14.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 9

‘Verlaag, net als in Engeland, de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar’

0

Verlaag de kiesgerechtigde leeftijd, vindt Philip Veerman, want dat biedt de kans om jongeren op school en daarbuiten meer te leren over democratie.

Op 17 juli kondigde de Britse regering voorstellen aan om de Britse democratie te moderniseren. Eén van die voorstellen was dat 16- en 17-jarigen in Engeland en Noord-Ierland kunnen gaan stemmen. Dat konden leeftijdgenoten in Schotland en Wales al voor hun Schotse parlement en het parlement van Wales. In Schotland en Wales kunnen deze jongeren nu ook gaan stemmen voor het Britse parlement. Jan Eichhorn, die sociaal beleid doceert aan de Universiteit van Edinburgh, noemde (in The Guardian) het aantal jongeren van 16 en 17 jaar dat in 2014 ging stemmen in Schotland een succes. Het aantal 16- en 17-jarigen was toen zelfs hoger dan het aantal 18- tot 24-jarigen.

De Duitse schrijver Heinrich Heine merkte ooit op: ‘Als de wereld vergaat, dan ga ik naar Nederland, want daar gebeurt alles 50 jaar later.’ Mijns inziens hoeven wij niet zo lang te wachten met het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd. Gegevens uit Schotland, Oostenrijk en Malta stemmen optimistisch. Het debat over het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd in Nederland is te karakteriseren als ‘erg voorzichtig’.

Het Nederlandse debat samengevat

In 2018 kwam de Staatscommissie parlementair stelsel met een rapport. Deze Staatscommissie (onder leiding van oud-minister Johan Remkes) maakte zich veel zorgen dat sommige groepen burgers zich niet goed vertegenwoordigd voelden ‘en dat in bepaalde opzichten ook niet zijn’. De Commissie-Remkes was echter vooralsnog geen voorstander van de verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar. Wel werd aangedrongen op het ‘verbeteren van democratische kennis en vaardigheden in het onderwijs en daarbuiten’. In 2019 kwam het adviesrapport Jong geleerd, oud gedaan van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). De Raad concludeerde dat ‘de betrokkenheid van jongeren verhoogd kan worden door de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen’. De ROB adviseerde de kiesgerechtigde leeftijd uit de Grondwet te schrappen en de Kieswet aan te passen, ‘zodat experimenten met verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd van 18 naar 16 jaar mogelijk worden’.

Een ander rapport (Bondgenoten in de democratie), dat de Number 5 Foundation van prinses Laurentien in 2021 publiceerde, was weer aan de voorzichtige kant. Het bleef vooral bij formuleringen als: ‘Bestuurders kunnen de dialoog met jongeren versterken door zich te verdiepen in initiatieven van jongeren en door kennis over jongerenparticipatie te benutten.’ Wel werd er voor wat actiepunten gepleit, maar verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd was daar niet bij.

Er vonden intussen wel een paar experimenten plaats, zoals in Amsterdam en Rotterdam, waar in 2022 jongeren konden stemmen voor stadsdeelcommissies. Het lijkt net alsof de Nederlandse politici zich niet willen branden aan koud water. Dat is jammer, want het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd kan een uitgelezen kans zijn om dat te combineren met meer burgerschapsonderwijs. Maar als dit soort onderwijs pas begint op 16 jaar, missen wij ook de boot. Naar elkaar leren luisteren en je mening leren uiten is iets dat al op jonge leeftijd dient te beginnen. Daar hamert collega Willemijn Dupuis (van Kinderrechten NU) terecht steeds op. Kortom: maak van de verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd een aanleiding om democratische waarden meer en beter te onderwijzen. De democratie wordt er sterker van.

Leren van andere Europese landen

Mw. Atis-Andreia Comanita, die op het kantoor van de Kinderombudsman in Wenen werkt, schreef mij over de Oostenrijkse ervaring. Daar werd in 2007 de kiesgerechtigde leeftijd verlaagd naar 16. Het plan om dat gedegen voor te bereiden (en burgerschapsvorming op te schroeven) ging de mist in, omdat de verkiezingen, gepland voor 2010, werden vervroegd naar 2008. Een eerste onderzoek (Voting at 16: Young People and Politics in Austria), uitgevoerd door Flooh Perlot en Martina Zandonella, toonde aan dat de Oostenrijkse jongeren die gingen stemmen even grote politieke belangstelling hadden als de andere kiezers.

Maar uitdagingen blijven. De groep jongeren die niet op school zat en al aan het werk was, liet minder kennis zien van politiek en had meer belangstelling voor anti-vreemdelingenretoriek. Christoph Hofinger zag een andere trend: jongeren zijn aangetrokken tot oppositiepartijen. Genoeg stof om mee te nemen in de discussie in Nederland, als we die aandurven.

Netanyahu ‘erkent’ de Armeense Genocide

0

In een live-podcast heeft de Israëlische premier Binjamin Netanyahu de Armeense Genocide uit de Eerste Wereldoorlog erkend. De Israëliër die zelf van genocide wordt beschuldigd op de Palestijnen, zet hiermee de al broze relatie met Turkije op het spel, zo bericht de Turks-Armeense krant Agos.

‘De Knesset heeft onder uw leiding toch nooit de Armeense Genocide erkend?’, vraagt de Armeens-Amerikaanse en rechtse podcastmaker Patrick Bet-David aan de Israëlische premier Netanyahu. Bet-David heeft een goed beluisterde podcast en 1,3 miljoen volgers op X. De fel bekritiseerde premier opent zijn armen en zegt glimlachend en laconiek, ‘Dat heb ik net gedaan, alstublieft’.

Middle East Eye meldt echter dat de Israëlische regering dat niet heeft gedaan. Evenmin heeft het Israëlische parlement, de Knesset, een motie daarover aangenomen.

De dankbaarheid onder Bet-David is er niet minder om. ‘Dank, dat u dat voor mij heeft gedaan als Armeniër. En ik denk dat vele Armeniërs, Assyriërs en Grieken u daarvoor zullen bedanken’, reageert hij met grote ogen op de live soloactie van Netanyahu.

Uit Turkije, waar de regering en de gelijkgeschakelde pers Israël dagelijks van genocide betichten, kwam niet onverwacht meteen een veroordeling. ‘Dit is een poging om pijnlijke gebeurtenissen uit het verleden voor politieke doeleinden te misbruiken’, staat in een verklaring vanuit het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken. De Israëlische minister-president zou hiermee zijn eigen rol in de Palestijnse genocide willen verdoezelen.

De partijwoordvoerder van de islamistische regeringspartij AKP Ömer Çelik voegde daaraan toe dat de uitspraken van Netanyahu niet overeenkomen met ‘historische en juridische waarheden’. ‘Iemand die zelf wordt beschuldigd van genocide kan alleen maar leugens verspreiden’, aldus Çelik. De Armeense Genocide is volgens hem een leugen, de genocide op de Palestijnen niet.

‘De Knesset heeft geen formele resolutie aangenomen waarin de Armeense genocide wordt erkend’

Kritische Armeniërs zijn evenmin te spreken over de actie van Netanyahu, zij het om gans andere redenen. Zij zien zijn erkenning van de Armeense Genocide als een ‘witwasoperatie’, om de genocide in Gaza wit te wassen. ‘Als een volk dat heeft geleden onder genocide weten Armeniërs heel goed wat Israël nu doet in Gaza’, zei Vartan Estukyan, redacteur bij het Armeens-Turkse weekblad Agos vorig jaar nog tegen de Kanttekening.

Anderen brengen ook de Israëlische bewapening van Azerbaijan in herinnering. Twee jaar terug heroverde het Azerbeidzjaanse leger de Armeense enclave Nagorno-Karabakh. De exodus van meer dan 100.000 Armeniërs uit het gebied zien ze als een etnische zuivering.

‘Dat heb ik net gedaan. Alsjeblieft’, is geen officiële erkenning’, reageert de Armeense journalist Kegham Balian. ‘Het is een cadeautje, en Patrick Bet-David heeft het gretig aangenomen in plaats van aan te dringen op een daadwerkelijke verklaring. Bovendien liegt Netanyahu: de Knesset heeft geen formele resolutie aangenomen waarin de Armeense genocide wordt erkend.’

Pijnlijke hypocrisie

Niettemin legt de erkenning van Netanyahu een pijnlijke hypocrisie aan de Turkse kant bloot. In de Turkse media wordt dag in dag uit Israël bekritiseerd, maar een eeuw na dato zijn de Turkse staat en samenleving nog steeds niet bereid om de eigen geschiedenis kritisch onder ogen te zien.

Vorig jaar bezochten de Armeens-Nederlandse broers Chris en Max de Ploeg het land van hun grootouders. Ze hekelden daarbij de actieve ontkenning in Turkije.

‘De geschiedenis bespreken zoals wij nu doen, dat kan daar niet’

‘Dat is best heftig, want je voelt je daardoor constant onveilig, ondanks alle Armeense schooltjes in Istanbul’, zeiden ze toen tegen de Kanttekening. ‘De geschiedenis bespreken zoals wij nu doen, dat kan daar niet. Toen we de oude school van mijn moeder bezochten, zagen we in elk klaslokaal een portret van Atatürk hangen. Dat is verplicht, vertelden ze dan. Pijnlijk. Atatürk was weliswaar niet direct betrokken bij de Armeense genocide – hij vocht toen aan het front, net als mijn overgrootvader – maar hij was wel lid van de Jonge Turken die de genocide uitvoerden. Hij nam daarna genocideplegers op in zijn regering en zorgde ervoor dat Armeense vluchtelingen nooit konden terugkeren’, aldus Chris de Ploeg.

In Nederland vinden er af en toe dialoogsessies plaats tussen Armeniërs en Turken, maar dat lijkt een druppel op een groeiende plaat.

De vermoorde Armeense journalist Hrant Dink was een belangrijke voorvechter van de erkenning van de Armeense Genocide. Een strijd die hij in 2007 met zijn leven heeft moeten bekopen…

Keijzer: PVV-voorstel om statushouders geen voorrang te geven bij huurwoningen in strijd met Grondwet

0

Minister Mona Keijzer (BBB) zet vraagtekens bij het PVV-verbod op urgentieverklaringen voor statushouders: volgens haar is het voorstel juridisch onhoudbaar en in strijd met de Grondwet en mensenrechtenverdragen.

Demissionair minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Mona Keijzer heeft het PVV-amendement getorpedeerd dat gemeenten verbiedt om sociale huurwoningen met voorrang toe te wijzen aan niet-Nederlanders met een verblijfsvergunning. Volgens de minister is het voorstel in strijd met de Nederlandse Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, aldus de Volkskrant.

Begin juli nam de Tweede Kamer een amendement van PVV-parlementariër Jeremy Mooiman aan, waarin gesteld wordt dat gemeenten en woningcorporaties nooit en te nimmer een urgentieverklaring mogen toekennen aan niet-Nederlanders die een verblijfsvergunning hebben. Dat dit controversiële amendement een meerderheid achter zich kreeg kwam door de afwezigheid van enkele linkse Kamerleden, die Keti Koti vierden en dus niet bij de stemming aanwezig konden zijn.

Mona Keijzer waarschuwde vooraf al dat het PVV-amendement neerkomt op discriminatie op basis van nationaliteit, wat verboden is volgens artikel 1 van de Grondwet. Toch stemden partijen als PVV, VVD, BBB, FvD, SGP en JA21 vóór.

In het hoofdlijnenakkoord had het toen nog missionaire kabinet-Schoof geschreven dat ze een wettelijk verbod zouden uitvaardigen op het met voorrang toewijzen van woningen aan statushouders, louter en alleen vanwege het feit dat zij statushouder zijn. De Nederlandse Grondwet verbiedt dit niet, want deze maatregel komt slechts neer op het schrappen van een voorkeurspositie voor statushouders. Toch is ook dit plan niet onomstreden. Gemeenten en woningcorporaties hebben grote bezwaren hiertegen, omdat zij wettelijk verplicht zijn jaarlijks een minimum aantal statushouders te huisvesten. Zonder urgentieverklaring lukt dat nauwelijks.

Keijzer benadrukte dat gemeenten bepaalde groepen mensen soms voorrang kunnen verlenen bij het toewijzen van een sociale huurwoning. Vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld bijvoorbeeld, of minder valide mensen die een speciale woning nodig hebben. Deze mensen hebben ook een urgentieverklaring nodig. Omdat de Nederlandse Grondwet in artikel 1 discriminatie op nationaliteit verbiedt moeten statushouders in zulke omstandigheden ook een urgentieverklaring krijgen, aldus de minister.

Ze schrijft dat het wetsvoorstel zoals het er nu ligt dankzij het PVV-amendement juridisch niet overeind kan blijven. Keijzer wil daarom volgende maand met de Tweede Kamer overleggen hoe het wetsvoorstel alsnog gerepareerd kan worden. Een optie die Keijzer noemt is het bij koninklijk besluit uitstellen van het gewraakte amendement. De verwachting is dat als de wet in deze vorm na de Eerste Kamer gaat deze sowieso gaat sneuvelen.

Raad van State: minister mag in schrijnende gevallen wel asiel verlenen

0

De minister van Asiel en Migratie kan wel degelijk de hand over het hart strijken voor afgewezen asielzoekers. De veronderstelling dat deze bevoegdheid niet meer bestaat, is onjuist, oordeelt de Raad van State.

De hoogste bestuursrechter kwam gisteren tot deze uitspraak in een zaak van een Iraakse man, wiens asielaanvraag was afgewezen. Hij deed een beroep op de mogelijkheid van de minister om in te springen in schrijnende gevallen.

De vraag of een minister een uitzondering kan maken voor schrijnende gevallen werd vorige zomer een publieke discussie. Aanleiding was de zaak van de Nederlands-Armeense jongen Mikael, die op dat moment twaalf jaar oud was. Hij woonde al heel zijn leven in Nederland en was nooit in Armenië geweest. Toch moest hij van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) ’terug’ naar zijn moederland. Zijn advocaat deed een beroep op het geweten van minister Faber, maar zij wees dat van de hand. Volgens haar had ze niet de bevoegdheid om een uitzondering af te dwingen.

De Raad van State concludeert nu in een nieuwe zaak dat dit niet het geval is. Er is in 2019 inderdaad een politiek besluit geweest dat erop gericht was om deze bevoegdheid in te perken. Daarmee werd het Vreemdelingenbesluit aangepast, maar niet de Vreemdelingenwet. Deze staat boven het Vreemdelingenbesluit, en daarmee is de minister nog steeds bevoegd om over schrijnende gevallen een beslissing te nemen, als hij of zij hierom wordt gevraagd. Hiervoor is wel een nieuwe aanvraag nodig.

Of dit nu betekent dat schrijnende gevallen deze uitzondering zullen krijgen, hangt af van de minister. De Iraakse man zal in ieder geval een nieuwe aanvraag indienen. Mikael kreeg in april dit jaar opnieuw van de IND te horen dat zijn aanvraag werd afgewezen. De advocaat zei toen naar andere manieren te zullen kijken.

Soedan: kinderen in levensgevaar in door rebellen belegerde stad

0

Na ruim 500 dagen belegering verkeert de Soedanese stad El Fasher in Noord-Darfur in een humanitaire crisis. Vooral kinderen zijn hiervan het slachtoffer. Volgens UNICEF, de kinderrechtenorganisatie van de Verenigde Naties, sterven er dagelijks kinderen als gevolg van ondervoeding, ziekte en geweld.

‘We zijn getuige van een verwoestende tragedie – kinderen in El Fasher verhongeren terwijl UNICEF’s levensreddende voedingshulp wordt geblokkeerd’,  zegt Catherine Russell, directeur van UNICEF.

Zo’n 260.000 burgers, waaronder 130.000 kinderen, zitten vast in het grootste kamp voor ontheemden in de regio. Sinds mei 2024 wordt El Fasher belegerd door de Rapid Support Forces (RSF). De Arabische rebellengroep heeft alle toevoer van hulpgoederen naar de stad afgewezen. El Fasher is het laatste stedelijke gebied dat nog onder controle staat van de militaire regering.

De situatie is schrijnend: bij een recente aanval op het Abu Shouk-kamp kwamen zeven kinderen om. Sinds het begin van de belegering zijn meer dan 1.100 ernstige schendingen van kinderrechten vastgesteld, waaronder de dood of verminking van ruim 1.000 kinderen. Minstens 23 kinderen zijn slachtoffer geworden van verkrachting of seksueel geweld. Ook zijn kinderen ontvoerd, ingezet of gerekruteerd door gewapende groepen.

Gezondheids- en onderwijsinstellingen zijn eveneens doelwit van de rebellenbeweging: 35 ziekenhuizen en zes scholen zijn getroffen. Door het gebrek aan medische voorraden kunnen zo’n 6.000 kinderen met ernstige acute ondervoeding niet worden behandeld. In één week stierven daardoor minstens 63 mensen, voornamelijk vrouwen en kinderen.

De belegering valt samen met de ernstigste cholera-uitbraak in decennia, met meer dan 2.400 doden sinds juli 2024. Kinderen in overvolle kampen zijn extra kwetsbaar.

‘Het blokkeren van humanitaire hulp is een ernstige schending van kinderrechten’, waarschuwt UNICEF-direcreur Russell. De VN-kinderrechtenorganisatie roept op tot onmiddellijke en onbelemmerde toegang tot El Fasher.

Hoe de Amerikaanse democratie langzaam afbrokkelt

0

Critici van dictaturen vragen zich vaak af: hoe heeft het ooit zover kunnen komen? Neem bijvoorbeeld Rusland, dat ooit is afgegleden naar een dictatuur. Je vraagt je dan af: hoe heeft dat kunnen gebeuren? Waarom heeft de bevolking niet massaal geprotesteerd? Waar was het verzet? Hoe kon dit zo gemakkelijk gebeuren? Hoe kan een land zo snel en eenvoudig van democratie naar dictatuur afglijden?

Wanneer je hierover nadenkt, lijkt het alsof er in de geschiedenis van een land dat afglijdt naar een dictatuur ergens een cruciaal punt is. Een moment van omkeer waarop men had kunnen ingrijpen om de boel te herstellen. Het probleem met die gedachte is echter: dat punt bestaat vaak niet. Autoritarisme komt meestal sluipenderwijs. Het gedijt bij normen die geleidelijk afbrokkelen, bij een bevolking die steeds meer accepteert van haar leiders, en bij een autocraat die telkens een stap verdergaat. En dat is precies wat we op dit moment in de door Trump geleide Verenigde Staten voor onze ogen zien gebeuren.

Het autoritarisme sluipt langzaam Amerika binnen. Van een Hooggerechtshof dat de macht van het presidentschap enorm heeft vergroot (The Guardian), tot media die door Trump beperkingen krijgen opgelegd waardoor werken vrijwel onmogelijk wordt (CNN). Van het uithollen van ongeschreven democratische normen, zoals het willen houden van een census buiten de afgesproken tien jaar om zo de eigen electorale positie te versterken (NPR), tot het herindelen van kiesdistricten om verkiezingen te winnen (AD). Van het ontslaan van het hoofd van een statistiekbureau dat onwelgevallige cijfers over de banengroei publiceerde (BBC), tot het zuiveren van Democraten uit instituties (NBC). Van het ontslag van een bestuurder van de onafhankelijke centrale bank (New Yorker), tot het naar zijn hand proberen te zetten van het kiessysteem (NYTimes). Van het ontslaan van een topmilitair na een voor Trump ongunstig rapport (Reuters), tot het inzetten van militairen in democratische bolwerken (Washington Post). En van het willekeurig oppakken en deporteren van immigranten (CNN), tot het intimideren van politieke tegenstanders met behulp van de FBI (Volkskrant).

Stap voor stap breidt Trump zijn macht uit

De voorbeelden zijn talrijk. Individueel lijken het incidenten, maar samen vormen ze een patroon. Stap voor stap breidt Trump zijn macht uit, schendt hij de normen van de liberale democratie, ondermijnt hij rechten, intimideert hij tegenstanders en gebruikt hij het overheidsapparaat om zijn greep op de VS te vergroten. Dit alles terwijl veel van zijn aanhangers hem blijven toejuichen, tegenstanders weliswaar protesteren maar het dagelijks leven doorgaat, en veel prominenten in de VS zwijgen uit angst voor repercussies tegen henzelf of hun familie.

Een land dat van democratie afglijdt naar autocratie verandert niet van de ene op de andere dag. Het gif van de autocratie werkt langzaam. En dat is wat we nu in de VS zien gebeuren: de oudste moderne democratie ter wereld lijkt met de dag autocratischer te worden. En wij staan erbij en kijken ernaar. Zelfs protesteren op sociale media in Nederland kan al een risico opleveren als je ooit nog naar de VS wilt reizen. Het is daarom niet vreemd dat velen in de VS bang zijn, en dat er inmiddels zelfs Amerikanen als vluchteling in Nederland bescherming zoeken (NRC).

Maar met angst alleen red je de democratie niet. Dat kan alleen door je uit te spreken, te protesteren, je te verzetten en op te staan tegen het autoritarisme. Wie ook maar iets geeft om de Amerikaanse democratie — of ze nu Democratisch of Republikeins stemmen — zou nu massaal de straat op moeten gaan en vechten voor het behoud van de democratie en tegen het autoritarisme van Trump. Zoals de gouverneur van Californië, Gavin Newsom (AD), of zelfs de animatieserie South Park (The Guardian) nu doen: door te laten zien dat je niet bang bent voor Trump, en hem in plaats daarvan te ridiculiseren en zijn autoritarisme belachelijk te maken.

Een andere optie is er niet, wil je de Amerikaanse democratie redden van Trump en de zijnen.

Jonge moslims voeren moeizaam gesprek met VVD-bewindslieden over moslimhaat

0

Demissionair premier Schoof  en een aantal ministers hebben gister een groep jonge moslims ontvangen die zich zorgen maken over de groeiende moslimhaat in Nederland.

In gesprek met Trouw noemt een van de jongeren de ontmoeting ‘bizar’ en wijst erop dat zij aan tafel zaten met een kabinet dat volgens haar moslimhaat aanwakkert en islamofobe uitspraken doet.

Opmerkelijk was ook dat juist politici met eerdere moslimkritische uitspraken, onder wie VVD-staatssecretaris Jurgen Nobel (‘islamitische jongeren onderschrijven voor een groot deel onze Nederlandse normen en waarden niet’), het gesprek aangingen met de jonge moslims.

Het was ook nog eens een gesprek met uitsluitend VVD-bewindslieden, die dat in eerste instantie niet eens wilden, maar uiteindelijk toch deden, omdat er na het vertrek van NSC bijna niets meer over is van het demissionaire kabinet.

Aan de moslimkant zaten het Collectief Jonge Moslims (CJM), de Moslimstudenten Associatie Nederland, maar ook moslims tussen de 22 en 30 jaar op eigen titel. Zij ervaarden ook tijdens dit gesprek onbegrip over hun klachten.

‘Ze somden vooral op wat ze al doen, en daar bleef het bij’, aldus Amina Hassan Sheikh Ali van CJM in Trouw.

Er werden wel een paar afspraken gemaakt. Zo komt er om de zes maanden een overleg. Dat lijkt op het door kabinet-Rutte I (met gedoogsteun van de PVV) afgeschafte Landelijk Overleg Minderheden (LOM). En het ministerie van Binnenlandse Zaken zou de maatregelen tegen moslimdiscriminatie moeten coördineren.

Ophef om Amerikaanse gezant die Libanese journalisten oproept zich ‘beschaafd te gedragen’

0

In Libanon is ophef ontstaan na een uit de hand gelopen persconferentie van de Amerikaanse topdiplomaat Tom Barrack. In een onrustige zaal spoorde hij Libanese journalisten aan zich ‘beschaafd te gedragen’. ‘Zodra het chaotisch en dierlijk wordt, zijn wij hier weg’, zei hij geïrriteerd. Zo meldt de Arabische zender Al Jazeera.

Barrack, de Amerikaanse ambassadeur in Turkije en ook speciaal gezant voor Syrië, had toen net een ontmoeting met de Libanese president Joseph Aoun achter de rug, waarin plannen voor de ontwapening van Hezbollah werden besproken.

In een video is te zien dat de Amerikaanse ambassadeur zichtbaar geïrriteerd is. Hij loopt naar het midden van de zaal en roept de aanwezigen tot orde. ‘We gaan hier een andere aanpak hebben, kunnen jullie alstublieft stil zijn voor een moment’, probeert hij, om vervolgens te zeggen: ‘Op het moment dat het chaotisch en dierlijk begint te worden, zijn wij weg. Gedraag je geciviliseerd, aardig en tolerant, want dat is het probleem in deze regio’, aldus Barrack.

De rest is geschiedenis. In vrijwel heel Libanon werd met afschuw gereageerd op de diplomaat die zich niet zo diplomatiek uitsprak. Velen beschuldigen hem van een arrogante en koloniale mentaliteit. Ook de woordvoerder van de Libanese president betreurt de woorden van de Amerikaanse gezant.

Arabische journalistenverenigingen willen Barrack boycotten totdat hij formeel zijn excuses heeft aangeboden.

Oxfam-poster over minister Veldkamp stuit op kritiek van EW-hoofdredacteur

0

Een poster van Oxfam Novib over minister Veldkamp en de genocide in Gaza leidt tot felle kritiek van EW-hoofdredacteur Hella Hueck. Ze noemt de campagne ‘extremistisch’ en waarschuwt voor het gevaar van polariserende beeldtaal.

Bij zijn aftreden beklaagde Veldkamp zich al over ‘unfaire kritiek’ uit het parlement en van organisaties “die posters ophangen alsof ik geen geweten heb”, schrijft Trouw.

Hueck uitte op LinkedIn stevige kritiek op Oxfam Novib en directeur Michiel Servaes. Aanleiding is een poster van de ngo waarop voormalig minister Caspar Veldkamp (NSC) wordt afgebeeld met de tekst: ‘Waar is uw geweten?’ Volgens de EW-hoofdredacteur suggereert de poster dat de ex-minister geen geweten heeft, een insinuatie die ze typeert als ‘onmenselijk’ en ‘extremistisch’.

‘Als iemand geen geweten heeft, is dat dan nog wel een mens?’ vraagt Hueck zich af. ‘En als iemand geen mens is, dan…?’ Ze noemt de campagne ‘doodeng’ en stelt dat Oxfam Novib hiermee een morele grens overschrijdt. ‘Het doel heiligt hier blijkbaar alle middelen — dat neigt naar massahysterie.’

Hueck benadrukt dat een ngo als Oxfam Novib een voorbeeldfunctie heeft in het publieke debat. ‘Woorden zijn wapens, en een ngo zou dat als geen ander moeten beseffen. Dit soort persoonlijke aanvallen op ambtsdragers horen niet thuis in een volwassen democratie.’

Ze vraagt zich af waar de organisatie de grens trekt: ‘Waar ligt voor Oxfam Novib de lijn? Dit soort beeldtaal past niet bij een respectabele ngo met een belangrijke stem in ons publieke debat.’

Michiel Servaes, directeur van Oxfam Novib, reageert geprikkeld op de kritiek van Hueck. ‘Extremisme, massahysterie en wapens — omdat je een bewindspersoon aanspreekt op zijn verantwoordelijkheid, toe maar…’, schrijft hij in een reactie.

‘Ik sta altijd open voor feedback en kritiek, maar u doet hier allerlei insinuerende aannames om van niets iets te maken. Over zorgvuldigheid gesproken.’ Servaes verwijt Hueck dat haar framing de aandacht afleidt van waar het volgens hem écht over zou moeten gaan: ‘Zoals uw vijf collega-journalisten die vanochtend in Gaza zijn vermoord.’

Hij benadrukt dat de begeleidende tekst bij de poster inhoudelijk was en niets onoorbaars bevatte. ‘Puur inhoudelijk’, aldus Servaes, ‘en volledig gericht op het aan de kaak stellen van politieke verantwoordelijkheid.’

Oud-diplomaat Berber van der Woude, nu betrokken bij The Rights Forum, verdedigt de poster van Oxfam Novib als een gerechtvaardigde oproep tot morele reflectie. ‘Het is geen ontmenselijking, maar een legitieme vraag aan een bewindspersoon die medeverantwoordelijk is voor beleid met dodelijke gevolgen.’ Ze waarschuwt dat het problematiseren van scherpe kritiek op machthebbers leidt tot het normaliseren van straffeloosheid: ‘Als we verontwaardigd zijn over een poster, maar niet over het lijden in Gaza, dan zijn we moreel de weg kwijt.’

Bestsellerauteur Maria Genova: ‘Nederland barst van de vooroordelen’

0

In Nieuwe Pioniers spreekt de Kanttekening migranten met een eigen onderneming. Deze keer de 52-jarige Maria Genova, bestsellerauteur van boeken over vrouwenhandel en cybercrime. Begin jaren negentig kwam ze uit Bulgarije naar Nederland.

Maria ruilt haar huis in Heemskerk deze zomer in voor de Bulgaarse kustplaats Byala, waar ze een tweede woning heeft en enkele appartementen verhuurt. Ze onderbreekt even het videogesprek om klusjesmannen aan te sturen. Later toont ze een idyllisch strand dat toeristenmassa’s nog niet ontdekt hebben. Hier komt ze op adem na een tijd waarin ze als cybercrime-expert tot dertig lezingen per maand gaf.

Ze groeide op in Plovdiv, een van de oudste steden van Europa. Ze had een gelukkige jeugd, ook al leefde ze in een communistische dictatuur. Maria merkt dat Nederlanders zich daar niets bij kunnen voorstellen. ‘Ze denken dat je de hele dag moest marcheren. Maar we konden alles en we deden alles.’ Politiek interesseerde haar in haar tienerjaren niet. Maria geeft aan dat het voor dissidenten anders lag. ‘Die hadden een vreselijk leven, maar de gewone mensen wisten niet eens dat er strafkampen waren.’ Toen ze zeventien was, viel de Muur. Het maakte diepe indruk. ‘De euforie, mensen waren zo onwijs blij.’

‘De gewone mensen wisten niet eens dat er strafkampen waren’

Nederlanders, zo ontdekte ze later, hadden veel vooroordelen over het land waar ze haar jeugd had doorgebracht. ‘Dat je voor je rijbewijs drie rondjes om een bananenboom moest rijden, terwijl ik drie keer zakte.’ Ze beschreef met humor het leven van de gewone man in een communistisch land als Bulgarije in Communisme, seks en leugens.

‘Nederland barst van de vooroordelen’, merkt ze aan het begin van het gesprek op. Ook over het moderne Bulgarije. Het ontbreekt aan kennis over het land. ‘Met Roemenië is Bulgarije van alle Oost-Europese landen het meest onbekende.’ Duidelijk is dat Maria als nieuwkomer kampte met Nederlandse vooroordelen. Het heeft haar gevormd.

Smoorverliefd

Net na haar gymnasiumdiploma ontmoette ze op 19-jarige leeftijd haar Nederlandse man. Smoorverliefd verhuisde ze voor zijn vaste baan naar Nederland. In het begin moest ze elke drie maanden bij de vreemdelingenpolitie haar visum verlengen. ‘Moesten we zeggen: ja, we houden nog van elkaar. Mag ik blijven?’

 

In Nederland ging ze meteen Nederlands leren. ‘Ik verslond woordenboeken.’ Haar droom was om journalist te worden. ‘Ik was nieuwsgierig, wilde allerlei dingen onderzoeken.’ In Bulgarije had ze bovendien ervaren hoe na de val van de Muur journalisten vrij over misstanden konden berichten.

Gemengde gevoelens op de redactie

Als Bulgaarse in Nederland met een taalachterstand een journalistieke droom verwezenlijken was ‘heftig’. Ze leerde snel de taal en na een jaar begon ze als freelance journalist bij het Noordhollands Dagblad. Eerst ‘lullige stukjes’ die niemand anders wilde schrijven. Bij de bevolking stuitte ze op vooroordelen. ‘Spreek je met een accent, dan denken ze dat je de schoonmaker bent.’ Geïnterviewden belden zelfs met de krant. ‘Die vrouw zegt dat ze journalist is!’

Op de redactie heersten gemengde gevoelens over haar komst. ‘Een deel zag mijn ambities en gunde me een kans. Anderen zagen me als stomme buitenlander die niet supergoed Nederlands spreekt.’ Maria trok aan het langste eind doordat ze in korte tijd een taalachterstand inliep. ‘Ik heb zeker duizend artikelen voor het Noordhollands Dagblad geschreven.’

‘Ik denk dat de situatie voor vrouwen met een hoofddoekje nog kanslozer was’

In de begintijd solliciteerde ze ook als secretaresse, want ze sprak Russisch, Engels en Duits. Het werd helemaal niks. ‘Mevrouw, voor u hebben we tien Nederlanders. Ik voelde me gediscrimineerd. Ik denk dat de situatie voor vrouwen met een hoofddoekje nog kanslozer was.’

Na praktijkervaring bij de regionale krant durfde ze in Nederland journalistiek te gaan studeren. ‘Ik studeerde in vier jaar tijd af, met heel goede cijfers.’ Fascinerend dat ze voor Nederlands hogere cijfers haalde dan haar Nederlandse studiegenoten. ‘Grammatica, dat stampte ik erin terwijl anderen het van de basisschool waren vergeten.’ Anders dan studiegenoten had ze na haar opleiding meteen opdrachten in de journalistiek.

Naast haar reguliere journalistieke werk profileerde Maria zich vanaf 2007 als schrijfster. Succesvolle boeken leverde dat op. Ze ging ook schrijfworkshops en lezingen geven. Maria liet de journalistiek na twintig jaar varen en ging als schrijfster verder. ‘Voor het schrijven van een boek heb je veel meer tijd nodig om iets uit te zoeken.’ Ze genoot van de lezingen. ‘Schrijven is vrij eenzaam, maar met die lezingen is het de perfecte combinatie.’

Vrouwenhandel

Bij een boekpresentatie kwam een vrouw naar haar toe. Ze bleek slachtoffer van vrouwenhandel. Een ‘heel heftig persoonlijk verhaal’ en ze vroeg Maria of ze daar een boek over kon schrijven. Die beet zich vast in de materie en was verbijsterd over deze grimmige wereld. ‘Onder erbarmelijke omstandigheden werken en dan met zijn twintigen in een stinkend huis slapen.’

Maria publiceerde vanaf 2010 boeken als Man is stoer, vrouw is hoer. Boeken gebaseerd op waargebeurde verhalen. ‘Arme vrouwen die in handen vallen van pooiers, die ze van alles en nog wat beloven.’ Ze was verontwaardigd over haar bevindingen. ‘Toentertijd werden in Nederland duizenden vrouwen zo uitgebuit.’ Ze constateerde door haar research dat de politie ‘hulpeloos’ was in de aanpak van vrouwenhandel.

Maria overhandigde een zwartboek aan Tweede Kamerleden. Een lange lijst met door haar verzamelde misstanden. En ze kwam met aanbevelingen om dit probleem aan te pakken: hoe er meer controle op de leeftijd van prostituees door de politie moest komen en dat de Belastingdienst meer zicht moest krijgen op hoe de geldstromen lopen bij gedwongen prostitutie. Ook media wisten haar voor dit onderwerp te vinden; met regelmaat bezochten camerateams haar thuis in Heemskerk.

Na vier jaar ondergedompeld te zijn in de naargeestige wereld van vrouwenhandel werd het haar te veel. ‘Ik ben platgebeld door vrouwen met vreselijke verhalen, maar ik ben geen maatschappelijk werker of psycholoog.’ Vanuit het gezin kwam ook druk. ‘Je kan niet de hele wereld verbeteren, kies voor ander werk!’ Ze heeft het stokje overgedragen aan mensen die zich beroepsmatig met deze thematiek bezighouden. ‘Ik was in boeken en in de media uitgepraat over vrouwenhandel.’

Nu geldt ze als specialist op het gebied van cybercrime. Ook zo’n onderwerp dat toevallig op haar pad kwam en dat ze dan met nieuwsgierigheid volledig ging uitzoeken. Ze las steeds vaker over slachtoffers van identiteitsfraude. Het riep de vraag op: ‘Wat deed je verkeerd dat je volledige identiteit gestolen wordt?’

Het uit 2013 daterende Komt een vrouw bij de H@cker werd, zoals ze zelf zegt, een niet-technisch boek. ‘Voor het eerst was er een boek over cybercrime dat iedereen kon volgen.’ Ze ging zowel op zoek naar slachtoffers als naar fraudeurs. Een schot in de roos. Het boek was een succes en wordt nog steeds verkocht.

‘Ik ben, denk ik, een van de meest gevraagde cybercrime-experts in Nederland’

Cybercrime spreekt veel mensen aan. ‘Ik geef maandelijks tien tot dertig lezingen. Ik ben, denk ik, een van de meest gevraagde cybercrime-experts in Nederland.’ Het was nooit haar bedoeling, maar ze heeft wel een missie. ‘Ik wil Nederland digitaal weerbaar maken. Tachtig procent van de mensen is dat nu niet.’

Ze heeft plannen voor een nieuw cybercrimeboek. ‘Een supergrappig boek.’ Door dagelijkse fouten en anekdotes te verzamelen confronteert ze lezers met de impact van hackers en van het digitaal niet opletten. Ze noemt de gemeente Hof van Twente, die gehackt werd met ‘welkom2020’ als wachtwoord. En het bizarre verhaal van een vrouw die verliefd werd op een ‘astronaut’ en zijn landingsrechten op aarde ging betalen. ‘Mensen en bedrijven, we maken digitaal zulke stomme fouten.’

Heel Nederland digitaal weerbaar maken, ze weet dat het wat pompeus overkomt. ‘In elk geval, ik trek volle zalen. Soms wel gevuld met zevenhonderd man.’ Trots vertelt Maria dat ze in theaters optreedt. Laatst stond ze op een congres in Ahoy. Lezingen die ze in het Nederlands geeft, wat onderstreept hoeveel Maria als nieuwkomer bereikt heeft. ‘Ik nam eerst de telefoon niet op, schaamde me dood voor mijn accent.’ Haar man gaf vertrouwen en spoorde haar aan op te nemen. ‘Ik vond het toentertijd eng, kon me niet voorstellen dat ik jaren later een Ahoy-lezing zou geven.’

De verliefdheid die zo’n Nederlandse schrijverscarrière in gang zette, is er nog steeds. Ze hebben nu twee volwassen zonen. ‘We zijn heel gelukkig samen. Hij gelooft in mij.’ Iets wat voor een nieuwkomer van grote waarde is. ‘Anders had ik heel veel dingen niet aangedurfd. Als allochtoon push je jezelf al gauw naar beneden.’

‘Als allochtoon push je jezelf al gauw naar beneden’

Ze is verontwaardigd over hoe Nederland met nieuwkomers omgaat. ‘Nederland is een vrij racistisch land. Ook nooit een supertolerant land geweest.’ Toen ze zich net vestigde in Nederland, was het volgens Maria nog ‘redelijk tolerant’. Nu ziet ze hoe discriminatie is toegenomen. ‘Men praat op een heel negatieve manier over buitenlanders. In alle kringen, zowel hoog- als laagopgeleid.’ Ze noemt Geert Wilders die ‘manipuleert’ met woorden. ‘Je ziet dan hoe ver je kan komen met kletspraat. Heel veel Nederlanders zijn daar gevoelig voor.’

Met tranen naar bed gaan

Discriminatie remt haar niet meer. ‘Als je in Nederland als nieuwkomer net begint, dan ben je echt de buitenlander! Word je succesvol, dan ben je wel een Nederlander. Ik denk dat heel veel succesvolle allochtonen dat herkennen.’ Ze voelt mee met migranten die zich nu moeten bewijzen. ‘Die misschien, net als ik vroeger, met tranen naar bed gaan. Waarom word ik in dit land niet serieus genomen?’

Als ze negatieve dingen over Nederland zegt, dan kan Maria de reacties op sociale media wel uittekenen. ‘Dan is het meteen: ga terug naar je eigen land.’ Ze is er ongevoelig voor. ‘Als ze zeggen: wat doe je in ons mooie landje? Ik heb veel voor dit mooie landje gedaan. Ik heb niet geprofiteerd. Geen dag uitkering gehad.’

Maria is ervan doordrongen dat je hard moet werken om jezelf in Nederland te bewijzen. ‘Een luie nieuwkomer kan nooit succesvol worden. Je loopt gewoon altijd achter qua acceptatie, qua kennis en qua cultuur.’ Laatste advies? ‘Geef je dromen niet op!’