12.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 20

‘Als je tegen oorlog bent, ben je voor Poetin’

Nooit meer oorlog en een geweldloze, rechtvaardige samenleving. Het zijn de idealen van de pacifisten, in de jaren van de Koude Oorlog een beweging van honderdduizenden. Nu is er weinig ruimte voor dit geluid. ‘Als je tegen de oorlog bent, ben je voor Poetin’, zegt Willem de Haan. 

De Haan is van de Nieuwe Vredesbeweging, een verzameling bestaande en nieuwe vredesorganisaties die hun krachten hebben gebundeld om het hoofd te bieden aan de toenemende oorlogsbereidheid van het Westen. ‘Er zitten organisaties bij die al jaren bestaan, zoals Kerk en Vrede, Pais Vredesbeweging en Stop Wapenhandel. Maar er zijn ook nieuwe partijen met jonge activisten. Er komen steeds meer groepen bij.’

Zelf is hij pacifist van het eerste uur. Tijdens de Koude Oorlog stond hij vooraan om te pleiten voor ontwapening, want oorlog brengt alleen maar narigheid met zich mee, vindt hij. ‘Het is het meest verschrikkelijke wat mensen elkaar aan kunnen doen.’ Hij weigerde militaire dienst te voltooien, wat hem op een celstraf van achttien maanden kwam te staan. Maar het bracht hem niet van zijn stuk. Nu de oorlogsretoriek ons opnieuw om de oren vliegt, is het tijd voor de pacifisten hun boodschap nieuw leven in te blazen. 

Willem de Haan. Beeld: Jaap Schuurman.
Willem de Haan. Beeld: Jaap Schuurman

Kwetsbaarheid 

Nadat de Amerikaanse president Trump duidelijk had gemaakt dat hij Europa niet langer vanzelfsprekend zou steunen en president Poetin de wind in de zeilen kreeg, werd de kwetsbaarheid van de Europeanen tot in de huiskamer gevoeld. Nederlanders moesten zich voorbereiden op de mogelijkheid van een oorlog, zei NAVO-baas Mark Rutte. Ondertussen wordt er flink geïnvesteerd in defensie en zijn we het met het overgrote deel van de Europeanen eens over de noodzaak van een Europees leger aan de grens van het continent. 

Afgezien van de vraag waar het geld voor dit soort uitgaven vandaan moet komen, is er maar weinig discussie over de toenemende bewapening van Europa, merkt De Haan op. ‘Behalve SP en FvD zijn alle politieke partijen hier voor. Dat heeft me wel verbaasd. De oorlogsretoriek wordt door veel mensen gewoon overgenomen, zonder erover te discussiëren.’

Het is ook Wendela de Vries opgevallen. ‘Er is geen kritiek op dit beleid, niet onder politici en niet in de media. Journalisten mijden het tegengeluid. Gelukkig begint dat nu een beetje te kantelen.’ De Vries is mede-oprichter van de stichting Stop Wapenhandel en al 25 jaar actief als vredesactivist. ‘De afgelopen jaren is het steeds lastiger om te pleiten voor minder wapens, vertelt ze. ‘Voor de oorlog in Oekraïne werd de wapenindustrie over het algemeen gezien als iets problematisch. Maar sinds de oorlog zijn wapens opeens het enige geworden wat ons veilig kan stellen.

‘Het is echt een fixatie. We zijn bang voor Poetin en denken dat afschrikking het juiste antwoord is. Maar een wapenwedloop biedt geen veiligheid. Als wij er een schepje bovenop doen, doet de vijand dat ook. Al je geld gaat in zo’n wapenwedloop zitten en het kan heel erg fout gaan. Aan beide kanten zitten altijd haviken die oorlog willen.’

‘Waar is deze fixatie begonnen?’ vraagt De Haan zich af. De Russische inval van Oekraïne zat er al veel langer aan te komen. Inlichtingendiensten wisten dat het ging gebeuren. Toch hebben we het laten gebeuren, zonder te proberen de diplomatieke weg te bewandelen. Europa ging gelijk op ramkoers. Waarom? Dat weet ik niet. Er zijn mensen die hier een complot in zien: een samenwerking met de wapenindustrie die hiervan zou profiteren. Ik denk dat dit te simpel is. Ik denk eerder aan een psychologische verklaring. We voelen ons bedreigd. Bang gemaakt door het idee dat de Russen aan de Noordzee staan. Als we niets doen, dan neemt Rusland heel Europa in. De vraag is in hoeverre dit klopt. Is de dreigende taal van Rusland niet evengoed retoriek?  

Wendela de Vries

Vijandsbeeld

Volgens De Vries is er in het huidige conflict een vijandsbeeld geschetst dat erg lijkt op de manier waarop ook tijdens de Koude Oorlog over Rusland werd gesproken. ‘Het is een eenzijdig beeld: wij zijn de goeden, zij zijn de vijand. Daarin zit geen enkele nuance. Ben je tegen de oorlog, dan ben je voor de vijand. Over het algemeen hebben mensen een sterke behoefte om bij ‘de goeden’ te horen. Poetin is de vijand, met hem valt niet te praten. We zijn als mens erg vatbaar voor dit simplisme’, aldus De Vries. 

‘De emotie over deze oorlog is in Nederland heel sterk’

Daarbij komt, zo beargumenteert ze, dat we in Nederland al vrij snel in direct contact kwamen met Oekraïense vluchtelingen. ‘We vingen ze op, er waren heel veel mensen die deze vluchtelingen wilden helpen. Dat is natuurlijk heel fijn, maar daaruit ontstond ook een gedeelde boosheid over de Russen. We hoorden de verhalen over de oorlog van mensen die het mee hadden gemaakt. We hoorden over de geliefden die ze hadden verloren, of die er nog waren en onder vuur lagen. Daardoor is de emotie over deze oorlog heel sterk.’

‘Ik ben ook bang. Voor Poetin, maar ook voor de NAVO. Ook voor Trump. Ik ben er bovendien niet heel erg gerust op dat Ursula von der Leyen zo gefocussed is op het hebben van wapens,  zonder het te hebben over het feit dat deze wapens mensen dood maken. Toch denk ik dat het belangrijk is rationele afwegingen te maken.’

Diplomatie

Een van de dingen die De Haan politici in Nederland en Europa het meest aanrekent, is het feit dat diplomatie bij voorbaat werd uitgesloten. ‘Praten kan met iedereen’, denkt hij. ‘Ook Poetin is onderdeel van een systeem. Het is echt geen idioot. Ben je het niet met hem eens, leg het op tafel. Maar er zijn op dit moment helemaal geen gesprekken tussen Europa en Rusland.’

‘We praten ook met Benjamin Netanyahu, of met Abdel Fateh al-Sisi’

‘Natuurlijk valt er te praten met Poetin’, zegt De Vries. ‘We praten ook met Benjamin Netanyahu, of met Abdel Fateh al-Sisi. Het gaat er niet om of deze leiders te vertrouwen zijn, maar je moet zien te begrijpen wat hun belangen zijn en welke garanties je van ze kunt krijgen. Dat is diplomatie, je moet onderhandelen. Daarbij helpt het natuurlijk ook dat je je als land aan het internationaal recht houdt. Dan kun je anderen daar ook op aanspreken. Dat doet Nederland op dit moment niet waar het op Israël aankomt’, zegt de activiste. 

Volgens De Haan is dit gebrek aan diplomatie waarin de huidige situatie wezenlijk verschilt van die in de Koude Oorlog. ‘Ook toen vond er een wapenwedloop plaats, ook toen werd Rusland gezien als de vijand. Maar er werd ook onderhandeld. Terwijl de oorlogsretoriek doorging, werden er allerlei verdragen gesloten die uiteindelijk tot een detente leidden. Denk aan de Salt-akkoorden in 1969-1972 en de Helsinki-akkoorden in 1975.’ 

Hoewel deze akkoorden inderdaad leidden tot een ontspanning van de wapenwedloop, was er ook veel kritiek. De Amerikaanse president Ford zou te veel hebben ingeleverd. Rusland wilde de invloedssfeer in Oost-Europa behouden. Door dit in te willigen, gooiden de VS de Oost-Europese landen te grabbel, vonden veel mensen. 

Het is een machtsspel tussen de NAVO en Rusland dat al veel langer speelt dan alleen de laatste drie jaar in Oekraïne, merkt De Haan op. ‘Maar het Westen speelt hier net zo goed een rol in als Rusland. De NAVO-uitbreiding in oostelijke richting is niet bevorderlijk geweest voor de ontspanning. Deze uitbreiding was vooral een initiatief van de Amerikanen, daar had Europa zelf weinig belang bij. Maar het heeft zich hier ook niet tegen verzet. Nu is dit machtsspel opnieuw geëxplodeerd.’

Een machtsspel

Als je tegen de oorlog bent, wordt al snel gezegd dat je voor Poetin bent, maar zo zwart-wit is het niet, legt hij uit. ‘Natuurlijk ben ik tegen Poetin’ zoals ik tegen elke megalomane dictator ben. Maar met ‘ tegen’ iemand zijn schiet je niet zoveel op, je moet het probleem met zo iemand oplossen. Daarom ben ik dus tegen de oorlog. Bovendien is oorlog een gevolg van een machtsspel tussen politici, waarbij militairen als pionnen worden ingezet. Ja, deze militairen willen vechten voor hun land. Moed en opoffering klinken krachtig en geven voldoening, maar vechten is een eenvoudige reactie op een ingewikkeld probleem dat door politici is veroorzaakt.’

‘Het dominante discours is dat we Poetin moeten verslaan’

De Nieuwe Vredesbeweging wil voor de NAVO-top in Den Haag een groot actieweekend organiseren. Want het gebrek aan reflectie is niet alleen een fenomeen onder politici. Ook in de sociale omgang is het niet gangbaar om over vrede te praten, merkt De Haan op. ‘Het dominante discours is dat we Poetin moeten verslaan.’

‘We willen ons hierbij richten op de linkse politiek, maar ook maatschappelijke druk uitoefenen. Er moet meer discussie komen, meer dialoog met meer perspectief. In buurthuizen, cafés en op straat. Wat we willen zeggen is vooral: geloof niet alles wat de politiek ons voorhoudt en durf te twijfelen over het heersende narratief.’

Ooit zorgden pacifisten voor de grootste Nederlandse demonstratie ooit. Ruim een half miljoen mensen gingen in 1983 de straat op om te demonstreren tegen de plaatsing van kernraketten in Nederland. De Haan: ‘We begonnen ooit met tien tot twintig mensen, die half miljoen mensen stonden echt niet direct op. Ook nu kunnen we dit weer bereiken. We beginnen met een klein groepje. Als het nu niet lukt om een groter tegengeluid te organiseren, lukt dat later misschien wel. Ik geloof dat het kan.’

Op maandag Tweede Paasdag houdt de Nieuwe Vredesbeweging een vredesmars in Den Haag. Ze verzamelen om 1 uur op de Kalvermarkt, nabij Den Haag CS.

Op 1 juli verschijnt het boek van Willem de Haan: Vrede als daad‘ bij uitgeverij Bot. 

Raad van State: ‘Democratie is meer dan meerderheid beslist’

0

De vicepresident van de Raad van State (RvS), Thom de Graaf, waarschuwt voor ‘krachten van binnenuit’ die de democratie slechts gebruiken om de meerderheid aan de macht te helpen. ‘Democratie is meer dan de meerderheid beslist’, zegt hij in Binnenlands Bestuur.

De Graaf stelt dat democratie ‘altijd samengaat’ met de rechtsstaat, de waarborging van de grondrechten, de rechten van minderheden en de onafhankelijke rol van de rechter. Het een is niet mogelijk zonder het ander, aldus de vicepresident tijdens de presentatie van het jaarverslag van de RvS.

‘Als alleen de meerderheid regeert onder democratie wordt verstaan, verlies je veel: het vrije en open debat, de noodzaak om samen naar compromissen en consensus te zoeken, en dat de meerderheid rekening houdt met de minderheid. Dat laatste is belangrijk, want minderheden kunnen ooit meerderheden worden, en andersom’, aldus De Graaf.

Hij meent dat de Nederlandse democratie wordt bedreigd door politici met ‘autocratische tendensen’ die een loopje nemen met rechtsstatelijke instituties en daarom ‘weerbaarder’ moet worden gemaakt. ‘Een volwaardige democratie moet weerbaar zijn tegen uitholling van binnen en aanvallen van buiten’, adviseert hij.

Slopen van de democratie begint bij de aanval op journalistiek

0

In de Italiaanse universiteitsstad Perugia kwamen journalisten uit de hele wereld bezorgd bijeen. Yavuz Baydar doet verslag. ‘Eerlijke verslaggeving is urgenter dan ooit.’

‘Hey, welkom bij de club!’ Dit was een veelgehoorde begroeting telkens als een collega uit welk deel van de wereld dan ook een journalist uit de VS ontmoette. Het weerspiegelde onvermijdelijk de wereldwijde sfeer van onrust, die op allerlei manieren tot uiting kwam tijdens het drukbezochte International Journalism Festival dat afgelopen zondag eindigde. Het centrale thema was, zoals een Oekraïense verslaggever het verwoordde: ‘een vermenigvuldigd niveau van existentiële bedreigingen voor ons vak wereldwijd.’

Elk jaar nemen minstens 500 sprekers deel aan de bijeenkomst in Perugia, dat zijn prachtige middeleeuwse ruimtes openstelt voor moderne discussies en uitwisselingen op hoog niveau tijdens meer dan 200 sessies. Journalisten van over de hele wereld komen bijeen, waaronder Nobelprijswinnaars, Pulitzer- en European Press Prize-winnaars, financiers, en een groot publiek dat gratis mag deelnemen. Zoals in eerdere edities werd geen cruciaal of gevoelig onderwerp geschuwd, met Gaza als een van de vele besproken thema’s.

Gedurende de vier intensieve dagen, van het ene naar het andere panel rennend, kon men niet anders dan de sombere stemming voelen die de journalistiek in haar greep had genomen.

Amerikaanse collega’s

Daarom het centrale thema: gelaagde bedreigingen voor de ruggengraat van onafhankelijke journalistiek, via ’tech-leenheren’, ‘broligarchen’ en autocratieën die druk bezig zijn netwerken op te bouwen. Amerikaanse collega’s sloten zich aan bij onze zorgen, zorgen die ons al meer dan tien jaar bezighouden,  en ‘werden lid van de club’.

Het was geen verrassing een prominente figuur in de wereldwijde strijd voor mensenrechten op verschillende locaties te zien: Ken Roth, voormalig directeur van Human Rights Watch, dat hij dertig jaar leidde, en schrijver van het recent verschenen boek Righting Wrongs.

Toen we elkaar spraken tussen enkele panels, zei hij tegen mij: ‘Autocraten begrijpen dat een essentieel onderdeel van hun pogingen om checks and balances te ondermijnen, het ondermijnen van de media is. We zien dit in landen als India of Turkije, maar in het algemeen geldt nu: de verdediging van journalistiek is de verdediging van democratie wereldwijd.’

‘Wij bevinden ons in een crisismoment, waarin journalistiek als geheel onder druk staat’, vertelde Jodie Ginsberg, directeur van het Committee to Protect Journalists (CPJ), me. ‘Het staat niet langer alleen onder druk in autocratieën, maar ook in grote democratieën. We moeten samenwerken en terugvechten.’

‘Wat er in de VS gebeurt, heeft gevolgen voor al onze landen’

Patrícia Campos Mello, een vooraanstaande journaliste van Folha de São Paulo, die tot voor kort zwaar werd aangevallen door het Bolsonaro-regime, beaamde: ‘We bereiden ons allemaal voor op een wereldwijde impact. Wat er in de VS gebeurt, heeft gevolgen voor al onze landen. Ja, sommige landen zoals India en Turkije ondergaan een ‘autocratisering’, maar de risico’s zijn niet verdwenen — ook niet in bijvoorbeeld Brazilië. Daarom is de behoefte aan accurate en eerlijke verslaggeving groter dan ooit, in plaats van een onevenredige nadruk op opiniestrijd.’

Janine di Giovanni en Ken Roth. Beeld: Alexa Cano, IJF

De beproevingen veroorzaakt door autocraten vormden een terugkerend thema. In een speciaal panel benadrukte ik de ‘nieuwe norm’ die zich ontwikkelt, gebaseerd op Anne Applebaums boek Autocracy Inc.: de zelfverzekerde autocraten vallen niet alleen journalisten of redacties aan, maar intimideren ook democratische overheden zodat zij geen onafhankelijke journalistiek meer financieren, noch in eigen land, noch voor journalisten in ballingschap. Mijn gevluchte collega uit Azerbeidzjan, Arzu Geybulla, onderstreepte dit met een waarschuwing: ‘De uitdagingen nemen razendsnel toe’, zei ze. ‘Alles wat we wisten verandert in hoog tempo. Onze verdedigingsmechanismen zijn niet langer toereikend. We hebben alle steun nodig die we kunnen krijgen.’

Van Steffan Lindberg van het V-Dem Instituut leerden we dat drie op de vier mensen in de wereld in niet-democratische landen leven. Dat betekent dat momenteel 72 procent van de wereldbevolking in autocratische regimes leeft, tegenover 49 procent in 2004. Volgens Lindberg werd mediavrijheid in de afgelopen tien jaar in 44 landen aangevallen en ondermijnd.

Huilen om Russische gevangenis

In een uiterst aangrijpende sessie ontmoette het publiek Alsu Kurmasheva, een journaliste van Radio Free Europe/Radio Liberty, die negen maanden in Rusland gevangen zat en vorig jaar via een speciale uitwisseling werd vrijgelaten. Samen met Can Yeginsu, een expert op het gebied van vergelijkbare internationale zaken, vertelde zij in huiveringwekkend detail over de vreselijke omstandigheden in de Russische gevangenis, haar strijd tussen hoop en wanhoop, en het moment waarop zij weer vrij was, waarbij ze beelden toonde van de vreugdevolle hereniging met haar familie.

Op dat moment huilde Yeginsu, net als enkelen in het publiek. Tijdens de sessie werd ook gesproken over journalisten die nog steeds gevangen zitten, waaronder Joakim Medin, wiens naam tijdens de festivaldagen geregeld viel.

Een ander belangrijk onderwerp was de opkomst van foreign agent laws, wetten die journalistiek criminaliseren. Can Yeginsu deelde ideeën over hoe hiertegen op te treden: ‘Turkije presenteerde in oktober 2024 een geavanceerde foreign agents-wet en trok die in november weer in. Als je verantwoordelijk bent voor de economie van een land dat buitenlandse investeringen probeert aan te trekken, dan helpt zo’n wet niet. Landen met open economieën beseffen steeds vaker dat dit soort wetgeving economische schade kan aanrichten. Dus: ga naar de ministeries van Financiën. Ik zeg niet dat het altijd werkt, maar je zou verbaasd zijn’, zei hij.

Journalistiek in Palestina

Toen ik die avond een groep collega’s uit Palestina en Egypte sprak tijdens het diner, was hun stemming uiterst somber. De Egyptische onafhankelijke media hadden te lijden onder de financieringsbeperkingen die de regering-Trump had opgelegd. De ervaren hoofdredacteur uit Ramallah, Muamar Orabi, sprak met wanhoop in zijn stem: ‘Internationale organisaties straffen de journalistiek in Palestina zwaar’, zei hij tegen mij. ‘Onze grootste geldschieter, SIDA uit Zweden, heeft de steun beëindigd — net als de Amerikanen. We staan nu al maanden financieel op nul. Hoe verwacht de wereld dat wij ons werk doen als men ons zo behandelt?’

De Hongaarse collega Peter Erdelyi schatte dat momenteel zo’n 50 procent van de wereldwijde publieke financiering is weggevallen, wat dwingt tot heroverweging van verdienmodellen en het opnieuw opbouwen van de band met lezers.

‘Hoe verwacht de wereld dat wij ons werk doen als men ons zo behandelt?’

Later die avond ontmoette ik Yuval Abraham, de Israëlische collega, hoofdredacteur van het kritische nieuwsplatform +972 en co-regisseur van de Oscar-winnende film No Other Land. We vergeleken hoe Erdogan en Netanyahu op hun eigen manier de journalistiek onderdrukken. Daarna bracht hij het gesprek op een ander censuuronderwerp: de film werd zonder enige uitleg afgewezen door Netflix, HBO, Disney en andere grote platforms. Alleen MUBI toonde interesse. ‘Het is kleiner, maar we gaan er waarschijnlijk voor’, voegde hij toe.

Geglobaliseerde digitale censuur was een centraal thema gedurende het hele festival, met nadruk op tech-oligarchen — Musk, Zuckerberg, Bezos. Een duister onderwerp was het structureel schrappen van factcheckers bij big tech. Sommige factcheckers waren aanwezig en spraken in een panel over de giftige, bedreigende werkomgeving. Ze worden lastiggevallen door agressieve partijdige stemmen en legden uit hoe hun werk wordt ondermijnd door overheidsfunctionarissen en tech-oligarchen die bewust wantrouwen zaaien bij het publiek om politieke of financiële redenen.

De dag erna sprak ik Natalia Antelava, redacteur van Coda Story en afkomstig uit Georgië. Zij vertelde over haar, en vele anderen hun, grootste zorg en gaf dit mee in verschillende sessies.

‘Het is verdrietig dat we onszelf blijven uitlijnen met big tech, alsof het een bondgenoot is’, zuchtte ze. ‘Dat is het niet. We moeten beseffen dat het niet neutraal is. Alles wordt gerund door een groep machtsbeluste mannen.’ Het is duidelijk: het is tijd om buiten de gebaande paden te denken.

Kwart van de thuiswonende jongeren wil uit huis, maar kan niet

0

De woningnood in Nederland blijft een hardnekkig probleem, dat alleen maar lijkt te verergeren. Met name een groeiend aantal thuiswonende volwassen kinderen is hiervan de dupe, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

De afgelopen jaren is de groep mensen die uit huis wil, maar niet kan, verder toegenomen. Deze stijging was het sterkst onder volwassen kinderen die noodgedwongen nog bij hun ouders moeten wonen. Terwijl in 2021 het aantal onvrijwillig thuiswonende kinderen 13 procent bedroeg, is dat aantal in drie jaar tijd verdubbeld tot 26 procent.

Deze cijfers zijn gebaseerd op een meerjarig woononderzoek van het CBS onder ruim 40.000 mensen.

Ook het aantal volwassenen dat wil verhuizen, maar dat niet kan, is gestegen in die periode: van 6 procent (2021) naar 10 procent in 2024. Ook zijn er cijfers bekend van daadwerkelijke verhuizingen. Die laten eveneens een afname zien door de jaren heen. Van degenen die in 2021 aangaven graag te willen verhuizen, deed 45 procent dat binnen twee jaar na de enquête. In 2018 verhuisde nog 47 procent binnen twee jaar.

Per provincie zijn er grote verschillen voor woningzoekende jongeren. Zo is het in Noord-Holland, Utrecht en Flevoland het moeilijkst om een woning te vinden. Maar liefst 30 procent van de jongeren in die provincies kon niet verhuizen, terwijl dat aantal in Zeeland met 12 procent het laagst was.

Volgens het CBS hebben huurders een grotere verhuiswens dan mensen met een koopwoning.

De woningnood is al decennia een hardnekkig probleem in Nederland. De situatie, met onder andere dakloosheid, is vooral sinds de kabinetten-Rutte verergerd. Zo zorgde de verhuurdersheffing ervoor dat woningcorporaties in groten getale sociale huurwoningen gingen verkopen. Oud-minister van Wonen Stef Blok (VVD) zei in 2017 trots in een interview dat hij ‘de eerste VVD’er’ was die erin slaagde een heel ministerie te sluiten.

Algerije en Frankrijk zetten diplomaten uit

0

De spanningen tussen voormalig kolonisator Frankrijk en Algerije zijn opnieuw opgelopen. Beide landen hebben twaalf diplomaten uitgezet, meldt NOS.

De verwijdering van diplomaten wordt beschouwd als de ergste escalatie sinds de onafhankelijkheid van Algerije in 1962, na acht jaar bloedige strijd.

Bij het huidige conflict is buurland Marokko ook betrokken, en dan met name de bezette Westelijke Sahara in het zuiden, waar Algerije de rebellenbeweging Polisario tegen Marokko steunt. Frankrijk koos de kant van Marokko, nadat er in Europees verband een deal met Marokko werd gesloten om de migratiestroom in te dammen.

Hierbovenop komt ook nog de kwestie van de gearresteerde Algerijns-Franse schrijver Boualem Sansal. De 75-jarige schrijver, die aan kanker lijdt, zou de Algerijnse staatsveiligheid en territoriale integriteit ‘bedreigen’ en werd vorige maand tot 5 jaar gevangenisstraf veroordeeld.

Sansal staat bekend als een omstreden criticus van de islam en het Algerijnse regime. Zijn boeken, waarin hij onder meer een verband ziet tussen het nationaalsocialisme en de islam, zijn sinds 2003 in Algerije verboden verklaard. Naar eigen zeggen wordt hij hierdoor door de meeste Algerijnen als de ‘duivel’, ‘verrader’ en ‘vriend van Israël’ weggezet.

Belgische PVDA luistert naar kiezers, maar neemt niet klakkeloos standpunten over

0

De Belgische PVDA gaat langs de deuren om te luisteren naar de zorgen en wensen van burgers. Volgens politicus Peter Mertens levert dat niet alleen stemmen op, maar ook een breed draagvlak, zoals voor het pro-Palestina standpunt van de partij.

Op een lentedag verzamelen vijf PVDA-leden zich op het Vosplein in de Antwerpse wijk Borgerhout. Twee mannen en drie vrouwen van verschillende generaties. De marxistische PVDA is in Nederland eerder verwant aan de SP dan aan de PvdA. Dertiger Heleen heeft de leiding en bespreekt tien stellingen met de basisgroep. Vervolgens bellen ze twee uur lang aan bij bewoners en voeren gesprekken die al snel vijftien minuten duren. De openingsvraag: ‘Wat vindt u van Arizona, de nieuwe Belgische regering?’ Opvallend is de grote respons, ook onder niet-PVDA-stemmers.

Politiek van superrijken

‘Politiek moet mensen bij elkaar brengen’, zegt Peter Mertens later in het Paleis der Natie in Brussel. Deze PVDA-volksvertegenwoordiger en algemeen secretaris neemt de tijd om een Nederlandse journalist uit te leggen waarom zijn partij ook buiten verkiezingstijd langs de deuren gaat. Het doel: mensen informeren en emanciperen. ‘Wij geloven niet in een groepje intellectuelen dat voor anderen beslist. Je moet luisteren naar de werkende klasse, en samen met hen dingen veranderen.’

Mertens heeft een prominente stem in het maatschappelijk debat te België. Zijn boeken staan regelmatig in de top 10 en in een podcast deelt hij eveneens zijn visie op de Belgische en wereldpolitiek. In het gesprek valt meerdere keren de naam Musk, die voor Mertens symbool staat voor een botsende wereldvisie. ‘Een politiek van superrijken, waarin alles aan de zogenaamde genieën wordt overgelaten en de gewone mens nauwelijks wordt betrokken. Een superelitaire visie op de samenleving.’ De PVDA stelt daar iets anders tegenover: mensen moeten kunnen meedenken. De term ‘verheffen’ valt. ‘Zodat mensen zelf beslissingen kunnen nemen over hun woonomgeving en werk en meedenken over het inrichten van de maatschappij. We moeten continu luisteren en hen betrekken zodat ze in beweging komen.’

PVDA-leden gaan langs de deuren in Antwerpen. Beeld: Arjan van Westen

De PVDA heeft vijftien van de honderdvijftig zetels in de Kamer van volksvertegenwoordigers. Tijdens de laatste verkiezingstijd pakte de PVDA het bevragen groots aan: ruim 100.000 Belgen werden bevraagd. De partij is op landelijk niveau zichtbaar bij de recente algemene staking tegen de hervormingsplannen van regering De Wever. Eind april initieert de PVDA een mars tegen de sociale afbraak & voor de vrede.

De bevragingen leveren de partij inzicht over de samenleving op. Het zorgt ervoor dat de PVDA haar standpunten bijstelt. Mertens noemt de wooncrisis, waarbij de partij lange tijd enkel gefocust was op de belangen van huurders en niet op die van huiseigenaren. ‘De mensen die denken eigenaar te zijn. Die een lening af moeten betalen en geconfronteerd worden met rentestijgingen.’ Door de bevragingen zag de partij ook veel beter het onderscheid tussen gezinnen die bijvoorbeeld door een erfenis één huisje kunnen verhuren en de mega-eigenaars die zoals Mertens zegt professioneel huisjesmelker zijn.

Brood en boter

Bestaanszekerheid domineert de gesprekken in Borgerhout. De ‘brood- en boterthema’s’ noemt Mertens ze. Grote zorgen over pensioenskortingen en onbetaalde overuren. Een oudere gepensioneerde vrouw noemt de naam van premier Bart de Wever en maakt een schietgebaar.

‘So what, als onze standpunten niet populair zijn’

Mertens benadrukt dat de PVDA-ers eerst luisteren. ‘Maar we doen niet flauw over ons politieke programma. Voordat we dat vertellen, willen wij horen hoe de mensen denken en redeneren.’ De PVDA wil daarvan leren en de standpunten van de partij kunnen zo ‘een beetje’ bijgestuurd worden. ‘De bevraging verandert hoe wij argumenteren. Het verandert onze wereldvisie niet. Het is geen populisme. Onze ruggengraat is een emancipatorische, socialistische.’

Luisteren is geen gelijk geven. ‘Hoeveel racisme wij ook ontmoeten, ons standpunt erover wijzigt niet. So what, als onze standpunten niet populair zijn.’ Mertens haalt veel inspiratie uit de geschiedenis van het socialisme, hoe je met volksopvoeding samenlevingen verandert, draagvlak creëert. ‘Kinderarbeid afschaffen? Dat was ook niet populair. Stemrecht voor vrouwen? Totaal niet populair begin vorige eeuw. Gelukkig waren er toen socialisten die aan volksverrichting deden en tegen de stroom ingingen. Deur-aan-deur gaan wij nu tegen de stroom in.’ De PVDA doet dat volgens Mertens in een taal die soms als radicaal wordt ervaren. Een bewuste keuze, die directe radicale taal. ‘Anders laten wij die autostrada over aan extreem rechts. Want die vermommen zich graag als sociale partij.’

Afkeer van groen

Het klimaat is een belangrijk PVDA-thema. ‘Zowel de mensen in het globale zuiden als de werkende klasse hier ervaart de desastreuze gevolgen van het kapitalisme met de uitstoot van fossielen.’ Mertens verwijst naar de overstromingen in België in 2021. ‘De armste mensen, die dicht bij de rivier wonen, werden getroffen.’ De PVDA verzet zich tegen, zoals Mertens het noemt, klimaat-elitisme. ‘De oplossing dat de mensen meer taksen moeten betalen, duurder leven en zelf moeten besparen. Dat werkt niet.’ Hij verwijt veel partijen de taal van de volkswijken niet te spreken. ‘Besef dat er in het klimaatdossier een andere weg is dan de kleinburgerlijke en upper middle class benadering. In de volkswijken is er een afkeer van groen, betweterig en belerend. De PVDA merkte dat bij het deur-tot-deur gaan. ‘Het weerhoudt ons er niet van tegen klimaatontkenners te vechten.’

Wie behoort vandaag tot de werkende klasse? Volgens Mertens heeft het marxisme in 2025 een brede visie. ‘Meer dan ooit verkopen mensen hun arbeid om te kunnen leven. Sommigen houden nog net neus en mond boven water, zoals tweeverdieners die moeite hebben om een huis of auto af te betalen. Anderen zitten al onder water: steeds meer werkende armen in Europa. Een deel van de werkende klasse is werkzoekend en een ander deel heeft geen papieren In Brussel werken duizenden mensen zonder papieren in de bouw, schoonmaak et cetera.’ De PVDA koestert de term ‘werkende klasse’ in zijn diversiteit als geuzennaam. ‘Men probeert de term te vernietigen en te vervangen door middenklasse en paupers en die tegen elkaar op te zetten.’

Ook de Gaza-oorlog wordt als thema in Borgerhout aan de bewoners voorgelegd. De PVDA is fel pro-Palestina. ‘Tegen de genocide, in het begin was dat niet evident. Later wel’, aldus Mertens. ‘De brood- en boterthema’s, daar zijn we bekend door. Vanuit die basis openen wij vensters naar thema’s als Gaza.’ In Borgerhout valt op dat de zorgen om de oorlog in Gaza breed gedeeld worden, niet enkel door mensen met een migratieachtergrond. Mertens: ‘Soms hoorde je: ‘Zeg manneke, houd je bezig met de thema’s van hier. Dat idee.’ Hij denkt dat inmiddels wel bewezen is dat de PVDA een onderwerp als Gaza prima bij een breed publiek kan brengen. ‘Omdat we ons keren tegen de zelfbedieningspolitiek in Brussel, zien mensen dat we een andere mentaliteit hebben. De mensen zijn misschien niet gelijk akkoord met alles waar we voor staan, maar ze zien een eerlijke partij die er altijd is.’

‘Poetin is absoluut geen lieverdje, laat dat duidelijk zijn’

Bij de bespreking van de PVDA in Borgerhout vertelt iemand over een echtpaar dat bang is dat de Russen snel in Borgerhout zullen verschijnen. De PVDA-leiding heeft dit thema bewust meegenomen in de bevraging en voorziet in extra scholing voor haar leden over de gespannen relatie met Rusland. Mertens: ‘Wij hebben een helder antimilitaristisch standpunt.’ Hij weet dat oorlog in Oekraïne gevoelig ligt. ‘Zijn mensen echt bang voor oorlog of niet? Willen ze hun pensioen inleveren voor het leger? Dat moeten we weten voordat we ons antimilitaristische standpunt aan ze uitleggen.’

Beeld: Arjan van Westen

Mertens: ‘Poetin is absoluut geen lieverdje, laat dat duidelijk zijn. Maar we gaan niet de toekomst van Europa weggooien in een waanzinnige militaire cyclus.’ Mertens stelt dat dit desastreus is voor de sociale zekerheid en publieke investeringen. Hij verbaast zich erover dat er een idee leeft van onderbewapening in Europa. ‘Dat is gewoon een mythe! Men creëert een angstpsychose.’

Volgens Mertens krijgt het geluid voor minder militarisering nauwelijks media-aandacht. ‘De poortwachters van het systeem laten veel toe, maar kritiek op militarisering blijft een no-go. Maar wat in de media wordt gezegd, slikt men in de volkswijken niet allemaal als zoete koek.’ Mertens wil het ‘pro-oorlogsentiment keren. ‘Het is aangeprate angst.’

Mertens schetst een somber beeld van de wereldpolitiek en ziet absurditeit. ‘Trump noemt zichzelf vredespresident en wil de Nobelprijs. Terwijl hij twee miljoen Gazanen wil verplaatsen en dan zijn zoontje een resort laten bouwen. Op een bodem bezaaid met het bloed van een genocide.’

De wereld kantelt beschrijft Mertens in zijn nieuwste boek Muiterij. Een wereld waar autoritair rechts fors terrein wint. ‘Als je dan ziet hoe Musk, Trump en JD Vance de AfD in Duitsland steunen. Men probeert een internationale extreemrechtse scene op te bouwen.’ Die scene heeft volgens Mertens als een van de agendapunten het verzwakken van Europa. ‘Ze maken racisme mainstream. Het machismo is terug: anti-vrouwen, anti abortus, die scene.’

Normalisering van geweld

Zwijgen tegen onrecht is geen optie, aldus de PVDA-politicus. Hij verwijst naar een gedicht dat de Duitse theoloog en verzetsstrijder Martin Niemöller in gevangenschap te Dachau schreef. Dat ten tijde van Hitler-Duitsland mensen stap-voor-stap monddood werden gemaakt. ‘En uiteindelijk protesteerde niemand meer als je zelf aan de beurt was.’ Mertens ziet parallellen met nu: de normalisering van het Israëlische geweld te Gaza. Hij noemt de uitspraak ‘het is geen genocide, het mag’ van Bouchez, de voorzitter van MR, de Waalse liberale partij. ‘Ook Vlaams Belang, de extreemrechtse partij in Vlaanderen, is pro-Israël. Hun voorouders waren voor de Holocaust en hun nazaten zijn voor de genocide in Gaza. Ze missen geen enkele genocide.’ Mertens noemt het wegkijken beangstigend. ‘Musk en Steve Bannon, die de Hitlergroet doen. Het wordt normaal gevonden. Men is echt dingen aan het voorbereiden.’

Zo’n beeld roept de vraag op of dat niet dwingt tot vergaande samenwerking met andere linkse, progressieve en middenpartijen? Mertens ziet juist ruimte voor aparte marxistische partijen: ‘Het gaat om een eigen analyse. Je moet een emancipatorische kracht opbouwen. Heb je die niet en werk je samen, dan ben je het wagonnetje van een andere locomotief. Onze visie is socialisme waar de mens en natuur centraal staan. Een onafhankelijke socialistische arbeidersbeweging die offensief is en niet de dienstmaat van het systeem is.’

Mertens ziet in heel Europa ruimte om ‘een socialistische, linkse, marxistische emancipatorische kracht op te bouwen. En ja, dat mag radicaal zijn. ‘Radicaal en  positiviteit uitstralen, en zo die woede van de werkende klasse pakken. Want er is een gigantische onvrede. Alleen gaat dat nu vaak naar de verkeerde rattenvangers van Hamelen, naar die geblondeerde figuren à la Wilders, of naar goed georganiseerde partijen als de AfD en Vlaams Belang. De meerderheid van hun aanhangers, niet iedereen, kunnen wij terughalen.’

Toch werkt de PVDA samen met andere partijen en organisaties. ‘Op assen die bijvoorbeeld tegen oorlog en militarisering zijn.’ Ook in dossiers als klimaat, sociale investeringen, zorg en onderwijs zoekt de partij samenwerking op. ‘De enige partij waar wij nee tegen zeggen is Vlaams Belang, wij werken niet samen met fascisten.’

Politici met een migratieachtergrond liggen onder vergrootglas

0

Politici met een migratieachtergrond zijn ‘hyperzichtbaar’ en ervaren extra weerstand. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam, waarvan de resultaten vorige week werden gepresenteerd. 

Nederland mag dan voorop lopen als het gaat om politieke representatie van mensen met een migratieachtergrond, dit neemt niet weg dat ze extra moeten knokken. Ze liggen onder een vergrootglas, krijgen disproportioneel veel weerstand en worden beoordeeld op hun achtergrond in plaats van hun prestaties, concluderen de onderzoekers. 

Zahra Runderkamp, Liza Mügge en Melanie Ihuoma presenteerden het onderzoek afgelopen vrijdag in Spui25. Het is de eerste keer dat de uitdagingen van politici met een migratieachtergrond in kaart werden gebracht. Hiervoor interviewden ze meer dan vijftig (oud-)politici met een migratieachtergrond in Nederland. ‘Hun verhalen laten zien hoeveel veerkracht, netwerken en steun er nodig zijn om een plek te verwerven én te behouden in een politiek landschap dat niet voor hen is ontworpen’, schrijft Runderkamp op de website van UvA.

Zahra Runderkamp presenteert de conclusie van het rapport. Beeld: Daan Quittner

Er is niet alleen slecht nieuws. Nederland loopt voorop waar het gaat om het aandeel politici met een migratieachtergrond (19 procent) in vergelijking met andere Europese landen. In het VK is dat 15 procent, in Zwitserland 14 procent en in Duitsland 11 procent. In Spanje heeft slechts 2 procent een migratieachtergrond. Toch is dit aandeel niet representatief voor de samenleving, waar het aandeel burgers met een migratieachtergrond ongeveer 25 procent is, merken de onderzoekers op. 

Het aandeel verschilt wel veel per partij. DENK en BIJ1 hadden ten tijde van het onderzoek alleen maar Kamerleden met een migratieachtergrond. Bij GroenLinks, PvdA en Volt was dat een derde, bij D66 ruim een kwart, bij de ChristenUnie een vijfde en bij de VVD 15 procent.

De weg naar een politieke functie blijkt vaak lang en ingewikkeld, blijkt uit het onderzoek. Persoonlijke factoren als geslacht, afkomst, geloof en werkervaring spelen een rol. Ook wanneer ze eenmaal in de politiek zitten, blijven ze weerstand ervaren. Ze krijgen te maken met discriminatie, seksisme, islamofobie, maar ook agressie en intimidatie, zowel vanuit de politiek als van buitenaf. 

Ze blijven dan ook vaak in de schaduw van de macht, is de conclusie, uitzonderingen als VVD-leider Dilan Yeşilgöz daargelaten. Wanneer ze met een zelfgekozen profiel over zelfgekozen onderwerpen hun plek opeisen, ervaren ze vaak weerstand, aldus Runderkamp. 

Nieuw in Nederland: ‘Niemand kon mijn veiligheid garanderen’

Elke maand spreekt de Kanttekening met nieuwkomers in Nederland. Deze keer: Tharcisse Nsavyinganji uit Burundi, die in januari 2001 via een vrachtwagenlift naar Nairobi in Nederland belandde. Destijds was veel eenvoudiger, maar een latere economische crisis gooide roet in het eten.

Een autobiografisch verhaal van een 50-jarige immigrant uit Burundi is de titel van het boek van Tharcisse Nsavyinganji, dat vorig jaar bij uitgeverij Palmslag verscheen. Hij heeft het geschreven voor zijn gezin, zijn vrouw en twee zoons, allebei in Nederland geboren. Het is zijn persoonlijke geschiedenis, maar het leert de lezer ook over het drama in Burundi en Rwanda in de jaren negentig. Veel mensen weten, of kunnen zich nog herinneren, dat er in deze periode veel problemen waren in die regio. Twee bevolkingsgroepen, Tutsi’s en Hutu’s, raakten letterlijk en figuurlijk slaags met elkaar, een strijd waarbij duizenden slachtoffers vielen. Wat precies de oorzaak en de aanleiding was waardoor de vlam in de pan sloeg, is in West-Europa minder bekend. Wie meer wil weten over het drama van destijds doet er goed aan om dit prettig geschreven boek te lezen.

In aanraking met onrecht

Tharcisse Nsavyinganji is een Tutsi, een bevolkingsgroep die hij omschrijft als een leidinggevende minderheid. Een Tutsi maakt meer kans op een goede baan, maar er waren voor hem wel obstakels. In zijn privéleven én in de maatschappij. Zijn vader was een selfmade man.

‘Mijn vader werd christen en veranderde zijn naam in Jérémie. Hij werd veehandelaar en twee jaar later, in 1954, startte hij een kledingzaak. Dat was iets nieuws, want in die tijd kocht men zelf stof en ging aan de slag. Mijn vader werd populair, want zijn klanten waren hem dankbaar. Samen met mijn moeder kreeg hij acht kinderen. Ik was het vierde kind.’

Het leven lachte Tharcisse toe. ‘Het leven is een project vol plannen, maar die plannen kunnen worden verstoord.’ Dit gold ook voor de vader van Tharcisse. In diezelfde periode werd hij gevangen gezet op verdenking van ongeoorloofde politieke handelingen en corruptie. In die tijd betekende dergelijke beschuldigingen vaak de doodstraf. Bovendien werd er beslag gelegd op zijn handel, zodat zijn gezin zonder inkomsten zat. Daardoor moest Tharcisse op zijn vijfde jaar naar een tweedaagse school, op dinsdag en vrijdag.

Gelukkig zijn de wonderen de wereld nog niet uit, want zijn vader kwam vrij. Zijn vader eiste van de moeder van Tharcisse dat hij begon aan de Ischule. Daar leerde hij verschillende vakken, inclusief de Franse taal, van maandag tot en met zaterdag. (Ischule is afgeleid van het Duitse woord voor school. Burundi is een kolonie van Duitsland geweest en later van België, red.).

De vrijlating van zijn vader was een opluchting en een zegen, want de moeder van Tharcisse stierf niet veel later. Een lichtpunt kwam in de vorm van een speciale taak: hij werd misdienaar. Daar was hij vreselijk trots op, vooral omdat hij dit werd bij pater Fernand Jaunin, die veel voor hem betekende.

Corruptie

Er was sprake van zowel corruptie als systematische tegenwerking in Burundi. Aan het einde van de basisschool kregen de leerlingen een examen, maar bijna niemand slaagde. ‘Daar zat een politieke strategie achter. Het was de bedoeling te voorkomen dat kinderen uit bepaalde regio’s toegang zouden krijgen tot vervolgonderwijs en wetenschappelijk onderwijs. De eerste keer dat ik het examen deed, slaagde er niet één leerling.’

‘De eerste keer dat ik het examen deed, slaagde er niet één leerling’

Opgeven is een woord dat Tharcisse niet kent, ook niet als kind. Hij had het uithoudingsvermogen om vier keer de laatste klas van de basisschool over te doen, net zolang tot hij slaagde voor het examen. Helaas werd pater Jaunin overgeplaatst en ging hij later naar Europa voor een medische behandeling. Korte tijd later overleden zowel pater Jaunin als de vader van Tharcisse. ‘Toch kon ik naar het preseminarie en haalde mijn examen in 1985. Doorstromen naar een seminarie kon niet, want die waren ineens opgeheven door een besluit van de regering. Daarnaast werden bezittingen van kerken afgenomen en een aantal kerken werd gesloten.’

Docent

Tharcisse kon niet naar het seminarie, maar hij werd docent. Met zijn opleiding kon hij lesgeven op de basisschool en op de middelbare school. Alleen om aan het werk te kunnen moest hij eerst een aantal papieren hebben. Daar was niet alleen geduld voor nodig, maar ook hier en daar steekpenningen. Je moest een geldbedrag betalen om alle papieren te bemachtigen. Als docent was hij succesvol, onder andere omdat hij het op de basisschool voor elkaar kreeg om meerdere leerlingen te laten slagen voor het examen aan het einde van het laatste schooljaar. Tharcisse viel op en werd gevraagd om politiek actief te worden. Dat deed hij voor de partij Uprona, (Unité-Progrès National), ondanks dat deze partij in 1972 betrokken was bij een paar vervelende situaties, waarbij doden vielen. ‘Er was in Burundi slechts één politieke partij: Uprona.’

Na een paar jaar lesgeven op de basisschool stapte hij over op een middelbare school, een internaat. Tharcisse gaf hier les op het moment dat de rellen uitbraken in Burundi. ‘Er was een nieuwe politieke partij gekomen, Frodebu. Front Démocratique de Burundi. Als ze zouden winnen, zouden leden van Uprona worden ontslagen als docent of ambtenaar. De partij liep leeg, omdat veel leden naar de andere partij overstapten.’

De nieuwe partij won de verkiezingen en leverde de nieuwe president, maar nadat hij werd ontvoerd en vermoord braken er ernstige rellen uit waarbij Hutu’s en Tutsi’s elkaar naar het leven stonden. Er vielen ontelbaar veel slachtoffers. Ook de school waar Tharcisse werkte werd bedreigd. De leerlingen moesten op school blijven, wat ze niet allemaal deden. Met alle gevolgen van dien. Tharcisse Nsavyinganji was beslist niet bij de moordpartijen betrokken.

Burgemeester

Enkele jaren later kreeg hij een functie die vergelijkbaar is met die van burgemeester, maar dan over een groter gebied. ‘Ik deed mijn best om Burundese vluchtelingen die naar buurlanden zoals Tanzania en Rwanda waren gevlucht weer naar huis te halen en veilig te laten terugkeren.’

Dit is hem duur komen te staan. Op 18 maart 1998 werd hij gearresteerd en kwam hij terecht in de meest mensonterende gevangenissen die je je maar kunt voorstellen. De rillingen lopen over je rug als je het alleen al leest. Niet voor niets stierven er talloze mensen voordat er een vonnis was uitgesproken. In sommige cellen moest iedereen blijven staan omdat er geen ruimte was om te liggen. In een andere gevangenis diende er geld betaald te worden als je óp een bed wilde liggen. Anders sliep je onder een bed. ‘Het was bekend welke functie ik bekleedde toen ik werd gearresteerd. Zelfs het hoofd van de slaapzaal die het beheer over de bedden had toonde respect en vond een bed voor me om op te slapen.’

‘Het hoofd van de slaapzaal vond een bed voor me om óp te slapen’

In de gevangenis hielp Tharcisse andere gevangenen die (min of meer) analfabeet waren met het schrijven van brieven naar het Openbaar Ministerie. Na zijn vrijlating werden Tharcisse en zijn vrouw niet met rust gelaten. ‘Straatjongens werden betaald om stenen tegen mijn woning te gooien. Op een moment werd ik door medestanders gewaarschuwd. Als ze je niet monddood kunnen maken via het juridische systeem, kunnen ze je altijd nog vermoorden.’

Een van de mensen die hij had geholpen met het schrijven van een brief zorgde ervoor dat Tharcisse en zijn vrouw met een vrachtwagenchauffeur konden meerijden naar Nairobi. Van daaruit namen ze het vliegtuig naar Amsterdam. Via het opvangcentrum in Ter Apel belandden ze in het opvangcentrum in Zwolle en later in het azc in Groningen, waar ze op 14 november 2001 een woning konden krijgen. Dat is veel sneller dan tegenwoordig, wat niet betekent dat het leven voor vluchtelingen destijds makkelijk was.

‘Ik volgde een opleiding en had twee banen. Dat ging goed totdat in 2009 de economische crisis uitbrak. Mijn banen raakte ik allebei kwijt en ik kon geen stageplek vinden. Alles viel in duigen.’

Hij had gemerkt dat veel mensen uit Burundi problemen hadden met integreren, wat ook leidde tot problemen binnen het gezin, zoals generatiebotsingen en relatieproblemen. ‘Daarom heb ik met enkele andere mensen een stichting opgericht om hen te helpen. Wij begrepen de problemen immers van binnenuit.’ Helaas bestaat de stichting sinds 2018 niet meer, maar er zijn een heleboel mensen geholpen.

Zijn weg gevonden

Tharcisse Nsavyinganji is nog altijd met zijn Véronique getrouwd, heeft twee gezonde kinderen en bezoekt elke zondag een kerk in het centrum van Groningen. Hij heeft een baan, maar de allerbelangrijkste winst noemt de bisschop van Groningen-Leeuwarden in het voorwoord dat hij heeft geschreven voor het boek: ‘Hij heeft de 50 gehaald. Driekwart van zijn leeftijdsgenoten in zijn geboorteland heeft dit niet bereikt.’

Uit het boek en uit zijn woorden blijkt ondubbelzinnig dat Tharcisse Nsavyinganji van Burundi houdt en zich heel erg voor zijn land heeft ingezet door naar gerechtigheid en verbinding te zoeken. Dan is het extra hard als je er niet kunt blijven. Ook uit dit relaas blijkt opnieuw dat veel vluchtelingen hun land niet willen verlaten, maar genoodzaakt zijn om het te verlaten.

Twee jaar oorlog in Soedan, miljoenen mensen op de vlucht

0

Twee jaar na het uitbreken van de oorlog in Soedan zijn miljoenen mensen nog steeds op de vlucht. Paramilitairen van de Rapid Support Forces (RSF) vielen onlangs het vluchtelingenkamp Zamzam binnen en richtten een bloedbad aan, zo meldt persbureau AFP.

Een van de slachtoffers is Amna Hussein (37), die tijdens de aanval in haar hand werd geraakt door een kogel. ‘Ze vielen het kamp binnen en begonnen meteen te schieten’, vertelt ze vanuit de stad Tawila, zo’n zestig kilometer ten westen van het kamp. Ze bond haar bloedende hand af met een doekje en bleef rennen – weg van de kogels, op zoek naar veiligheid.

Volgens de Verenigde Naties zijn bij de aanval op het kamp al meer dan 400 mensen omgekomen en zijn zo’n 400.000 anderen op de vlucht geslagen. Hulporganisaties schatten dat er vóór de aanval ongeveer een miljoen mensen in Zamzam verbleven.

Hussein had geluk – ze wist te ontsnappen. Net als Ibrahim Essa (43), vader van zes. ‘We probeerden al op de eerste dag te vluchten, maar de rebellen blokkeerden de weg en vuurden artillerie op ons af’, vertelt hij aan AFP.

De oorlog in Soedan duurt sinds gisteren precies twee jaar. In die tijd zijn duizenden mensen vermoord, vrouwen op grote schaal verkracht, en miljoenen Soedanezen gevlucht. Volgens de VN kent Soedan momenteel de grootste humanitaire ramp ter wereld. 13 miljoen mensen verkeren in acute hongersnood of zijn op de vlucht.

EU tegen Servië: ga niet naar Poetins parade in Moskou

0

Servië staat op een tweesprong: kiezen ze voor democratie en Europa, of slaan ze het autoritaire pad in van Poetins Rusland? De EU heeft een ultimatum gesteld aan de kandidaat-lidstaat, die zich opmaakt om de jaarlijkse overwinningsparade van Rusland op 9 mei bij te wonen. Dat meldt de nieuwssite Euractiv.

‘Wij willen niet dat een EU-kandidaat-lidstaat deelneemt aan de overwinningsparade in Rusland’, aldus Kaja Kallas, de Europese vertegenwoordiger voor externe betrekkingen. Zij deed deze uitspraak tijdens een ontmoeting met de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken, Andriy Sybiha. Die stelde juist voor om op 9 mei naar Kiev te komen, als een ‘diplomatieke vuist’ tegen Rusland.

De relatie tussen Servië en de EU is al langere tijd gespannen, mede door massale protesten tegen het corrupte regime van president Vucic, wiens regering vorige maand is gevallen. De nationalistische president staat onder grote invloed van Rusland. Vucic heeft inmiddels een nieuwe premier naar voren geschoven, meldt Trouw.

De vraag is of Servië zal toegeven aan de druk en op 9 mei verstek zal laten gaan. Binnen de EU bestaat grote verdeeldheid over de oorlog in Oekraïne; zo nemen lidstaten als Hongarije en Slowakije openlijk pro-Russische standpunten in.