17.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 8

Schoof, waar blijft die rode lijn?

Ik moet eerlijk bekennen: ik hield mijn hart vast, toen ik hoorde dat precies een maand na het eerste Rode Lijn protest er door de organisatoren alweer werd opgeroepen naar het Malieveld te komen. Niet dat de noodzaak om te demonstreren minder urgent was dan een maand geleden. Integendeel – na de val van het kabinet was het juist des te belangrijker om de druk op de ketel te houden.

Zeker nu was gebleken dat het vertrek van de PVV voor Schoof en de overgebleven drie partijen geen enkel verschil had gemaakt; met uitzondering van een verzoek tot nader onderzoek, bleef het na de vorige demonstratie akelig stil in Den Haag. Geen sancties tegen Israël, geen stop op de levering van onderdelen voor gevechtsvliegtuigen, geen rode lijn. En dat terwijl de genocidale oorlog van Israël dagelijks nieuwe slachtoffers maakt. Artsen, journalisten, hulpverleners. Mensen die worden neergemaaid terwijl ze wachten in de rij voor voedsel, dat niet komt. Baby’s die sterven van de honger. Om over de escalatie op de bezette Westelijke Jordaanoever en de recente aanval op Iran nog maar te zwijgen.

Beeld: de Kanttekening

Dus dat we weer de straat op moesten voor de vrede, dat was glashelder. Ik maakte me alleen zorgen of we dit keer wel met genoeg mensen zouden zijn. Wat als de opkomst tegenviel? Wat als mensen zouden denken: ‘alweer een demonstratie?’ Al toen ik aan kwam fietsen zag ik dat mijn zorgen totaal voor niets waren geweest. Mijn stad kleurde wederom rood. Hele trams vol met in het rood geklede mensen, rijen dik liepen ze op de stoep, met massa’s kwamen ze aan op het station, zoveel zelfs dat de treinen het nauwelijks aan konden. Kinderen, opa’s en oma’s, hele gezinnen: uit heel het land waren ze gekomen om Vaderdag te vieren op het Malieveld. ‘Deze Vaderdag denken we aan de vaders van Gaza’ stond er op een bord.

Terwijl de rode stoet zich in beweging zette richting Vredespaleis kwamen er nog steeds mensen aan op het station. Ze bleven maar komen, studenten, vakbondsmensen, politici, gepensioneerden, mensen zoals u en ik. Allemaal op de been om nóg een keer een rode lijn te trekken. Tegen genocide. Voor medemenselijkheid. Tegen het wegkijken. Voor sancties. Ontroerend vond ik het, net als de vorige keer. En hoopvol.

Ik maakte me alleen zorgen of we dit keer wel met genoeg mensen zouden zijn

Want dat er dit keer niet 100.000 maar zelfs de helft meer mensen hun stem lieten horen, is een stevig signaal naar dat inmiddels demissionaire kabinet van ons, dat Israël nog steeds blijft steunen. ‘Wij zijn met meer’, stond er op verschillende borden. En zo is het.

Waar het de vorige keer pijnlijk stil bleef vanuit het kabinet-Schoof, kwam er dit keer wel een reactie. ‘We zien jullie en we horen jullie. Ons doel is uiteindelijk hetzelfde: om zo snel mogelijk een einde te maken aan het leed in Gaza.’ Serieus, mijnheer Schoof? Uw kabinet heeft anders al vele, vele kansen laten lopen om de daad bij die mooie woorden te voegen. Door moties en VN-resoluties die vroegen om een onmiddellijk staakt het vuren of een einde aan de humanitaire blokkade te steunen. Door de Palestijnse staat te erkennen – iets wat Noorwegen, Ierland en Spanje onlangs wel deden. Door niet langer onderdelen uit te voeren voor vliegtuigen waarmee Israël onschuldige Palestijnse burgers bestookt, dag in, dag uit. Door in Brussel niet te vragen om een onderzoek, maar te pleiten voor keiharde sancties. Kortom: door eindelijk eens kleur te bekennen.

Want die rode lijn, die is allang getrokken. Door de VN, internationale hulporganisaties, beide in Den Haag gevestigde internationale gerechtshoven. En vandaag door ruim 150.000 landgenoten. Nou u nog.

Het luchtalarm testen is een noodzaak geworden

0

Vlak nadat ik de rotonde opreed, klonk er een akelige, lage luide piep uit mijn telefoon. Het aanraken van de telefoon kan tot een torenhoge boete leiden. En achter het stuur op een rotonde met de telefoon bezig zijn, kan ook levensgevaarlijk zijn. De toon kon ik niet direct plaatsen. Met twee handen aan het stuur wierp ik vanaf de ooghoeken een blik op het scherm. Vetgedrukt stond er NL Alert op het scherm, een tekst met uitleg eronder.

Vlak na de telefoon begon het luchtalarm te loeien. Dat herkende ik natuurlijk wel. Op de middelbare school in Den Bosch hadden we in de zomermaanden buiten gymles, op het sportveld achter de Eendenkooi. Elke eerste maandag van de maand werd om klokslag 12:00 het luchtalarm met loeiende sirenes getest. Het waren een soort kerkklokken, die een keer per maand werden geluid.

In die tijd hadden deze kerkklokken van de maand ook geen verdere betekenis. We wisten alleen dat we weer een maand verder waren. 

In latere jaren is er zelfs discussie ontstaan over het nut van de test, omdat we het al bijna een eeuw uitvoeren. Verder kon iedereen tegenwoordig een pushbericht op de telefoon krijgen met meer specifieke informatie over de ellende die boven ons hangt.

Het onbezorgde van weleer is vervlogen

We leven nu weer in andere tijden. Het onbezorgde van weleer is vervlogen. Luchtalarm testen is een noodzaak geworden. De overheid roept burgers zelfs op om een noodrantsoen aan te leggen. Ook wordt geadviseerd contant geld in huis te hebben. Cyberaanvallen kunnen tot instorting van het betalingsverkeer leiden. Velen van ons zullen dan in directe problemen komen.

De instorting van het betalingsverkeer is niet ver gezocht. Laatst viel de elektriciteit in heel Spanje en Portugal in een klap uit. De verklaring hiervoor had iets te maken met het klimaat en temperatuurschommelingen. Ik heb nog niemand ontmoet die deze verklaring geloofde.

Na een korte blik vanuit de ooghoeken op het schermpje van de telefoon die tot deze gedachten leidden, keek ik naar het verkeer en kon ik veilig en wel de rotonde verlaten. 

Waarom hoogleraar Tahir Abbas zich niet langer welkom voelt in Leiden en opstapt

0

Tahir Abbas was hoogleraar Radicalisation Studies aan de Universiteit Leiden. Hij heeft recentelijk ontslag genomen. De reden? Hij maakt zich zorgen over de vrijheid op de academie en hoe het universiteitsbestuur omgaat met studenten die tegen de genocide in Gaza protesteren.

Per 1 augustus start u in Birmingham. Waarom deze overstap?

‘Er waren meerdere redenen. Mijn ouders wonen in Birmingham, ze zijn op leeftijd en hebben mij nu meer nodig. Maar het was ook professioneel aantrekkelijk: ik kreeg een goed aanbod van Aston University, met meer ruimte voor onderzoek en uitbreiding van mijn thema’s. Ik begon mijn academische carrière in Birmingham. Daarna werkte ik bij een denktank. Vervolgens kwam ik in Leiden terecht. Nu keer ik eindelijk terug.’

Maar u wilde ook niet langer in Leiden blijven.

‘Nee, ik voelde me er niet langer welkom, niet included. Als ik verder had willen groeien in Leiden, had ik Nederlands moeten leren – een lastige taal. Maar belangrijker: mijn idealen botsten met de institutionele cultuur. Ik voelde me niet gehoord. Ik schreef een brief aan de rector over de situatie in Gaza en de noodzaak om daar als universiteit iets mee te doen, maar kreeg geen reactie. Niet omdat men boosaardig is, maar uit angst. Men wil gewoon zijn werk doen, geen gedoe, het rechtse kabinet-Schoof niet onnodig provoceren, want het kon de universiteit straffen met bezuinigingen. Maar die angst leidt tot beleidsverlamming.’

U sprak zich publiekelijk uit over Gaza. Wanneer begon dat?

‘Sinds het begin van het geweld na 7 oktober 2023. In het begin kon ik de schaal niet bevatten. De aanval van Hamas was zowel een terroristische actie als, in de ogen van sommigen, een uitbraak uit een gevangenis – een poging tot bevrijding. Maar de Israëlische reactie daarop was ongekend.

‘Ik schreef een brief aan de rector over de situatie in Gaza, maar kreeg geen reactie’

Ik gebruik bewust het woord ‘genocidaal’ en niet ‘genocide’ – dat is aan het Internationaal Strafhof in Den Haag om vast te stellen. Het is verschrikkelijk wat er gebeurt. Er is dagelijks geweld, Israël voert een verwoestend militair offensief, ongelooflijk veel huizen in liggen puin, er zijn tienduizenden doden gevalle en er is een hongersnood. De wereld kijkt te vaak weg.’

U zei tegen universiteitsblad Mare dat u een ‘zeer luide pushback’ kreeg toen u zei dat er over Gaza gepraat moest worden. Van wie?

‘Vanuit de faculteit. Deze psuhback was niet direct bedreigend, maar er was weerstand. Men wilde het onderwerp Gaza mijden, uit angst voor escalatie en polarisatie. Terwijl een universiteit juist een plek zou moeten zijn waar moeilijke gesprekken worden gevoerd. Ja, mensen hebben emoties. Maar die mogen er zijn. Er moeten safe spaces op de universiteit komen om dit te bespreken. Dialoogbijeenkomsten. Want dialoog betekent ook dat je kunt rouwen, reflecteren en samen nadenken. Studenten hebben niet het gevoel dat er plaats is voor hun emoties. Zij willen onrecht benoemen. Dat is hun recht en hun kracht.’

Was het bestuur van de universiteit pro-Israël?

‘Dat zou ik niet zo zeggen. Maar er was zeker geen uitgesproken pro-Palestijnse houding. De universiteit zei niets, en dat bevestigt de status quo. Geen positie innemen is ook een positie. Er is veel onwetendheid en angst om een standpunt te formuleren. Dat zag je ook in de omgang met de studentenprotesten. Er was miscommunicatie, geen echte dialoog. De universiteit heeft niets geleerd van eerdere studentenprotesten. Ze moeten studenten serieus nemen. Maar ze doen dat niet.’

‘Geen positie innemen is ook een positie’

U gaf zelf les over radicalisering. U zei in Mare dat u misschien zelf geradicaliseerd bent. Wat bedoelde u daarmee?

‘Dat was deels een grapje. Maar er zit iets in. Radicalisering is een contested concept, een omstreden begrip. We associëren het begrip met iets wat negatief is, maar radicalisering is door de bank genomen niet per se negatief. Als je je radicaal uitspreekt vóór mensenrechten en democratie, dan is dat een gezonde vorm van radicaliteit. Mijn ‘radicalisering’ zit in de wil om me uit te spreken, om bewustwording te creëren. Protesten kunnen het verschil maken. De macht ter verantwoording roepen is geen extremisme. Het is onze morele plicht.’

Bent u, in zekere zin, uw eigen onderzoeksobject geworden?

‘Nee, maar ik zie wel hoe belangrijk het is om extreme ideeën te bespreken. Als ze tenminste mensgericht zijn. Soms wordt je dan geclassificeerd als looney left.’

Dat werd de voormalige Britse Labour-leider Jeremy Corbyn ook verweten. Is hij uw politieke held?

‘Wel een beetje. Ik waardeer bijvoorbeeld Jeremy Corbyns inzet voor sociale rechtvaardigheid en zijn strijd voor de Palestijnse zaak. Maar dat betekent niet dat ik het in alles met hem eens ben. Zijn nogal kritische opstelling tegenover de Europese Unie bijvoorbeeld deel ik zeker niet.’

Waarom raakt Gaza u zo diep? Wat maakt dit conflict anders dan andere genocides – zoals die tegen de Rohingya, de Oeigoeren, of de Jezidi’s?

‘Ze zijn allemaal gruwelijk. En vergeet Srebrenica ook niet, de massamoord op duizenden moslims in Bosnië in 1995. Maar wat we nu in Gaza zien, is verwoesting op een ongekende schaal. Meer doden, meer infrastructuur kapot. En we krijgen er ook veel meer van mee. Artsen, journalisten en anderen berichten over de verwoestingen en het leed op sociale media. Bedenk ook dat meer dan 80 procent van de gebouwen in de Gazastrook is verwoest. Officieel spreken de Gazaanse autoriteiten over 50.000 doden, maar dat is mijn inziens een lage schatting. Er zijn talloze vermisten. Mogelijk ligt het dodenaantal ruim boven de 100.000. In verhouding is de schade zelfs groter dan in Hiroshima of Nagasaki, waar de Amerikanen in augustus 1945 hun atoombommen op hebben gegooid. Wat er in Gaza plaatsvindt is genocidaal geweld, waar we livestream getuige van zijn. En dat raakt me diep.’

In het publieke debat zijn er wetenschappers die Hamas’ actie op 7 oktober zien als onderdeel van een bevrijdingsstrijd, vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Front de Libération Nationale (FLN)  in Algerije. Hoe kijkt u daar tegenaan?

‘Ik snap die analogie. Als je koloniale structuren als uitgangspunt neemt, kun je ook burgers als bezetters beschouwen. Maar die gedachtegang leidt tot militante denkpatronen. Israël denkt net zo overigens. Beide partijen zijn gevormd door geweld, angst en een diep gevoel van existentiële dreiging. Toch blijft het essentieel om geweld tegen burgers principieel af te wijzen.’

‘Mijn netwerk in Leiden was beperkt omdat ik Engels sprak’

Had u in Leiden contact met gelijkgestemde linkse academici, zoals Nadia Bouras of Karwan Fatah-Black?

‘Mijn netwerk in Leiden was beperkt omdat ik Engels sprak. Ik kreeg daardoor minder mee van het Nederlandse debat. Ik hoorde wel dat pro-Palestijnse academici soms werden geïntimideerd, zoals Nadia Bouras, maar dat overkwam mij persoonlijk niet. Wel voelde ik mij vaak geïsoleerd.’

Is de academische vrijheid in Leiden nog gewaarborgd?

‘Formeel is er academische vrijheid. Niemand hield me tegen om wetenschappelijke artikelen te publiceren over islamofobie, racisme of het veiligheidsbeleid. Ik was heel kritisch in mijn stukken, maar ik had niet te maken met censuur. De academische vrijheid is niet in gevaar. Er speelt, op een dieper niveau, iets anders. Bij Gaza gaat niet over de academische vrijheid die wordt beperkt, maar over de vrijheid van een academicus die zich uitspreekt over onrecht. Die vrijheid wordt helaas wel beperkt.’

Wat moet er veranderen?

‘Universiteiten moeten weer echte bolwerken van vrijheid worden – Praesidium Libertatis. Dat betekent dat je als universiteit niet moet wegduiken voor debat en moeilijke gesprekken, maar hiervoor juist een podium moet bieden. Ja, dat moet je ook doen als het schuurt. Juist dan.’

Gewelddadige protesten tegen migranten in Noord-Ierland

0

Noord-Ierland werd gisteren opnieuw getroffen door gewelddadige protesten tegen migranten. Voor de vierde nacht op rij waren er rellen, dit keer in de stad Portadown. 

De rellen begonnen maandag in Ballymena, nadat twee tienerjongens waren gearresteerd voor een vermoedelijke poging tot verkrachting van een jong meisje. De politie heeft niet bevestigd wat de afkomst van de verdachten is, maar ze vroegen om een Roemeense tolk in de rechtbank.

Tot nu toe raakten 41 politieagenten gewond en zijn 15 mensen opgepakt. Buitenlanders moesten zich verstoppen in hun huizen om aan het geweld te ontsnappen, meldde de politie.

Veel rellen vonden plaats in Clonavon Road, een buurt met veel Oost-Europese bewoners. De straat was donderdag bijna leeg, huizen waren beschadigd en uit veel ramen hingen Britse of Noord-Ierse vlaggen. Op andere huizen hingen posters met teksten zoals ‘Hier wonen locals’, ‘Filipino’s wonen hier’ en ‘Brits gezin’.

Politieke leiders in Noord-Ierland en de Britse premier Keir Starmer hebben het geweld  scherp veroordeeld. De politie kreeg steun van eenheden met honden en vroeg hulp van andere regio’s in het Verenigd Koninkrijk.

Onrust onder jongeren

Volgens politiek analist Alex Kane zijn veel relschoppers afkomstig uit arbeiderswijken van de loyalistische gemeenschap – mensen die willen dat Noord-Ierland bij het Verenigd Koninkrijk blijft. Hij zei dat deze groepen zich in de steek gelaten voelen en snel boos worden.

Student Lee Stewart (18) noemde de protesten ‘misschien wat extreem’, maar volgens hem nodig: ‘We willen onze eigen mensen beschermen. De politie doet niets tegen wat die meisjes is overkomen.’

Israël voert grote aanval uit op Iran, Iran dreigt met wraak

0

Israël heeft vannacht luchtaanvallen uitgevoerd op Iran. Daarbij werden volgens berichten 100 doelen geraakt, waaronder nucleaire en militaire locaties in Teheran. Ook kwamen hoge Iraanse leiders om, zoals de stafchef van het leger, het hoofd van de Revolutionaire Garde en verschillende wetenschappers.

De hoogste leider van Iran, ayatollah Ali Khamenei, waarschuwde Israël voor een ‘bitter en pijnlijk’ antwoord, schrijft nieuwsdienst AFP.

Als reactie stuurde Iran 100 drones richting Israël. Het Israëlische leger zegt dat ze allemaal buiten het eigen grondgebied zijn onderschept.

De Amerikaanse president Donald Trump zei op Fox News dat hij vooraf op de hoogte was van de Israëlische actie. Volgens Israël waren er 200 straaljagers betrokken. Trump benadrukte dat Iran geen kernwapen mag krijgen.

De VS lieten weten niet betrokken te zijn bij de aanval en riepen Iran op geen Amerikaanse doelen aan te vallen. Iran gaf echter aan dat de VS verantwoordelijk zijn, omdat zo’n actie niet zonder hun toestemming zou kunnen zijn gebeurd.

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu zei dat Israël het ‘hart van het nucleaire programma van Iran’ heeft geraakt, met onder andere aanvallen op de kerncentrale van Natanz. Volgens hem kunnen de aanvallen ‘zolang doorgaan als nodig is’.

Israël zegt dat inlichtingen laten zien dat Iran bijna het punt bereikt waarop het een kernwapen kan maken. De aanvallen zouden geleid hebben tot de dood van hoge militaire leiders en zes kernwetenschappers. Ook zouden woonwijken in Teheran zijn geraakt, met dodelijke slachtoffers onder burgers, waaronder vrouwen en kinderen.

Trump zei dat de VS personeel uit het Midden-Oosten terughalen en dat hij nog hoop heeft op een nieuwe nucleaire deal met Iran, al kan het conflict die kansen verpesten. Hij zei hierover met Netanyahu gesproken te hebben, maar gaf geen details. Of de geplande onderhandelingen tussen de VS en Iran zondag in Oman doorgaan, is nu onzeker.

Sinds de aanval van Hamas op Israël in oktober 2023 is de spanning tussen Iran en Israël verder opgelopen. Israël vecht inmiddels ook met door Iran gesteunde groepen als Hezbollah in Libanon en de Houthi’s in Jemen.

Iran wordt door Israël en westerse landen al jaren verdacht van het willen maken van een kernwapen. Iran ontkent dat. Na een recente resolutie van de IAEA tegen Iran zei Teheran een nieuw verrijkingscentrum te starten op een geheime locatie.

Iran verrijkt uranium inmiddels tot 60 procent, veel hoger dan de 3,67 procent die in de nucleaire deal van 2015 was afgesproken. Dat ligt dicht bij de 90 procent die nodig is voor een kernwapen.

‘Als kinderen elkaar op school al niet tegenkomen, waar dan wél?’

Vroeger fietsten witte kinderen met een boog om het Amsterdamse Metis Montessori Lyceum heen. Nu staat de grachtengordel ervoor in de rij. Directeur en oprichter Hüseyin Asma doet zijn best om de school gemengd te houden.

Het Metis Montessori Lyceum ligt aan de rand van de Amsterdamse binnenstad, in het eind negentiende-eeuwse Oosterpark. Scholieren komen in de vroege ochtend door het groen aangefietst. Een bus voor een schoolreisje arriveert, groepjes jongeren stappen uit.

De school is het levenswerk van Hüseyin Asma (46), directeur van Metis Montessori, en zijn collega’s. Dat de havo- en vwo-school een van de populairste van de stad zou worden, was bij de start allerminst vanzelfsprekend.

Vanaf dag één was het niet makkelijk, vertelt Asma in zijn werkkamer. ‘Journalisten dachten dat we een Turkse school wilden beginnen, wat niet zo was. We wilden juist een school voor alle Amsterdammers. Dat er in het begin alleen kinderen van Turkse komaf op zaten, kwam door mijn achtergrond’, zegt Asma, die deels in Turkije opgroeide. De ouders van andere kinderen, die hij óók wilde aantrekken, zagen de school niet staan.

Maar Asma zette door, en na een aantal jaar werd de school geliefder. ‘We waren een van de eerste scholen die met laptops werkten en we waren sterk in exacte vakken. We hielden ons bezig met roboticalessen en coderen. Dat sprak ook andere doelgroepen aan, bijvoorbeeld witte kinderen. Ouders die dat op andere scholen misten, vonden dat juist bij ons.’

Nu is de school een van de meest gewilde, en lopen er door de gangen vooral veel witte kinderen. Zijn jullie nog een school voor alle Amsterdammers?

‘We zijn blij dat zoveel kinderen ons weten te vinden, maar we zijn nu wel op een punt gekomen waarop het de andere kant opslaat. De rijke grachtengordel – die aan onze school grenst – staat in de rij. Ik wil graag dat we een afspiegeling van de stad blijven. Al denk ik dat wij, voor zo’n gewilde school, nog steeds een van de meest diverse zijn.

‘Als er een plek vrijkomt, geven we die eerder aan meisjes met een migratieachtergrond’

‘Daar doe ik van alles aan bij het samenstellen van het personeel. We hebben alle kleuren en religies in huis. Op onze website en in folders tonen we bewust kinderen met verschillende achtergronden. Natuurlijk kun je niet bepalen wie zich aanmeldt. Maar bij de zij-instroom – kinderen die na de eerste klas binnenkomen – kun je wel wat doen. We hebben op school al veel witte jongens. Dus als er een plek vrijkomt, geven we die eerder aan meisjes met een migratieachtergrond. Zo proberen we het evenwicht te bewaren.

‘Een paar jaar geleden hebben we zelfs een hele klas met asielkinderen overgenomen van een andere school, juist om te zorgen dat onze school gemengd blijft.’

Niet alle nieuwe scholen slagen erin om een succes te worden. Hoe komt dat?

‘Dat verschilt per school. Het is niet eenvoudig om goed onderwijs neer te zetten. Vooral scholen met een vernieuwend concept lopen daar vaak tegenaan. Je moet een duidelijke visie hebben. Wij vinden wereldburgerschap en innovatie heel belangrijk. En je moet volhouden, ook als het lastig is.

‘Wat ik zie, is dat er bij zwakkere scholen veel wisselingen zijn. Een voorbeeld: wij zijn een technasium, en bij bijeenkomsten met andere technasia valt op dat sommige scholen steeds nieuwe coördinatoren hebben. Dat werkt niet. Goede scholen hebben goede schoolleiders, die erin slagen goede mensen aan zich te binden. Als ik mensen aanneem, vind ik het belangrijk dat zij passen bij de idealen en het profiel waar wij als school voor staan.’

Tegenwoordig, met het lerarentekort, is dat best lastig.

‘Ik ben ervan overtuigd dat als je een goed verhaal hebt, mensen zich daaraan willen verbinden. Er zijn scholen die zich richten op kunst. Dat spreekt mensen aan met affiniteit voor kunst. Er zijn ook scholen die vanuit het principe van kansengelijkheid jongeren willen helpen. En er zijn docenten die dat belangrijk vinden en zich daarvoor inzetten. Dus de vraag is: waar sta je als school voor? Wij zetten in op innovatie, kwaliteit en burgerschapsvorming. Daar komen mensen op af.’

Op zwakke scholen zitten ook vaker leerlingen die minder goed te sturen zijn, regelmatig te laat komen of veel spijbelen.

‘Klopt. Je moet niet alles toelaten. Er zijn genoeg scholen waar het motto vrijheid is, maar een puber heeft ook structuur nodig. Daar moet je als school op aansturen. Je moet initiatief nemen en ouders erbij betrekken, hen ook aanspreken. Je mag het niet loslaten. Bij ons werken we bijvoorbeeld met een verzuimcoördinator. Als iemand te laat komt, dan belt hij meteen. Je moet geen papieren droomschool zijn, maar in de praktijk ook echt waarmaken wat je zegt. En het lukt niet altijd, maar wij proberen daar zo goed mogelijk aan te voldoen.’

Wat bedoelt u met burgerschapsvorming?

‘We leven in een samenleving met enorme diversiteit. En wij durven thema’s aan te kaarten die tot verdeeldheid kunnen leiden. Ik geloof er niet in dat we maar één of twee gevoelige onderwerpen mogen benoemen en de rest moeten negeren. Antisemitisme en islamofobie worden bij ons besproken. Racisme staat op de agenda. Seksuele diversiteit ook.

‘Wij durven thema’s aan te kaarten die tot verdeeldheid kunnen leiden’

‘Het gaat er niet om wat je persoonlijke mening is, maar dat we met respect met elkaar omgaan. Iedereen heeft zijn eigen voorkeuren, referentiekader en achtergrond. Maar als school vinden wij het belangrijk om dat bespreekbaar te maken, zodat we samen door één deur kunnen.

‘Hier loopt van alles rond: leerlingen van alle achtergronden. Je hebt bij ons moslimkinderen, Joodse kinderen, kinderen van kleur, en ook veel witte kinderen. We willen dat ze empathie en begrip voor elkaar ontwikkelen.’

Wat vindt u van de opkomst van islamitische scholen waar slechts één groep leerlingen op zit?

Asma reageert fel: ‘Vanaf het moment dat we onze school oprichtten, toen we alleen maar kinderen van Turkse komaf hadden, werd mij gevraagd: ‘Wat ga jij doen om de school diverser te maken?’ Maar die vraag wordt niet gesteld aan een witte school in Zuid, of aan mijn collega van Joodse komaf, of aan een homoseksuele collega – ik noem maar wat.’

‘Ik denk dat er altijd populaties zijn die behoefte hebben aan scholen die meer vanuit een religieuze identiteit werken. Er zijn ook katholieke en Joodse scholen.

Hüseyin Asma, directeur van het Metis Montessori Lyceum

‘Als je het mij persoonlijk vraagt: ik wil juist dat kinderen allemaal samen, met respect, onder één dak naar school gaan. Dat is mijn overtuiging. Ik zou mijn eigen kind niet op zo’n gesegregeerde school zetten, omdat ik het belangrijk vind dat ze met elkaar leren omgaan.

‘Maar er zijn ouders die zich niet kunnen vinden in zo’n gemengde omgeving en daarom bewust kiezen voor een andere school. Dat snap ik ook.’

Bestuurders van islamitische scholen zeggen: wij willen óók divers worden. Als we goed onderwijs geven, komen de andere kinderen vanzelf. Denkt u dat dat realistisch is?

‘Nee, het gaat niet alleen om onderwijskwaliteit. Het gaat ook om wie er op die scholen zitten – vaak is dat één groep. De meeste ouders willen niet dat hun kind de enige ‘andere’ is. Als je alleen maar leerlingen – ik noem ze maar even ‘witte zwaantjes’ – hebt, dan zullen kinderen van kleur zich daar niet snel bij aansluiten.

‘Ondanks de kleur van je ogen kies ik voor jouw school’

‘En omgekeerd: als je een volledig ‘zwarte school’ hebt, zullen witte kinderen zich daar ook niet snel aanmelden. Ze hebben een ander referentiekader, en dan wordt het ingewikkeld.

‘Wij zijn erin geslaagd om dat te doorbreken, maar ik denk dat wij daarin uitzonderlijk zijn. Dat komt door onze verhalen, onze missie, de kwaliteit, een heel hard werkend team – en het heeft jaren geduurd. Het ging stapsgewijs. Er waren ouders die hun kind bij mij aanmeldden en zeiden: ‘Ondanks de kleur van je ogen kies ik voor jouw school.’ Je moet het die mensen niet kwalijk nemen. Het is angst. Onbekend maakt onbemind. En ze waren wel eerlijk. Er zijn genoeg mensen die niks zeggen.’

Waar zijn die ouders bang voor?

‘Het gaat om je kind. En als je je kind op een school plaatst waar overwegend één identiteit aanwezig is – of dat nou een witte school is of een zwarte school – dan wordt het voor de minderheid moeilijker. Het is voor een kind niet altijd makkelijk als het in een groep terechtkomt waarop zijn opvoeding of achtergrond, bijvoorbeeld vanuit het basisonderwijs, niet aansluit.

‘Als mens wil je toch gesprekken voeren waarbij de referentiekaders een beetje overeenkomen. Voor jongeren is dat misschien iets minder ingewikkeld, maar ook daar speelt het wel degelijk. Wij hebben daarom in het verleden ook nieuwe witte leerlingen bij elkaar in een klas gezet, en niet verdeeld over verschillende klassen.

‘Een voorbeeld: als een wit kind op een zogenoemde zwarte school zit, waar iedereen aan het vasten is – ik heb dat meegemaakt – dan kan dat voor dat kind lastig zijn tijdens de ramadan. Kinderen die vasten ervaren dat als de norm, dat is voor hen heel normaal. En als er dan iemand een broodje ham gaat eten, kan dat op die leeftijd ingewikkeld zijn. Dat soort patronen doorbreken duurt lang – bij ons heeft het acht jaar geduurd. Maar elk jaar zagen we meer diversiteit.

‘Segregatie is een feit in onze samenleving. Je hebt hoogopgeleiden en laagopgeleiden, verschillende culturen. Het is niet vanzelfsprekend dat die werelden zich mengen. Als leerlingen thuis gewend zijn om te gaan hockeyen in het weekend, dan bewegen ze zich in een andere sociale omgeving dan kinderen die helemaal niet op een sport zitten. Of ze groeien op in een buurt met alleen sociale huurwoningen, zonder contact met andere groepen – net als mensen die bijvoorbeeld aan de gracht wonen en alleen de Nederlandse of westerse cultuur kennen. Als kinderen elkaar dan op school ook al niet tegenkomen, waar dan wél?’

‘Als mens wil je toch gesprekken voeren waarbij de referentiekaders een beetje overeenkomen’

Coup

In 2016 beleefde het Metis Montessori Lyceum een moeilijke periode na de coup in Turkije, waarvoor de Gülenbeweging verantwoordelijk werd gehouden. Dat Asma zich liet inspireren door het gedachtegoed van Gülen, was voor sommige Turkse ouders aanleiding om hun kinderen van school te halen.

‘Dat vond ik jammer – vooral voor de kinderen, het waren er een stuk of veertig’, vertelt Asma. ‘Niet iedereen vertrok om dezelfde reden, maar er was wel sociale druk. Dat is natuurlijk hun goed recht. Er zijn genoeg scholen. Wij zijn verder gegaan.’

Waarom vindt u het nou zo belangrijk dat kinderen samen naar school gaan?

‘Ik weet hoe het is om buitengesloten te worden, de ander te zijn. Toen we hier begonnen – ik was net dertig – werd de school vanwege mijn achtergrond en die van enkele docenten meteen bestempeld als een ‘Turkenschool’. Terwijl mijn ouders in Turkije niet eens als Turken worden gezien. Ze zijn Georgiërs. Mijn oma sprak geen Turks. Ze maakten daar deel uit van een minderheid. In Georgië waren ze dat ook. Ze hadden daar letterlijk geen stem, en daarom moesten ze vluchten. Dat draag ik mee, generatie op generatie.’

Expositie over weggevoerde kinderen

In een groot lokaal op de bovenverdieping is een tentoonstelling te zien over de Joodse kinderen die in het gebouw op school zaten en zijn weggevoerd. Asma houdt na het interview een toespraak bij de opening ervan.

‘De expositie is typisch iets wat kritiek uit mijn eigen gemeenschap kan oproepen, zeker in deze gevoelige tijd’, zegt Asma. ‘Hoe haal je het in je hoofd om hier aandacht aan te besteden, terwijl Gaza in brand staat, zeggen ze dan. Maar de ene pijn sluit de andere niet uit. Mijn vrienden van Joodse komaf hebben ook verdriet. Als ik mijn pijn wil delen, moet ik ook ándere pijn kunnen erkennen. Dát is voor mij burgerschap.

‘Bij herdenkingen zeggen we: nooit meer. Maar ‘nooit meer’ moet voor iedereen gelden. Niet alleen voor Joodse kinderen, maar ook voor islamitische kinderen. En voor mensen van welke seksuele voorkeur dan ook. Dat ga ik straks vertellen.

‘Sommige ouders vinden dat ik te ver ga en vinden die aandacht voor islamofobie, Paarse Vrijdag of racisme maar niks. Dan sturen ze een mail. Wat ik dan antwoord? Heel kort: je hebt voor een school gekozen die staat voor wereldburgerschap.’

Duizenden lopen mee met de Nacht van de Vluchteling

0

In de nacht van zaterdag op zondag zullen achtduizend mensen in meerdere steden deelnemen aan de Nacht van de Vluchteling. Met deze actie vragen ze aandacht voor mensen op de vlucht, die vaak ook te voet en in het donker op weg gaan naar een veilige bestemming.

De zestiende editie van het evenement start zaterdag. Vanuit Rotterdam, Amsterdam, Utrecht, Nijmegen, Tilburg, Groningen en Deventer wordt er gelopen, over kortere afstanden (10 of 20 kilometer), maar ook de lange route van 40 kilometer is populair. Deelnemers aan deze route beginnen in de avond en lopen naar een nabijgelegen stad, waar ze tot 11 uur ’s ochtends de tijd voor hebben.

Er is al 1.388.789 euro opgehaald, schrijft organisator Stichting Vluchteling. Dit jaar gaat het geld naar projecten in Myanmar, Congo, Bangladesh, Niger en Syrië.

De Nacht van de Vluchteling werd voor het eerst georganiseerd in 2010. In dat jaar legden enkele honderden deelnemers een nachtelijke tocht van 40 kilometer af, van Rotterdam naar Den Haag. Sindsdien is het evenement uitgegroeid tot een jaarlijks terugkerende sponsorloop rondom Wereldvluchtelingendag, die op 20 juni valt. 

Imam Azzedine Karrat: ‘Mijn focus ligt op de Nederlandse samenleving’

Op zondag 20 april organiseerden imams een demonstratie in Rotterdam tegen het geweld in Gaza. Vanuit rechtse hoek klonk al snel kritiek. Er zouden mannen met jurken door de stad lopen en dat op de geboortedag van Adolf Hitler. ‘Je kan het als moslim eigenlijk nooit goed doen’, zegt Azzedine Karrat, imam en medeorganisator.

We ontmoeten elkaar in een koffietent niet ver van zijn kantoor in Capelle. Hij is inmiddels gewend met de media te praten, hij schuwt de publiciteit niet. Ook op sociale media laat hij regelmatig van zich horen. ‘Ik geloof niet dat ik als imam alleen voor moet gaan in het gebed. Je bent in zekere zin een onderhandelaar van de gemeenschap. Je bent degene die het gesprek voert met moslims onderling, maar ook met de samenleving in bredere zin.’

Karrat is een typisch voorbeeld van een Nederlandse imam. Geboren in Marokko, opgegroeid in Nederland, waar hij ook zijn opleiding tot imam genoot, aan de Islamitische Universiteit Rotterdam. Hij zit op Instagram, schrijft columns en predikt, de ene week in de Essalam Moskee in Rotterdam-Zuid en de andere week in het Leidsche Rijn Islamitisch Centrum. Zijn preken zijn altijd in het Nederlands en gaan vaak over actuele ontwikkelingen. ‘Je wilt toch dat mensen je boodschap begrijpen?’

Maar eerst over de beruchte demonstratie in Rotterdam. Wat was voor jullie de reden deze te organiseren?

‘Voor mij persoonlijk is het geweld in Gaza iets waarmee ik in slaap val en waar ik mee wakker word. Het eerste wat ik doe als ik wakker word, is kijken of er misschien een lichtpuntje in de situatie is. Het houdt me bezig. Ik uit mijn frustraties, zorgen en verdriet tijdens mijn preken, maar dat is voor mijn gevoel niet genoeg.

‘Ik droeg regelmatig bij aan verschillende demonstraties. Mijn collega’s en ik vonden dat wij ook eens het initiatief moesten nemen. We wilden daarmee onze zorgen laten blijken, maar ook een signaal afgeven dat moskeeën in staat zijn om mensen op straat te krijgen. En dat we dat niet zomaar doen, maar enkel en alleen wanneer het echt noodzakelijk is. Het was de eerste demonstratie namens imams in Nederland.’

En toen kreeg je gelijk de wind van voren.

‘Ja, daar hadden we natuurlijk al rekening mee gehouden. Ik heb laatst ook deelgenomen aan de demonstratie in Den Haag. Daar kwamen veel meer mensen op af. Toch was de reactie op deze demonstratie anders. Het werd georganiseerd door bekende organisaties. Behalve van Geert Wilders was er weinig kritiek.

‘Onze demonstratie werd daarentegen heel anders geframed. Bij ons zou het zijn gegaan om mannen met jurken die van alles en nog wat schreeuwden. Er zijn zelfs Kamervragen over gesteld en er werd een debat over gevoerd in de Tweede Kamer. Bij Vandaag Inside werd gesuggereerd dat we de demonstratie bewust hadden georganiseerd op de geboortedag van Hitler. Ik wist dit niet eens. Maar dit gebeurt wel vaker. Alles wat een moskee of een imam onderneemt, wordt onder een vergrootglas gehouden. Je kan het als moslim eigenlijk nooit goed doen.’

Is de rol van de imam in Nederland aan het veranderen?

‘De rol van de imam is eigenlijk nooit gestopt met veranderen, ook in Nederland niet. In de jaren ’80 en ’90 vervulde de imam een hele andere rol dan nu. Toen was de imam vooral bezig met zijn functie in de moskee. Met mensen die overlijden, kraambezoek of ziekenbezoek.

‘Er zijn imams die zich nog steeds beperken tot deze rol, maar er zijn ook imams die meer politiek georiënteerd zijn geraakt. Het imamschap is de laatste jaren flink uitgedaagd. Onder het mom van veiligheid worden uitspraken van imams regelmatig ter discussie gesteld. Media hebben het over zogenaamde ‘haatimams’. Soms mogen imams niet komen spreken op evenementen, hoewel de rechter hier anders over denkt. Ik ben het ook niet altijd eens met die predikers, maar wat betekent vrijheid van meningsuiting als je iemand belemmert te spreken zodra je het niet met hem eens bent?

‘Je bent als imam ook een onderhandelaar van de gemeenschap’

‘Tegelijkertijd heeft dit ook een positieve ontwikkelingen met zich mee gebracht. Namelijk dat de imam zich bewuster is gaan uitspreken en bewuster is geworden van zijn positie en invloed op de maatschappij.’

Zit je daarom ook op sociale media?

‘Ik heb een Instagram-account. Je merkt dat de gemeenschap tegenwoordig minder lokaal is georganiseerd. De Essalam Moskee in Rotterdam is een hele grote moskee waar elke vrijdag wel 3000 mensen op afkomen. Maar als ik een post op Instagram plaats, bereik ik soms wel 20.000 mensen. Het een hoeft het ander niet uit te sluiten. Op deze manier kom ik ook in contact met mensen uit bijvoorbeeld Utrecht, Amsterdam en Amersfoort.

‘Daarnaast heb ik de Islam Omroep opgericht. Hier willen we onze visie op de wereld delen, niet alleen met moslims maar ook met niet-moslims. Initieel was het idee dat we met deze omroep terechtkwamen in de woonkamer van mensen. Maar zendtijd hebben we helaas niet gekregen. Dit komt vooral door verschillen binnen de moslimgemeenschap. Nu is het een online platform. We hebben nog steeds de ambitie om zendtijd te krijgen, maar de regels blijven veranderen en het publieke stelsel ligt op de schop, dat maakt het niet makkelijk.’

Ben je zelf meer op je woorden gaan letten?

‘Ja, absoluut. Ik heb me moeten ontwikkelen als imam. Ik heb theologie gestudeerd, maar dat maakt je nog geen imam. Ik ging direct na mijn studie werken bij de grootste moskee van Nederland en werd letterlijk in het diepe gegooid. Er werden op dat moment op verschillende plekken aanslagen gepleegd. Toen stond opeens NOS voor de deur. Ik werd uitgenodigd bij talkshows en moest op verschillende plekken spreken. Hier was ik totaal niet op voorbereid.

‘Maar je maakt een bepaalde ontwikkeling mee. Ik ben misschien niet beter op mijn woorden gaan letten, maar ben me bewuster geworden van hoe ik dingen moet uitleggen en wanneer ik dat moet doen. Laatst zei iemand tegen mij: je bent feller geworden. Maar ik ben niet veranderd in hoe ik denk, de tijden zijn veranderd. Ik roep bijvoorbeeld niet op tot dialoog over genocide in Israël. Nee, ik vind dat we meer kunnen doen.’

Iman Azzedine Karrat

Spreek je je ook uit tegen de Marokkaanse overheid, die blijft samenwerken met de Israëlische regering?

‘Ik ben daar heel kritisch over. Deze samenwerking zouden we moreel gezien eigenlijk niet moeten tolereren. Er zijn andere landen die veel moediger optreden tegen Israël, zoals bijvoorbeeld Spanje of Ierland. Het is bovendien niet wat de Marokkanen zelf willen. Maar ik heb er geen invloed op en daarom ben ik er niet mee bezig. Ik ben bezig met Nederland. Mensen zeggen wel eens: je levert wel kritiek op het kabinet, maar niet op andere islamitische landen. Ik vergeet ze niet, maar ik leef daar niet. Mijn focus ligt op de Nederlandse samenleving.’

Je predikt altijd in het Nederlands. Waarom?

‘Voor mij is het eigenlijk heel vanzelfsprekend. Als je met iemand wilt communiceren, dan doe je dat gewoon in een taal die de ander begrijpt. Een preek is een boodschap, het uiteindelijke doel is dat deze boodschap wordt overgenomen. Als je dat in het klassiek Arabisch doet, begrijpt hooguit de helft van de mensen wat je zegt, ongeacht de nationaliteit van de moskeeganger.

‘Een preek is een boodschap, het uiteindelijke doel is dat deze boodschap wordt overgenomen’

‘Ik denk dat alle moskeeën dat zouden willen doen. Het probleem is alleen dat niet iedereen die theologisch is opgeleid ook in Nederland is opgeleid of opgegroeid. Hierdoor beheersen ze de taal onvoldoende. Dat is jammer en dat verwijt ik de moskeeën wel. Je moet hierin investeren. Maar het is ook de persoonlijke verantwoordelijkheid van de imams. Je kunt als imam bijvoorbeeld een tweejarige cursus doen. Je kunt er iets aan doen.’

Een Nederlandse imamopleiding zou een oplossing kunnen zijn. Toch lukt het maar niet deze neer te zetten. Hoe komt dit?

‘Het huidige plan zal nooit werken, om de simpele reden dat het vanuit de overheid wordt geïnitieerd. De overheid heeft een bepaald idee van wat een imam zou moeten zijn, maar dat komt totaal niet overeen met de werkelijkheid. Een imam word je niet door een vierjarige opleiding theologie. Het is ook een relationeel proces dat je doormaakt. Je moet een gemeenschap hebben die jou vertrouwt. Je moet een band creëren met je omgeving. En daar moet je al aan werken tijdens je opleiding.

‘De overheid heeft een nogal seculiere benadering van de imam. Bovendien wordt de imamopleiding als een oplossing voor een probleem gepresenteerd. Moslims moeten onder controle worden gehouden. Het wordt niet eens vanuit het ministerie van Onderwijs geïnitieerd, maar vanuit het ministerie van Sociale Zaken. Maar dat is niet wat een imam doet. Een imam is er juist om zijn gemeenschap te beschermen.’

Ministerie wist verzamelde gegevens over moslims pas volgend jaar

0

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid begint pas op 1 januari 2026 met het wissen van onrechtmatig verzamelde gegevens over moslims. Dat blijkt uit een Kamerbrief van staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie).

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) had eerder aangedrongen op snellere verwijdering van deze data. Het ministerie zegt echter tijd nodig te hebben om te reageren op informatieverzoeken van betrokkenen, zo meldt ANP.

Tussen 2016 en 2019 liet het ministerie heimelijk onderzoek uitvoeren naar moslims in Nederland. Daarbij werden, in strijd met de privacywetgeving, persoonsgegevens verzameld. De AP gaf het kabinet twee maanden geleden het dringende advies om de gegevens van betrokkenen binnen twee maanden te vernietigen.

Nu stelt het ministerie dat het pas per 1 januari kan beginnen. Dit vanwege praktische redenen – zoals de afhandeling van informatieverzoeken van betrokkenen. Ruim 300 mensen hebben het ministerie gevraagd of ook hun gegevens zijn verwerkt. Bij ongeveer 10 procent van de afgehandelde verzoeken bleek dat dit inderdaad het geval was.

Voor veel belangenorganisaties roept de gang van zaken vragen op over transparantie, discriminatie en het gebruik van overheidsmacht. Dat het specifiek ging om gegevens over moslims, zonder duidelijke aanleiding of juridische grondslag, maakt de kwestie volgens critici extra zorgelijk.

Sabah el Fizazi: Egypte stuurde deelnemers aan de Gazamars terug, we waren niet welkom

0

Voor de Kanttekening zou journaliste en activiste Sabah el Fizazi een verhaal maken over de mars naar Gaza. Meer dan honderd activisten uit Nederland zouden naar Egypte reizen, om vanuit daaruit naar Gaza te wandelen, om zo aandacht te vragen voor de genocide. In totaal ging het om zo’n 2500 activisten.

Egypte heeft de activisten allemaal teruggestuurd naar Nederland en andere landen, na een oproep van Israël. De meeste activisten zijn het vliegveld van Caïro helemaal niet afgekomen. Degenen die eerder naar Caïro waren gevlogen zijn door de Egyptische autoriteiten opgepakt en ook op een terugvlucht gezet. Demonstraties of publieke steun voor Palestijnen zijn in Egypte verboden.

Hieronder het verslag van Sabah el Fizazi.

11 juni 19.00 uur

Vanuit het vliegtuig richting Istanbul

Na  twee weken intensief communiceren middels Signal, Telegram en WhatsApp is de Nederlandse delegatie die deelneemt aan The March To Gaza vandaag door familie, vrienden, marechaussee en pers ontvangen op Schiphol.

De woordvoerder van de groep vertelt dat 106 Nederlanders de komende dagen in Caïro verzamelen, om aan te sluiten bij een wereldwijde vredesmars. Het doel is zorgen dat er aandacht komt voor de genocide in de Gazastrook en de stagnerende humanitaire hulp.

Na een overstap op Istanbul Sabiha Airport vertrekken naar verwachting meer dan 2000 mensen uit 32 landen, vrijdagochtend 13 juni (06.00 uur), vanuit Caïro met de bus naar Arish. Vervolgens wordt vanuit Arish een 50 km lange tocht naar Rafah (de grens met Gaza) gemaakt.

Sabah vlak voor haar vertrek naar het vliegveld

De route gaat via de Sinaï woestijn, waar het Egyptische leger zeggenschap over heeft. Ministerie van Buitenlandse Zaken bestempelt het gebied als ‘code rood.’ Het is nog maar de vraag of de deelnemers überhaupt toestemming krijgen om het gebied te  passeren. De tocht zelf gaat over zeer stoffig gebied (logisch het is een woestijn) met kans om onderweg slangen en schorpioenen tegen te komen. Daarnaast staan voetgangers laag op de hiërarchische piramide van verkeersdeelnemers. De geasfalteerde weg wordt voornamelijk door vrachtwagens en legervoertuigen gebruikt. De deelnemers zullen via een onverharde weg de tocht afleggen. Het leven zal gedurende deze dagen spartaans zijn; er is nauwelijks ruimte voor persoonlijke hygiëne en slapen gebeurd in eenvoudige tenten die met minimaal tien personen gedeeld worden. Alle deelnemers dragen de kosten zelf en kunnen door de code rood geen verzekering afsluiten. Voor water en eten is de groep geheel afhankelijk van lokale Egyptische vrijwilligersorganisaties. Ondanks deze obstakels is de groep niet  te stoppen. Het leed dat al jaren plaatsvindt in Gaza en sinds 7 oktober 2023 is geïntensiveerd is de bindende factor en de voortduwende kracht.

11 juni 23:34

Vanuit het vliegtuig richting Caïro

De Nederlandse delegatie is een mix van verschillende generaties, kleur en religie. Sinds de afgelopen weken zijn er binnen de groep banden gevormd, groepjes gecreëerd en vriendschappen gesloten. Er wordt afwisselend Nederlands, Engels en Arabisch gesproken.

We landen op tijd in Istanbul en de overstap verloopt vlekkeloos. De deelnemers van de mars zijn te herkennen aan de backpack en slaapzak. Om lastigheden met de Egyptische douane te voorkomen zijn alle Palestijnse sjaals, symbolen van de watermeloenen en alle tekenen die duiden op een standpunt over de Palestijnse zaak weggeborgen.

Dan bereikt de woordvoerder het nieuws dat het Arabische konvooi de grens met Egypte heeft bereikt en dit heeft de staat van alertheid op de luchthaven vergroot. In een korte vergadering wordt een plan getrokken. Er worden paren gemaakt van deelnemers met een Nederlands uiterlijk met een deelnemer met Arabisch uiterlijk. Ikzelf word gekoppeld aan Seppe en samen met hem moet ik zo de Egyptische  douane trotseren.

Stiekem wil ik protesteren. Het lijkt me veel meer vragen oproepen als een Arabisch meisje met een witte Nederlandse jongeman Egypte binnen wil komen. Maar vanwege het groepsgevoel zwijg ik.

Beeld: Sabah el Fizazi

Vanaf 02.10 wachten we op toegang tot Egypte

Een lange tijd is er constant gezegd dat we op onze paspoorten moeten wachten. Op een gegeven moment kwam er politie in burgerkleding alle Europeanen uit de rij halen. Voor we het wisten moesten we op de grond en is de groep  omringd door politie met stokken. Vooral Fransen, Nederlanders en enkele Belgen.

Ik zit toevallig in een hoek, ver van de groep vandaan en probeer een foto te maken. Maar het mag niet en kans dat mijn telefoon afgepakt wordt is aanwezig. Enkele van de groep zijn wel toegelaten. Die bellen de ambassade.

De groep vraagt om water en gebruik van de wc. Dat wordt nu sporadisch toegestaan.

Enkelen zijn gestart met bidden.

Ik tel ongeveer 100 mensen.

En iets van 15 agenten met stokken.

‘Egypt doesn’t welcome you’, wordt nu gezegd.

Ook nog Engelsen en Colombianen. Er wordt nu al gezegd dat de komende dagen alle vliegtuigen teruggestuurd worden.

Egypte laat geen vliegtuig meer binnen zolang de mars gepland is.

Iedereen zit nu op vlucht naar huis.

Beeld: Sabah el Fizazi

Laatste nieuws, 12 juni 07:07

De mensen die het land toch in waren gelaten, worden uit hostels en hotels geplukt en alsnog naar de airport vervoerd, terug naar huis.

Ik had dit al gehoord, maar had geen bewijs. Nu heeft een Frans meisje, dat in een hostel zat en eruit is gehaald, het net bevestigd.