Een school die wel een genderneutraal toilet heeft, maar geen stilteruimte voor gelovige leerlingen. Daarover schreef onze columnist rabbijn Lody van de Kamp in december zijn column. Het schoolbestuur liet hem weten dat er geen stilteruimte of gebedsruimte komt voor de overwegend islamitische jongeren. ‘Als die jongelui zo nodig moeten bidden, doen ze dat maar thuis’, klonk het. Want: ‘scheiding van kerk en staat’, u weet wel.
De column van Van de Kamp lijkt de katalysator te zijn van een rij opinieartikelen in zowel de Kanttekening alsook in andere media. De discussie versmalde zich al snel tot het recht op een stilteruimte in het openbaar onderwijs.
Columnist Gert Jan Geling ziet niets in stilteruimtes op openbare scholen, die hij beschouwt als symbool voor de terugkeer van het religieus ‘privilege’. Bidden doe je maar in de buurtmoskee. Journalist Shawintala Banwarie en religiewetenschapper Kamel Essabane stellen in een opiniestuk in deze krant dat openbaar onderwijs niet ‘neutraal’ of ‘religievrij’ is, zoals vaak wordt gedacht, maar ‘actief pluriform’. De openbare school zou daarom juist wel ruimte moeten bieden aan levensbeschouwing. Historicus Frans Kuijpers reageert op hun artikel en onderschrijft de conclusie van Geling dat een vraag om een stilteruimte de vraag om een ‘voorkeursbehandeling’ is.
Zo krijgt dit debat een plek in de Kanttekening, met argumenten pro en contra. De gemene deler bij mensen die hun bedenkingen hebben bij de stilteruimte, lijkt dezelfde als bij de hoofddoek. Ze zien een terugkeer van religie in de seculiere samenleving. Net nu geloof uit openbare instituties lijkt verdwenen en de kerken leeglopen, trekken moslims weer de religieuze kaart. De tegenstanders van stilteruimtes vragen zich af: ‘Als je dit toestaat, waar houdt het dan op?’
Die zorgen van de seculiere samenleving zijn begrijpelijk. Aan de andere kant: er is ook godsdienstvrijheid. Dat is een spanningsveld. De vraag is hoe wij daar als samenleving mee omgaan.
We berichtten over de petitie ‘Gebed op werk’ vanuit de moslimgemeenschap, die bidden op het werk en op school wil normaliseren. Mijn gedachten gaan onwillekeurig terug naar het verhaal dat mijn vader mij eens vertelde. Hij was een van de eerste gastarbeiders die in de jaren zestig naar Nederland kwam en werkte in een metaalfabriek in Hengelo. Op die fabriek kregen ze een gebedsruimte. Maar die werd al snel weer gesloten omdat de gebeden van de fabrieksarbeiders een stuk langer duurden dan gebruikelijk was. Mijn vader bad in die tijd helemaal niet.
Uiteraard stuit de wens voor een gebedsruimte op lawaaiige tegenstand vanuit de rechts populistische en links seculiere hoek. Maar sommige voorstanders van stilteruimtes drijven de zaak ook op de spits. Een luidruchtige en misschien wel polariserende roep om gebedsruimtes in het openbaar onderwijs verhoudt zich niet met de norm van bescheidenheid die geldt binnen de islam. En het is ook goed om te beseffen dat er op veel hogescholen en universiteiten al lang stilteruimtes zijn – en dat die functioneren naar tevredenheid.
Ook moet ik aan mijn studententijd denken. Er was geen stilteruimte op de hogeschool, en ik heb nooit de behoefte gehad om erom te vragen. Ik zocht een stil plekje op, in de gang of een leeg lokaal. Het leidde nooit tot problemen. Een gebed, salaat, duurt maar een paar minuten. Zo simpel is het ook. Waarom beide kampen zo veel lawaai maken, begrijp ik niet.
Sommige zaken kun je beter omgeven met rust zodat ze tijd hebben om organisch te wortelen. Ze zijn niet gebaat bij emotionele voor- en tegenspraak. Samenleven kost tijd. Als je verschillende zandlagen over elkaar legt, duurt het ook een tijd voordat deze zijn ingeklonken en je erop kunt bouwen. Al blijft het wel belangrijk om in gesprek te blijven, om elkaar te leren begrijpen.
De mbo-school waarover Lody van de Kamp schreef besloot enkele maanden later alsnog tijdelijk een kamer ter beschikking te stellen als stilteruimte. De instelling gaat op zoek naar een definitieve plek waar religieuze studenten en medewerkers kunnen bidden.
Wij moeten meer vertrouwen hebben in onze samenleving. Die vindt de oplossing, daarover ben ik optimistisch. Laatst kwam het nieuws voorbij dat de KNVB islamitische voetballers toelaat tijdens de ramadan kort de wedstrijd te onderbreken, om bij zonsondergang te eten en te drinken. Hadden ze dat een paar jaar geleden tegen mij gezegd, dan had ik het niet geloofd.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!