barkey is dit scenario waarschijnlijk. ‘Je kunt natuurlijk nooit weten wat Israël gaat doen. Maar als het dit extra gebied permanent zou bezetten, dan riskeert het een discussie over het eerder bezette gebied in de Golanhoogte en dat zal Israël niet willen. Israël heeft dit gebied in 1967 veroverd om strategische redenen. Vanuit het gebergte kijk je uit over heel Israël, vanuit hier zou Syrië heel Israël kunnen domineren en dat wil het voorkomen.’

De tijdelijkheid van de bezetting wordt echter door veel mensen in twijfel getrokken. Afgelopen Pasen organiseerde het Israëlisch defensieleger (IDF) wandeltochten door de Golanhoogvlakte, waarbij toeristen ook door de recent bezette bufferzone liepen. Ze bezochten de Hermonberg, waar ze een panoramisch uitzicht genoten van zowel Damascus als Beiroet en gingen naar de Shebaa Farms, een oorsrponkelijk Libanees gebied, bezet door Israël. Volgens de organisatoren was de tour bedoeld om het gevoel van veiligheid en normaliteit in het noorden van Israël te vergroten en het toerisme een boost te geven, aldus The Guardian.

Een andere uitleg voor de bezetting van meer gebied in deze grensregio is dat het rijk is aan waterbronnen. Al voor de oorlog in 1967 was dit reden voor omliggende landen om grenzen te betwisten. ‘Syrië wilde eens de watertoevoer blokkeren zodat het niet in Israël, maar in eigen land kon worden gebruikt voor de landbouw. Dit liet Israël toen niet gebeuren’, zegt Van Dam. Behalve water is het gebied uitermate geschikt voor het verbouwen van druiven.

‘Er zijn ook voorstanders van een groter Israël – van de Nijl tot aan de Eufraat’

Volgens Van Dam grijpt Israël elke kans om meer grondgebied te krijgen. ‘Er zijn ook voorstanders van een groter Israël – van de Nijl tot aan de Eufraat. Om veiligheidsredenen hoeft het de Golanhoogte niet te bezetten. Er is sinds de Syrisch-Israëlische wapenstilstand van 1974 praktisch nooit een kogel door het Syrische regime afgevuurd op Israël. Er was hoogstens sprake van enige ‘spillover’ van de Syrische burgeroorlog op het bezette Golangebied. Israël is eerder een bedreiging van Syrië dan andersom. Voor Syrië is de Golanhoogte belangrijk, maar onder de huidige omstandigheden kan het niets doen tegen de expansie van Israël. Syrië wil geen nieuw conflict, de prioriteit ligt bij wederopbouw.’

Minderheden tussen twee vuren

Hoe zit het dan met de druzen, de minderheidsgroepering die zich voornamelijk in het zuiden van Syrië bevindt en waarvan Israël zegt dat ze hen wil beschermen tegen het nieuwe regime? Veel druzen accepteren het regime van Al-Sharaa niet (sommigen ook weer wel), maar de bescherming van Israël willen ze ook niet, zegt Van Dam. ‘Er zijn altijd wel mensen die zich wel richten tot Israël, maar die zijn niet representatief.’

Koos van Dam

Barkey denkt dat het genuanceerder ligt. ‘De druzen zeggen misschien dat ze niets van Israël willen, maar zullen uiteindelijk misschien toch anders handelen. ‘Het is niet slim om openbaar te maken dat je de bescherming van Israël zoekt, maar er zijn andere manieren om dit te communiceren. Wellicht hebben ze dit al gedaan, als een ingebouwde verzekering voor als het mis gaat met het Syrische regime.’

Deze balanceeract geldt ook voor andere minderheidsgroepen, die zich niet voldoende gesteund voelen door het Syrische regime en daarom op zoek zijn naar potentiële andere bondgenoten. De Koerden bevinden zich in een vergelijkbare positie. Maar voor de Koerden ligt er een ander gevaar op de loer: Turkije, benadrukt Barkey. ‘Turkije is een bondgenoot van het Syrische regime. Mochten de Koerden zich tegen het regime keren, dan zou Turkije het regime te hulp schieten. Ik denk echter niet dat Al-Sharaa dat wil, want dan zet je buitenlandse machten in tegen je eigen volk.’

‘Dat zou tot een conflict tussen Israël en Turkije kunnen leiden, het zou een kiss of death zijn’

Om dezelfde reden verwacht Van Dam niet dat de Koerden zich tot Israël zullen richten voor hulp of bescherming. ‘Dat zou tot een conflict tussen Israël en Turkije kunnen leiden, het zou een kiss of death zijn. Israël heeft weliswaar al vaker de Koerden gesteund, in Irak en Iran. Het is onderdeel van een verdeel-en-heersstrategie die Israël op verschillende plekken in het Midden-Oosten toepast. Maar ik denk dat de Koerden in Syrië op dit moment wijs genoeg zijn om hier niet op in te gaan.’

Israël en Turkije

Toch is een conflict tussen Israël en Turkije in Syrië niet geheel onwaarschijnlijk. De spanningen lopen al langer op. De bombardementen van Israël richten zich niet alleen op wapendepots, maar ook op potentiële nieuwe uitvalsbases voor Turkije. De recente aanval op de luchthaven in Palmyra was hier een goed voorbeeld van. Beide landen beschuldigen elkaar van expansionisme in Syrië, beide hebben gelijk. Of het inderdaad zover zal komen, hangt af van hoe de kaarten op het wereldtoneel geschud zullen worden.

‘Ik denk dat Trump Turkije en Israël aan tafel krijgt’

Onlangs zei Al-Sharaa in een interview met The New York Times dat het nieuwe bondgenoten nodig heeft. Het land kan nog niet op eigen benen staan. De westerse sancties hebben een verlammend effect op de economie en de militaire industrie was ten tijde van het Assadregime grotendeels afhankelijk van Rusland. Al-Sharaa staat dan ook open voor een voortzetting van de samenwerking met Rusland. Hierin kan ook Israël zich vinden: het ziet liever Rusland als bondgenoot van Syrië dan Turkije, schrijft Al-Jazeera.

‘Deze weerstand tegen Turkije kan worden gezien als een reactie op de steun die Erdogan regelmatig uitspreekt voor Hamas, en het feit dat Istanbul bekendstaat als hub voor de operaties van Hamas. Daarentegen is Trump een groot fan van Erdogan’, zegt Barkey. ‘Hij schijnt hem aardig te vinden. Terwijl Biden hem had afgeschreven als autoritaire leider, wil Trump hem juist terug op het wereldtoneel brengen.’

Trump was verrast dat Israël liever Rusland als bondgenoot ziet dan Turkije, een NAVO-bondgenoot, schrijft Al Jazeera. ‘Ik denk dat Trump Turkije en Israël aan tafel krijgt’, zegt Barkey. ‘Het zijn immers beide bondgenoten van de VS. Turkije wil van alles van Amerika en Israël heeft Amerika nodig in het Midden-Oosten. Er heeft al een ontmoeting plaatsgevonden. Trump laat dit niet uit de hand lopen.’

Afrikaanse migranten komen om bij Amerikaanse aanval in Jemen

0

Bij een Amerikaanse aanval op een detentiecentrum voor migranten in de Jemenitische stad Saada zouden tot nu toe 68 mensen zijn omgekomen en 47 anderen gewond geraakt. Het waren voornamelijk Afrikaanse migranten, op weg naar een beter leven in de Golfregio.

Dit meldt de Jemenitische tv-zender Al Masirah, bericht Reuters maandagochtend. Het zou een van de meest bloedige aanvallen door Amerika in Jemen zijn, waar het de Houthi’s wil afschrikken om nog meer aanvallen uit te voeren op maritieme doelen in de Rode Zee. De stad Saada staat bekend als een uitvalsbasis voor de groepering.

Deze maand heeft de Amerikaanse regering de druk op de Houthi’s in Jemen opgevoerd. Begin april voerde het de meest dodelijke aanval uit op een brandstoftankstation, waarbij 74 doden vielen. Het dodental in het detentiecentrum kan vandaag echter nog oplopen, meldt Al Jazeera.

Het is niet duidelijk waarom het detentiecentrum in Saada doelwit werd van de aanvallen. Amerikaanse straaljagers bombardeerden vannacht verschillende gebieden, met name in de steden Sanaa en Saada. In Sanaa werden ook drie huizen aangevallen, waarbij acht mensen omkwamen, onder wie kinderen en vrouwen.

De Verenigde Staten hebben sinds half maart in totaal meer dan 800 doelen in Jemen geraakt, waarbij honderden Houthi-rebellenstrijders zijn gedood, waaronder leden van de leiding van de groep, zei het Amerikaanse leger zondag, meldt nieuwsdienst AFP.

Hoe zit het ook alweer?

De Houthi’s voeren sinds de oorlog in Gaza aanvallen uit op schepen in de Rode Zee, om druk uit te oefenen op Israël en zijn bondgenoten om het geweld in Gaza te beëindigen. Deze aanvallen namen af tijdens het staakt-het-vuren, maar werden hervat toen dit staakt-het-vuren in maart werd geschonden.

Op 15 maart begonnen de VS met een eigen offensief in Jemen. Waar de regering-Biden zich vooral richtte op militaire doeleinden, richt de regering-Trump zich op Houthi-leiders zelf, schrijft de Amerikaanse nieuwssite Vox. Het medium is kritisch over de handelswijze van deze regering. Er is weinig duidelijk over de risico’s die de regering neemt en wat ze doet om te voorkomen dat ook burgerdoelen worden geraakt, aldus Vox.

Verdachte van moord in Franse moskee geeft zichzelf aan

0

De vermoedelijke dader van de moord in een Franse moskee heeft zichzelf gisteravond aangegeven bij een politiebureau in Italië. Dit meldde openbaar aanklager Abdelkrim Grini vanochtend aan persdienst AFP.

Het gaat om een Franse man met de naam Olivier, geboren in Lyon in 2004 en met een Bosnische achtergrond. Hij had tot nu toe geen strafblad. Hij gaf zich gisteravond om 23.00 uur aan in Pistoia, een stad niet ver van Florence.

Vrijdagochtend werd in het Franse dorp La Grand-Combe de 20-jarige Malinees Aboubakar Cissé neergestoken in een moskee terwijl hij aan het bidden was. Op dat moment waren alleen hij en de dader aanwezig in de moskee. De man stak 40 tot 50 keer op hem in. Daarna filmde hij zijn lijden terwijl hij beledigende teksten jegens de islam uitsprak. Het beeldmateriaal deelde de dader met een persoon, die het vervolgens op sociale media plaatste. Inmiddels is het beeldmateriaal van sociale media verwijderd, vanwege de schokkende inhoud.

De man had mogelijk islamofobe motieven om de moskeeganger neer te steken, maar wellicht ook andere motieven, zoals het verlangen om te doden, zegt aanklager Grini. De man zou namelijk hebben gezegd dat hij meer mensen wil doden.

Stem tegen islamofobie

De roep om een stem te laten horen tegen islamofobie is desondanks luid. Religieuze haat hoort niet thuis in Frankrijk, schreef president Emmanuel Macron op X. Op zondag gingen duizenden mensen de straat op in Parijs om steun te betuigen aan het slachtoffer en te waarschuwen voor islamofobie.

De Franse Raad van het Moslimgeloof (CFCM) zei ‘geschokt’ te zijn door de ‘anti-islamitische terroristische aanslag’ en drong er bij moslims in Frankrijk op aan ‘uiterst waakzaam’ te zijn. Ook de Vertegenwoordiger Raad van Franse Joodse Instellingen (CRIF) sprak zich uit en noemde de moord op een gelovige in een moskee een verachtelijke misdaad die de harten van alle Fransen moet verontwaardigen, zo meldt France24.

De Franse minister van Binnenlandse Zaken, Bruno Retailleau, heeft zondag instructies gegeven de beveiliging van moskeeën in heel Frankrijk te versterken.

Meer dan honderd doden in Gaza door Israëlische bombardementen

0

Israëlische bombardementen hebben de afgelopen dagen aan meer dan honderd Palestijnen het leven gekost. Alleen vanochtend al zijn meer dan 23 mensen omgekomen door het voortdurende en geïntensiveerde beleg van Gaza, waar dit weekend bovendien het voedsel opraakte. Dat meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye.

Tussen zaterdag en zondag zouden door Israëlische luchtaanvallen meer dan honderd Palestijnse doden zijn gevallen. Nieuwsplatform Drop Site geeft in een minutieus draadje op X aan waar precies in Gaza de slachtoffers zijn gevallen.

In het nietsontziende Israëlische geweld sinds het uitbreken van de oorlog in Gaza zijn zeker meer dan 51.000 Palestijnen omgekomen. Volgens kritische denkers zoals Sinan Çankaya, maar ook volgens de VN, Human Rights Watch en Amnesty International, dekt het spreken over een ‘oorlog’ of ‘conflict’ de werkelijkheid al lang niet meer. Zij spreken van een genocide in Gaza.

Ook de Israëlische academicus Shaiel Ben-Ephraim heeft zich daarbij aangesloten. ‘Het heeft me veel tijd gekost om zover te komen, maar het is tijd om het onder ogen te zien: Israël pleegt genocide in Gaza’, schrijft hij op X. ‘Tussen het lukraak bombarderen van ziekenhuizen, het uithongeren van de bevolking, plannen voor etnische zuivering, het afslachten van hulpverleners en doofpotoperaties is er geen ontkomen aan. Israël probeert het Palestijnse volk uit te roeien. We kunnen het niet stoppen tenzij we het toegeven.’

Waarom pro-Palestinademonstranten irriteren

0

Vooropgesteld: ik onderschrijf de fundamentele kritiek op het Nederlandse kabinet, dat – gegijzeld door Wilders – de facto bij de moorddadige praktijken van de huidige Israëlische regering wegkijkt. Ik onderschrijf ook de eis dat de Universiteit van Amsterdam nu de banden met Israëlische zusterinstellingen voorlopig verbreekt.

En toch beginnen de meest fervente Palestina-aanhangers mij soms te irriteren – en ik denk dat dat voor meer mensen geldt, die op zich sympathie voor hun zaak hebben. Ik merk dat ook in mijn omgeving.

Terwijl in Nederland ook bij het electoraat van de regeringspartijen die sympathie duidelijk toeneemt, dreigen zulke demonstranten die te verspelen door de manier waarop zij opereren. Als niemand uit eigen kring hen tot de orde durft te roepen, is dat vervolgens koren op de molen van Wilders, die als buikspreekpop van Netanyahu elke kritiek op Israël als antisemitisch en de critici als terroristen poogt te demoniseren.

Waar gaat het in de praktijk om?

Allereerst – en ik concentreer mij hier op ervaringen aan de UvA zelf – de intimiderende houding van ettelijke bezetters jegens universitaire medewerkers, soms gepaard gaand met regelrecht fysiek geweld, en regelmatig met structureel vandalisme. Het betreft dan niet een ruitje dat bij binnendringen per abuis sneuvelt, maar het bewust vernielen van computerapparatuur en het bekladden van wanden. Ook vlak voor Pasen was het weer raak. De schade loopt al snel in de miljoenen.

Sommige daders komen dan met de dooddoener dat genocide erger is – dat laatste is natuurlijk zo, maar zo’n ‘argument’ geeft mij ook niet het recht mijn buurman te vermoorden. In dat opzicht zou duidelijke openlijke kritiek van de meerderheid van vreedzame demonstranten op zulke ontsporingen wenselijk zijn; nu wordt daarbij vaak uit een misplaatst solidariteitsgevoel weggekeken.

Wat ook irriteert is dat een aantal fanatieke Palestina-adepten regelmatig probeert andermans demonstratie te kapen

Wat eveneens toch terecht weerzin oproept is dat veel bezetters gemaskerd zijn. Je kunt natuurlijk een heel verhaal ophangen over het gevoel van veiligheid dankzij anonimiteit voor de bezetters, maar het gaat hier ook om het gevoel van veiligheid van de bezetten, en het onderhandelt niet prettig met lieden waarvan je niet weet wie het zijn.

Essentieel voor de universitaire gemeenschap is strijden met open vizier.

Wat ook irriteert is dat een aantal fanatieke Palestina-adepten regelmatig probeert andermans demonstratie te kapen. Als iets geschikt is om potentiële sympathisanten tegen je in het harnas te jagen, is het dat. Als ik een complotdenker was of á la Thierry Baudet in oppermachtige reptielen geloofde, zou ik vanwege het averechtse effect hier de hand van de Mossad achter vermoeden.

We zagen dat afgelopen zomer bij de GayPride, en dit voorjaar opnieuw bij de universitaire demonstraties tegen de megabezuinigingen. Bij alle onderdrukking van de Palestijnen door Israël: de queer-gemeenschap heeft, als het om háár mensenrechten gaat, van Hamas nog veel minder te verwachten dan van Netanyahu, dus dan is het enigszins wrang om dan juist met Palestijnse vlaggen te gaan zwaaien.

Op de Dam was iemand er bij de universitaire demonstratie in geslaagd om op het podium de gelegenheid te krijgen tegen alles en nog wat in het Westen te fulmineren – alsof alle aanwezige studenten en docenten zijn (inderdaad) extreem-linkse wereldbeeld onderschreven. De gematigde meerderheid voelde zich daar vast ongemakkelijk bij. Dit gebrek aan thematische zelfbeperking is natuurlijk koren op de molen van die rechtse partijen die de wetenschap graag als woke wegzetten.

En dan zijn er nog twee aspecten, die irriteren. Demonstraties die het Nederlandse Midden-Oostenbeleid met succes willen beïnvloeden, zullen zich op het Nederlandse publiek moeten richten. Dat betekent dat ook toespraken en teksten allereerst in het Nederlands moeten zijn. Of men het nu leuk vindt of niet: als het Engels domineert, versterken die de indruk van een soort buitenlandse overname van Nederlandse instellingen die toch al bij velen bestaat.

En tenslotte wens ik ook persoonlijk gevrijwaard te blijven van Poetinachtige pamflettaal waarin Israël tussen aanhalingstekens wordt geplaatst, of als ‘de Zionistische entiteit’ wordt betiteld. Over de manier waarop Israël in 1948 is ontstaan, valt – zoals bij veel staten – menige kritische noot te kraken (zelf heb ik dat hier ook herhaaldelijk gedaan), maar in dat geval is antisemitisme inderdaad niet meer ver weg. Dan haak ik af. Wilders leest zoiets natuurlijk wél met grote dankbaarheid.

Petitie: Bescherm de kinderen in Congo

0

‘Elke dertig minuten wordt een kind verkracht in het oosten van Congo’, meldt de petitie Kinderen van Congo op basis van cijfers van UNICEF. De rebellengroep M23, die door Rwanda wordt gesteund, wordt daarbij als dader aangewezen. De stichting Wij Zijn Congolezen roept daarom de EU en Nederland op om alle hulp aan Rwanda te beëindigen, meldt de website Afromagazine.

Volgens een recent rapport van UNICEF zijn er sinds de inval van de rebellengroep M23 op 27 januari meer dan 10.000 Congolezen verkracht. Daarvan zou 30 tot 45 procent kind zijn. Omgerekend betekent dit één verkrachting per half uur, aldus UNICEF.

De stichting Wij Zijn Congolezen is een petitie gestart om te voorkomen dat deze misdaden onbestraft blijven. De ondertekenaars eisen dat de EU en Nederland per direct alle militaire steun aan Rwanda opschorten.

Volgens de stichting bestaat er een directe relatie tussen de steun aan Rwanda en het voortduren van het geweld in Oost-Congo, waar M23 actief is. ‘Mensenlevens – en met name die van kinderen – mogen nooit worden opgeofferd voor politieke of economische belangen’, aldus Wij Zijn Congolezen. ‘We kunnen niet toekijken terwijl gruweldaden tegen onschuldige burgers plaatsvinden met indirecte steun van Europese middelen’, voegen zij daaraan toe.

Vroeger trakteerden kinderen op een appel

0

Op de katholieke basisschool in Den Bosch trakteerden kinderen op hun verjaardag. We hebben het dan over de jaren tachtig. Niet dat kinderen op basisscholen daarna zijn gestopt met trakteren.

Toen waren er maar twee traktaties: een zakje chips of een appel. De jeugdmondzorg voerde campagnes op scholen. Van snoep kreeg je gaatjes in je kiezen. ‘Snoep is ongezond, eet een appel’, was het devies. Scholen namen deze campagne over: op school mocht je niet op snoep trakteren.

Trakteren was geen ‘rocket science’. Bij de sigarenzaak kon je een doos met zakjes chips kopen. De sigarenboer, meneer Hans Verel, wist dan dat je jarig was en gaf je iets lekkers. Of je ouders haalden een kist appels op de markt.

Nu kun je met deze traktaties niet meer op school verschijnen. Snoep mag nu wel, en het wordt niet meer als ongezond beschouwd. Of tandartsen kijken nu anders naar snoep: hoe meer gaatjes, hoe meer werk voor de tandarts. Waarom hebben de tandartsen van vroeger dat niet kunnen zien? Waarom hebben ze ons dat snoep onthouden? Het terugdenken aan de communistische werkwijze van de tandartsen van toen heeft een bittere nasmaak.

Waarom hebben ze ons dat snoep onthouden?

Zelfkastijding is de mens niet vreemd. Tijdens Asjoera in de maand Muharram slaan sjiieten met ijzeren ketens op hun eigen rug tot bloedens toe om de dood van imam Hoessein te herdenken.

Ouders, vooral moeders van schoolgaande kinderen, wringen zich in moeilijke bochten om de ideale traktatie te ontwerpen. Als ze niks te doen hadden, zou dat geen drama zijn. Maar deze moeders zorgen voor meerdere kinderen, runnen het huishouden voor ongeveer 94 procent en werken daarnaast. Als de kinderen slapen, knutselen ze vaak nog uren aan de traktatie voor de volgende dag.

De kinderen worden in de klas in het zonnetje gezet. De klas zingt voor de jarige. De juf maakt foto’s. Tevoren zijn alle checks gedaan of het snoep vegan en halal is. De traktatie wordt uitgedeeld. Als hongerige wolven rukken de kinderen de kunstwerken open en verorberen het snoepgoed. De juf vraagt of ze de mooie verpakking netjes in de prullenbak gooien.